RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN ZITTING VAN 29 NOVEMBER 2016 NOTULEN Aanwezig: BUYS Rosette, OCMW-voorzitter, DE MUL Bettie, DE WOLF Rita, STASSIJNS Annita, LAUWERS Karen, VEREST Paul, VAN DEN BROECK Beatrix, VAN MULDERS Dirk, raadsleden, VEREST Marie Louise, vertrouwenspersoon van VEREST Paul, VERMEIREN Wouter, OCMW-secretaris. Verontschuldigd: De voorzitter opent de vergadering om 19u30. OPENBARE VERGADERING Algemene organisatie 1. Goedkeuring verslag van de openbare vergadering van 25 oktober 2016. Het verslag van de openbare vergadering van 25 oktober 2016 wordt goedgekeurd en ondertekend. 2. Goedkeuring budgetwijziging 1 2016. Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, verder het OCMW-decreet, in het bijzonder artikelen 51, 52, 144 tot en met 159, 255 en 270; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, verder het BVR BBC; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de Openbare Centra voor Gelet op de omzendbrief van 18 oktober 2013 (BB 2013/8) betreffende de veralgemeende invoering van de beleids- en beheerscyclus; Gelet op de vaststelling van de aanpassing 2 van het meerjarenplan 2014-2019 en het budget 2016 door de raad voor maatschappelijk welzijn van 15 december 2015 en de respectievelijke kennisname en aktename door de gemeenteraad van 28 januari 2016; Gelet op het voorliggende ontwerp van budgetwijziging 1 2016 bestaande uit een verklarende nota en een financiële nota; Overwegende dat er een budgetwijziging dient te gebeuren;
Overwegende dat het ontwerp van budgetwijziging 1 2016 door de secretaris en de gewestelijk ontvanger in overleg met het managementteam werd opgesteld; Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage 2016 na budgetwijziging niet wijzigt en 1.485.00,00 bedraagt; Overwegende dat het ontwerp van budgetwijziging 1 2016 past binnen aanpassing 2 van het meerjarenplan 2014-2019, in het bijzonder: Het resultaat op kasbasis na budgetwijziging is groter dan of gelijk aan nul; De autofinancieringsmarge na budgetwijziging is groter dan of gelijk aan de autofinancieringsmarge van hetzelfde financiële boekjaar in het meerjarenplan. Overwegende dat een voorafgaand advies van het college van burgemeester en schepenen niet vereist is aangezien de budgetwijziging geen verhoging of vermindering van de geconsolideerde gemeentelijke bijdrage inhoudt; Artikel 1: De voorliggende budgetwijziging 1 2016 goed te keuren. Art. 2: De gemeentelijke bijdrage 2016 na budgetwijziging wijzigt niet en bedraagt 1.485.00,00. Art. 3: Een afschrift van deze beslissing zal samen met de vastgestelde budgetwijziging binnen de 20 dagen aan college van burgemeester en schepenen en aan de provinciegouverneur worden overgemaakt en ter kennisname aan de gemeenteraad worden voorgelegd. 3. Goedkeuring aanpassing 3 meerjarenplan 2014-2019. Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de Organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, verder het OCMW-decreet, in het bijzonder de artikelen 51, 52, 144 t.e.m. 159; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, verder het BVR BBC; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de Openbare Centra voor Gelet op de omzendbrief van 18 oktober 2013 (BB 2013/8) betreffende de veralgemeende invoering van de beleids- en beheerscyclus; Gelet op de omzendbrief van 13 september 2016 (BB 2016/2) betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen 2014-2019 en de budgetten 2017; Gelet op de goedkeuring van het meerjarenplan 2014-2019 door de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 december 2013;
Gelet op de goedkeuring van aanpassing 1 van het meerjarenplan 2014-2019 door de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 november 2014; Gelet op de goedkeuring van aanpassing 2 van het meerjarenplan 2014-2019 door de raad voor maatschappelijk welzijn van 15 december 2015; Gelet op het voorliggende ontwerp van aanpassing 3 meerjarenplan 2014 2019 bestaande uit een wijziging van de strategische nota en wijzigingen aan de financiële nota; Overwegende dat het ontwerp van aanpassing 3 meerjarenplan 2014-2019 in overleg met het managementteam werd opgesteld; Overwegende dat het ontwerp 14 dagen voor de zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, waarop het wordt behandeld, aan de raadsleden werd bezorgd; Overwegende dat de jaarrekening 2015 door raad voor maatschappelijk welzijn werd vastgesteld op 28 juni 2016 en werd verwerkt in het ontwerp van aanpassing 3 meerjarenplan 2014-2019; Overwegende dat het ontwerp van aanpassing 3 meerjarenplan 2014-2019, nadat het aan de raadsleden werd bezorgd, nog op volgende vlakken werd gewijzigd: - 0100-1: vermindering presentiegelden wegens overraming, - 0040-1: vermindering leningintresten in 2020 wegens overraming, - 0900-1: verhoging krediet wegens stopzetting LBO, - 0110-1: bijkomend krediet voor 4/5 e secretariaatsmedewerker (C1), - 0900-1: bijkomend krediet voor 1/2 e maatschappelijk werker LOI (B1), - 0904-1: verhoging krediet artikel 60 7 naar 7 vte; Overwegende dat de raadsleden tijdens de zitting een aangepast ontwerp van aanpassing meerjarenplan 3 (incl. aanpassingen) met dagboeknummers: exploitatie 12676 investering 140 andere 22, overhandigd krijgen; Overwegende dat de aanpassing 3 van het meerjarenplan 2014-2019 voldoet aan de evenwichtsvoorwaarden zoals opgelegd door het BVR BBC, in het bijzonder: een resultaat op kasbasis dat per financieel boekjaar groter dan of gelijk is aan nul; een autofinancieringsmarge die in het laatste jaar van de financiële nota groter of gelijk is aan nul; de som van de autofinancieringsmarges die voor de hele duur van de financiële nota groter dan of gelijk is aan nul; Overwegende dat de bijdrage van de gemeente gedurende de resterende periode van de financiële nota van het meerjarenplan 2014-2019 niet verhoogt en dat de strategische nota inhoudelijk niet wijzigt: boekjaar gemeentelijke bijdrage 2017 1.445.000 2018 1.805.000 2019 1.805.000 2020 1.805.000; Gelet op het voorafgaandelijk advies van het college van burgemeester en schepenen dat werd aangevraagd op 14 november 2016 en verkregen op 22 november 2016;
Artikel 1: De voorliggende aanpassing 3 meerjarenplan 2014-2019 incl. wijzigingen goed te keuren. Art. 2: De bijdrage van de gemeente gedurende de resterende periode van de financiële nota van het meerjarenplan 2014-2019 bedraagt: boekjaar gemeentelijke bijdrage 2017 1.445.000 2018 1.805.000 2019 1.805.000 2020 1.805.000. Art. 3: Een afschrift van deze beslissing zal samen met de vastgestelde aanpassing meerjarenplan 3 2014-2019 binnen de 20 dagen aan het college van burgemeester en schepenen en aan de provinciegouverneur worden overgemaakt. Art. 4: Een afschrift van deze beslissing zal samen met de vastgestelde aanpassing meerjarenplan 3 2014-2019 binnen de 20 dagen ter kennisname aan de gemeenteraad worden voorgelegd. 4. Goedkeuring budget 2017. Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, verder het OCMW-decreet, in het bijzonder artikelen 51, 52, 144 tot en met 159; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, verder het BVR BBC; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de Openbare Centra voor Gelet op de omzendbrief van 18 oktober 2013 (BB 2013/8) betreffende de veralgemeende invoering van de beleids- en beheerscyclus; Gelet op de omzendbrief van 13 september 2016 (BB 2016/2) betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen 2014-2019 en de budgetten 2017; Gelet op de goedkeuring van de aanpassing meerjarenplan 3 2014-2019 door de raad voor maatschappelijk welzijn van 29 november 2016; Gelet op het voorliggende ontwerp budget 2017 bestaande uit een beleidsnota, een financiële nota en een toelichting; Overwegende dat het ontwerp budget 2017 in overleg met het managementteam werd opgesteld;
Overwegende dat het ontwerp budget 2017, nadat het aan de raadsleden werd bezorgd, nog op volgende vlakken werd gewijzigd: - 0100-1: vermindering presentiegelden wegens overraming, - 0040-1: vermindering leningintresten in 2020 wegens overraming, - 0900-1: verhoging krediet wegens stopzetting LBO, - 0110-1: bijkomend krediet voor 4/5 e secretariaatsmedewerker (C1), - 0900-1: bijkomend krediet voor 1/2 e maatschappelijk werker LOI (B1), - 0904-1: verhoging krediet artikel 60 7 naar 7 vte; Overwegende dat de raadsleden tijdens de zitting een aangepast ontwerp budget 2017 (incl. aanpassingen) met dagboeknummers: exploitatie 12710 investering 184 andere 22; Overwegende dat de bijdrage van de gemeente in het budget 2017 1.445.000 bedraagt; Overwegende dat het ontwerp budget 2017 aansluit bij de vastgestelde aanpassing 3 meerjarenplan 2014-2019, in het bijzonder: de doelstellingennota bevat enkel doelstellingen en actieplannen die in de strategische nota van het meerjarenplan voorkomen, het resultaat op kasbasis is groter dan of gelijk aan nul en de autofinancieringsmarge is groter dan of gelijk aan de autofinancieringsmarge van hetzelfde financiële boekjaar in de aanpassing 3 meerjarenplan 2014-2019; Gelet op het voorafgaandelijk advies van het college van burgemeester en schepenen dat werd aangevraagd op 14 november 2016 en verkregen op 22 november 2016; Artikel 1: Het voorliggende ontwerp budget 2017 incl. wijzigingen goed te keuren. Art. 2: De bijdrage van de gemeente in 2017 bedraagt 1.445.000. Art. 3: Een afschrift van deze beslissing zal samen met het vastgestelde budget binnen de 20 dagen aan het college van burgemeester en schepenen en aan de provinciegouverneur worden overgemaakt en ter kennisgeving aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Kinderopvang 5. Aanpassing huishoudelijk reglement kinderdagverblijf. Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en later wijzigingen, verder het OCMW-decreet, artikelen 51, 52, 203 en 204; Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn de reglementen vaststelt die betrekking hebben op het beleid van het OCMW en op het inwendige bestuur ervan; Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 22 november 2013 houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby s en peuters; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 22 november 2013 houdende de subsidies en de eraan gekoppelde voorwaarden voor de realisatie van specifieke dienstverlening door gezinsopvang en groepsopvang van baby s en peuters; Gelet op het ministerieel besluit van 23 april 2014 tot uitvoering van het subsidiebesluit van 22 november 2013; Gelet op het huishoudelijk reglement kinderdagverblijf laatst aangepast in de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 maart 2016; Overwegende dat enkele bepalingen uit het huishoudelijk reglement niet meer stroken met de dagelijkse werking van het kinderdagverblijf; Overwegende dat de individueel verminderde tarieven door Kind & Gezin werden geïndexeerd; Overwegende het nieuwe sjabloon van het steunpunt kinderopvang van VVSG; Overwegende dat het aangewezen is om het huishoudelijk reglement kinderdagverblijf aan te passen; Gelet op het voorstel tot aanpassing van het huidig huishoudelijk reglement kinderdagverblijf van het diensthoofd in bijlage; Artikel 1: De aanpassingen aan huishoudelijk reglement kinderdagverblijf goed te keuren. Art. 2: De gecoördineerde versie van het huishoudelijk reglement kinderdagverblijf die toegevoegd is als bijlage goed te keuren. Art. 3: De wijzigingen treden in werking vanaf 1 januari 2017. 6. Aanpassing huishoudelijk reglement onthaalouders. Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en later wijzigingen, verder het OCMW-decreet, artikelen 51, 52, 203 en 204; Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn de reglementen vaststelt die betrekking hebben op het beleid van het OCMW en op het inwendige bestuur ervan; Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 22 november 2013 houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby s en peuters; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 22 november 2013 houdende de subsidies en de eraan gekoppelde voorwaarden voor de realisatie van specifieke dienstverlening door gezinsopvang en groepsopvang van baby s en peuters; Gelet op het ministerieel besluit van 23 april 2014 tot uitvoering van het subsidiebesluit van 22 november 2013; Gelet op het huishoudelijk reglement onthaalouders laatst aangepast in de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 maart 2016; Overwegende dat enkele bepalingen uit het huishoudelijk reglement niet meer stroken met de dagelijkse werking van de dienst voor onthaalouders; Overwegende dat de individueel verminderde tarieven door Kind & Gezin werden geïndexeerd; Overwegende het nieuwe sjabloon van het steunpunt kinderopvang van VVSG; Overwegende dat het aangewezen is om het huishoudelijk reglement onthaalouders aan te passen; Gelet op het voorstel tot aanpassing van het huidig huishoudelijk reglement onthaalouders van het diensthoofd in bijlage; Artikel 1: De aanpassingen aan huishoudelijk reglement onthaalouders goed te keuren. Art. 2: De gecoördineerde versie van het huishoudelijk reglement onthaalouders die toegevoegd is als bijlage goed te keuren. Art. 3: De wijzigingen treden in werking vanaf 1 januari 2017. Ouderenzorg 7. Indexering tarieven dienstverlening. Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, verder het OCMW-decreet, in het bijzonder artikelen 51 en 52; Gelet op het ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang; Gelet op het ministerieel besluit van 9 december 2009 tot bepaling van de samenstelling van de dagprijs, de extra vergoedingen en de voorschotten ten gunste van derden aangerekend in de woonzorgcentra;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 9 januari 2015 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang; Gelet op de brief van 10 december 2014 van de Vlaamse minister van Welzijn, volksgezondheid en gezin met toelichting over de bevoegdheidsoverdracht van de prijsbepaling voor de ouderenvoorzieningen; Gelet op de brief van 13 maart 2015 van de Vlaamse minister van welzijn, volksgezondheid en gezin over de prijsbepaling in de ouderenzorg en meer bepaald dat de prijsmededelingen binnenkort via het e-loket moeten gebeuren; Gelet op de opnameovereenkomsten woonzorgcentrum, serviceflats en assistentiewoningen die een indexering van de dagprijzen toelaten; Gelet op het voorstel tot indexering van de tarieven voorzieningen en dienstverleningen; Overwegende dat een indexering aangewezen is om de ontvangsten van deze voorzieningen en dienstverleningen in overeenstemming te brengen met de stijgende kosten van de levensduurte; Overwegende dat hogervermelde regelgeving niet van toepassing is op de prijs van de maaltijden aan huis, maar dat het voor een eenduidige werking aangewezen is op een identieke wijze een prijsindexering toe te passen; Artikel 1: De raad gaat akkoord met de indexering tegen consumptie-index van de volgende voorzieningen en dienstverleningen vanaf 1 januari 2017: Woonzorgcentrum Huidige dagprijs Nieuwe dagprijs 50,64 51,56 Assistentiewoningen (Seniorama I en II) Huidige dagprijs Nieuwe dagprijs 11,94 (type A zonder gerenoveerde douche) 12,16 15,82 (type B met gerenoveerde douche) 16,11 16,38 (type C met gerenoveerde douche) 16,68 15,74 (type D zonder gerenoveerde douche) 16,02 16,54 (type D met gerenoveerde douche) 16,84 17,10 (type E zonder gerenoveerde douche) 17,41 18,15 (type F zonder gerenoveerde douche) 18,48 18,95 (type met gerenoveerde douche) 19,29 Assistentiewoningen (Seniorama III) Huidige dagprijs Nieuwe dagprijs 22,30 22,70
Huidige prijs Maaltijden Nieuwe prijs 6,63 6,75 Art. 2: Overeenkomstig de vigerende regelgeving wordt de indexering van de prijzen van de erkende instellingen in de ouderenzorg via het e-loket meegedeeld aan het agentschap Zorg en Gezondheid. Art. 3: Overeenkomstig de vigerende regelgeving worden de bewoners van het woonzorgcentrum, de serviceflats en de assistentiewoningen en de gebruikers warme maaltijden van deze indexering in kennis gesteld per gewone brief 30 dagen voor de toepassing ervan. De voorzitter sluit de vergadering om 20u06. ALDUS VASTGESTELD IN DE HIERVOORVERMELDE ZITTING. OCMW-SECRETARIS OCMW-VOORZITTER, VERMEIREN WOUTER BUYS ROSETTE