6,4. Samenvatting door Jacomijn 2816 woorden 27 juni keer beoordeeld. Samenvatting H4 biologie. Par 1 Van eicel tot baby

Vergelijkbare documenten
Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd.

Samenvatting Biologie voor Jou VMBO 3 Thema 3 Voortplanting

Waar alle onderdelen van het voortplantingsorgaan van de man en de vrouw zitten:

Primaire geslachtskenmerken

Biologie Samenvatting H11+12

6,8. Samenvatting door B woorden 4 januari keer beoordeeld

van een muskiet weer? Leg je antwoord uit.

VOORTPLANTING BIJ DE MENS

Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling

Samenvatting Biologie Voortplanting

Samenvatting Biologie Biologie Thema 3; Voortplanting

7,1. Antwoorden door Een scholier 1903 woorden 23 mei keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie Samenvatting Thema 4 Voortplanting

Paragraaf 6.1 Primaire en secundaire geslachtskenmerken

keer beoordeeld 4 maart 2018

Geslachtelijke voortplanting: de kernen van twee geslachtscellen (eicel en zaadcel) versmelten. Dat het bevruchting. Ze vormen samen een nieuwe cel.

zweet stinkt schaam haar ongesteld brede heupen borst groei schaamlippen groeien groeispurt

6,8. Samenvatting door B. 999 woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. H3 Voortplanting

HOOFDSTUK 6: VOORTPLANTING. 1: Embryonale ontwikkeling

Samenvatting Biologie H4. Begrippen Hoofdstuk 4 5,6. Samenvatting door E woorden 27 oktober keer beoordeeld

Begrippen Hoofdstuk 4

Verslag Biologie Biologie dossier

5,5. Samenvatting door een scholier 2004 woorden 30 maart keer beoordeeld. Hoofdstuk 5: Seksualiteit

samenvatting doelstelling 1. doelstelling 3. doelstelling 2. doelstelling 4.

H2.1 voortplantingsstelsel van de man

Biologie Voortplanting en ontwikkeling Havo

Een man kan vanaf de puberteit tot op hoge leeftijd zaadcellen maken.

7,7. Samenvatting door een scholier 2258 woorden 15 januari keer beoordeeld. H6 Voortplanting

Samenvatting Biologie voortplanting

Balzak (scrotum) huidplooi waarin de teelballen liggen. Temperatuur +/- 2 C lager dan in de buikholte (gunstiger voor de ontwikkeling

primaire geslachtkenmerken Geslachtskenmerken die al bij de geboorte aanwezig zijn

Aantekeningen hoofdstuk 3 Voortplanting BBL

Oefen Repetitie KGT thema Voortplanting

7,3. Samenvatting door een scholier 1948 woorden 9 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou

7,3. Samenvatting door een scholier 2182 woorden 15 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

Bevruchting : het versmelten van de kern van een eicel + zaadcel - door bevruchting ontstaat een bevruchte eicel : nieuw individu

Hormoonklieren zijn klieren die sappen afgeven aan het bloed. Deze sappen zijn de hormonen. De

Samenvatting Biologie Thema 3 - Voortplanting 1 t/m 9

Voortplanting en ontwikkeling

thema 3 Voortplanting en ontwikkeling basisstof basisstof 1 Het voortplantingsstelsel van een man

Samenvatting Biologie Voortplanting

- De allereerste moedermelk bevat eiwitten. Daardoor is de melk gelig van kleur, eiwitten zijn belangrijk voor een baby om nieuwe cellen te maken

Voortplanting. Hoofdstuk 6

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

1,6. Samenvatting door CÃ line 3247 woorden 5 juli keer beoordeeld. Bio P3

6,9. Samenvatting door M woorden 10 juni keer beoordeeld Puberteit. Hoe noem je de verschillen tussen jongens en meisjes?

Samenvatting Biologie Doelstellingen Blok 5: Seksualiteit en voortplanting

Samenvatting Biologie hf 5 par 1t/m 5

DEEL 3 THEMA 1 RELATIES EN SEKSUALITEIT BASISSTOF 1

Aantekeningen Hoofdstuk 3 Voortplanting 3 VMBO KGT

Samenvatting door een scholier 1790 woorden 8 maart keer beoordeeld

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4: Voortplanting

5.6. Samenvatting door een scholier 3491 woorden 31 mei keer beoordeeld

Voortplantingshormonen

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 2 voortplanting

Biologie 2HAVO/VWO VOORTPLANTING Thema 4

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 t/m 10

4.9. Boekverslag door N woorden 24 november keer beoordeeld. Biologie voor jou. Voortplanting:

Mannelijk voortplantingsorgaan:

Samenvatting Biologie Boek 4 thema 2 Voortplanting en ontwikkeling.

Voortplanting bij dieren

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 Voortplanting en ontwikkeling

1 Bespreek de tekening tijdens de les 2 D 3 C 4 B 5C 6 A 7 C 8 B. Open vragen

Samenvatting Biologie Thema 3 voortplanting en ontwikkeling

adoloscere dat opgroeien betekend, deze periode vindt plaats na de puberteit rond het 20 e tot 25 e levensjaar.

Doelstelling 3 Je moet primaire en secundaire geslachtskenmerken kunnen noemen bij jongens en bij meisjes.

1: Jongens en meisjes

Antwoorden Biologie Thema 4

Samenvatting door een scholier 3053 woorden 28 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 t/m 7

Antwoorden Biologie Thema 4 en 5

auteurs ARTEUNIS BOS MARIANNE GOMMERS ONNO KALVERDA RUUD PASSIER THEO DE ROUW GERARD SMITS BEN WAAS RENÉ WESTRA

Biologie Samenvatting Hoofdstuk 2 Voortplanting Basisstof 1 t/m 10 Basisstof 1: Het voortplantingsstelsel van een man

6,6. Werkstuk door een scholier 1905 woorden 13 juli keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 1969 woorden 29 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 6.

7,6. Samenvatting door een scholier 2687 woorden 12 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 Seksualiteit en voortplanting!

Samenvatting Biologie Thema 3 Voortplanting

Enkele afspraken: We luisteren met respect naar elkaars verhaal. We lachen niet voortdurend met nieuwe woorden.

Samenvatting Biologie Voortplanting

7,4. Samenvatting door N woorden 6 november keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie Thema 2 Voortplanting

Informatiefolder. Zwangerschap en kinderwens

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4, Voortplanting

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie voortplanting 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn

Voortplanting. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.

Samenvatting Biologie H3+8

1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden

De geslachtsontwikkeling, zoals het meestal gaat 1

Normale cyclus. Gynaecologie

7,1. Samenvatting door een scholier 2305 woorden 31 maart keer beoordeeld

Thema 3b Voortplanting. Wereldoriëntatie L6

5,9. Antwoorden door Een scholier 1981 woorden 11 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

De leraar legt dit eerst uit, daarna maken de leerlingen deze vragen

7,3. Samenvatting door R woorden 25 juni keer beoordeeld. Samenvatting biologie. Hoofdstuk 1. Organisatieniveaus: Bacteriële cel:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

Jongetje of meisje? hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Spermacel bevat of een Y-chromosoom of een X-chromosoom. Normaal gesproken bevat de eicel één X- chromosoom.

7,1. Basisstof 1; Wat is biologie? Basisstof 2, Natuurwetenschappelijk onderzoek. Basisstof 3, Organen, cellen en weefsels.

Biologie hoofdstuk 1:

Ontwikkelingsbiologie

Normale cyclus. Poli Gynaecologie

Transcriptie:

Samenvatting door Jacomijn 2816 woorden 27 juni 2017 6,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting H4 biologie Par 1 Van eicel tot baby Voortplanting = reproductie, zorgen voor het nageslacht Seksualiteit = wat te maken heeft met je geslacht, mannelijk of vrouwelijk. Of het geheel van een liefdesrelatie die tijdens een verkering en huwelijk bestaat, dus dit is meer dan geslachtsgemeenschap. Ongeslachtelijke voortplanting: A ontstaan uit 1 individu Nakomelingen = mitose Voordeel: exact gelijke nakomelingen B of onbevruchte eicellen (bijv. bij bijen/mieren) komen toch uit Ongeslachtelijke voortplanting: Ontstaat uit een zygote (samengesmolten gameten = ei en zaadcel). Gameten ontstaan door reductiedeling = meiose Voordeel: bij milieuveranderingen zullen altijd individuen zijn die een grotere overlevingskans hebben want niet alle nakomelingen zijn genetisch hetzelfde Eenslachtig: - Inwendige bevruchting - levendbarend (zoogdieren en mensen) - eieren met schaal (vogels en reptielen - Uitwendige bevruchting - eieren zonder schaal (vissen en amfibieën) Tweeslachtig (hermafrodiet): bijv. wormen, slakken, veel bloemen en planten Geslachtskenmerken = eigenschappen die iets over het geslacht vertellen Primair = die bij geboorte aanwezig zijn Secundair = lichamelijke kenmerken die in de puberteit ontstaan Tertiaire = niet-lichamelijke kenmerken die door de mens zelf aangebracht worden bijv. kleding, make-up https://www.scholieren.com/verslag/109130 Pagina 1 van 13

- Ovulatie of eisprong = eens per maand komt er uit eierstok een eicel vrij. - Zygote = bevruchte eicel. Het vormt direct na het versmelten met de zaadcel een ondoordringbare laag die bevruchting door 2 e zaadcel voorkomt. Na 30 uur deelt de zygote. - De cellen delen verder. Er is na de deling geen vorming van cytoplasma zodat de cellen niet groeien. - Klievingscellen = zo n deling waarbij de vellen niet groeien - Trilhaarcellen in de wand van de eileider vervoeren het klompje delende cellen naar baarmoeder (5 dagen) - Bastula = holte in klompje cellen - De vlokken op de buitenste cellaag groeien in het baarmoederslijmvlies -> innesteling - Placenta = in het baarmoederslijmvlies vormen zich rond de uitstulpingen bloedholten. Dat groeit uit tot placenta - Navelstreng heeft 3 bloedvaten o 2 navelstrengslagaders = vervoeren afvalstoffen van het embryo naar de placenta o 1 navelstrengader = vervoert zuurstof en voedingsstoffen van de placenta naar het embryo Stoffen van moeder naar kind = aminozuren, zuurstof, suikers en antistoffen Stoffen van kind naar moeder = koolstofdioxide en ureum Meisjes hebben naast 44 gewone chromosomen tweemaal een X-chromosoom Als jongen heb je een Y-chromosoom Mannelijk geslachtsorgaan Wat is sperma? (10% zaadcel, 90% vocht) - Vocht uit zaadbuisjes - Vocht uit prostaat - Vocht uit kliertjes van Cowper - En zaadcellen (spermacellen) De penis bevat zwellichamen. Bij seksuele opwinding vullen de zwellichamen zich met vloed en krijgt hij een erectie. https://www.scholieren.com/verslag/109130 Pagina 2 van 13

Bij een zaadlozing trekken spiertjes rond de bijbal en zaadleiders samen. Hierdoor duwen ze zaadcellen naar de penis. De zaadballen zijn opgebouwd uit sterk gekronkelde zaadbuisjes, bijeengehouden door een laagje bindweefsel. Vanaf de puberteit stimuleren hormonen de zaadballen om zaadcellen te vormen. Vrouwelijk geslachtsorgaan Vanaf de puberteit tot de menopauze ontwikkelt zich elke maand een eicel (24 uur rijp) Iedere maand bereidt het baarmoederslijmvlies de binnenkant van de baarmoeder voor op een mogelijke innesteling van een embryo. Anders volgt te menstruatie: spieren van de baarmoeder trekken samen en stoten het baarmoederslijmvlies af Door de melkzuurbacteriën heeft de vagina een lage Ph (zuur), dat voorkomt de ontwikkeling van ongewenste schimmels en bacteriën Maagdenvlies = rond de ingang van de vagina ligt een randje weefsel als een soort kraagje Clitoris = een orgaantje wat tussen de kleine schaamlippen ligt en wat erg gevoelig is voor directe aanraking. 4.2 vorming geslachtscellen Meiose = reductiedeling, deling die het chromosomenaantal halveert) Diploïde cel wordt haploïd 2n -> 1n Lichaamscellen zijn diploïd (2n). Ze bevatten 23 chromosomenparen. Voor elk paar geldt steeds: - Een van beide chromosomen is afkomstig van de moeder, de ander van de vader - Ze bevatten beide informatie over dezelfde erfelijke eigenschappen Geslachtscellen hebben een afwijkend aantal chromosomen. Bij hun vorming krijgen ze van elk chromosomenpaar maar één exemplaar. Ze hebben dus 23 verschillende chromosomen. Dus: lichaamscellen zijn diploïd (2n). Door meiose ontstaan in de eierstokken en de zaadballen haploïde (n) geslachtscellen. Tijdens meiose I gaan de chromosoomparen uit elkaar. Tijdens meiose II gaan de chromatiden van de chromosomen uiteen Ontwikkeling eicellen Voor de puberteit: tot de profase I (bij geboorte ong. 2 miljoen voorloperscellen) Begin puberteit: ong. 10.000 zijn erover in elke eierstok Daarna: elke maand rijpt er een eicel tot metafase II (tot de overgang) (vanaf meiose I) Die ene rijpe eicel (zie tabel) kan bevrucht worden. Dus de meiose wordt in de eicel pas afgemaakt als de cel is bevrucht https://www.scholieren.com/verslag/109130 Pagina 3 van 13

2n N2 N2 https://www.scholieren.com/verslag/109130 Pagina 4 van 13

3 poollichaampjes 1 rijpe eicel https://www.scholieren.com/verslag/109130 Pagina 5 van 13

Ontwikkeling zaadcellen Vanaf puberteit meiose Dagelijks 80.000.000 4 rijpe spermacellen 2n N2 N2 4 rijpe zaadcellen Balzak zorgt voor optimale temperatuur voor productie van zaadcellen. Het voorste deel van de zaadcelkop bevat enzymen die de zaadcel helpen door de membraan de eicel binnen te dringen In het middenstuk zitten mitochondriën, organellen die voor de energievoorziening zorgen Tweelingen kunnen ontstaan door het bevruchten van 2 eicellen of doordat bij een van de delingen na de bevruchting twee groepen cellen ontstaan. Par 4.3 Hormonen regelen Hormonen (boodschappers, chemische stoffen): - Verspreid via bloed - Productie in hormoonklieren (endocrien) https://www.scholieren.com/verslag/109130 Pagina 6 van 13

- Regelcentrum hypofyse (ook hormoonklier) - Alleen effect op plaatsen waar receptoren zitten (soort sleutel op een slot)(binas 89A) - Regeling via terugkoppelingssysteem (volgens thermostaat) Hormoon Plaats van aanmaak Werking HCG: human chorion Signaal voor het gele lichaam dat het moet blijven bestaan. (is de Het jonge embryo gonadotropine zwangerschaptest op gebaseerd) Prolactine Hypofyse Stimuleert melkproductie en afgifte Oxyyocine Hypofyse - Stimuleert melkafgifte middels de toeschietreflex - Stimuleert samentrekking baarmoederwand - Remt de hypofyse (minder FSH/LH) Mannen en hormonen: - Wordt gemaakt in de hypofyse en in geslachtsorganen: de testes - FSH (uit hypofyse): stimuleert zaadcel rijping - LH: stimuleert speciale cellen tussen de zaadbuisjes om het hormoon testosteron te produceren. Testosteron stimuleert groei en ontwikkeling geslachtskenmerken. Testosteron heeft ook negatieve terugkoppeling, het beperkt de LH-productie Dus de hypofyse vormt LH -> dit stimuleert cellen in de testes tot het vormen van testosteron -> testosteron remt de productie van LH door de hypofyse -> op deze manier voorkomt testosteron een te hoge produce van LH (en testosteron) Vrouwen en hormonen: - FSH: stimuleert rijping follikel in eierstokken (follikel = een blaasje van een aantal cellen o.a. de eicel, de rijpende follikels vormen oestrogenen) Rond dag 14, stimuleert een grote hoeveelheid oestrogenen van de follikel de productie van extra LH door de hypofyse waardoor de eicel uit de follikel barst - LH: stimuleert productie oestrogeen = oestradiol (oestrogeen heeft een positieve terugkoppeling dus LH-piek -> eisprong) Ontwikkeling gele lichaam maakt progesteron = zwangerschapshormoon -> stimuleert groei en instandhouding baarmoederslijmvlies. - Vindt er geen innesteling plaats, dan sterft het gele lichaam af. Daarmee stopt de productie van progesteron -> menstruatie Restant van follikel = geel lichaam (neemt veel vetachtige stoffen op wat ze een gele kleur geeft) Zowel oestrogenen als progesteron remmen tijdens de menstruatiecyclus de FSH-productie door de hypofyse (daarmee https://www.scholieren.com/verslag/109130 Pagina 7 van 13

voorkomen ze dat er nog meer follikels gaan rijpen) (negatieve terugkoppeling) Oestrogenen hebben ook invloed op de secundaire geslachtskenmerken Zwangerschap: - Rond dag 14 kan bevruchting plaatsvinden. Er komt een hormoonproductie die is aangepast aan de zwangerschap - Cellen in die vlokken die het begin van placenta zijn, vormen het hormoon HCG. Dat komt in het bloed van de moeder -> geel lichaam blijft bestaan en gaat meer progesteron produceren waardoor vorming van FSH en LH wordt geremd. Placenta maakt daarna volop progesteron en oestrogenen. Het geel lichaam is niet meer nodig en verschrompelt. Ook stop de productie van HCG (na ong. 3 maanden) Als er te weinig HCG is, kan het gele lichaam verdwijnen, die juist progesteron maakt. Als dat gehalte daalt volgt de menstruatie. Dit leidt tot een miskraam Bevalling: - Ontsluiting: spieren van baarmoeder trekken samen onder invloed van hormonen, baarmoedermond gaat open, vruchtvliezen breken en vruchtwater loop weg - Uitdrijving: door persweeën van de baarmoederwand en samentrekken van buikspieren komt de baby op de wereld - Nageboorte: naweeën, die drijven placenta, vruchtvliezen en navelstreng uit. Bevruchting: op dag 14 van cyclus Zwangerschap is merkbaar aan: uitblijven van de volgende ovulatie en menstruatie Verwachte geboortedatum: 40 weken na de laatste menstruatie (gemiddeld 38 weken na bevruchting) Eerste delingen na bevruchting: klievingen Dag 5-6 start de innesteling H4.4 Onvruchtbaar en dan? - Hoe kan je vruchtbaarheid verhoogd worden o Dieet aanpassen o Sporten o Vezelrijk eten https://www.scholieren.com/verslag/109130 Pagina 8 van 13

o Stoppen met roken en drinken o Voedingssupplementen nemen - Hormoontherapie: FSH of HCG o Stimuleert follikelgroei/rijping - In vitro fertilisation (ivf)(in vitro = in glas)(reageerbuisbevruchting, tegenwoordig in petrischaal) o Stimulering van follikelrijping: door hormonen (FSH) toe te dienen, rijpen 5/10 follikels o Aanprikken van follikels: wanneer de follikels rijp zijn zuigt de arts met een holle naald de eicellen uit de follikels en brengt ze over in een schaaltje o Bevruchting: de partner levert op de dag van het aanprikken zijn sperma. Na een behandeling brengt een laborant de zaadcellen in het schaaltje o Plaatsing in de baarmoeder: 2/5 dagen na het aanprikken plaats de arts 1 of 2 embryo s in de baarmoeder (de vrouw krijgt hormonen voor groei baarmoederslijmvlies) - ICSI: intra cytoplasmatische injectie, een arts brengt met een dunne naald het erfelijk materiaal van één zaadcel bij een eicel in - Gebruik maken van kunstmatige inseminatie (KI) (=inbrengen van sperma in de baarmoeder o Sperma van eigen man: KIE o Of een zaaddonor: KID Via erfelijkheidsonderzoek kunnen artsen de kans op ernstige erfelijke afwijkingen bepalen Onderzoekstechnieken (prenataal onderzoek) - Echoscopie - Vlokkentest (vanaf week 10) - Vruchtwaterpunctie (vanaf week 16 4.5 voorkomen is beter dan genezen Voorbehoedsmiddelen: I anticonceptie - Methode zonder middelen o Temperatuurmethode https://www.scholieren.com/verslag/109130 Pagina 9 van 13

o Kalendermethode (periodieke onthouding) - Hormonale methodes o Anticonceptiepil Als pil, injectie, pleister of ring of in spiraaltje verwerkt - Tegenhouden zaadcellen o Mannencondoom o Vrouwencondoom (pessarium) o Sterilisatie man o Sterilisatie vrouw o Zaaddodende pasta II anti-innestleing : dus abortief - Spiraaltje - Morning-afterpil - Overtijdbehandeling - Abortus Hiv is een virus dat in witte bloedcellen vermeerdert en aids veroorzaakt Seropositief zijn betekent dat in je bloed antistoffen tegen hiv zitten, je bent dus besmet met hiv Hiv-medicijnen remmen het vermeerderen van het virus Antibiotica pakken bacteriële soa s aan, zoals syfilis, gonorroe en chlamydia Je wordt besmet met een soa door: onveilige seks, het in contact komen met bloed van een besmet persoon. Lichaamsvocht van die persoon bevat de ziekteverwekkers (bloed, sperma, vaginale vocht en voorvocht) Samenvatting Biologie H6.4 en 6.5 Peristaltiek: afwisselende samentrekking van kring- en lengtespieren in het darmkanaal, kringspieren trekken horizontaal samen, lengte spieren in de lengte. De peristaltiek gaat door tot in de endeldarm. Door de voedingsvezels wordt het geen waterig papje omdat dit koolhydraatmoleculen zijn die intact blijven in de darm. (door cellulose uit celwanden) Maag: Maagsap bevat: https://www.scholieren.com/verslag/109130 Pagina 10 van 13

1. Slijm (beschermt tegen het maagzuur) (en peptase) 2. Zoutzuur doodt bacteriën etc. 3. Enzym peptase: start de eiwitvertering (peptase wordt als inactieve vorm (pepsinogeen) gemaakt in de maagwand. Pas onder invloed van de lage Ph wordt het peptase De kringspier sluit de toegang af en verhindert dat de zure maaginhoud naar boven komt Portier: gaat pas open als de ph omhoog is gebracht door het alvleessap (achter de portier) Aan de andere kant van het maagportier zit de 12-vingerige darm. Dit beginstuk van de dunne darm heeft heen zure inhoud. Het slijmvlies in de dunne darm bestaat uit kliercellen (bevatten enzymen) en dekweefselcellen Alvleesklier (pancreas) - Exocriene deel: (naar 12-vingerige darm afgegeven) 1. Maakt allerlei verteringsenzymen 2. Maakt sap met NaHCO 3 -> neutraliseert de zure brij uit de maag -> Ph stijgt (enzymen kunnen goed hun werk doen bij die Ph - Endocriene deel: (via het bloed afgegeven) 3. Maakt ook hormonen, o.a. insuline en glucagon Resorptie: opname van voedingsstoffen uit de (dunne) darm (maakt ook allerlei verteringsenzymen) in je bloed (in de poortader) (de darmader bestaat dus niet, dat is de poortader) - Oppervlaktevergroting door binnenbekleding van de dunne darm - Darmplooien -> darmvlokken -> microvilli in de darmcellen - De dekweefselcellen geven de voedingstoffen af aan het omringende weefselvloeistof. Als de resorptie tegen de concentratierichting ingaat, dan kost het de cellen veel energie. De darmslagader -> kleinere slagadertjes -> haarvaten van darmvlokken Monosachariden (als glucose), zouten, vitamines, aminozuren en de verteringsproducten van DNA: de nucleotiden, zijn in wateroplosbare voedingsstoffen die via de darmvlokken in het bloed komen. Tussen de haarvaten in de darmvlokken liggen lymfevaten. Taken lymfestelsel bij vertering: - De dekweefselcellen van de darm verpakken de eindproducten van de vetvertering in kleine bolletjes die met het lymfe meestromen. Vandaar stromen ze met het bloed mee naar het vetweefsel en naar de lever. https://www.scholieren.com/verslag/109130 Pagina 11 van 13

- Ze brengen een deel van de weefselvloeistof die uit de haarvaten is gelekt, terug naar het bloed. Bacteriën: - Breken resten voedsel efficiënt af in voor ons opneembare stoffen - Maken stoffen zoals vitamine K - Zijn schadelijk en kunnen ziektes veroorzaken (zoals colitis) Prebiotica = het herstellen van de darmflora, na een infectie, door stoffen te eten die de groei van nuttige bacteriën stimuleren. 6.5 Zuurstofrijke aders naar lever: - Aorta - Leverslagader Zuurstofarme aders naar lever: - Poortader: afkomstig van het verteringskanaal vervoert opgenomen stoffen (voedingsstoffen) Zuurstofarme ader van lever vandaan: - Leverader: het bloed verlaat lever weer - Galgang: gaat naar 12-vingerige darm. Een aftakking leidt naar de galblaas Je milt en lever breken oude rode bloedcellen af, de ijzerionen slaat de lever tijdelijk op, en gebruikt ze daarna weer opnieuw. Van de rest van het hemoglobine maken je milt- en levercellen bilirubine, een gele kleurstof. Samen met andere afbraakproducten gaat het als gal naar de 12-vingerige darm. In de darm zetten bacteriën bilirubine om in een bruine stof. Naast bilirubine bevat gal galzure zouten. Zij emulgeren vetten. Functies van de lever: A: stofwisseling: 1. Koolhydraten = aanmaak van glycogeen (gemaakt van overtollige glucose, bij veel glucose ombouw tot vetreserves) 2. Vetten = ombouw tot vetreserves 3. Eiwitten: https://www.scholieren.com/verslag/109130 Pagina 12 van 13

transaminering = het omzetten van de aminogroep van het ene aminozuur een ander aminozuur maken (alleen: (niet)essentiële (20) aminozuren -> niet-essentiële aminozuren (12) - de(s)aminering = overtollige aminozuren afbreken, daarbij wordt de NH 2 groep als ureum uitgescheiden, de rest wordt als brandstof gebruikt. Ureum wordt voornamelijk door de nieren uitgescheiden met de urine aanmaak bloedeiwitten = stollingseiwitten, eiwitten voor de juiste osmotische druk B : ontgiften van het bloed (medicijnen, alcohol) C : opslag van vet oplosbare vitamines (A, D, E en K) glycogeen, ijzer, zware metalen etc. D : afbraak van rode bloedcellen è Ontstaat bilirubine = galkleurstof è Via darmen uitgescheiden, via galgang komt het in de 12-vingerige darm E : productie van gal: bilirubine en restproducten van de cholesterolafbraak (=galzure zouten) (uitscheiding via de darm) Levercellen gaan dus grote schommelingen in de glucoseconcentraties van het bloed tegen. Dit gebeurt onder invloed van hormonen uit de alvleesklier. Het wordt dan opgeslagen als glycogeen. Zakt de concentratie glucose, dan geeft de lever weer glucose af https://www.scholieren.com/verslag/109130 Pagina 13 van 13