Het andere perspectief van het kind

Vergelijkbare documenten
Vormingsaanbod voor universiteiten en hogescholen 2014/2015

Vormingsaanbod Kind & ruimte. Vormingsaanbod kind & samenleving vzw

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Bij de voorstelling van het Jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Niet veel mensen krijgen deze ziekte en sommige volwassenen hebben er vaak nog nooit van gehoord of weten er weinig vanaf.

Karin de Galan. Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach.

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen)

Basistraject lokaal jeugdbeleid

WANNEER EEN SPECIAAL IEMAND ALS HEEFT

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005

Kinderen zonder papieren

Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee

Verhaal van verandering

Participatie en integratie: leeftijdsvriendelijke gemeenten

Huis van het Kind sleutelactor in een kindvriendelijke stad of gemeente?

Verslag studiedag Dikke vrienden - Jeugddiensten en OCMW s vinden elkaar

1 Ben of word jij weleens gepest?

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Kindvriendelijkheid zonder het label. Provinciale bijeenkomst Oost- Vlaanderen 8 oktober 2015

Minister Sven Gatz geeft acht steden en gemeenten een 'kindvriendelijk' label

Welkom bij. Mijn puber en de sociale media hoe ga ik daar mee om? Gaby Herweijer

Ouderbetrokkenheid: interviewschema

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf.

een goed jaar voor jou, voor mij en voor de hele buurt.

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Probleem? Geen probleem. Met de vaardigheden die Humanitas je aanreikt, verander je je leven. Helemaal zelf. En het mooie is: iedereen kan het.

Mijn naam is Fons. Ze noemen me een groene jongen. Weet je hoe dat komt?

DOSSIER >>> Wat is een. goede papa? DOSSIER

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

Die Jezus volbracht in zijn leven, toen hij in de wildernis leefde

A. Jouw rechten! Kinderrechten

Voor de interne organisatie onderscheiden we drie type speeltuinverenigingen:

Met het Kinderrechtenverdrag

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Help mee om elektronische dienstverlening in de regio Kortrijk te verbeteren.

Kindvriendelijke publieke ruimte in Turnhout. Kind & Samenlevings vzw & Fris in het landschap

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

HET LEIDERDORPPANEL OVER...

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

De tijd die ik nooit meer

Profiel van informatiezoekers

Kinderen en vrijwillige terugkeer Tips voor ouders die vrijwillig terugkeren met minderjarige kinderen

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Elk kind heeft het recht om...

Ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving

Kijk maar naar enkele reacties van leerlingen en ouders.

Peuterspeelpunten Turnhout

Uitreiking Jong & Wijs Prijs

Digitaal burgerpanel gemeente Noordwijkerhout

EN ALS HIJ KAN LEZEN, STUUR IK M NAAR DE CHINESE LES.

ze er iets gewichtigs mee wil aangeven, al is het nooit duidelijk haar schouders reikte, is nagenoeg gehalveerd. Een simpele

Kortom, informatie en advies die vindbaar, begrijpelijk en herkenbaar is. Ik zal u aangeven waarom ik dit zo belangrijk vind.

Stil verdriet: een kwalitatief onderzoek naar de beleving van ouderen met een volwassen kind met kanker.

Jeroen Neef: betontimmerman met diploma

Vormingsmomenten voor kinderbegeleiders

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

FLIPPEN. Naam: Ruben van Dijk Datum van inlevering: 28/11/06 Klas: M1C Tutorgroep: 2

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

tekst voor voorbereiding forum visie

JONGEREN IN GELDERLAND OVER

vlaamse jeugdraad spreekt voor kinderen, jongeren & jeugdwerk

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Dementie maar anders Vergeet Dementie Onthou Mens

Voor de ouders en verzorgers,

KIDSCREEN 52-items. Een Europees onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van kinderen & jongeren. Vragenlijst voor ouders

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Bij. research. Gemaakt door: Flore Wassenberg A3c Stage gelopen bij Ron en Janne.

No time to waste. Kinderen en hun recht op vrije tijd

Leren praten Turks. Colofon. Hart voor Brabant

Familiekwesties (respect voor diversiteit en privacy)

Portret van H. Gerealiseerd door H. en Linde Stael In samenwerking met het SIHO

DE CASEMBROOTKOORKRANT

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

Karuur vzw JEUGDBELEIDSPARTICIPATIE BINNEN LOKALE BESTUREN

Een brede Kinderopvang

Verschuivende machtsrelaties in allochtone gezinnen Trees Pels

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Voordat je de toets maakt

Welke krachten en drempels ervaren deelnemers door de workshops van Artability in Thessaloniki?

JeugdOnderzoeksPlatform

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

Handreiking bij 40 DAGEN GEBED voor groep 4-8 van de basisschool

GROEP INTRO WEST-VLAANDEREN / CAW MIDDEN WEST-VLAANDEREN / JAC MIDDEN WEST-VLAANDEREN / KLINIEK SINT-JOZEF PITTEM / ARKTOS WEST-VLAANDEREN / STAD

Basistraject lokaal jeugdbeleid

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

TIJD EN VRIJE TIJD EEN WERELD VAN VERSCHIL EEN ZOEKTOCHT NAAR KWALITEITSVOLLE VRIJE TIJDSBELEVING BIJ KINDEREN.

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

Ik ben David de Graaf

Project Alcohol 2014

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Transcriptie:

Lokaal Nr 4 Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel Afgiftekantoor Kortrijk Masspost P2A9746 Servicedesign, een frisse kijk op dienstverlening Oostende na Cultuurstad Vlaanderen Ronse: detailhandel vergt immer aandacht Het andere perspectief van het kind

werkveld interview Jan Van Gils Kinderen hebben recht op woord en antwoord. Het is vanzelfsprekend geworden dat kinderen hun zeg doen over het gezinsmenu, over de kleren die ze dragen, over de vakantiebestemming. Ook lokale besturen hebben steeds meer aandacht voor de stem van kinderen. Daarvoor heb je geen vragenlijsten of formele kanalen nodig. Je komt het best te weten waar kinderen mee bezig zijn door gewoon met hen te praten. tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere Jan Van Gils is sinds oktober 2010 op pensioen, maar als hij het over het Onderzoekscentrum Kind en Samenleving heeft, praat hij nog in de wij-vorm. Niet verwonderlijk, want hij was er sinds de oprichting vijftien jaar geleden directeur. En hij blijft voorzitter van het Europese netwerk van Child Friendly Cities. Als directeur van Kind en Samenleving zag Jan Van Gils dat eerst de grote en later ook de kleinere steden in het ontwerpen van hun publieke ruimte steeds vaker rekening hielden met het perspectief van kinderen. Ook op andere domeinen zoals cultuur is de inbreng van kinderen fors gegroeid. Maar in vergelijking met een jaar of twintig geleden lijken kinderen en jongeren wel minder impact te hebben op hun tijdsbesteding. Volwassenen hebben het steeds drukker, zij vullen hun tijd en die van de kinderen maximaal in. Het tijdsbeleid en hoe kinderen daar meer greep op kunnen krijgen, dat is voor Jan Van Gils een van de grote opdrachten. Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind dateert van 1989, hoe belangrijk was en is het? Het kindbeeld legde heel lang de klemtoon op het nog niet volwassen zijn, het nog niet voor zichzelf kunnen zorgen, het nog geen verantwoordelijkheid kunnen opnemen. De bestemming, de enige bedoeling van het kind was volwassen zijn. Later, daar ging het om. In de jaren voor 1989 is er stilaan meer waardering gekomen voor het kind zijn. Dat heeft geleid tot het Kinderrechtenverdrag, dat op zijn beurt het kinderperspectief heeft versterkt. Bijna alle landen hebben het verdrag ondertekend, de waarde ervan is groot. Een waarde die twintig jaar later nog altijd overeind blijft? Ja, al is het verdrag toch stilaan aan herziening toe omdat kinderen en jongeren er in 1989 zelf helemaal niet bij betrokken waren. Je merkt dat wanneer je het leest. Er is gigantisch veel aandacht voor onderwijs en verzorging. Alles wat met opvoeden tot volwassene te maken heeft, staat centraal. Spelen wordt er maar even in vermeld, als iets wat nodig is om des te beter te kunnen studeren. Dat spelen een belangrijke manier is van kijken naar de wereld, van leren, staat er helemaal niet in. Een nieuw verdrag waarin kinderen en jongeren hun zeg mogen doen, is nodig. Natuurlijk is het niet vanzelfsprekend om dat dan nog eens goedgekeurd te krijgen door zoveel landen. Kinderen aan het woord laten, dat is precies wat Kind en Samenleving al vijftien jaar doet. We zijn daar 25 jaar geleden al mee begonnen, toen het onderzoekscentrum nog onder de vleugels van de Nationale Dienst voor Openluchtleven zat en we onderzoek deden naar het spelen van kinderen in wijken. Van bij het begin is het centrale 28 I 1 maart 2011 I Lokaal

Jan Van Gils: Kindergemeenteraden, ik heb daar niets tegen maar ook niets voor. Kinderen mogen er meepraten over de kleur van de afvalbakken en de burgemeester komt elk jaar langs voor de foto, maar meer mag je daar niet van verwachten.

werkveld interview Jan Van Gils uitgangspunt inderdaad geweest dat we kinderen aan het woord laten, dat we het perspectief van kinderen aan bod laten komen. Dat betekent niet dat je alles moet realiseren wat ze zeggen, dat is een misvatting die nog heel sterk leeft. Je moet wel het gesprek aangaan. Ouders en politici moeten kunnen reageren op wat kinderen zeggen, ze mogen hun eigen visie naar voren brengen en grenzen stellen. Maar het perspectief van kinderen moet meer aan bod komen. Er gebeurt van alles. Vaak zijn het kleinschalige initiatieven waarvan zelfs het bestuur in het begin niet op de hoogte is. En dat hoeft ook niet: creatievelingen moeten soms dingen doen zonder dat hun baas goed weet waar ze mee bezig zijn. Hoe breng je dat woord van kinderen naar boven? Via belevingsonderzoeken. Door met kinderen en jongeren te praten kom je te weten hoe zij tegen de dingen aankijken. Dat lukt niet met vragenlijsten waarin de antwoorden voorgeprogrammeerd zijn. We hebben methodieken van belevingsonderzoek ontworpen. We gaan babbelen met groepjes van vijf, zes kinderen uit de lagere school. Met jongeren trekken we de straat op om te weten te komen op welke plekken ze komen en waarom. Je moet dat niet formaliseren want dan praten de jongeren de leider van de groep na of ze praten de vraagsteller naar de mond. Neen, je moet vragen langs je neus weg stellen, dan krijg je ook spontane reacties. Als u over kinderen spreekt, over welke leeftijd heeft u het dan? Het Kinderrechtenverdrag gaat formeel over -18-jarigen. Het werk van Kind en Samenleving spitst zich meestal toe op lagereschoolkinderen. We deden ook enkele onderzoeken met kleuters maar de methodieken voor die leeftijdscategorie staan nog niet op punt. Zijn kinderrechten niet het resultaat van een volwassenenreflex? Kinderen zijn daar zelf geen vragende partij voor. Of zie ik dat verkeerd? Het klopt wel dat ze er gekomen zijn op vraag en initiatief van een beperkt aantal volwassenen. Maar kinderen zijn natuurlijk wel een bevolkingsgroep die in de besluitvorming niet aan bod komt omdat ze geen stemrecht hebben. Als je het in historisch perspectief plaatst, liggen de kinderrechten in het verlengde van de emancipatie van de arbeiders en de vrouwen. Kinderen zijn niet zo n vragende partij als de sociale bewegingen van vakbonden en vrouwenemancipatie maar ze voelen zich wel aangesproken als je hen ernstig neemt. Wanneer je vraagt of ze willen meewerken aan een onderzoek is het antwoord altijd ja. Zelf mogen spreken, hun mening mogen geven, dat is belangrijk. In vergelijking met mijn kindertijd is er toch veel veranderd, zeker in de gezinnen. Het is vanzelfsprekend geworden dat kinderen hun zeg mogen doen over het eten dat op tafel komt, over de kleren die ze dragen, over de vakantiebestemming. Om die, noem het maar, sociale emancipatie van kinderen ook in het beleid binnen te brengen, is er een vertaalslag nodig. Als kinderen zeggen we willen spelen, dan moet je dat vertalen in beleidstermen. Kinderen hebben nu inspraak op domeinen waar wij nog niet aan dachten. Aan de andere kant heb ik de indruk dat de vrije tijd die kinderen volledig zelf kunnen invullen, afneemt. De instructieperiode wordt uitgebreid, dat is duidelijk. Na de school is er de sportclub, de academie, de muziekles. Dat is allemaal nuttig maar het zijn instructiemomenten. Vroeger mocht je meer zelf, je kroop gewoon onder de haag naar de buren, je moest dat niet vragen. Nu verloopt de interactie met de buurkinderen via de ouders. En evenwicht is belangrijk geworden: die van ons komt eens bij u spelen, die van u komt eens bij ons. Daar is niets mis mee maar het is wel een opmerkelijke evolutie. Vroeger had je als kind meer greep op je vrije tijd, nu wordt die greep meer georganiseerd. De arbeidsdruk op de ouders speelt daarin een grote rol, het is niet makkelijk om alles goed georganiseerd te krijgen. En daar komt het hele beschermingsdenken bovenop. Ging je vroeger gewoon naar school, dan moet je nu veilig naar school. Fietsen kan pas vanaf een bepaalde leeftijd met helm, hesje en het liefst in groep. Hetzelfde voor de computer, ouders zijn snel bang dat er iets misgaat. De vakantie wordt daarom helemaal ingepland: van het sportkamp naar de grootouders, naar het kamp van de jeugdbeweging, naar de gezinsvakantie. Kinderen die alleen thuisblijven? Dat kan niet of toch zeker maar vanaf een bepaalde leeftijd. Dat maakt het complexer voor de ouders en het effect op de kinderen is dat ze steviger gekanaliseerd worden. Kinderen ondergaan passief het tijdsbeleid, alles is voor hen geregeld. Hoe we hun daarin inspraak kunnen geven, weten we nog niet. Ook voor Kind en Samenleving is daar een taak weggelegd. 30 I 1 maart 2011 I Lokaal

Is die sociale emancipatie van kinderen dan geen maat voor niets? Op dit punt misschien wel. Hoewel, dat alles geregeld is, heeft ook weer toffe kanten. Ik heb pas op mijn veertigste ontdekt dat ik graag schilder, kinderen komen daar nu veel vroeger achter omdat het aanbod zo gigantisch is. En er is meer dan het aspect tijd. De media bijvoorbeeld vergroten de wereld van de kinderen enorm. Daar zitten heel veel kansen in. Sommigen zien die natuurlijk als bedreigingen maar dat is van alle tijden. Mijn vader vond het een bedreiging dat ik naar Adamo luisterde. Kinderen weten daar over het algemeen wel mee om te gaan. Je kunt dus niet zeggen dat het minder goed of beter is dan vroeger, het is anders. Kijken we even naar het beleid. Op welke domeinen is het perspectief van kinderen belangrijk geworden de voorbije decennia? Op het gebied van ruimtelijke planning is er veel gerealiseerd. Het begon met inspraak van kinderen bij de aanleg van speelterreinen en de keuze van speeltoestellen. Die fase ligt achter ons, gelukkig maar. Nu hebben we veel betere methodes waarbij een hele straat, een hele wijk betrokken wordt. Het gaat dan ook over mobiliteit, over elkaar ontmoeten, over een globale kindgerichte aanpak die veel verder gaat dan spelen alleen. Dat past in een bredere visie van ruimtelijke ordening op mensenmaat. Het is een evolutie die je vooral in de steden ziet waarbij iedereen samen de beperkte publieke ruimte moet kunnen gebruiken. De andere gemeenten zullen volgen. De grootste vooruitgang is ongetwijfeld op dit vlak geboekt, de fysieke ruimte. Gent bijvoorbeeld werkt heel hard aan een kindgerichte ruimtelijke ordening, met concrete plannen maar ook in omvattender processen zoals de wijkontwikkelingsplannen. In Antwerpen is de inspraak van kinderen heel sterk. Kandidaten die inschrijven op een offerteaanvraag voor bijvoorbeeld een speelterrein moeten aangeven hoe ze de participatie zullen organiseren, met hoeveel kinderen ze zullen spreken. Maar ook op het vlak van cultuur beweegt er wel wat. In Heist-op-den-Berg betrokken de cultuuren jeugddienst de jongeren bij de opmaak van het cultuur- en jeugdbeleidsplan. In Bornem hadden ze inspraak bij de verbouwing van het cultuurcentrum. Leuven heeft culturele antennes, jonge vrijwilligers die hun voelsprieten opzetten en input geven aan de cultuurdienst. Turnhout heeft iets gelijkaardigs, jongerengidsen. Er gebeurt dus van alles. Vaak zijn het kleinschalige initiatieven waarvan zelfs het bestuur in het begin niet op de hoogte is. En dat hoeft ook niet: creatievelingen moeten soms dingen doen zonder dat hun baas goed weet waar ze mee bezig zijn. Laat de burgemeester maar in de krant lezen wat er in de gemeente gebeurt. Een stuk anarchie is altijd leuk. Maar er moet natuurlijk wel enige coördinatie zijn. Je komt het nog elke dag tegen dat een bibliotheek goede dingen doet zonder dat de jeugddienst of de school er ook maar iets van afweet. Wat nu in ontwikkeling is, zijn assessment tools waarmee steden en gemeenten kunnen meten hoe kindvriendelijk ze zijn. Daarin komen alle mogelijke thema s aan bod, van kinderopvang tot spijbelen. Steden kunnen kiezen op welke thema s ze zichzelf willen monitoren. De belangstelling voor dat soort instrumenten is groot. Wat nu in ontwikkeling is, zijn assessment tools waarmee steden en gemeenten kunnen meten hoe kindvriendelijk ze zijn. De straat, de wijk, is dat het niveau waarop kinderen inspraak moeten hebben? Ja, de meeste dingen waarover ze kunnen meepraten, gebeuren in de eigen straat of wijk. En dat moet niet formeel georganiseerd worden. Kindergemeenteraden bijvoorbeeld, ik heb daar niets tegen maar ook niets voor. Kinderen mogen er meepraten over de kleur van de afvalbakken en de burgemeester komt elk jaar langs voor de foto. Meer mag je daar niet van verwachten. Ook de jeugdraad vertolkt niet het perspectief van alle kinderen en jongeren. Hij vertegenwoordigt een smalle groep. Laten we hem maar gewoon jeugdwerkraad blijven noemen, die aan belangenbehartiging doet voor het jeugdwerk. Slotvraag, wat zijn de Child Friendly Cities? Er is een Vlaams netwerk van kindvriendelijke steden. Iedereen die lid wil zijn, is welkom. Het is een losse beweging, geen goed gestructureerde organisatie of federatie. De steden wisselen ervaringen en kennis uit. En ze kiezen samen een thema om mee te werken. Twee jaar geleden was dat participatie bij cultuur. Vorig jaar kinderen en armoede. Ze ontwikkelen daar dan acties voor, vaak kleinschalig. Hetzelfde proberen we te doen op Europees niveau met het netwerk van steden uit intussen 27 landen. Nu ook gemeenten almaar meer interesse tonen, moeten we de naam misschien veranderen in Child Friendly Communities. Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal Lokaal I 1 maart 2011 I 31