Lesvoorbereidingsformulier Naam: René Schols Datum: 16-12-2013 Groep: 3/4 Vivian Knols Volgnummer: 20131216 Thema / Onderwerp het Berenlied Hoofddoel (wat wil je de leerlingen leren) Muziek: In de vorige les hebben de leerlingen aan het berenlied gewerkt. Ze kunnen het ritme al zelfstandig uitvoeren. Dit hebben ze ook al als begeleiding uitgevoerd. Ze zingen het lied ook al gedeeltelijk mee met de docent. Beweging: Deze leerlingen bewegen heel graag. Ze staan dan achter hun stoel. De leerlingen kunnen bewegen bij het berenlied door het als rollenspel uit te voeren. De leerlingen verzinnen dan een beweging bij elke rol. Overige: Het zou heel leuk zijn om een groep voor de klas het lied als een rollenspel uit te laten voeren. Een ander groepje kan de ritme-instrumenten bespelen. De klas zingt en beweegt mee. Deze les is het de bedoeling dat ze het lied helemaal zelfstandig leren zingen. Ze moeten de tekst kennen, in het goede tempo en op de aangegeven toonhoogte zingen. Als dat lukt, kunnen ze het ook met de backingtrack meezingen. Het begeleidingsritme dat bestaat uit kwartnoten en halve noten is als woordritme in het lied te herkennen. ('gro-te beer ont-snapt'.) Het is de bedoeling dat één groep dit als begeleiding uitvoert. Het lijkt mij leuk om dit op instrumenten te doen. Subdoelen Concrete beschrijving. Het kind kan.. of De leerlingen kunnen/kennen.. ( daarna: Cognitief(kennen)/ Psychomotorisch(kunnen)/ Sociaal-emotioneel(houding) INTRO De leerlingen herhalen het berenlied zoals dat vorige week is ingestudeerd. De docent zingt en de leerlingen voeren het begeleidingsritme dat ze nog kennen van de vorige les uit door in de handen te klappen en op de tafel te tikken. Waarschijnlijk zingen ze de tekst ook al gedeeltelijk mee. KERN De leerlingen zingen het berenlied met aandacht voor tempo, articulatie en zuiverheid. De leerlingen voeren bij het berenlied met zelfbedachte bewegingen een rollenspel uit. AFSLUITING De leerlingen voeren het lied uit in groepen: zang, begeleiding en rollenspel.
Voornemen / Leerpunt student: (neem één of twéé leerpunten voor deze les. Kijk evt. terug naar je vorige lessen) In voorgaande lessen heb ik vaak te veel willen doen in de beschikbare tijd. Ik heb dit opgelost door tijdens de les te besluiten niet alles te doen wat ik had voorbereid maar een gedeelte te bewaren voor de volgende keer. De volgende stap (die ik vandaag hoop te maken) is een les voor te bereiden die doelen stelt die in de beschikbare tijd haalbaar zijn. Didactische inhouden Beschrijving (onderwijs) activiteit v.d student, (waaronder lesgewrichten) INTRO De docent herhaalt het lied van vorige week door het te zingen en de leerlingen te laten begeleiden. De docent klapt het begeleidingsritme voor op de tekst: 'gro-te beer ont-snapt'. De docent maakt 2 groepen en geeft aan wanneer welke groep het ritme klapt. KERN De docent leert de leerlingen het lied te zingen er een rollenspel van te maken. De docent zingt het verhaal, de leerlingen reageren. De docent bespreekt met de leerlingen welke rollen er in de tekst gespeeld worden en welke beweging bij elke rol hoort. AFSLUITING De docent maakt groepen: een zang-, speel- en toneelgroep. Beschrijving (onderwijs) activiteit v.d leerlingen De leerlingen zingen het lied mee voor zo ver ze het al kennen. De leerlingen voeren het begeleidingsritme uit door in de handen te klappen en op de tafel te kloppen. De leerlingen begeleiden de docent door het begeleidingsritme per groep uit door in de handen te klappen. De leerlingen zingen: 1. 'Tjonge wat een boef' 2. 'een beer ontsnapt?' en 'op zijn rug?' 3. Het A-gedeelte. 4. Het lied in zijn geheel. De leerlingen verzinnen bewegingen bij elke rol. De leerlingen voeren het lied uit in groepen. Eén groep zingt het lied, een groep voert het begeleidingsritme uit en een groep voert het rollenspel op. Leer-hulpmiddelen / instrumentarium gitaar Gebruik de backingtrack zodat de leerlingen ook daar al kennis mee maken. ritme-instrumenten Als tempo en zuiverheid het toelaten, voeren de leerlingen het uit met de backingtrack.
EVALUATIE T.a.v. de geformuleerde doelen: Student: T.a.v de organisatie Student: Algemene beschrijving / lesobservatie begeleiding:
Paraaf: Wat was mijn leerpunt: Heb ik dit bereikt: Nee; waarom niet? Licht toe Ja; licht toe. Wat neem ik mij na deze les voor: