Stichting Pensioenfonds AVEBE. Jaarrapport 2012



Vergelijkbare documenten
SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

VERKORT JAARVERSLAG 2016

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Terugblik 2011 in cijfers

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Verkort jaarverslag 2013

Bijlage 17 e Nieuwsbrief Stichting Pensioenfonds Croda

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

stichting pensioenfonds wonen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Verkort jaarverslag In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen.

Vijftiende nieuwsbrief Stichting Pensioenfonds Croda Juli 2015

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

Haarlem 19 juni 2018 Boxmeer 21 juni 2018 Oss 21 juni 2018

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Stichting Pensioenfonds AVEBE. Jaarrapport 2013

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Later AOW en pensioen

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Jaarbericht Terugblikken en vooruitkijken. delta lloyd pensioenfonds

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Verkort jaarverslag PHI 2012

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

Jaarinformatie Stichting Pensioenfonds C1000 over het verslagjaar (opgesteld op basis van het jaarbericht 2012)

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Deelnemersvergadering 17 september 2009

Pensioen Nieuws. Lichte daling dekkingsgraad

Toeslagverlening. Versie

Pensioen-Bijeenkomst. 23 maart 2017

Wanneer gaat u met pensioen: eerder of later? AOW-leeftijd verschuift opnieuw

TRANSPARANTIEDOCUMENT

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

Pensioen Nieuws. Terugblikken, vooruitkijken. Financiële crisis nog niet voorbij. #3 juli 10. Pensioenfonds

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

Verkort jaarverslag PHI 2011

Toeslagverlening Uitgave mei 2015

Brochure Toeslagverlening

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies

Het Garantiepensioen met collectief beleggen en kasstroommatch

3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Stichting Pensioenfonds AVEBE 2009

Verkort jaarverslag Woord van de voorzitter

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

HERSTELPLAN 31 maart 2009

4e kwartaal 2016 Den Haag, januari 2017

Actuariële en bedrijfstechnische nota

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

delta lloyd pensioenfonds Over het jaar 2012

Ontwikkelingen in 2012

Stichting Pensioenfonds AVEBE 2008

Verkort jaarverslag 2016

STICHTING VUT FONDS ECI IN LIQUIDATIE

Toeslagverlening. Versie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart Samenvatting: stijgende aandelen

Deelnemersbestand en uitvoeringskosten

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Verkort jaarverslag PHI 2010

Verkort jaarverslag

Brochure. Toeslagverlening

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september 2015

Mijn Pensioen. Pensioen is meer! Onderwerpen van vandaag 23/11/2015. Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit?

Het jaarverslag 2012 in vogelvlucht

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017

Transcriptie:

Jaarrapport 2012

INHOUDSOPGAVE Pagina A Profiel van het Pensioenfonds 3 B Kerncijfers 5 C Karakteristieken van het pensioenfonds 7 D Verslag van het verantwoordingsorgaan 10 E Bestuursverslag 12 Ontwikkelingen bij het pensioenfonds 13 Pensioenbeleid 16 Beleggingsbeleid 19 Financieel beleid 21 JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2012 25 2 Staat van baten en lasten over 2012 26 3 Kasstroomoverzicht 2012 27 4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 28 5 Toelichting op de balans per 31 december 2012 35 6 Toelichting op de staat van baten en lasten over 2012 49 OVERIGE GEGEVENS 1 Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum 56 2 Resultaatverdeling 56 3 Actuariële verklaring 57 4 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 58 BIJLAGEN 1 Verloopstaat deelnemers/polissen 61 2

A PROFIEL VAN HET PENSIOENFONDS 3

PROFIEL VAN HET PENSIOENFONDS (vanaf hier 'het Pensioenfonds') is opgericht op 25 maart 1993 en statutair gevestigd in Veendam. Het Pensioenfonds is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41015259. Het Pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij koepelorganisatie Pensioenfederatie. Het Pensioenfonds heeft als doelstelling het verlenen of doen verlenen van pensioenen en uitkeringen aan zijn deelnemers, gewezen deelnemers (ex-werknemers van AVEBE en de van de door de directie van AVEBE aangewezen verbonden ondernemingen) en aan hun nabestaanden. Het Pensioenfonds voert deze taken uit in opdracht van de volgende ondernemingen: Onderneming Vestigingsplaats AVEBE U.A. Henan Process Systems B.V. Averis Seeds B.V. Veendam Schildwolde Veendam Dit jaarverslag betreft een normaal boekjaar dat loopt van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012. Alle bedragen in dit jaarverslag zijn vermeld in 1.000 4

B KERNCIJFERS 5

KERNCIJFERS 2012 2011 2010 2009 2008 Deelnemers/polis aantallen 1 Deelnemers 1.232 1.273 1.304 1.360 1.353 Gewezen deelnemers 2 1.587 1.315 1.401 2.210 2.267 Pensioengerechtigden 1.888 1.713 1.666 1.609 1.561 Totaal 4.707 4.301 4.371 5.179 5.181 Reglementvariabelen 3 Toeslag actieven in % 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 Toeslag inactieven onvoorwaardelijk in % 2,3 1,4 0,4 2,5 1,5 Toeslag inactieven gedeeltelijk onvoorwaardelijk in % 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 Toeslag inactieven voorwaardelijk in % 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 Premiebaten en uitvoeringskosten Feitelijke premie 16.054 14.557 15.360 15.086 14.680 Kostendekkende premie 15.806 17.881 16.085 18.541 13.268 Pensioenuitvoeringskosten 770 566 603 920 792 Pensioenuitkeringen Ouderdomspensioen 14.973 15.456 14.728 13.054 12.108 Invaliditeitspensioen 55 75 74 77 143 Nabestaandenpensioen 3.573 3.412 3.233 3.173 2.970 Wezenpensioen 32 30 24 23 20 Afkopen 54 146 797 31 31 Overige 4 194-141 414 113 94 Totaal 18.881 18.978 19.270 16.471 15.366 Beleggingsportefeuille Vastgoedbeleggingen 26.222 0 0 0 0 Aandelen 49.717 10.619 0 0 0 Vastrentende waarden 26.754 30.662 0 0 0 Overige beleggingen 18.693 4.159 0 0 0 Beleggingen risico deelnemers 2.962 3.029 6.756 7.397 7.110 Liquide middelen 1.296 932 48.611 37.503 44.482 Vermogensituatie en solvabiliteit Pensioenvermogen 632.408 549.201 489.526 450.903 436.160 Technische voorzieningen 529.919 487.981 425.514 391.616 379.077 Aanwezig dekkingsgraad 119,3% 112,5% 115,0% 115,1% 115,1% Aanwezige dekkingsgraad o.b.v. marktrente 5 118,5% - - - - Minimaal vereiste dekkingsgraad 103,5% 103,5% 103,5% 103,5% 103,5% Vereist dekkingsgraad 103,5% 103,5% 103,5% 103,5% 103,5% Kerncijfers worden opgenomen conform de oorspronkelijk definitieve jaarrekening 1 2 3 4 5 Het aantal deelnemers is t.o.v. 2011 gestegen door de conversie van A&O naar Syntrus Achmea. Vanaf 2012 staan niet het aantal deelnemers maar het aantal polissen toegelicht. Een deelnemer kan nu in de administratie meerdere polissen hebben. Een verloop is opgenomen in de bijlage van dit rapport In 2010 zijn veel kleine pensioenen afgekocht; hierdoor is het aantal gewezen deelnemers sterk afgenomen. In 2011 zijn ook een aantal pensioenen afgekocht. De toeslagenpercentages betreffen de percentages per primo van het verslagjaar. In 2010 is er rekening gehouden met een uitkeringslast van 288. Deze is in 2011 tegen geboekt. De dekkingsgraad wordt berekend op basis van de actuele marktrente zonder rekening te houden met de UFR en driemaands middeling. 6

C KARAKTERISTIEKEN VAN HET PENSIOENFONDS 7

KARAKTERISTIEKEN VAN HET PENSIOENFONDS Organisatie Bestuur Het Pensioenfonds staat onder leiding van een bestuur, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgever en (periodiek aftredende) vertegenwoordigers van de werknemers en pensioengerechtigden. Op 31 december 2012 was het bestuur als volgt samengesteld: Functie Naam Namens Benoemd Aftredend Voorzitter De heer T.J.H. (Hans) Miedema Werkgever 27-08-2003 n.v.t. Secretaris De heer J. (Joris) Vos Pensioengerechtigden 01-07-2006 01-07-2015 Lid Mevrouw C. (Carla) Kuiper Werknemer 01-08-2011 01-07-2014 Vice-voorzitter De heer F. (Fred) Oostland Werkgever 01-12-2005 n.v.t. Lid De heer W.B. (Wolter) Bouwmeester Werkgever 01-04-2008 31-12-2012 Lid De heer M. (Mark) Mijnen Werknemer 01-08-2007 01-07-2013 Wolter Bouwmeester is per 31 december 2012 afgetreden als bestuurslid in verband met zijn vertrek als HR directeur van AVEBE. Wij bedanken hem voor de inzet die hij al die jaren getoond heeft. Het Pensioenfonds heeft geen werknemers in dienst en de bestuursleden worden niet betaald voor deze functie. Het bestuurslid namens de pensioengerechtigden ontvangt wel een (onkosten)vergoeding. Het bestuur vergadert minimaal twee keer per jaar en verder zo vaak als de voorzitter of twee andere leden van het bestuur dit wenselijk achten. Tijdens het verslagjaar is het bestuur 9 keer bij elkaar gekomen, te weten op 24 januari 2012, 20 maart 2012, 6 juni 2012, 26 juni 2012, 27 augustus 2012, 18 september 2012 (tevens deelnemersvergadering), 6 november 2012, 5 december 2012 en 18 december 2012. Dagelijks bestuur De heren Miedema en Oostland vormen samen het dagelijks bestuur, binnen de one tier board. Het dagelijks bestuur wordt hierbij ondersteund door een externe manager/adviseur. Het dagelijks bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden die zijn vastgelegd in de statuten en reglementen van het Pensioenfonds, overeenkomstig de vastlegging in de actuariële en bedrijfstechnische nota (abtn). Deskundigheid Elk pensioenfondsbestuur moet deskundig zijn op alle 7 door DNB geformuleerde deskundigheidsgebieden. De deskundigheidseisen zijn door de pensioenkoepels meer concreet gemaakt, door deze onder te verdelen in kennisniveau 1 en 2. Alle bestuursleden voldoen aan deskundigheidsniveau 1. Daarnaast voldoet het bestuur als collectief aan deskundigheidsniveau 2. In het kader van de permanente educatie wordt tenminste 2 keer per jaar tijdens een bestuursvergadering een cursus gegeven op een verschillend deskundigheidsgebied op deskundigheidsniveau 2 voor alle bestuursleden. Het bestuur heeft in 2012 gezamenlijk de cursussen gevolgd op het gebied van financieel technische en actuariële aspecten, besturen van een organisatie en herverzekering. 8

Verantwoordingsorgaan In 2008 zijn de drie leden van het verantwoordingsorgaan voor het eerst benoemd door het bestuur van het Pensioenfonds. De samenstelling van het verantwoordingsorgaan is als volgt: Functie Naam Namens Benoemd Aftredend Voorzitter De heer H. Berends Werkgever 2010 2014 Secretaris De heer R. Apeldoorn Werknemer 2008 2013 Lid De heer D.K. Faber Pensioengerechtigden 2012 2015 De belangrijkste taak van het verantwoordingsorgaan is een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, het uitgevoerde beleid en toekomstige beleidskeuzes. Daarnaast heeft het verantwoordingsorgaan op een aantal gebieden adviesrecht. Intern toezicht Voor het intern toezicht is gekozen voor een one-tier board. Belangrijkste overwegingen om het intern toezicht op deze manier in te vullen waren: efficiency, effectiviteit en doelmatigheid. Door de keuze voor een one-tier board moet er onderscheid gemaakt worden tussen uitvoerende en niet-uitvoerende toezichthoudende bestuursleden. Het Algemeen bestuur is verantwoordelijk voor het Algemeen beleid, houdt toezicht op en geeft advies en/ of instructies aan het Dagelijks bestuur. Omdat het intern toezicht binnen het bestuur zelf gepositioneerd is, moet ervoor gezorgd worden dat het onafhankelijk ten opzichte van uitvoerende bestuursleden kan functioneren. Om dit te waarborgen is de taakverdeling tussen Dagelijks en Algemeen bestuur duidelijk vastgelegd in de statuten. In de statuten wordt duidelijk onderscheid gemaakt in functie, taak en verantwoordelijkheid tussen Dagelijks en Algemeen bestuur, alsook dat het Algemeen bestuur toezicht houdt op het Dagelijks bestuur. Compliance officer De compliance officer is belast met het toezicht op de naleving van de op grond van de gedragscode geldende bepalingen. De compliance officer adviseert verbonden personen over de uitleg en toepassing van bepalingen zoals die zijn opgenomen in de gedragscode. Het Pensioenfonds heeft de heer J. Russchen aangesteld als compliance officer. Externe dienstverleners Het voeren van de deelnemers-, financiële en uitkeringsadministratie was sinds 2006 uitbesteed aan A&O Pensioen Services (hierna A&O) in Zwolle. In 2012 heeft het bestuur besloten de pensioenadministratie met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 uit te besteden aan Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. (hierna Syntrus Achmea). De Helpdesk van Syntrus Achmea is het eerste aanspreekpunt voor onze (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. Syntrus Achmea verzorgt voor meerdere pensioenfondsen de administratie, waarbij gebruik wordt gemaakt van het gecertificeerd kwaliteitssysteem ISAE 3402 (type II). Eenmaal per jaar worden de beschreven processen door een onafhankelijke accountant beoordeeld op het voldoen aan de gestelde normen. TKP Investment B.V. (hierna TKPi) is sinds december 2011 verantwoordelijk voor het fiduciair management. TKPi voert het door het bestuur vastgestelde strategische beleid uit, op basis van een beleggingsmandaat. TKPi beheert het totale vermogen van het Pensioenfonds, en belegt een deel van dit vermogen. Verder was er gedurende het grootste deel van 2012 één andere 'externe' vermogensbeheerder die aan TKPi rapporteerde: AEGON Investment Management B.V. ('AEGON Investment'). Towers Watson adviseert en ondersteunt het bestuur sinds juli 2008. De certificerend actuaris en de certificerend accountant van het Pensioenfonds zijn allebei verbonden aan Ernst & Young. De verplichtingen van het Pensioenfonds zijn vrijwel geheel herverzekerd bij AEGON. Ultimo 2012 is het garantiecontract met gesepareerd depot door middel van een buy-in omgezet naar een nominaal garantiecontract, zonder winstdeling. 9

D VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN 10

OORDEEL VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN ('het Pensioenfonds') is sinds 2008 wettelijk verplicht een VerantwoordingsOrgaan (VO) op te richten. In 2008 is het VO van het Pensioenfonds ingesteld en zijn de leden van het VO benoemd. Tijdens het verslagjaar 2012 heeft het VO twee maal overleg gehad met het Dagelijks Bestuur van het Pensioenfonds AVEBE, waarbij het bespreken van de aangereikte informatie onderwerp van gesprek was. Op 21 februari 2012 is de heer Faber benoemd als nieuw lid namens de gepensioneerden en heeft in die hoedanigheid meegewerkt om te komen tot het oordeel over het jaarverslag 2012. Samenstelling en taken Het VO bestaat uit drie vertegenwoordigers (werkgever, werknemers en pensioengerechtigden). Conform de Pensioenwet is de belangrijkste taak van het VO een oordeel te geven over: 1. Het handelen van het bestuur van het Pensioenfonds; 2. Het door het bestuur gevoerde beleid; 3. Beleidskeuzes van het bestuur die op de toekomst betrekking hebben. Het bestuur legt ter afsluiting van een periode verantwoording af over het gevoerde beleid aan het VO. Daarbij gaat het vooral om de vraag of het bestuur bij zijn beleid op een evenwichtige manier rekening heeft gehouden met de belangen van alle belanghebbenden. Adviezen Het bestuur heeft het Verantwoordingsorgaan in 2012 om de volgende adviezen gevraagd: Communicatiebeleidsplan 2012-2016. Oordeel 2012 Het VO heeft kennis genomen van het concept jaarverslag 2012 en onderliggende stukken en heeft op basis van deze stukken geen aanleiding gevonden tot nadere op/aanmerkingen hierover. In 2012 zijn er binnen het Pensioenfonds AVEBE grote veranderingen doorgevoerd zoals bijvoorbeeld het omzetten van een garantiecontract met gesepareerd depot door middel van een buy-in naar een nominaal garantiecontract zonder winstdeling en een nieuwe uitvoerder voor de pensioenadministratie. Het VO spreekt zijn waardering uit voor de zorgvuldige voorbereiding en uitvoering van deze belangrijke wijzigingen. Ook de informatievoorziening naar het VO is gedurende deze veranderingen zeer goed geweest. Het VO is tevreden over de samenwerking met het Algemeen en Dagelijks Bestuur van het Pensioenfonds AVEBE en het VO zet de samenwerking met het Algemeen en Dagelijks Bestuur in de toekomst graag voort. Het Verantwoordingsorgaan Reactie van het bestuur Het bestuur dankt het verantwoordingsorgaan voor de constructieve samenwerking in het verslagjaar. Het bestuur gaat ervan uit dat dit op gelijke wijze kan worden voortgezet. 11

E BESTUURSVERSLAG 12

BESTUURSVERSLAG Hectiek verdwijnt niet De hectiek is nog niet uit de Nederlandse pensioenwereld verdwenen. Het afgelopen jaar was 'pensioen' weer vrijwel dagelijks in het nieuws. En net als tijdens de jaren ervoor was dat nieuws zelden positief. Pensioenfondsen werden geraakt door de lage rentestand en de steeds hogere gemiddelde leeftijd die wij in Nederland bereiken. Pensioenfondsen zagen hun dekkingsgraad hierdoor flink dalen, in veel gevallen zelfs tot onder de 'magische grens' van 100%. Voor de overheid voldoende reden om in te grijpen: de rente waarmee pensioenfondsen hun verplichtingen berekenen werd aangepast. Voor een aantal pensioenfondsen was deze maatregel niet voldoende. Gelukkig was dit bij Pensioenfonds AVEBE niet aan de orde. Als gevolg van de in december 2012 uitgevoerde buy-in viel een aanzienlijk bedrag vrij. Mede als gevolg hiervan steeg onze dekkingsgraad in 2012 aanzienlijk. Wat gebeurde er bij het Pensioenfonds? Net als 2010 en 2011 was 2012 dus een boeiend jaar. Het Pensioenfonds hoefde gelukkig weer geen voorgenomen pensioenverlaging aan te kondigen. De opgebouwde pensioenen waren in 2012 immers nog altijd bij AEGON herverzekerd. Het herverzekeringscontract met AEGON liep op 1 januari 2013 af. Het Bestuur heeft besloten dit contract niet te verlengen, maar de nominaal opgebouwde pensioenaanspraken, zonder winstdeling, tot en met 31 december 2012 her te verzekeren bij AEGON. Bij het sluiten van deze overeenkomst, hebben het Pensioenfonds en AEGON overeenstemming bereikt over de vermeende vordering van AEGON op het Pensioenfonds vanwege de beëindigde coassurantie tussen het Pensioenfonds en AEGON/AVERO. Voor 2013 heeft het bestuur eveneens besloten de nominaal opgebouwde pensioenaanspraken, zonder winstdeling her te verzekeren. De samenstelling van het Bestuur van het Pensioenfonds is in 2012 niet gewijzigd; de heer Vos is voor 3 jaar herbenoemd. Het Verantwoordingsorgaan veranderde wel van samenstelling. De heer Faber verving de heer Boot als vertegenwoordiger namens de pensioengerechtigden. Nieuwe uitvoerder In 2012 besloot het bestuur met terugwerkende kracht tot 1 januari 2012 naar een nieuwe uitvoerder over te stappen: Syntrus Achmea. Het Pensioenfonds heeft dus afscheid genomen van A&O Pensioen Services, de vorige uitvoerder. Alle deelnemers en pensioengerechtigden zijn hierover via de nieuwsbrief van december 2012 geïnformeerd. Dekkingsgraad stijgt De dekkingsgraad van het Pensioenfonds steeg in 2012 flink, van 103,2% (zonder rekening te houden met het garantiecontract) en 112,5% (met garantiecontract) op 1 januari naar 119,3% op 31 december. Hierbij is rekening gehouden met de UFR en driemaands middeling. De dekkingsgraad voor de toeslagverlening waarbij geen rekening wordt gehouden met de UFR en driemaands middeling bedraagt op 31 december 118,5%. De stijging was onder andere te danken aan de beleggingen van het Pensioenfonds. De belangrijkste reden was echter de omzetting van het herverzekeringscontract met AEGON naar een contract met nominale garantie, door middel van een buy-in. De totale beleggingsportefeuille behaalde in 2012 een rendement van 10,8%. Dit is een prima rendement, waar het Pensioenfonds heel tevreden mee is. Dat positieve resultaat was vooral te danken aan de beleggingen in aandelen (12,6%) en vastrentende waarden (11,9%), en in mindere mate aan de hedge funds (5,6%) en commodities (2,1%). Al deze categorieën 'versloegen' bovendien de benchmark, net als het totale rendement (benchmark: 10,4%). Vanaf pagina 19 gaan wij dieper in op de beleggingen en het beleggingsjaar 2012. 13

Goed Pensioenfondsbestuur Integere bedrijfsvoering Het beleid van het Pensioenfonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in artikel 143 van de Pensioenwet. Dit houdt onder meer in: Adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) en risicobeheersing, Analyse en beheersing van integriteitsrisico's, Voorkomen van belangenverstrengeling, Duurzame beheersing van (financiële) risico's, Iedere 3 jaar een continuïteitsanalyse uitvoeren. Continuïteitsanalyse Het Pensioenfonds heeft het beleid om eens in de 3 jaar een continuïteitsanalyse uit te voeren. In 2010 is een continuïteitsanalyse uitgevoerd. Deze continuïteitsanalyse toonde onder andere aan dat het financieel beleid van het Pensioenfonds consistent is; de financiële opzet past bij de toeslagambitie. In 2013 zal een nieuwe continuïteitsanalyse worden uitgevoerd. ALM In 2011 is gestart met een uitgebreide Asset Liability Management (ALM-) studie. In 2012 zijn verschillende strategische keuzes getoetst. Mede op basis van de resultaten van de ALM-studie heeft het bestuur besloten tot een buy-in van de nominaal opgebouwde pensioenaanspraken tot en met 31 december 2012. In 2013 zal middels een ALM-studie het beleggingsbeleid bepaald worden dat het pensioenfonds vanaf 1 januari 2014 zal gaan voeren. Intern toezicht en verantwoordingsorgaan Het bestuur van het Pensioenfonds besteedt - conform de Pensioenwet en de daarin opgenomen eisen voor goed pensioenfondsbestuur - veel aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing. Reglementair is vastgelegd hoe het bestuur omgaat met zijn rol en invulling geeft aan begrippen als goed bestuur, verantwoording en intern toezicht. Het Pensioenfonds beschikt over een verantwoordingsorgaan. Dit orgaan beoordeelt het handelen van het bestuur conform haar wettelijke taak. In 2013 deden zij dit opnieuw, nu over het boekjaar 2012 (zie pagina 11). Gedragscode Het Pensioenfonds heeft een gedragscode ingesteld voor alle bij het Pensioenfonds betrokken personen. Deze is ultimo 2011 geheel herzien. De gedragscode geeft regels en richtlijnen ter voorkoming van verstrengeling van belangen van het Pensioenfonds en de privébelangen van betrokken personen, maar is ook bedoeld om gebruik of verspreiding van vertrouwelijke marktinformatie te voorkomen. Jaarlijks wordt in een vergadering van het algemeen bestuur, in bijzijn van de compliance officer, de naleving van de gedragscode door alle bestuursleden bevestigd. Het uitgangspunt van de gedragscode is het bevorderen van transparantie en ervoor te zorgen dat alle aan het Pensioenfonds verbonden personen - ook voor bescherming van hun eigen belangen - duidelijk weten wat wel en wat niet geoorloofd is. De gedragscode is tevens bedoeld ter bescherming van de aan het Pensioenfonds verbonden personen in hun externe contacten met bijvoorbeeld zakelijke relaties. 14

Communicatie Intranetsite Het Pensioenfonds lanceerde in 2011 zijn eigen geheel vernieuwde intranetsite. De site bevat veel informatie over het pensioen. De pensioenregeling wordt er duidelijk - in korte stukjes - uitgelegd. Via nieuwsflitsen worden de deelnemers op de hoogte gehouden van het laatste nieuws. Ook kunnen de deelnemers het pensioenreglement, de statuten en alle nummers van AVEBE Pensioen Nieuws nalezen. De site wordt elke maand door 70 tot 100 mensen bezocht. In 2013 krijgt het pensioenfonds een eigen website, zodat de informatie ook toegankelijk is voor gepensioneerden. De intranetsite is hierdoor niet meer nodig. De informatie over pensioen zal dan ook worden vervangen door een link naar de website van het pensioenfonds. Nieuwsbrief Het Pensioenfonds stuurde in 2012 3 nummers van AVEBE Pensioen Nieuws naar haar deelnemers en pensioengerechtigden. In het juli-nummer was een samenvatting van het Jaarverslag over 2011 opgenomen. Mijn pensioenoverzicht Begin 2011 startte de speciale website www.mijnpensioenoverzicht.nl. Hierop kan iedereen die nog niet met pensioen is in een totaaloverzicht zien hoeveel AOW en hoeveel pensioen hij/zij bij (verschillende) werkgevers heeft opgebouwd. Mijnpensioenoverzicht.nl is inmiddels uitgebreid met een bruto-netto overzicht. Werknemers kunnen nu dus ook zien wat zij netto aan pensioen en AOW overhouden. De netto bedragen worden afgeleid van de bruto bedragen die alle pensioenuitvoerders aanleveren. De website mijnpensioenoverzicht.nl is opgezet omdat veel Nederlanders weinig kennis van (hun) pensioen hebben. Het totaaloverzicht op www.mijnpensioenoverzicht.nl kan hen op weg helpen. UPO Het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) is in 2012 aan de actieve deelnemers toegezonden. Het belangrijkste doel van het UPO is deelnemers op een toegankelijke manier meer inzicht in hun opgebouwde pensioen te geven. Onderzoek over communicatie Het Pensioenfonds heeft in het verslagjaar onderzocht wat deelnemers en pensioengerechtigden van de ingezette communicatie(middelen) vinden. Zijn kwaliteit en frequentie hoog genoeg? Zet het Pensioenfonds op het juiste moment de juiste middelen in? Maar ook: missen deelnemers en pensioengerechtigden bepaalde informatie, en worden beide groepen wel op de juiste manier geïnformeerd? Algemeen Uit dit onderzoek blijkt dat de deelnemers in grote lijnen tevreden zijn over de communicatie van het Pensioenfonds. Zij vinden de pensioeninformatie over het algemeen duidelijk geschreven, en begrijpen deze ook grotendeels. Toch vinden veel deelnemers pensioen nog altijd lastige materie. De gebruikte terminologie en pensioenbegrippen zijn niet voor iedereen even helder. Interesse Over het algemeen wordt de hoeveelheid informatie en de frequentie van de ontvangen communicatiemiddelen als goed beoordeeld. Wel hebben sommige deelnemers behoefte aan meer uitleg en/of verdieping. Communicatiemiddelen Deelnemers zijn over het algemeen tevreden met de communicatiemiddelen die zij ontvangen. 15

Toezicht door de AFM De AFM is verantwoordelijk voor het toezicht op de communicatie van pensioenfondsen richting (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. Omdat de AFM veel vragen over communicatie ontving, publiceerde de toezichthouder begin 2011 een Leidraad Communicatie voor pensioenuitvoerders. Hierin staat duidelijk - per middel en situatie - wat de toezichthouder van onze communicatie verwacht. Beheerkosten van het fonds In april 2011 is het rapport "Kosten pensioenfondsen verdienen meer aandacht" van AFM verschenen. Hierin wordt gepleit voor een helder en transparant inzicht in de kosten die pensioenfondsen maken onder andere op het gebied van vermogensbeheer. De totale kosten voor het pensioenbeheer in 2012 bedragen 770 duizend. Hieronder vallen de administratie-, communicatie, advies- en bestuurskosten, alsmede de kosten van toezicht en controle. Het totaal aantal actieve en pensioengerechtigde deelnemers per 31 december 2012 bedraagt 3.120. De kosten per deelnemers bedragen in 2012 derhalve 246,79. Voor 2012 zijn de kosten voor vermogensbeheer berekend op 0,54% van het gemiddeld belegd vermogen. Hierin zijn begrepen de kosten van het vermogensbeheer alsmede van de custodian (bewaarkosten). De transactiekosten kunnen worden geraamd op ca. 0,15% van het gemiddeld belegd vermogen. De kosten moeten worden beoordeeld in relatie tot de gekozen beleggingsmix, de bijbehorende benchmark en het rendement op lange termijn. PENSIOENBELEID Pensioenregeling De basispensioenregeling is een zogenaamde CDC-regeling ('collective defined contribution'). Dat wil zeggen dat de werkgever een vaste bijdrage betaalt aan het Pensioenfonds plus de afgesproken aanvullende bijdrage. In het pensioenreglement is de regeling vormgegeven als een (voorwaardelijke) middelloonregeling. Bij deze pensioenregeling ligt het financiële risico niet bij de werkgever. Dit risico ligt voor de opgebouwde rechten bij AEGON en voor de toekomstige opbouw bij de deelnemers. Als de financiële positie van het Pensioenfonds en de bijdragen van de deelnemers en werkgever volgens wettelijke normen onvoldoende zijn, zal het bestuur ervoor zorgen dat de op te bouwen aanspraken evenredig worden verlaagd. Zodra de financiële positie verbetert, kunnen de verlagingen weer worden hersteld. Naast de CDC-regeling kent het Pensioenfonds nog een (kleine) beschikbare premieregeling. Per 1 januari 2012 heeft het Pensioenfonds een nieuwe uitvoeringsovereenkomst afgesloten met AVEBE UA. De pensioenregeling en de financiering zijn gewijzigd. De uitvoeringsovereenkomst loopt tot 1 januari 2014. Premiebeleid Tussen de "Coöperatie AVEBE U.A." en de "" is, tot 1 januari 2014, bepaald dat de werkgever het Pensioenfonds jaarlijks een premie ter beschikking stelt die gelijk is aan de som van de volgende onderdelen: Een totale bijdrage ter grootte van 25,78% (24,88% voor pensioenopbouw en 0,9% als vergoeding voor rente) van de som van de jaarsalarissen van alle deelnemers aan de in het pensioenreglement omschreven pensioenregeling rekening houdend met de geldende parttimefactoren; De door de werkgever te betalen bijdrage voor de Anw-hiaatverzekering voor bepaalde categorieën (gewezen) deelnemers; De kosten voor de uitvoering en administratie van de pensioenregeling, alsmede kosten en vergoeding van het bestuur; De deelnemersbijdragen die geen onderdeel uitmaken van de hiervoor genoemde totale bijdrage van 25,78%; 16

De werkgever heeft op 1 januari 2006 eenmalig een bedrag van 8 miljoen euro aan het Pensioenfonds beschikbaar gesteld voor de financiering van de overgangsregeling. Deze overgangsregeling was bedoeld voor deelnemers die óp of ná 1 januari 1950 waren geboren én aan de volgende 2 aanvullende voorwaarden voldeden: Op 1 juli 1996 deelnemer in de toenmalige flexibele pensioenregeling waren; Ultimo 2005 deelnemer in één van de tot dat moment geldende pensioenregelingen waren. Toeslagenbeleid Bij het verlenen van toeslagen (indexatie) maakt het Pensioenfonds onderscheid tussen verschillende groepen: Groep 1: Pensioenen ingegaan of premievrij geworden vóór 1 april 1996; Groep 2: Pensioenen ingegaan of premievrij geworden vanaf 1 april 1996 tot 9 december 1999; Groep 3: Pensioenen ingegaan of premievrij geworden vanaf 9 december 1999; Groep 4: Opgebouwde pensioenen van de (actieve) deelnemers. Bij het bepalen van de hoogte van de toeslag, kijkt het Pensioenfonds naar twee indexen. Per groep is bepaald welke index gegeven wordt. De indexen waar de hoogte van de toeslag van afgeleid wordt, betreffen: de Consumentenprijsindex alle huishoudens (afgeleid, basisjaar 2006 = 100), zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek ('CBS') (hierna: prijsindex cq. prijsinflatie). Deze prijsindex wordt tot op één decimaal nauwkeurig berekend over een periode die loopt van de maand oktober tot de maand oktober van het volgende jaar. Ter verduidelijking: voor de toeslag per 1 januari 2013 kijkt het Pensioenfonds naar de prijsindex berekend over de periode van oktober 2011 tot oktober 2012. De algemene loonontwikkeling volgens de CAO van AVEBE (hierna: loonindex cq looninflatie). Naast de loon- en prijsindex kijkt het Pensioenfonds vooral naar de eigen financiële positie, zoals vastgelegd in de dekkingsgraad. De dekkingsgraad van het Pensioenfonds, berekend op basis van de actuele rentetermijnstructuur zonder rekening te houden met de UFR en driemaands middeling, was op 31 december 2012 118,5%. Toeslagregeling per groep Groep 1 Pensioenen uit groep 1 vallen onder de onvoorwaardelijke toeslagregeling. De toeslag is gelijk aan de stijging van de door het CBS gepubliceerde afgeleide consumentenprijsindex voor alle huishoudens over de eerdergenoemde periode van oktober tot oktober voorafgaande aan de toeslagdatum (prijsindex). Om deze garantie tot waardevastheid zeker te stellen houdt het Pensioenfonds in eigen beheer een aparte voorziening aan. De toeslag voor deze groep was per 1 januari 2013 gelijk aan de ontwikkeling van de prijsindex in de referentieperiode: 2%. De toeslag van deze groep is meegenomen in de berekening van de technische voorziening Groep 2 De toeslag voor pensioenen uit groep 2 is de hiervoor genoemde prijsindex gemaximeerd op de laagste van de algemene salarisontwikkeling volgens de CAO van AVEBE én de 5-jaars gemiddelde overrente. Hiervoor houdt het Pensioenfonds in eigen beheer een aparte voorziening aan. De toeslag voor deze groep bedraagt per 1 januari 2013 2%. Het toeslagpercentage per 1 januari 2013 is in de bestuursvergadering van juni 2013 vastgesteld, op basis van het definitieve rendement. Groep 3 Het Pensioenfonds streeft ernaar de pensioenen uit groep 3 - de premievrije en ingegane pensioenen - te verhogen op basis van de prijsindex. Voorwaarde is wel dat de financiële positie naar het oordeel van het bestuur voldoende is. De toeslag bedraagt echter nooit meer dan de algemene loonontwikkeling volgens de CAO van AVEBE. De toekenning van de aanpassing is voorwaardelijk; er is geen recht op deze aanpassing, en het is ook voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre aanpassing zal plaatsvinden. Voor nog niet-toegekende toeslagen wordt niet gereserveerd en er wordt geen premie voor betaald. Omdat de dekkingsgraad ultimo 2012 118,5% was, is de toeslag voor deze groep gelijk aan de prijsinflatie. De toeslag voor deze groep bedraagt per 1 januari 2013 2%. Het toeslagpercentage per 1 januari 2013 is in de bestuursvergadering van juni 2013 vastgesteld, op basis van de definitieve dekkingsgraad per 31 december 2012. 17

Groep 4 Het bestuur streeft ernaar de opgebouwde pensioenaanspraken uit groep 4 jaarlijks per 1 januari aan te passen. De toeslag wordt gegeven als het Pensioenfonds hier - naar het oordeel van het bestuur - voldoende geld voor heeft. De toeslag bedraagt nooit meer dan het percentage van de algemene salarisontwikkeling volgens de CAO van AVEBE die van toepassing is over de hiervoor genoemde periode. De toeslagverlening is voorwaardelijk; er is geen recht op een toeslag en het is ook voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagen kunnen worden verleend. Omdat de dekkingsgraad ultimo 2012 118,5% was, is de toeslag voor deze groep gelijk aan de prijsinflatie. De toeslag voor deze groep bedraagt per 1 januari 2013 2%. Het toeslagpercentage per 1 januari 2013 is in de bestuursvergadering van juni 2013 vastgesteld, op basis van de definitieve dekkingsgraad per 31 december 2012. Voorwaardelijkheid toeslagen De toeslagen op de pensioenen die ná 9 december 1999 zijn ingegaan of premievrij zijn geworden, zijn voorwaardelijk. Toeslagen worden verleend voor zover de middelen van het Pensioenfonds het toelaten. In de toeslagmatrix zoals gepubliceerd door SZW kan deze voorwaardelijke toeslag worden ondergebracht in toeslagcategorie D1 "Voorwaardelijke toeslagtoezegging gekoppeld aan een ex-ante bepaalde maatstaf". Voor de onvoorwaardelijke toeslag van groep 1 en de deels voorwaardelijke van groep 2 worden aparte voorzieningen aangehouden. Toeslagenstaffels Voor de genoemde voorwaardelijke toeslag worden de onderstaande toeslagenstaffels door het bestuur als leidraad genomen. Voor de deelnemers (groep 4) geldt: tot 105% dekkingsgraad geen toeslag tot 111% dekkingsgraad toeslag = 1/3e prijsinflatie tot 117% dekkingsgraad toeslag = 2/3e prijsinflatie tot 126% dekkingsgraad toeslag = prijsinflatie vanaf 126% dekkingsgraad toeslag = looninflatie Voor de overige gewezen deelnemers en pensioengerechtigden uit groep 3 geldt: tot 105% dekkingsgraad geen toeslag tot 111% dekkingsgraad toeslag = 1/3e prijsinflatie tot 117% dekkingsgraad toeslag = 2/3e prijsinflatie vanaf 117% dekkingsgraad toeslag = prijsinflatie De dekkingsgraad van het Pensioenfonds wordt hierbij tot 14 december 2012 bepaald zonder rekening te houden met de garantie van AEGON. Vanaf deze datum wordt deze bepaald op basis van de actuele rentetermijnstructuur. Door de omzetting van het herverzekeringscontract naar het nominale garantiecontract is de dekkingsgraad aanzienlijk gestegen. In verband hiermee wordt de toeslagenstaffel in 2013 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013 aangepast. Het bestuur heeft voor het bepalen van de toeslagen per 1 januari 2013 de oude (hierboven beschreven) staffel toegepast. Hierbij heeft het bestuur rekening gehouden met de hogere dekkingsgraad na omzetting van het herverzekeringscontract. Op deze manier profiteren alle (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden eenmalig extra van de gestegen dekkingsgraad. De voorwaardelijke toeslagen van groep 3 en 4 en de toeslagen van groep 2 zijn nog niet in de jaarrekening opgenomen. Ontwikkelingen deelnemersbestand In bijgaand overzicht is de ontwikkeling van het deelnemersbestand/polisbestand in aantallen weergegeven. In de kolom 'Percentage voorziening' staat de procentuele verhouding van de groep deelnemers in de TV. 18

Per 31 december 2012 Per 31 december 2011 Aantal verzekerden Bedrag TV in 1000 Percentage voorziening Aantal verzekerden Bedrag TV in 1000 Percentage voorziening Actieven 1.232 218.510 42,1 1.273 217.445 45,7 Gewezen deelnemers 1.587 63.534 12,2 1.315 61.985 13,1 Pensioengerechtigden 1.888 237.332 45,7 1.713 196.053 41,2 Voorziening voor zieken (uitlooprisico) 1.760 2.077 Toekomstige kosten 8.783 10.421 Totaal 4.707 529.919 100,0 4.301 487.981 100,0 Tot en met 2011 werd de schadereserve in de specificatie van de TV bij de toekomstige kosten geteld. Vanaf 2012 wordt de schadereserve bij actieve deelnemers meegenomen. BELEGGINGSBELEID Beleggingsjaar 2012 Aan het begin van het jaar was het marktsentiment positief door met name de aantrekkende economische groei in de VS, alwaar de monetaire stimuleringsmaatregelen effect leken te sorteren. Hierdoor ontstond het idee dat de ergste fase van de financiële crisis achter de rug was. Daarnaast bereikten de regeringsleiders van de eurolanden, de Europese Centrale Bank en het IMF overeenstemming over een tweede steunpakket voor Griekenland. In het tweede kwartaal sloeg dit positieve sentiment echter om, voornamelijk als gevolg van de ontwikkelingen in Griekenland: de Griekse verkiezingen leidden tot nieuwe zorgen over de uitvoering van de bij het Griekse steunpakket behorende hervormingsmaatregelen. De maand augustus stond in het teken van de wederom oplaaiende onzekerheid over Griekenland, waar de noodzaak voor een derde steunpakket en de uiteenlopende politieke standpunten hieromtrent de markten in hun greep hielden. Ook de bezorgdheid over Spanje en Italië, en daarmee het voortbestaan van de eurozone, liep verder op. Uiteindelijk was het een toezegging van ECB-president Mario Draghi die de negatieve spiraal een halt toeriep. Hij kondigde aan dat wanneer een land een officieel hulpverzoek indient, de ECB dit land - onder voorwaarden - ongelimiteerd zal helpen haar schuldenlast te herfinancieren door kort staatspapier op de secundaire markt op te kopen. Dit leidde in het laatste kwartaal van 2012 tot meer rust op de financiële markten, met dalende rentes voor de zwakker geachte eurolanden tot gevolg. Wat de financiële markten vooral in de tweede helft van 2012 verder bezighield, was de strijd tussen Obama en Romney om het presidentschap van de VS. Daarbij deden zorgen over het uitblijven van een compromis tussen de Democraten en Republikeinen over hoe het begrotingstekort terug te brengen de markten geen goed. Door het uitblijven van een compromis na de verkiezingen zouden een groot aantal fiscale stimuleringsmaatregelen eind 2012 aflopen ( 'fiscal cliff') met alle gevolgen van dien voor de groei van de Amerikaanse en wereldeconomie. Deze angst werd werkelijkheid na de verkiezingsoverwinning van Obama. De Democraten en Republikeinen wilden elkaar in de begrotingsonderhandelingen, zoals verwacht, zo min mogelijk tegemoet komen. Hierdoor nam de angst in de markt toe dat er geen overeenstemming zou worden bereikt vóór jaareinde. Uiteindelijk werd in de laatste dagen van het jaar er toch een beperkte 'deal' gesloten, die beide partijen meer tijd gunde om tot een meer duurzame oplossing te komen. De FED heeft in 2012 de geldmarktrente ongewijzigd gelaten op 0,25%. De ECB verlaagde de rente in 2012 eenmaal met 0,25% naar 0,75%. Japan stond 2012 in het teken van aanhoudende stimulering van de economie. Deze maatregelen hebben echter niet geleid tot de gewenste oplopende inflatie. Japan blijft last houden van periodes van deflatie. De verruimingsmaatregelen hadden wel een stimulerend effect op de Japanse aandelenmarkt, die een sterke stijging kende. Gedurende 2012 heeft de Bank of Japan de rente onveranderd gelaten op 0,10%. 19

Voor China bestond in de eerste helft van 2012 de vrees dat het met een zware groeivertraging te maken zou krijgen. Economische indicatoren lieten een steeds minder rooskleurig beeld lieten zien naarmate 2012 vorderde. In de tweede helft van 2012 keerde dit patroon echter. Economische indicatoren begonnen weer betere groeivooruitzichten te laten zien voor de Chinese economie die een steeds groter deel uitmaakt van de wereldeconomie. Eind 2012 leek het erop dat de Chinese economie een zogenaamde 'soft landing' had gemaakt, en dat het pad naar snelle economische groei niet ver weg lag. Hierna is een overzicht opgenomen van de rendementen die binnen de verschillende door AVEBE aangehouden beleggingscategorieën zijn behaald, met daarbij het rendement van de bijbehorende benchmarks. Performance beleggingen 2012 Categorie Portefeuille Benchmark Aandelen 12,6% 11,8% Vastrentende waarden 11,9% 11,0% Vastgoed -2,1% -2,1% Commodities 2,1% 1,4% Hedge Funds 5,6% 2,7% Bijdrage LDO 1,5% 1,5% Gehele portefeuille 10,8% 10,4% Beleggingsbeleid pensioenfonds AVEBE De performance van de totale beleggingsportefeuille kwam over geheel 2012 uit op 10,8%; de benchmark presteerde minder goed (10,4%). Beleggingsportefeuille ultimo 2012 Aandelen 40,9% Vastrentende waarden 22,1% Vastgoed 21,6% Commodities 5,5% Hedge funds 8,7% Liquide middelen 1,2% Totaal 100,0% Aandelen De performance op de aandelenportefeuille was positief (12,6%) en daarnaast ook beter dan de samengestelde benchmark (11,8%). Vooral in het vierde kwartaal stegen de aandelenbeurzen wereldwijd door de verbeterende situatie in de eurocrisis. Aanleiding hiervoor waren de uitspraken van ECB-president Mario Draghi in september, waarin hij aankondigde onder voorwaarden ongelimiteerd kortlopende staatsobligaties op te kopen van eurolanden die in de problemen zitten. Aandelen in de Verenigde Staten deden het hierbij relatief goed, terwijl Japan achterbleef. Uitgesplitst naar sectoren bleven cyclische sectoren zoals energie, nutsbedrijven en grondstoffen achter. Aandelen in de financiële sector presteerden goed, net als aandelen in de sector gezondheidszorg en duurzame consumentengoederen. Vastrentende waarden De performance op de portefeuille vastrentende waarden bedroeg 11,9% vergeleken met een performance van 11,0% voor de benchmark. Ultimo 2012 bedroeg het totaal belegd vermogen in de vastrentende waarden-portefeuille circa 27 miljoen. Deze portefeuille bestaat voor een groot deel uit inflatiegelinkte obligaties, en daarnaast voor een deel uit Emerging Market Debt en Global High Yield. 20

Vastgoed Het pensioenfonds belegt een deel van de portefeuille in indirect vastgoed. In 2012 behaalde de portefeuille vastgoed een performance van -2,1%. Dit was in lijn met de performance van de benchmark (-2,1%). De negatieve performance is voornamelijk veroorzaakt door de zwakke vastgoedmarkt in Nederland en andere Europese landen vanwege de voortdurende economische onzekerheid in Europa. Commodities Commodities behaalden in 2012 een rendement van 2,1%, tegen een rendement van 1,4% voor de benchmark. De koersen waren sterk afhankelijk van het sentiment op de financiële markten en weersomstandigheden. Zo werden de prijzen van agrarische grondstoffen sterk beïnvloed door de weersomstandigheden in de Verenigde Staten. Energie en industriële metalen werden met name beïnvloed door het macro economische klimaat. Hedge funds De beleggingscategorie hedge funds behaalde in 2012 een rendement van 5,6%, tegen 2,7% voor de bijbehorende benchmark. Veel hedge fundstrategieën profiteerden in 2012 van de relatief grote volatiliteit in de markten. Wijzigingen opzet beleggingsportefeuille Het pensioenfonds had tot in december een groot deel van de verplichtingen herverzekerd middels een garantiecontract met gesepareerd depot met AEGON. De voorwaarden van dit contract gaven het bestuur ruimte om - binnen de grenzen die AEGON stelt - een eigen beleggingsbeleid te ontwikkelen. Per 14 december is het garantiecontract met een gesepareerd depot echter omgezet naar een garantiecontract waarin de nominale uitkeringen worden gegarandeerd. Deze omzetting is gefinancierd uit de verkoop van het overgrote deel de beleggingen van de garantieportefeuille. Een deel van de beleggingen is daarbij overgedragen naar de vrij beheer-portefeuille. Deze beleggingsportefeuille is daarna omgezet naar de nieuwe strategische beleggingsverdeling waarvoor een ALM-studie is uitgevoerd. Uitgangspunt van het beleggingsbeleid van het pensioenfonds blijft het behalen van zoveel mogelijk rendement met een voor het fonds acceptabel beleggingsrisico. Om dat te bereiken zal in principe 27% van het vermogen in vastrentende waarden worden belegd en de overige 73% in zakelijke waarden (aandelen, indirect vastgoed, grondstoffen en hedge funds). Er is geen actief renteafdekkingsbeleid, omdat effectief het renterisico van de verplichtingen aan AEGON is overgedragen door middel van het garantiecontract. TKPi blijft fungeren als fiduciair beheerder en voert het door het bestuur vastgestelde strategische beleid uit. Hiervoor is een nieuw beleggingsmandaat opgesteld. TKPi is verantwoordelijk voor het beheer van alle beleggingscategorieën, alsmede de monitoring van de strategische asset allocatie. FINANCIEEL BELEID Het eigen vermogen (x 1.000 euro) van het Pensioenfonds ontwikkelde zich in 2012 als volgt: Ontwikkeling eigen vermogen 2012 2011 2010 Beginstand 61.219 64.012 59.287 Toevoeging uit resultaat 41.270-2.793 4.725 Eindstand 102.489 61.219 64.012 Ontwikkeling financiële positie De ontwikkeling van de dekkingsgraad, inclusief garantie bij AEGON, staat beschreven bij de kengetallen. 21

De dekkingsgraad, op basis waarvan de hoogte van de toeslag wordt bepaald, heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld: 2012 2011 2010 2009 2008 Dekkingsgraad (per 31 december) 118,5% 103,2% 114,2% 112,0% 103,0% Actuariële analyse van het resultaat De samenstelling van het resultaat over 2012 en 2011 en de wijzigingen daarin blijken uit het volgende overzicht (x 1.000): 2012 2011 Rendement en wijziging rentetermijnstructuur 4.710-1.411 Resultaat op premie 170-3.589 Resultaat op waardeoverdrachten -188 4 Resultaat op kosten - 458 Resultaat op uitkeringen 63-92 Resultaat op sterfte 52 103 Toeslagverlening t.l.v. pensioenfonds 6 226 Garantiecontract 36.832 1.192 Actuariële grondslagen -517 - Overige kanssystemen 116-293 Andere oorzaken 26 609 Resultaat 41.270-2.793 In bovenstaande resultaatanalyse is de mutatie garantievoorziening opgenomen. Uitkomsten van de solvabiliteitstoets Het vereist eigen vermogen (VEV) is het vermogen dat hoort bij de evenwichtssituatie van het fonds en is vastgesteld door toepassing van het standaardmodel van DNB. In de evenwichtssituatie is het eigen vermogen zodanig dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat het fonds binnen één jaar in een dekkingstekort geraakt. Het pensioenfonds heeft vrijwel alle verplichtingen door middel van een garantiecontract herverzekerd. Het VEV zou daarom berekend moeten worden ten opzichte van de TV eigen beheer. Wij hebben het VEV via de standaard toets benaderd op 29,6% van de TV eigen beheer. Ten opzichte van de totale voorziening betekent dit een VEV van 0,8%. Aangezien het MVEV 3,5% van de totale voorziening bedraagt, is het VEV gelijk aan het MVEV. Per 31 december 2012 is sprake van toereikende solvabiliteit. Algemeen De TV is berekend als contante waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken voor de per 31 december 2012 actieve deelnemers en de toegekende aanspraken van de gewezen en gepensioneerde deelnemers. De toename van de TV bedraagt 41.938. Per 31 december 2012 bedraagt de TV 529.919. 22

Ontwikkeling technische voorziening risico pensioenfonds In 2012 is de technische voorziening voor risico pensioenfonds toegenomen van 14.017 tot 14.794. De volgende tabel geeft een specificatie van deze toename naar oorzaken. Technische voorziening ultimo 2011 14.017 Intresttoevoeging (op basis van 1,544%) 236 Toeslagverlening t.l.v. fonds -937 Sterfte -52 Waardeoverdrachten -1 Uitkeringen en afkopen -9 Wijziging marktrente 1.139 Wijziging actuariële uitgangspunten 517 Overige mutaties -116 777 Technische voorziening ultimo 2012 14.794 Aldus opgesteld door het bestuur, T.J.H. Miedema Voorzitter J. Vos Secretaris Veendam, 28 juni 2013 23

JAARREKENING 24

1 BALANS PER 31 DECEMBER 2012 (na verwerking van het resultaat) (in duizenden euro's) 31 december 2012 31 december 2011 ACTIVA Beleggingen voor risico pensioenfonds (1) 121.387 45.440 Beleggingen voor risico deelnemer (2) 2.962 3.029 Herverzekeringsdeel technische voorzieningen (3) 512.472 470.552 Vorderingen en overlopende activa (4) 711 32.844 Liquide middelen (5) 1.296 932 638.828 552.797 PASSIVA Stichtingskapitaal en reserves (6) 102.489 61.219 Technische voorzieningen (7) Technische voorzieningen risico herverzekeraar 512.472 470.552 Technische voorzieningen risico fonds 17.447 17.429 529.919 487.981 Voorzieningen voor risico deelnemers (8) 2.962 3.029 Overige schulden en overlopende passiva (9) 3.458 568 638.828 552.797 25

2 STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2012 (in duizenden euro's) 2012 2011 Premiebijdragen van werkgevers en werknemers (10) 16.430 17.436 Premiebijdragen voor risico deelnemers (11) 13 210 Beleggingsresultaten risico pensioenfonds (12) 6.179 839 Beleggingsresultaten risico deelnemers (13) 309-44 Saldo waardeoverdrachten risico pensioenfonds (14) -290 246 Saldo waardeoverdrachten risico deelnemers (15) -389-3.893 Pensioenuitkeringen (16) -18.881-18.978 Mutatie technische voorzieningen (17) Pensioenopbouw -12.907-11.270 (Overige) toeslagen -937-977 Rentetoevoeging -7.241-4.957 Onttrekkingen voor pensioenuitkeringen 18.846 18.807 Onttrekkingen voor uitvoeringskosten 426 - Saldo overdrachten van rechten -131-414 Wijziging marktrente -35.822-51.255 Wijziging actuariële grondslagen -5.183-6.757 Wijziging grondslagen - -7.095 Overige wijzigingen 1.029 1.853-41.920-62.065 Mutatie technische voorzieningen risico fonds -18-402 -41.938-62.467 Mutatie voorzieningen risico deelnemers (18) 67 3.727 Herverzekeringen (19) 1.762-1.978 Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen (20) 41.920 62.065 Pensioenuitvoerings- en administratiekosten (21) -770-566 Diverse baten en lasten (22) 36.858 610 Saldo van baten en lasten 41.270-2.793 Bestemming saldo Mutatie algemene reserve 41.270-2.793 26

3 KASSTROOMOVERZICHT 2012 (in duizenden euro's) Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. 2012 2011 Kasstroom uit pensioenactiviteiten Premiebijdragen van werkgevers en werknemers 20.241 16.240 Premiebijdragen voor risico deelnemers 13 210 Saldo waardeoverdrachten risico pensioenfonds -182 286 Saldo waardeoverdrachten risico deelnemers -389 - Pensioenuitkeringen -18.952-19.310 Herverzekeringen 21.130 - Pensioenuitvoerings- en administratiekosten -520-550 Diverse baten en lasten 48.178 - Kasstroom uit beleggingsactiviteiten 69.519-3.124 Verkopen beleggingen 44.387 - Aankopen beleggingen -112.423-45.000 Directe opbrengsten 470 446 Overige mutaties beleggingen -1.371-1 Kosten vermogensbeheer -218 - -69.155-44.555 Mutatie liquide middelen 364-47.679 Samenstelling geldmiddelen 2012 2011 Liquide middelen per 1 januari 932 48.611 Mutatie liquide middelen 364-47.679 Liquide middelen per 31 december 1.296 932 27

4 GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Algemeen Het doel van, statutair gevestigd te Veendam (hierna 'het Pensioenfonds') is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden. Tevens verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Deze doelstelling is nader uitgewerkt in onder andere de statuten, het pensioenreglement, de uitvoeringsovereenkomst en de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota van. Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Het bestuur heeft op 28 juni 2013 de jaarrekening vastgesteld. Schattingswijziging Vanaf boekjaar 2012 is de grondslag voor overlevingskansen gebaseerd op de Prognosetafel 2012-2062 van het Actuarieel Genootschap (AG). De AG-Prognosetafel 2012-2062 houdt rekening met de voorzienbare trend in overlevingskansen van de gehele Nederlandse bevolking. De algemene sterftekansen die volgen uit de tafel worden voor het fonds gecorrigeerd door gebruik te maken van fondsspecifieke ervaringssterfte vastgesteld met behulp van het Towers Watson Ervaringssterftemodel 2012. De overgang heeft een verhogend effect op de technische voorzieningen van 517. In september 2012 heeft DNB de rentetermijnstructuur aangepast, door de introductie van de Ultimate Forward Rate (UFR). Het hanteren van de UFR houdt in dat voor ver in de toekomst liggende verplichtingen (20 jaar tot 60 jaar) een aangepaste rentecurve wordt gehanteerd. Dit heeft geleid tot een hogere rekenrente ultimo 2012. Voor verplichtingen korter dan 20 jaar geldt de rentetermijnstructuur op basis van een driemaandsgemiddelde. Het effect van de UFR op de totale technische voorzieningen is een daling van 2,0%-punten. Presentatiewijziging Ten opzichte van 2011 zijn in de jaarrekening enkele herrubriceringen doorgevoerd. De door de vermogensbeheerder beheerde liquide middelen zijn overgeheveld van de liquide middelen naar de overige beleggingen; De ontvangen FVP premie is verantwoord onder de premiebijdragen werkgevers en werknemers; De mutaties van de herverzekering zijn in de staat van baten en lasten opgenomen onder de post herverzekeringen; De opnames pensioen spaarfonds module III zijn opgenomen onder saldo waardeoverdrachten risico deelnemers. In het kasstroomoverzicht zijn als gevolg van deze wijzigingen de vergelijkende cijfers 2011 aangepast. GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Algemeen De gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Alle bedragen zijn vermeld in duizenden euro's, tenzij anders vermeld. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op reële waarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde, tenzij anders is vermeld. Voor zover noodzakelijk, wordt op activa een voorziening voor mogelijke oninbaarheid in mindering gebracht. 28