CAT B1.2.2 0607 / Cursusafhankelijke toets. Oefentoets-1



Vergelijkbare documenten
CAT / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

VOORTPLANTING BIJ DE MENS

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT / Cursusafhankelijke toets

Algemene voorwaarden bij een accreditatieaanvraag van bij- of nascholing (januari 2013)

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Tentamen B. 24 december Overzicht. Instructies. Thema 1.2: Stoornissen in het milieu interieur. Tentamencoördinator Dr. J. van der Steen.

Van woord tot tekst. Antwoordformulier Bij het onderdeel Argumenteren

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Stelling: Een belangrijk gevolg van disfunctioneel endotheel is contractiliteit van het proximale deel van de spiraal arteriën. a.juist b.

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets B Ouder worden prof. dr. M.W. Ribbe / Drs. A.A. Meiboom

CATB / Cursusafhankelijke toets

Inhoudsmaten. Verkennen. Uitleg. Opgave 1. Dit is een kubus met ribben van 1 m lengte. Hoeveel bedraagt de inhoud ervan?

JOB-monitor 2014 Vragenlijst

CAT B / Cursusafhankelijke toets

De oppervlakte van de rechthoek uit de vorige opgave hangt van dezelfde variabelen af.

WERKBLAD. Lessenserie CBS & EduGIS voor havo/vwo bovenbouw. weblink: hvb

Hoe komt het dat elk organisme bepaalde kenmerken heeft? Waar ligt de informatie voor alle erfelijke kenmerken in elk organisme opgesla gen?.

Voorkennistoets wiskunde voor economie. is te herleiden tot b 12 c 3 4 d 4 3

Tentamen C 10 december 2004

Het maakt bij een lamp niet uit vanaf welke kant de stroom komt, dus als je de spanningsbron omdraait brandt de lamp ook.

CAT / Cursusafhankelijke toets

Opgave 1 Je ziet hier twee driehoeken op een cm-rooster. Beide driehoeken zijn omgeven door eenzelfde

b a. m. pectoralis major b. m. teres minor c. m. teres major d. m.pectoralis minor.

Terrasverwarmer met RTS

Oefentoets Metabole systemen cursus

K4 Menselijk lichaam. Uitwerkingen basisboek. Gezond sporten havo K4.1 INTRODUCTIE. = 11,1 m/s 3,6 F w,l = k v 2 = 0,23 11,1 2 = 28 N.

Wiskunde voor 3 havo. deel 2. Versie Samensteller

= 152 W. De warmtestroom door de plaat

keuringsformulier levensverzekering - uitgebreid

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

Ajodakt. Rekenen. Breuken. Breuken groep 8. Colofon. Zelfstandig werken. Antwoorden. Rekenen. Groep 8

De route van de Bush start bij de ingang. Je kunt onderstaand kaartje gebruiken. Begin bij nr 1.

j. géén relatie: 4 en 5 zijn geen geordende paren (ook geen geordende ééntallen).

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

Tentamen Schakeltechniek

Keuringsformulier Januari 2010

Ajodakt. Rekenen. Grote getallen. Hoofdrekenen. Hoofdrekenen groep 8 Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Colofon. Zelfstandig werken

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Bijlage 1 - Technisch Reglement SVAR 2015

a) Bedenk een nieuwe kop voor het artikel. c) Waarin geloofden de Egyptenaren? Je mag internet gebruiken. b) Waar ligt de stad Luxor?

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Vlakdak. Taurox Afschot. Technisch productblad PRODUCTOMSCHRIJVING TOEPASSING

Ajodakt. Rekenen. Cijferen. Cijferen groep 6. Colofon. Optellen, a rekken en vermenigvuldigen. Zelfstandig werken. Antwoorden. Rekenen.

Wat kun je met prestatieindicatoren?

Oefentoets CAT / Homeostase

Opdrachten bij hoofdstuk 3

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

Oefentoets + antwoorden CAT Het verhaal van de patiënt De vragen EEN tot en met ZES zijn gebaseerd op onderstaande casus:

Route H. Deze route start achter de grote volière.

B Ontwikkeling en ziekteleer prof. dr. W.J. Mooi / mw. dr. A.M. van Furth

Handleiding voor het maken van Papierarchitectuur, PA.

CAT / Cursusafhankelijke toets

K2 Technische automatisering

WOONHUISWAARDEMETER. Toelichting. 1 Algemeen

1a Een hoeveelheid stof kan maar op één manier veranderen. Hoe?

5 Straling en gezondheid

CAT / Cursusafhankelijke toets

Faculteit Elektrotechniek - Capaciteitsgroep ICS Tentamen Schakeltechniek. Vakcodes 5A010/5A050, 20 januari 2003, 9:00u-12:00u

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Auteurs: Renaud, De Keijzer isbn:

Wiskunde voor 3 havo. deel 1. Versie Samensteller

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT / Cursusafhankelijke toets

Adiameris. Beleggingsstrategie

Auteur: Robert Westra isbn:

CAT B / Cursusafhankelijke toets

15 Financiële reorganisatie

Medicatie HOOFDSTUK. Bloeddrukcontrole

UNIM-Polis Langlopende verzekering PASSAR

Om welke reden heeft een kwak relatief grote ogen?

CAT B / Cursusafhankelijke toets

VUmc-compas toetsing Toets CAT B /Cursusafhankelijke toets. 55 vragen: 1 twee-, 5 drie-, 48 vierkeuze en 1 juist/onjuist vraag

Wiskunde voor 2 vwo. Deel 1. Versie Samensteller

Ajodakt. Rekenen. Cijferen Mix. Cijferen groep 7. Colofon. Zelfstandig werken. Antwoorden. Rekenen. Groep 7

Wiskunde B voor 4/5 havo

Cursuscoördinator drs. Kitty Heins / vicecuco: dr. Mariet Elting Oefentoets: 56 MC-vragen MET antwoorden (de toets zal uit 50 vragen bestaan)

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Van woord tot tekst. Opdrachten bij het onderdeel Argumenteren

Verschil zal er zijn hv bovenbouw WERKBLAD

Privé Pakket - Categorie Personen

OEFENCAT B /09 Sekse, seksualiteit en relaties werktabel: MET SLEUTEL

hormoonstelsel zenuwstelsel 1 groeien 2 arm bewegen 3 voortplantingscellen maken 4 reageren op geluid 5 snelheid van de stofwisseling

Tentamen Schakeltechniek

Transcriptie:

Oefentoets-1 CAT B1.2.2 0607 / Cursusfhnkelijke toets Cursus 1.2.2 Cirultie en volumeregultie Cursusoörintor prof. r. G.J. Tngeler / r. J. vn er Velen Deze oefentoets met ntwooren ws ook e oefentoets vn B1.2.2 0506 1 Welke rteriële tkken ontspringen htereenvolgens (in e stroomrihting vn het loe) n e ort?. rteri oronri extr en sinistr, trunus rhioephli, rteri rotis ommunis sinistr, rteri sulvi sinistr. rteri oronri extr en sinistr, rteri sulvi extr, rteri rotis ommunis extr, trunus rhioephli. rteri oronri extr en sinistr, trunus rhioephli, rteri rotis ommunis sinistr, rteri verterlis sinistr, rteri sulvi sinistr. geen vn eze lterntieven is juist. 2 De rteri oronri sinistr vsulriseert in e meeste gevllen. het grootste eel vn het linker ventrikel en het rehter ventrikel. het grootste eel vn het linker ventrikel, het linker trium en het rehter trium. het grootste eel vn het linker trium en het linker ventrikel. het grootste eel vn het linker trium. het linker ventrikel en het gehele septum interventriulre. 3 De linker nier grenst n het ifrgm en. e milt en e mg. e lever en e pnres. e lever en het uoenum. e milt, e mg en het olon esenens 4 De nier ligt. intrperitonel en is vi een stevig ligment veronen met het ifrgm. retroperitonel en is vi stevig inweefsel gefixeer n e hterzije vn e rompwn. retroperitonel en is ingee in perirenl vet t e nier op zijn plts hout. retroperitonel, is ingee in perirenl vet en wort gefixeer oor ligmenten veronen met het ifrgm en e rompwn. 5 Bij vergelijking vn het myorium vn het linker trium en e linker ventrikel vlt op t. er GEEN vershillen zijn op lihtmirosopish niveu. het enomysium ontreekt in het trium. het myorium meer elstishe vezels evt n het linker trium. e myor vezels in e linker ventrikel groter zijn in imeter en grotere kernen ezitten. oefencat B122 0607 Cirultie en volumeregultie / met ntwooren 1

6 De sinus oronrius mont uit in. het linker trium. het rehter trium. e rehter ventrikel. e linker ventrikel. 7 Vertkkingen vn e ort ominlis Welk vn e onerstne ominties vn enoeme struturen is juist?. A =. mesenteri superior F =. mesenteri inferior; G =.ili ommunis. F =. mesenteri inferior C =. renlis sinistr A = trunus oelius. K =. ili extern E = ort ominlis D =. uterin. A = trunus oelius C =. renlis extr H =. ili intern. 8 De ureter heeft op vershillene pltsen een ntuurlijke, lihte vernuwing:. op e overgng vn het nierekken nr e ureter, ij e kruising met e rteri ili ommunis en ij oortreen oor e lswn. lleen ij het oortreen oor e lswn. lleen ij e kruising met e rteri ili ommunis. GEEN vn ovengenoeme lterntieven is juist. oefencat B122 0607 Cirultie en volumeregultie / met ntwooren 2

9 Wr op e thorx zijn e triuspilkleppen het este te eluisteren?. 5 e interostlruimte links, meiolviulir. oven het sternum ter hoogte vn e 5 e interostlruimte. 2 e interostlruimte links, iret nst het sternum. 7 e interostlruimte links, meiolviulir. 10 Shuimellen in e theroslerotishe plque kunnen zijn ontstn uit. irulerene monoyten en uit enotheelellen vn e vtwn. irulerene monoyten en uit gle spierellen vn e vtwn. enotheelellen en uit suenothelile firolsten vn e vtwn. suenothelile firolsten en uit gle spierellen vn e vtwn. 11 Ophopingen vn extrellulir holesterol in een theroslerotishe plque liggen i.h... iret oner het enotheel. rehtstreeks n het oppervlk vn het vtlumen. oner een fireuze kp in e verikte intim. in e mei. 12 Elstishe rteriën woren gekrkteriseer oor. een mei met vrijwel uitsluiten rekre gle spierellen. een mei met multiple elstishe lmine. een sterk verikte elstishe intim. het ontreken vn een ventiti. 13 Een ptiënt heeft sins enkele uren pijn op e orst. Het optreen vn vegettieve vershijnselen (zols zweten, misselijkhei, leek gelt) pleit voor e ignose. pnieknvl. hrtritmestoornis. myorinfrt. typishe ngin petoris. 14 Een rts wort geonfronteer met een nieuwe klht, ijvooreel pijn op e orst. Hoe komt e rts nu tot een eerste lijst met mogelijke ignosen, ie nog niet is gerngshikt nr knsen?. oor kennis over het voorkomen vn ziekten. oor ontextftoren ls geslht en leeftij. oor kennis over ntomie, fysiologie en pthofysiologie. oor het oen vn nvullen onerzoek. 15 Voor suesvolle verwerking vn heftige emoties is het noig t e ptiënt. eerst leert om zijn gevoelens te onerrukken om ze vervolgens geoseer te kunnen uiten. fwisselen zijn gevoelens tot uiting rengt en t n weer eheersing pltsvint. eerst zijn gevoelens zoveel mogelijk proeert te uiten, wrn eheersing ps mogelijk is. zijn gevoelens zoveel mogelijk proeert te eheersen of onerrukken. oefencat B122 0607 Cirultie en volumeregultie / met ntwooren 3

16 Een 24-jrige wielrenner, ie onwel wer tijens een mteur wielerkoers, leek op e eerste hulp vn het ziekenhuis een systolishe loeruk vn 220 mmhg en istolishe loeruk vn 100 mmhg te heen. Zijn gemiele loeruk in e. rhilis op t moment ws. 120 mmhg. 140 mmhg. 160 mmhg. 180 mmhg. 17 Bij het plperen vn e rilispols vn een eple ptiënt wort een totl onregelmtig (irregulir) hrtritme gevonen. Bovenien is e mplitue vn e vershillene slgen ongelijk (inequl). Dit wijst op. oezemfirilleren. een sinusthyrie. ventrikelfirilleren. een suprventriulire thyrie. 18 De pulmonle venulen. evtten kleppen. evtten zuurstofrijk loe. ontvngen voht uit lymfevten. heen een lngzmer loestroom n e pulmonle pilliren. 19 Er estn twee typen pilliren, te weten. met enotheel en zoner enotheel. met sl memrn en zoner sl memrn. met tight juntions en zoner tight juntions. met ontinue enotheel en met gevenster enotheel. 20 In het mien vn een hrvt (pillir) in een skeletspier is e loeruk 26 mmhg. De olloïosmotishe ruk vn het loe is 25 mmhg en vn e weefselvloeistof 1 mmhg. De hyrosttishe ruk in het weefsel is 1 mmhg. De netto filtrtieruk is (in mmhg). 0. 1. 2. 3 21 Het mesngium. is een steunweefsel in e nier wt e tuuli ijeen hout. wort gevorm oor mesngiumellen en priëtle epitheelellen. estt uit mesngiumellen en e mesngile mtrix. speelt een primire rol in e hnhving vn e elektrolytlns in het lihm. oefencat B122 0607 Cirultie en volumeregultie / met ntwooren 4

22 Een vrouw vn 32 jr is sins een pr mnen moe en uizelig ij het fietsen. Het lortorium toont een H vn 6.3 mmol/l (norml 7.5-9.5 mmol/l) en een MCV vn 66 fl (norml 85-90 fl). Het meest wrshijnlijk is t zij lijt n. rhesusntgonisme. heftige menstruties. een tekort n foliumzuur in het voesel. hronishe koolmonoxie vergiftiging. 23 Plsmine speelt een elngrijke rol ij. het tiveren vn thromine. e frk vn firine. het tiveren vn e firinevorming. het tiveren vn e von-willernftor. 24 Bloepltjes. zetten plsminogeen om in plsmine. geruiken voor hesie n een eshige vtwn serotonine. phgoyteren tijens wongenezing firineren. geruiken firinogeen ls rugmoleuul om met elkr te ggregeren. 25 COX-2-remmers wren veelelovene nieuwe ontstekingsremmene mielen ij e ehneling vn oner nere hronishe gewrihtsklhten zols rtrose. Hels zijn zij e ltste tij in opsprk gerkt, en veell vn e mrkt gehl, oor. gstro-intestinle omplities. renle omplities. riovsulire omplities. pulmonle omplities 26 Een mn ie wegens nierinsuffiiëntie ehnel moet woren met hemoilyse, ws gewen ieere von een pr iertjes te rinken. Meer n één iertje mg hij nu s vons niet meer rinken. De reen hiervoor is t ier. lohol evt. veel wter evt. veel lorieën evt. veel vitmine B evt oefencat B122 0607 Cirultie en volumeregultie / met ntwooren 5

27 De rts vint een oorverwijzing nr e speilist mr onzin, wnt e klht zl spontn herstellen innen enkele gen. De ptiënt lt e rts uielijk merken t hij hier heel erg oos over is. Wt kn e rts het este oen? De ooshei vn e ptiënt. erkennen, wnt ners lijft e ooshei verstoren werken. veroorelen, wnt eze ooshei is ongerehtvrig. ontkrhten wnt ners wort eze lleen mr groter. negeren, wnt ners ooft e ooshei niet uit. 28 Tijens e isovolumetrishe relxtie fse. lijft e ruk in e ort stees hetzelfe. stijgt e ruk in e linker ventrikel. lijft het linker ventrikelvolume gelijk. lt e ruk in het linker trium. 29 Spontne epolristies in gngmkerellen in e sinusknoop vn het hrt treen op ls gevolg vn. lekkge vn K + ionen e el uit. lekkge vn N + ionen e el in. een miner negtieve rustpotentil. en zijn eie juist. 30 De toenme in ontrtiekrht vn het hrt ls e veneuze nvoer vn loe toeneemt (Frnk-Strling mehnisme) erust op. een meer optimle overlp tussen tine en myosine (meer kruisruggen). een toenme vn e C 2+ -flux e el in. een toenme in e C 2+ -gevoelighei vn e ontrtiele eiwitten. zowel en zijn juist. 31 Wt is e oorsprong vn het gemeten signl ij eho onerzoek?. elektrishe proessen in e elmemrnen. refletie vn ultrgeluisgolven ie oor e trnsuer in uw hn woren uitgezonen. sorptie vn ultrgeluisgolven ie oor e trnsuer in uw hn woren uitgezonen. geluissignlen ie spontn in hrt en loevten woren gegenereer. 32 Wr uit e term 'uplex' op ij e uplex eho tehniek om stenoses in een rterie te eoorelen (ijv. e rotis ifurtie).. e vergelijking tussen linker en rehter rotis rterie. e meting wort twee keer uitgevoer en n gemiel. e feeling vn zowel voorwn ls hterwn vn e rterie. e omintie vn feeling en snelheismeting. oefencat B122 0607 Cirultie en volumeregultie / met ntwooren 6

33 De rts neemt e lgemene nmnese f en vrgt of e ptiënt lst heeft vn ikke enkels en vervolgens of hij lst heeft vn uizelighei. De rts stelt hier vrgen uit e. trtus irultorius. trtus respirtorius. trtus loomotorius. entrl perifeer zenuwstelsel 34 Welke ewering over oezemextrsystolen is juist?. komen meestl voor ij mensen met hrtziekten. ontstn oor extr tiviteit in e sinusknoop. woren opgewekt of vererger oor koffie, thee of lohol. woren oorgns ehnel met een pemker. 35 Tegenwoorig nemen we n t het klinish eel vn het hrtinfrt gepr gt met pthologish-ntomishe verneringen vn e hrtspier, ook l kunnen we ie vernere hrtspier niet met eigen ogen nshouwen. Dit vern wer ps vnzelfspreken. nt e Engelse rts Thoms Lewis in 1850 op het ECG fwijkene QRS-omplexen kon eshrijven. toen ptholoog-ntomen omstreeks 1850 een goee eshrijving konen geven vn oronir tromose. toen rtsen in 1900 vi het elektroriogrm e ignose Angin Petoris konen stellen. rtsen het zogenme teken vn Pree (elevtie vn het ST-segment) in e jren ertig ls kenmerken voor het ECG ij een infrt hen geepteer. 36 De mul ens. wort gevorm oor e mesngiumellen in e glomerulus. wort gevorm oor gespeiliseere istle tuulusellen. evint zih tussen e proximle tuulus en e lus vn Henle. proueert het hormoon renine. 37 Bij welke vn e volgene funties vn e nier spelen e juxtmeullire nefronen e meest elngrijke rol?. regeling vn e kliumonentrtie in e lihmsvloeistof. regeling vn e onentrtie iront in e lihmsvloeistof. uitsheiing vn retinine. het vermogen vn e nier om zeer geonentreere urine te proueren. 38 Alosteron is een hormoon t. e terugresorptie vn ntrium uit e voorurine evorert. geproueer wort oor het juxt-glomerulire pprt in e nier. e terugresorptie vn klium uit e voorurine evorert. loevten in het lihm sterk verwijt. oefencat B122 0607 Cirultie en volumeregultie / met ntwooren 7

39 Bij een lene loeruk zl e nier meer vn e volgene stof nmken:. renline. renine. ngiotensine. losteron. 40 Welke vn e onerstne eweringen is orret?. ij een metole lklose regeert e long met hyperventileren. ij een hronishe respirtoire iose vint in e nieren irontvorming plts uit glutmine. een metole iose wort ltij veroorzkt oor e nieren. e nieren regeren sneller op verstoringen vn e zuurselns n e longen. 41 Bij het verhogen vn e osering vn een ß 1 -seletieve ß -lokker moet u rekening houen met het optreen vn een. verhoging vn e tieve seretie vn H+ ionen in e longen. verhooge lokkering vn e ß 2 reeptoren in e longen. verhooge ffiniteit voor e ß 2 reeptoren in e longen. verhooge symptiomimetishe tiviteit in e longen. 42 De loerukverlgene werking vn ACE-remmers kn woren versterkt of verminer oor nere ntihypertensiv (positieve respetievelijk negtieve intertie). Met welke vn onerstne ntihypertensiv wort een sterke positieve intertie verkregen wt etreft e loerukling?. thizie iuretium. prostglninesyntheseremmers. pretmol. kliumspren iuretium. 43 Bij negroïe mensen is het volgene ntihypertensivum een goe miel vn eerste keuze.. mloipine (liumntgonist). metoprolol (β-lokker). iresrtn (ngiotensine-ii-lokker). fosinopril (ngiotensine-onverteren-enzymremmer). 44 Ernstig loeverlies leit tot. tivtie vn e roreeptoren. een verhooge Atril Ntriuretish Peptie proutie oor het hrt. een verhooge sympthishe invloe op het hrt. ilttie vn e venen. 45 De LDL reeptor en e svenger reeptor inen respetievelijk n. niet-geoxieer LDL en geoxieer LDL. lle LDL en geoxieer LDL. lle LDL en HDL. niet-geoxieer LDL en HDL. oefencat B122 0607 Cirultie en volumeregultie / met ntwooren 8

46 Het metool synroom wort gekenmerkt oor. een verhoog HDL-holesterolgehlte en een verhoog triglyeriengehlte. een verlg HDL-holesterolgehlte en een verhoog triglyeriengehlte. een verlg insuline gehlte in het loe. een verlg LDL-holesterolgehlte en een verhoog triglyeriengehlte. 47 Tijens (zwre) lihmelijke inspnning is, in vergelijking met e rustsitutie, e loestroom nr. e nieren gel en e hersenen gelijk geleven. e rm gel en e hersenen gel. e rm gelijk geleven en e nieren gestegen. e nieren gelijk geleven en e hersenen gelijk geleven. 48 Wt is e meest wrshijnlijke verklring voor e veretering vn e VO 2 mx ls gevolg vn trining ij hrtptiënten?. een toenme vn e zuurstofopnme oor e skeletspieren. veretere rile presttie (linker ventrikel funtie). een toenme in spierkrht. veretere rteriële oxygentie. 49 In e reer zitten twee rtikelen ie jullie estueeren: PRO en CONTRA e polypil ls strtegie tegen hrt- en vtziekten. Op Blkor wren ijehorene rtikelen te lezen over e preventieprox. Welke rgumenttie sluit het meest n ij e rtikelen PRO en CONTRA e polypil?. in het rtikel PRO wort er vn uitgegn t e preventieprox klopt, in het rtikel CONTRA niet. in het rtikel CONTRA wort er vn uitgegn t e preventieprox klopt, in het rtikel PRO niet. in eie rtikelen wort e preventieprox ten nzien vn e polypil ls strtegie tegen hrt- en vtziekten NIET vn toepssing geht. in eie rtikelen wort e preventieprox ten nzien vn e polypil ls strtegie tegen hrt- en vtziekten wel vn toepssing geht. 50 Bij het uitvrgen vn e klht met ehulp vn e ALTIS kn e rts rees nht heen voor psyhosoile ftoren. Bij welke speten vn e ALTIS is it voorl het gevl?. A en I. I en S. T en S. A en T. oefencat B122 0607 Cirultie en volumeregultie / met ntwooren 9