Professionele bachelor in de houttechnologie



Vergelijkbare documenten
Handleiding AutoCad. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding AutoCad

Cursus AutoCAD (door PA3GER) les 1 van minimaal 4 lessen

ACAD Handleiding 5 - het tekenen van een voetballer -

Technical Design Office. AutoCAD. Basiscursus AutoCAD 2D. Kris Van der Biest. Technical Design Office

Snel op weg met Solid Edge ST5

Symbol for Windows BlissEditor

Tips & Tricks: Tip van de maand Mei NX6 User Interface

Hoofdstuk 9 : Ocad naar je hand zetten

Medische Beelden Portaal AZ Sint-Lucas

1. Introductie 2. Omschrijving 2 Omschrijving van de onderdelen (voorzijde) Algemeen 3

Afdrukken van AutoCad-tekeningen

ASBAK in ALIBRE DESIGN

Inleiding Autocad 2002 Workshop 1

digitale ontwerp technieken SketchUp

INSTALLATIE IN PRINT INSTALLEREN. Aan de slag met Communicate In Print

ACAD Handleiding 4 - het tekenen van de clowns -

Badge it. Inhoudsopgave. 1. Installatie... 3

ACAD Handleiding 3 - het tekenen van een wielrenner -

Titel: Workshop creatief met MS Word Auteur: Miriam Harreman / Jaar: 2009 Versie: Creative Commons Naamsvermelding & Gelijk

Het maken, plaatsen en beheren van symbolen (blocks) In deze beschrijving zijn de afbeeldingen uit de windows versie van AutoCad 2013

ACAD Handleiding 2 - het tekenen van een jockey -

Informatie primaire cursus AutoCAD LT 2010

Handleiding SpaceClaim

ACAD Handleiding 7 - het tekenen van een skiër -

Schaakstukken les 1: Pion

14-T3 Computer tekenen (Coreldraw versie 11)

Ir. Bram Rademaker Ing. René Woolderink. Basiscursus AutoCAD 2004

1. Kennismaken met Calc

Windows is het meest gebruikte besturingssysteem ter wereld.

Basis Live Mode Functies Je kan eenvoudig camerabeelden bekijken in een layout naar keuze. Kies een layout bovenaan het scherm, in de Live Mode.

WETENSCHAPPEN oefeningen perspectief LES 2. Tobias Labarque Rinus Roelofs Andrea Sollazzo

Heroglyph 4.0 Het maken van een route met een object op de eigen kaart

Hoofdstuk 12 : Het map menu

een functie leren gebruiken

Head Pilot v Gebruikershandleiding

Tips & Trucs ARCHICAD 034: Numeriek werken

Handleiding BCAD

1. Kennismaken met Impress

Cursus KeyCreator. Basisoefening 1:

iconnect Access gebruikershandleiding

Bijlage Solid Modeling met Autodesk Inventor Release 8

1. Introductie tot SPSS

1 Inlezen van een plan (van diskette, cd of via mail).

Tips & Trucs ArchiCAD : Numeriek werken, tijdelijke hulplijnen en snappunten

Deel 1: PowerPoint Basis

Introduktie AutoCad (2D)

Popplet. 1. Surf naar 2. Klik rechts bovenin op de knop Sign up for free.

Je ziet het ontwerpscherm voor je. Ontwerpen is actief en dat zie je aan de linkeronderkant van je scherm net boven de taakbalk.

Inhoudstafel. 1. Pictoselector installeren en updaten. 2. Een nieuw pictoblad maken. 3. Geef het blad een titel. 4. Zoek picto s

Hoofdstuk 1: Het Excel Dashboard* 2010

13. Symbool-, Lijnstijlbibliotheek (Resource Editor)... 1

1. Tekenen van een layout-plan.

15. Tabellen. 1. wat rijen, kolommen en cellen zijn; 2. rijen en kolommen invoegen; 3. een tabel invoegen en weer verwijderen;

Hoe schermafdrukken op het forum plaatsen?

Afbeeldingen Module 11

Handleiding voor bloemenboek (open boek)- PP 2007

Handleiding voor bloemenboek (open boek)- PP 2010

Fotografie Sophie Berten Zeelaan De Panne 058/ Fotogeniek - Creative photos Handleiding

MEEST GESTELDE VRAGEN

NEW. METRIC standard(mm).ipt. Dit staat bij PART

PDF XCHANGE EDITOR Waarom PDF XHCANGE Editor?

Om paint te openen volgen we dezelfde weg als bij de rekenmachine:

Mappen en bestanden. In dit hoofdstuk leert u het volgende:

3. Tekentechnieken. Sommige symbolen zijn duidelijk, andere niet. Van links naar rechts staat het symbool (en de werkbalkknop) voor

Handleiding Icespy MR software

Een grafiek maken in Excel

In deze handleiding wordt uitgelegd hoe een DIN kader gemaakt moet worden en hoe er nieuwe papierformaten aangemaakt moeten worden.

Doelen. Randvoorwaarden. Links

Album samenstellen met behulp van de Hema album software.

Autocad 2012 Naam Datum

Coreldraw 12. Les 1 Artistieke tekst. The quick brown fox jumps over the lazy dog ARTISTIEKE TEKST EN ALINEATEKST.

de deur de schoorsteen het dak dak aanpassen bloempot schoorsteen bakstenen verkleinen &verfraaien...

Met dit programma kunt u fotoalbums, collages, kalenders, posters en nog veel meer maken. Wij vertellen u graag hoe dat werkt.

Excel 2010, H1 HOOFDSTUK 1

CAD Standaard Plottool Gebruikershandleiding

ICT -idee 1. Zo maak je een mindmap met Popplet. Zo maak je een account. Zo log je in op Popplet. Zo maak je een nieuwe, nog lege, Popplet.

Video STEP 2 [ Totale speelduur: 6 min. en 50 sec. ]

1. Installatie DCElektro Studentversie

Inhoudstabel. Habils Kenny 2

Ineenvloeien van foto's + bewegende wolken

Kennismaking. Versies. Text. Graph: Word Logo voorbeelden verschillende versies. Werkomgeving

Op het bureaublad staan pictogrammen. Via de pictogrammen kunnen programma s worden gestart en mappen en bestanden worden geopend.

Huib Groenewegen zijn werk wil ik in dit document nog wat verder toelichten of soms wat anders aanpakken.

TI-SMARTVIEW. Installeren op Windows PC

6. Reeksen

ScanSnap 1. ScanSnap: installatie en instellingen. 1.2 Instellingen van de ScanSnap manager. 1.1 Installatie van de meegeleverde software

Figuur 1: Kiezen van het Template in sketchup

AUTODESK 123D DESIGN HANDLEIDING

ICT. Meetkunde met GeoGebra. 2.7 deel 1 blz 78

MEEST GESTELDE VRAGEN

Handleiding Webviewer Radiologie

Een afdruk maken met een plotmodel in MicroStation V8i

Inwerkboek Fa MOS. Gilde Kleur. Versie voorjaar 2011

2. Wanneer moet ik een afbeelding verkleinen?

Verkleinen- en uploaden van beelden

INHOUDSTABEL. G.Guetens 2 Cabri in een notendop

AAN DE SLAG SYMWRITER INSTALLEREN. Aan de slag met Communicate Symwriter.

Dit is een artikel uit de Peter van Olmen serie: Handleidingen Voor Iedereen AUDACITY HANDLEIDING. Voor audacity versie 1.2.6

Solid Edge ST6. Project: Stoomwals (Synchronous) Lesbrief: Stoomketel. Modemweg BS Amersfoort, Nederland

LES 1. WETENSCHAPPEN oefeningen perspectief. Arnout Van Vaerenbergh Andrea Sollazzo

Transcriptie:

Cad BASISOPLEIDING AutoCAD2006 DEEL 2006-2007 I Professionele bachelor in de houttechnologie 1 ste semester Paul Delcour

Cad BASISOPLEIDING AutoCAD2006 DEEL 2006-2007 I Professionele bachelor in de houttechnologie 1 ste semester Paul Delcour

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 0. INHOUDSTAFEL DEEL I 0. INHOUDSTAFEL DEEL I BLZ. 1. INTRODUCTIE AutoCAD2006 1 1.1. OPSTARTICOON VAN AutoCAD2006 1 1.2. BASISINSTELLINGEN WINDOWS 2 1.2.1. HET AANMAKEN VAN EEN NIEUWE WERKMAP 2 1.2.2. HET INSTELLEN VAN DE NIEUWE WERKMAP VOOR AutoCAD2006 3 1.2.3. HET ORDENEN EN INDELEN VAN UW PERSOONLIJKE WERKMAP VOOR DE BASISOPLEIDING NAVORMING 3 1.3. OPSTARTEN AutoCAD2006 4 1.4. OPBOUW AutoCAD2006 SCHERM 5 1.4.1. HET TEKENGEBIED 5 1.4.2. DE COMMANDOREGEL(s) 5 1.4.3. HET TEKSTSCHERM 5 1.4.4. DE CURSOR 6 1.4.5. DE TITELBALK 7 1.4.6. DE MENUBALK 7 1.4.7. DE PULLDOWN MENU S (hiërarchische menu s) 7 1.4.8. DE SCREENMENU (schermmenu) 8 1.4.9. DE CURSURMENU (rechter muisknop menu) 9 1.4.10. DE STATUSREGEL 10 1.4.11. MODEL (modelspace of modelruimte) 10 1.4.12. LAYOUT1, LAYOUT2 (paperspace of papierruimte) 10 1.4.13. UCS ICON( s) 11 1.4.14. TOOLBARS (werkbalken, pictogrammenmunu s) 12 1.4.15. AutoCAD2006 HELP 15 1.5. BEËNDIGEN AutoCAD2006 19 1.6. OPENEN VAN EEN TEKENING 20 1.6.1. VIA WINDOWS VERKENNER 20 1.6.2. VIA START 20 1.6.3. VIA AutoCAD2006 20 1.7. OPENEN VAN EEN NIEUWE TEKENING 22 1.8. OPSLAAN VAN EEN TEKENING 28 1.8.1. OP DE HARDDISK 28 1.8.1.1. OPSLAAN VAN EEN NIEUWE TEKENING 28 1.8.1.2. OPSLAAN VAN EEN BESTAANDE TEKENING MET DEZELFDE NAAM 29 1.8.1.3. OPSLAAN VAN EEN BESTAANDE TEKENING MET EEN ANDERE NAAM 30 1.8.2. OPSLAAN OP DE 3,5 INCH DISKETTE, OP EEN MEMORY-STICK, OP CD-ROM 30 2. BASISINSTELLINGEN AutoCAD2006 31 2.1. FORMAT 31 2.1.1. LINEWEIGHT 31 2.1.2. SCALE LIST 32 2.1.3. POINT STYLE 33 2.1.4. UNITS 34 2.1.5. DRAWING LIMITS 36 I

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 0. INHOUDSTAFEL DEEL I BLZ. 2.2. OPTIONS 37 2.2.1. PROFILES 38 2.2.2. FILES 41 2.2.3. DISPLAY 43 2.2.4. OPEN AND SAVE 45 2.2.5. PLOT AND PUBLISH 46 2.2.6. SYSTEM 47 2.2.7. USER PREFERENCES 48 2.2.8. DRAFTING 50 2.2.9. SELECTION 52 2.2.10. SCHERMOPBOUW 55 2.3. AutoCAD2006 OPSTARTEN MET UW PROFILE 57 3. VIEW-, ZOOM- EN PANFUNCTIES 59 3.1. ZOOM WINDWOW 62 3.2. ZOOM DYNAMIC 62 3.3. ZOOM SCALE 62 3.4. ZOOM CENTER 62 3.5. ZOOM OBJECT 62 3.6. ZOOM IN 63 3.7. ZOOM OUT 63 3.8. ZOOM ALL 63 3.9. ZOOM EXTENTS 63 3.10. ZOOM PREVIOUS 63 3.11. ZOOM REAL TIME 63 3.12. PAN REALTIME 63 3.13. PAN POINT 63 3.14. PAN LEFT/RIGHT/UP/DOWN 64 3.15. AREAL VIEW 64 3.16. CLEAN SCREEN 64 4. TEKENHULP 65 4.1. SNAP EN GRID 65 4.2. ORTHO 65 4.3. POLAR 67 4.4. OSNAP 68 4.5. OTRACK 70 4.6. DYNAMIC INPUT 71 4.7. LWT 73 4.8. REDRAW REGEN REGEN ALL 74 4.9. COÖRDINATEN 75 4.8.1. ABSOLUTE COÖRDINATEN 75 4.8.2. RELATIEVE COÖRDINATEN 76 4.8.3. RELATIEVE POLAIRE COÖRDINATEN 76 4.8.4. OPMERKINGEN I.V.M. COÖRDINATEN 77 5. TEKENEN MET ENTITEITEN 78 5.1. AFZONDERLIJKE ENTITEITEN 78 5.1.1. LINE 78 5.1.2. RAY 78 5.1.3. CONSTRUCTION LINE 79 5.1.4. ARC 79 II

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 0. INHOUDSTAFEL DEEL I BLZ. 5.1.5. CIRCLE 80 5.1.6. SPLINE 81 5.1.7. ELLIPSE 81 5.1.8. POINT 81 5.2. ENKELE ENTITEITEN 83 5.2.1. MULTILINE 83 5.2.2. POLYLINE (PLINE) 88 5.2.3. POLYGON 89 5.2.4. RECTANGLE 89 5.2.5. DONUT 90 5.2.6. SPLINE 90 5.2.7. REVISION CLUOD 90 5.2.8. OPMERKINGEN BIJ ENKELE ENTITEITEN 90 6. MANIPULATIES VAN ENTITEITEN 90 6.1. UNDO 93 6.2. REDO 93 6.3. ERASE 93 6.4. COPY 94 6.5. MIRROR 94 6.6. OFFSET 94 6.7. ARRAY 95 6.8. MOVE 97 6.9. ROTATE 97 6.10. SCALE 97 6.11. STRETCH 97 6.12. LENGHTEN 97 6.13. TRIM 98 6.14. EXTEND 98 6.15. BREAK AT POINT 98 6.16. BREAK 98 6.17. JOIN 99 6.18. CHAMFER 99 6.19. FILLET 99 6.20. EXPLODE 100 6.21. DIVIDE 100 6.22. MEASURE 100 6.23. POLYLINE (PEDIT) 100 6.24. SPLINE (SPLINEDIT) 101 6.25. MULTILINE (MLEDIT) 101 6.26. GRIPS 102 7. GESTRUCTUREERD TEKENEN 104 7.1. LAYER PROPERTIES MANAGER 104 7.1.1. AANMAKEN VAN EEN NIEUWE LAYER 105 7.1.1.1. NAAM VAN DE NIEUWE LAYER 105 7.1.1.2. COLOR VAN DE NIEUWE LAYER 106 7.1.1.3. LINETYPE VAN DE NIEUWE LAYER 107 7.1.1.4. LINEWEIGHT VAN DE NIEUWE LAYER 108 7.1.1.5. PLOTTEN VAN EEN LAYER 109 7.1.2. CURRENT ZETTEN VAN EEN LAYER 109 III

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 0. INHOUDSTAFEL DEEL I BLZ. 7.1.3. TURN A LAYER ON OR OFF 110 7.1.4. A LAYER FREEZE OR THAW IN ALL VIEWPORTS 111 7.1.5. FREEZE OR THAW IN CURRENT LAYER 111 7.1.6. LOCK OR UNLOCK A LAYER 112 7.1.7. DELETE A LAYER 112 7.2. LAYER PROPERTIES TOOLBAR 113 7.3. SCHAALFACTOR BIJ EEN LINETYPE VAN EEN LAYER 114 8. PROPERTIES 115 116 BLZ. IV

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.1. OPSTARTICOON VAN AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AutoCAD2006 1.1. OPSTARTICOON VAN AutoCAD2006 Na de installatie van AutoCAD2006 vind je onderstaand opstarticoon terug op het bureaublad: Kopieer nu dit opstarticoon en verander de benaming als onderstaand voorbeeld: AutoCAD2006 BASISOPLEIDING NAVORMING Kopieer: ofwel selecteer het icoon (enkele linker muisklik op icoon), Ctrltoets inhouden en met ingehouden linker muistoets het icoon verslepen, daarna deselecteren (linker muisklik naast icoon); ofwel selecteer het icoon, rechter muisklik en maak keuze kopiëren, deselecteren, rechter muisklik en maak keuze plakken. Naamsverandering: ofwel selecteer het icoon, functietoets F2, end-toets en verander de benaming, deselecteren; ofwel selecteer het icoon, rechter muisklik en maak keuze Naam wijzigen en daarna deselecteren. De bedoeling van bovenstaande is dat voor elke specifieke opleiding een opstarticoon wordt aangemaakt, in een later stadium van de syllabus worden er dan specifieke instellingen uitgevoerd per opstarticoon. 1

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.2. BASISINSTELLINGEN WINDOWS 1.2. BASISINSTELLINGEN WINDOWS 1.2.1. HET AANMAKEN VAN EEN NIEUWE WERKMAP Voor de sessies AutoCAD2006 voor de opleiding houttechnologie wordt er in de werkmap HOUT 1 gewerkt. In deze map HOUT 1 wordt er een nieuwe persoonlijke werkmap aangemaakt met als naam acad1234: acad1234, waarin: 1 staat voor de eerste letter van de voornaam; 2, 3, en 4 staan voor een willekeurige goed te herkennen combinatie van letters uit de familienaam (voorleggen aan lector, zodat er geen twee identieke mappen ontstaan) (voorbeeld: acadpdlc = acadpauldelcour). In deze persoonlijke werkmap wordt er volgens lector en klas verder geordend, ingedeeld en mappen aangemaakt. 1.2.2. HET INSTELLEN VAN DE NIEUWE WERKMAP VOOR AutoCAD2006 Selecteer het opstarticoon, rechter muisklik en maak keuze eigenschappen. 2 1.2.1.HET AANMAKEN VAN EEN NIEUWE WERKMAP

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.2. BASISINSTELLINGEN WINDOWS Tik volgende onderstaande gemarkeerde zaken in: OPMERKING: de dubbele zijn maar nodig wanneer er spaties in de mapnamen voorkomen (de zorgen ervoor dat alles in een string, één geheel kan gelezen worden), wanneer er geen spaties voorkomen verdwijnen de dubbele automatisch. 1.2.3. HET ORDENEN EN INDELEN VAN UW PERSOONLIJKE WERKMAP VOOR DE BASISOPLEIDING 3 1.2.2.HET INSTELLEN VAN DE NIEUWE WERKMAP VOOR AutoCAD2006

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.3. OPSTARTEN AUTOCAD2006 1.3. OPSTARTEN AutoCAD2006 Ofwel selecteren van het opstarticoon + enter; Ofwel dubbelklik op het opstarticoon. 4

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.4. OPBOUW AUTOCAD2006 SCHERM 1.4. OPBOUW AutoCAD2006 SCHERM 1.4.1. HET TEKENGEBIED Het tekenscherm, het grafische scherm, AutoCAD2006 Drawing Window. 1.4.2. DE COMMANDOREGEL(s) De dialoogregel, het dialoogmenu, de opdrachtregel. Alles wat er gebeurt in AutoCAD2006 verschijnt in de commandoregel, je kunt er alle AutoCAD commando s intikken. Hieronder is de commandoregel voorzien van twee regels, meer en minder kan ook. Zonder de hulp van het AutoCAD options dialoogscherm doe je dit met cursor: sta net bovenop de scheiding met het tekengebied tot je een = met pijltje boven en onder verkrijgt, linker muistoets inhouden en verslepen naar boven of onder. Intikken op de commandoregel gebruik je vooral voor, na een gekozen commando, de opties binnen een AutoCAD commando. Deze opties worden weergegeven met kleine- en hoofdletters, het intikken van de hoofdletter(s) volstaat om de optie te selecteren. Bevestigen doe je met enter, rechter muistoets kan ook, doch wordt niet veel gebruikt. 1.4.3. HET TEKSTSCHERM Het tekstgebied, AutoCAD2006 Text Window. Alles wat er in AutoCAD2006 gebeurt, verschijnt ook als tekst. Functietoets F2: tekstscherm actief. Functietoets F2: tekstscherm niet actief. 5 1.4.1. Het TEKENGEBIED

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.4. OPBOUW AUTOCAD2006 SCHERM 1.4.4. DE CURSOR Wanneer je de muis, het aanwijsapparaat, vrij of zonder opdracht in het tekengebied beweegt, krijgt de cursor de vorm van twee kruisdraden met op de kruising een vierkantje. Één van de manieren om de kruisdraden te verlengen of te verkorten is: ga met een vrije cursor op de commandoregel staan, klik linker muistoets en kies Options ; kies het tabblad Display; je kunt met de schuifbalk de kruisdraden verlengen of verkorten. Een waarde intikken kan ook. Het vierkantje op de kruisdraden vergroten of verkleinen doe je via de vrije commandoregel het commando pickbox in te tikken + enter. Één van de manieren om dit vierkantje te vergroten of te verkleinen is: Options, keuze tabblad Selection; je kunt met de schuifbalk de kruisdraden verlengen of verkorten. 6 1.4.4. DE CURSOR

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.4. OPBOUW AUTOCAD2006 SCHERM De cursor kan nog andere vormen aannemen: de twee kruisdraden zonder vierkantje: na selectie van een commando een vrije positie aanwijzen in het tekengebied; een vierkantje: selecteren in het tekengebied; een pijltje: aanwijzen buiten het tekengebied en tekstscherm. 1.4.5. DE TITELBALK Op de titelbalk staat links de naam van de tekening waaraan je werkt. Op het voorbeeld hieronder staat [Drawing1.dwg], wat wil zeggen dat de tekening nog geen naam heeft gekregen en dus bijgevolg nog niet bewaard is; rechts de knopjes om AutoCAD2006 in volgorde te minimaliseren, te maximaliseren en te beëindigen. 1.4.6. DE MENUBALK Op de menubalk staat: links de titels van de POP menu s rechts de knopjes om de tekening (het tekengebied) in volgorde te minimaliseren, te maximaliseren en te beëindigen. 1.4.7. DE PULLDOWN MENU S (hiërarchische menu s) Door één van de titels op de menubalk met linker muistoets aan te klikken, verschijnt er een pulldown menu, een ondergeschikt menu met verschillende opties, allemaal te activeren met linker muistoets. Deze opties zijn: het activeren van een AutoCAD commando, achter de optie staat er niets; 7 1.4.4. DE CURSOR

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.4. OPBOUW AUTOCAD2006 SCHERM het activeren van een dialoogbox, achter de optie staan drie puntjes; het activeren van een sub pulldown menu, een sub sub pulldown menu,, achter de optie staat een pijltje rechts. OPMERKING: de pulldown menu s worden ook hiërarchische, uitrol of uitklapmenu s genoemd. 1.4.8. DE SCREENMENU (schermmenu) De screenmenu bevat alle AutoCAD2006 commando s en wordt actief door: Options, keuze tabblad Display; leg het vinktekentje aan bij Display screen menu; Het resultaat is de screenmenu waar alle AutoCAD2006 commando s te selecteren zijn. Na selecteren van een commando verschijnen er al dan niet de opties van het commando. Op deze manier hoef je de commando-opties niet in te tikken, je kunt ze allemaal selecteren via de screenmenu. In onbruik geraakt door de grootte van de windows omgeving in het te kleine computerscherm, doch tegenwoordig door de grotere schermafmetingen weer geprezen omwille van zijn volledigheid. 8 1.4.7. DE PULLDOWN MENU S (hiërarchische menu s)

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.4. OPBOUW AUTOCAD2006 SCHERM 1.4.9. DE CURSORMENU (rechter muistoets menu) Options, keuze tabblad User Preferences, ; leg het vinktekentje aan bij Shortcut menus in drawing area. Afhankelijk van waar de cursor zich bevindt (op de menubalk, in het tekengebied, in het tekstscherm, op de commandoregel, ) verschijnt er een cursormenu na de rechter muistoets. in het tekengebied: rechter muistoets; in het tekengebied: shifttoets + rechter muistoets; op de commandoregel en in het tekstscherm: rechter muistoets; 9 1.4.9. DE CURSORMENU

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.4. OPBOUW AUTOCAD2006 SCHERM 1.4.10. DE STATUSREGEL Op de statusregel staat: links, naargelang de wisseling met functietoets F6, de coördinaten (de verschillende soorten worden later in de syllabus uitvoerig uitgelegd) van de cursor in het tekengebied: o absolute coördinaten niet actief, niet rollend o absolute coördinaten actief, rollend, waarbij je kunt kiezen (met functietoets F6) tussen x-y-z (hieronder afgebeeld) en x-hoek-z voorstelling; rechts een aantal knoppen voor tekenhulp, (de verschillende soorten worden later in de syllabus uitvoerig uitgelegd) 1.4.11. MODEL (modelspace of modelruimte) Het tekengebied is de modelruimte, de constructieruimte, de plaats waar de tekening, het model, vorm krijgt. Dit kan zowel twee- of driedimensionaal. 1.4.12. LAYOUT1, LAYOUT2 (paperspace of papierruimte) Het presentatiegebied, het afwerkgebied van de tekening, daar waar de plots of uitprints samengesteld worden. OPMERKING: met de knop MODEL/PAPER van op de statusregel wissel je tussen de model- en papierruimte. 10 1.4.10. DE STATUSREGEL

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.4. OPBOUW AUTOCAD2006 SCHERM 1.4.13. UCS ICON( s) Onderaan links in het tekengebied van model en layout kan er een UCS icon staan. Een UCS icon geeft de plaats en de stand aan van het coördinatenstelsel, later in de basisopleiding uitgelegd. Een UCS icon kan verschillende vormen aannemen al naargelang model of layout, onder- boven- of zijaanzicht, het UCS icon model in 2D of 3D: het UCS icon layout in 2D of 3D: Een UCS icon kan al dan niet zichtbaar zijn in het tekengebied: 11 1.4.13. UCS ICON

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.4. OPBOUW AUTOCAD2006 SCHERM Een UCS icon kan al dan niet een vaste plaats in het tekengebied behouden (vinktekentje af: icon blijft in de linkerhoek van het tekengebied vast staan). De eigenschappen van een UCS icon: 1.4.14. TOOLBARS (werkbalken, pictogrammenmenu s) In de pulldown menu s, de cursormenu s en de screenmenu staan geschreven AutoCAD commando s. Op toolbars of werkbalken staan deze commando s als pictogrammen gepositioneerd op twee soorten knoppen: de standaardknop, waar alleen een pictogram op staat; de flyoutknop, zoals het 12de pictogram, gekenmerkt door een driehoekje rechts onderaan de knop. Een flyout is een ondergeschikte knop die na selectie met ingehouden linker muistoets de standaardknop wordt. 12 1.4.14. TOOLBARS

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.4. OPBOUW AUTOCAD2006 SCHERM OPMERKINGEN: toolbars kunnen zowel standaard als flyoutknoppen bevatten; vaste toolbars zijn toolbars die ofwel in een dok bovenaan, rechts, onderaan of links van het tekengebied verschijnen; zwevende toolbars zijn toolbars die zwevend op een willekeurige plaats in het tekengebied verschijnen. Een zwevende toolbar in een dok plaatsen: met de ingehouden linker muistoets op de (blauwe) titelbalk de toolbar slepen naar links, rechts, onder of boven het tekengebied tot hij een andere gedaante aanneemt. Daar de linker muistoets loslaten. Een vaste toolbar zwevend maken: Elke vaste toolbar heeft, naargelang een horizontale of verticale toolbar, links of bovenaan twee ribbels. Er zijn twee manieren om een toolbar zwevend te krijgen: o met ingehouden linker muistoets op de ribbels en de vaste toolbar losmaken naar het tekengebied, daar de linker muistoets loslaten; o dubbelklik met linker muistoets op de ribbels van de vaste toolbar. De toolbars zichtbaar of onzichtbaar in het tekengebied: ga met de cursor op een knop van om het even welke toolbar staan en klik rechter muistoets: de toolbars met een vinktekentje ervoor zijn deze die actief in een dok of zwevend zijn. Een toolbar actief maken doe je met linker muistoets op de gewenste toolbarnaam. De nieuwe toolbar staat dan normaal gezien zwevend in het tekengebied. 13 1.4.14. TOOLBARS

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.4. OPBOUW AUTOCAD2006 SCHERM Zwevende toolbars worden normaal horizontaal weergegeven met één rij knoppen. Deze vorm van toolbar is manipuleerbaar. Een toolbar met twee rijen knoppen of meerdere rijen is mogelijk, van horizontaal naar verticaal is ook mogelijk. Hoe verander je de vorm van een toolbar. Maak een toolbar zwevend. Ga met de cursor op een rand staan van de toolbar tot je een dubbel pijltje ziet, dan met ingehouden linker muistoets de toolbar van vorm veranderen. (uiteraard kan je bij een horizontale toolbar met één rij knoppen niet de twee horizontale randen gebruiken, bij een verticale de twee verticale randen) OPMERKING: de vorm blijft behouden van de zwevende toolbar tot je weer een vormverandering uitvoert. 14 1.4.14. TOOLBARS

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.4. OPBOUW AUTOCAD2006 SCHERM 1.4.15. AutoCAD2006 HELP Functietoets F1. 15 1.4.15. AutoCAD2006 HELP

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.4. OPBOUW AUTOCAD2006 SCHERM 16 1.4.15. AutoCAD2006 HELP

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.4. OPBOUW AUTOCAD2006 SCHERM 17 1.4.15. AutoCAD2006 HELP

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.4. OPBOUW AUTOCAD2006 SCHERM De HELP sluit je met linker muistoets op het kruisje rechts bovenaan. 18 1.4.15. AutoCAD2006 HELP

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.5. BEËINDIGEN AUTOCAD2006 1.5. BEËINDIGEN AutoCAD2006 AutoCAD2006 kan je op verschillende manieren beëindigen: 1. Intikken op de vrije commandoregel: exit + enter. 2. Intikken op de vrije commandoregel: quit + enter. 3. 4. onderaan 5. rechter muistoets op de blauw band bovenaan 6. 7. Alt + F4 Wanneer je iets getekend hebt, geven de verschillende manieren onderstaande dialoogbox op scherm: 19

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.6. OPENEN VAN EEN TEKENING 1.6. OPENEN VAN EEN TEKENING NOOIT VAN OP EEN EXTERNE DRIVE Windows verkenner is actief, AutoCAD2006 is niet opgestart. 1.6.1. VIA WINDOWS VERKENNER Open met de verkenner: Beëindig AutoCAD2006. 1.6.2. VIA START Voorwaarde: bovenstaande 1.6.1 is uitgevoerd. Beëindig AutoCAD2006 niet. 1.6.3. VIA AutoCAD2006 Voorwaarde: bovenstaande 1.6.2 is uitgevoerd. of tweede standaardknop van de standard toolbar of of intikken op de vrije commandoregel: open + enter 20 1.6.1. VIA WINDOWS VERKENNER

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.6. OPENEN VAN EEN TEKENING 21 1.6.3. VIA AutoCAD2006

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.7. OPENEN VAN EEN NIEUWE TEKENING 1.7. OPENEN VAN EEN NIEUWE TEKENING NOOIT VAN OP EEN EXTERNE DRIVE of eerste standaardknop van de standard toolbar of of intikken op de vrije commandoregel: new + enter via start from scratch Je hebt twee mogelijkheden: de radioknop aan bij Imperial (feet and inches): je krijgt een tekengebied met drawing limits 12 op 9. In mm ongeveer een postzegelgrootte, in inches ongeveer een A4 formaat en de tekeneenheden zijn inches; de radioknop aan bij Metric: je krijgt een tekengebied met drawing limits 420 op 297 mm en de tekeneenheden zijn mm. 22

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.7. OPENEN VAN EEN NIEUWE TEKENING via een template Een template is een tekening opgeslagen met de extensie.dwt. Deze template is bedoeld als uitgangspunt, als start, als onderlegger, als prototype voor de nieuwe tekening. Deze template is een schijnbaar leeg tekengebied, doch met al aangemaakte gestandaardiseerde instellingen. Op deze manier win je heel wat opstarttijd. via een wizard 23

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.7. OPENEN VAN EEN NIEUWE TEKENING Quick Setup 24

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.7. OPENEN VAN EEN NIEUWE TEKENING Advanced Setup 25

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.7. OPENEN VAN EEN NIEUWE TEKENING 26

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.7. OPENEN VAN EEN NIEUWE TEKENING 27

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.8. OPSLAAN VAN EEN TEKENING 1.8. OPSLAAN VAN EEN TEKENING NOOIT OP EEN EXTERNE DRIVE 1.8.1. OP DE HARDDISK 1.8.1.1. OPSLAAN VAN EEN NIEUWE TEKENING De tekening staat met naam [drawing NR ] op de titelbalk. of derde standaardknop van de standard toolbar of of of intikken op de vrije commandoregel: save + enter 28 1.8.1. OP DE HARDDISK

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.8. OPSLAAN VAN EEN TEKENING 1.8.1.2. OPSLAAN VAN EEN BESTAANDE TEKENING MET DEZELFDE NAAM De tekening staat met naam [drawing ] op de titelbalk. of derde standaardknop van de standard toolbar of 29 1.8.1. OP DE HARDDISK

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 1. INTRODUCTIE AUTOCAD2006 1.8. OPSLAAN VAN EEN TEKENING 1.8.1.3. OPSLAAN VAN EEN BESTAANDE TEKENING MET EEN ANDERE NAAM 1.8.2. OPSLAAN OP EEN 3,5 INCH DISKETTE, OP EEN MEMORY-STICK, OP CD-ROM EERST BEWAREN / OPSLAAN ZOALS BIJ 1.8.1.1, 1.8.1.2 of 1.8.1.3 OP DE HARDDISK. daarna vanuit de Windows verkenner de tekening kopiëren op de 3,5 inch diskette of memory-stick; daarna op CDrom schrijven met een daarvoor bestemd programma. ALTIJD OPENEN VANAF OF BEWAREN OP DE HARDDISK!!! 30 1.8.1. OP DE HARDDISK

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.1. FORMAT 2. BASISINSTELLINGEN AutoCAD2006 2.1. FORMAT 2.1.1. LINEWEIGHT of of met rechter muistoets vanop de statusregel of vanop de vrije commandoregel intikken lineweight + enter Het vinktekentje naast Display Lineweight plaatsen zorgt ervoor dat, wanneer je tekent met lijndiktes, deze lijndiktes ook in het tekengebied te zien zijn. Adjust Display Scale: schuifbalk richting Max verschuiven zorgt ervoor dat de kleinste lijndikte ook zichtbaar, dikker wordt in het tekengebied. OPMERKINGEN: de knop LWT op de statusregel ingedrukt is Lineweight ON, m.a.w. zichtbaar in het tekenscherm; de knop LWT op de statusregel niet ingedrukt is Lineweight Off, m.a.w. onzichtbaar in het tekenscherm; meestal wordt er niet getekend met de Lineweight on, die dikte is pas bepalend voor het plotten van de tekening. 31 2.1.1. LINEWEIGHT

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.1. FORMAT 2.1.2. SCALE LIST Hierin vind je de lijst van plotschalen terug voor de layout, paperspacepapierruimte. Een geselecteerde schaal uit de lijst verwijderen. De overgebleven lijst ordenen door geselecteerde schalen naar boven of onder te plaatsen. Een geselecteerde schaal anders voorstellen, voorbeeld 1:10 kan je naar 1/10 veranderen. Een nieuwe schaal toevoegen. Alles terug zetten zoals AutoCAD2006 geïnstalleerd werd. 32 2.1.2. SCALE LIST

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.1. FORMAT 2.1.3. POINT STYLE Het instellen van een zichtbare puntstijl. Wanneer je een punt zet in het tekenscherm wil je dit ook zien. De pointsize stel je in: relatief t.o.v. de hoogte van het tekenscherm of absoluut; absoluut onafhankelijk van de schermgrootte. De grootte van alle punten wordt opnieuw berekend als de tekening opnieuw wordt gegenereerd. (menubalk View, Regen) OPMERKINGEN: de systeemvariabelen PDMODE en PDSIZE, in te tikken op de vrije commandoregel, bepalen de weergave van punten: 33 2.1.3. POINT STYLE

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.1. FORMAT 2.1.4. UNITS PDMODE komt overeen met: 0 1 2 3 4 32 32 33 34 35 64 65 66 67 68 96 97 98 99 100 PDSIZE komt overeen met: 0 5% relatief van de schermhoogte; + waarde absolute waarde; - waarde relatieve waarde. nadat je de waarden voor PDMODE en PDSIZE wijzigde, wordt de weergave van bestaande punten aangepast op het moment dat de tekening opnieuw wordt gegenereerd. 34 2.1.4. UNITS

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.1. FORMAT Je tekent in tekeneenheden, drawing units. Bij Length stel je in: het type van tekeneenheden; de nauwkeurigheid dat AutoCAD2006 weergeeft op de statusregel. AutoCAD2006 rekent altijd tot op 14 cijfers na de komma, doch toont ze niet allemaal. Bij Angle stel je in: het type van graden: decimaal, minuten seconden, ; de nauwkeurigheid dat AutoCAD2006 weergeeft in het tekengebied. AutoCAD2006 tekent en berekent in tegenuurwerkerszin (rechtsdraaiend). Een vinktekentje plaatsen naast Clockwise doet dit in uurwerkerszin (linksdraaiend). Met de Base Angle bepaal je de 0 start: East: horizontaal naar rechts is 0 ; North: verticaal naar boven is 0 ; West: horizontaal naar rechts is 0 ; South: verticaal naar beneden is 0. Afhankelijk van de instelling clockwise bepaal je dan verder 90, 180, 35 2.1.4. UNITS

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.1. FORMAT 2.1.5. DRAWING LIMITS Het instellen van een tekenbladformaat in model. Specify lower left corner or [ON/OFF] <0.0000,0.0000>: de linker onderhoek van het formaat, normaal gewoon enter; Specify upper right corner <420.0000,297.0000>: het ingeven van de rechter bovenhoek van het formaat met basis, hoogte; zoom all om het volledige tekenbladformaat in het tekengebied te zien. 36 2.1.5. DRAWING LIMITS

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS 2.2. OPTIONS of rechter muistoets op de vrije commandoregel of met een vrije cursor in het tekenscherm en dan rechter muistoets of intikken op de vrije commandoregel: options + enter. Met het dialoogvenster Options maak je persoonlijke instellingen, voorkeuren, productievere instellingen, bepaalde instellingen overbodig, enz 37

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS 2.2.1. PROFILES Een eigen profiel van schermopbouw en scherminstellingen aanmaken met toolbars, colors, font, enz De <<AutoCAD 2006 Unnamed Profile>> is de oorspronkelijke instelling van schermopbouw en instellingen, zoals AutoCAD2006 geleverd en geïnstalleerd werd. Deze oorsponkelijke instelling is de fabrieksinstelling, de standaard instelling van AutoCAD, zo neutraal mogelijk voor elke bedrijfstak opgesteld. Veel van deze instellingen kan je persoonlijk of bedrijfsgebonden maken. De eerste stap daartoe is een eigen profile aan te maken. Een geselecteerd profiel current, huidig zetten. Een nieuw profiel met welbepaalde naam aanmaken en in de lijst zetten. Een geselecteerd profiel, niet current, veranderen van naam. Een geselecteerd profiel, niet current, verwijderen. Een geselecteerd profiel bewaren als een ARG bestand. Een bewaard profiel importeren. De fabrieksinstelling terug verkrijgen. Als beginsituatie vertrek je van de current geplaatste fabrieksinstelling. Zijn er daar al wijzigingen aan gebeurt, dan maak je gebruik van de Reset knop. 38 2.2.1. PROFILES

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS Een geselecteerd profiel current, huidig zetten. Wanneer je altijd gelijkaardige benamingen kiest, dan staat alles wat van één gebruiker is mooi alfabetisch onder elkaar. Zeker waar verschillende pc-gebruikers per toestel plaatsnemen, is dit heel productief en overzichtelijk. Een geselecteerd profiel, niet current, veranderen van naam. Een geselecteerd profiel, niet current, verwijderen. 39 2.2.1. PROFILES

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS Om uw persoonlijk Profile op te slaan IN UW PERSOONLIJKE WERKMAP: C:\HOUT 1\ACAD1234\BASIS\ARG met als bestandsnaam ACAD1234BASIS.ARG OPMERKINGEN: een profile ALTIJD bewaren op de harddisk!!! laat uw ACAD1234BASIS.ARG altijd in uw werkmap staan, indien je AutoCAD2006 opstart en uw Profile is verdwenen of overschreven door iemand anders, dan kan je altijd terug importeren (zie hieronder). neem een kopie van uw.arg op een diskette, memory-stick of cd-rom, zodat je het ook op andere PC s kunt importeren (zie hieronder). Om uw Profile te installeren op uw PC of andere PC s, of indien uw Profile nog op PC staat (en niet current staat), doch er zijn wijzigingen aan gebeurd, wordt er gevraagd om het bestaande profiel te overschrijven. Het nieuwe geselecteerde profiel altijd current, huidig zetten. een gewijzigd profiel steeds bewaren, dus altijd exporteren naar uw harddisk en overschrijven met dezelfde naam, vergeet dan ook uw kopie ervan niet te wijzigen. 40 2.2.1. PROFILES

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS 2.2.2. FILES Het is nu van belang een Support File Search Path aan te maken, zodat je AutoCAD2006 prioriteit geeft bij het zoeken naar bestanden. Voor de basisopleiding AutoCAD2006 wordt het aan te maken path de werkmap: De werkmap selecteren 41 2.2.2. FILES

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS Om het automatisch opslaan in uw persoonlijke werkmap uit te voeren, op deze manier vind je heel snel alles terug; Op deze manier komt uw log file in uw persoonlijke werkmap terecht; Op deze manier komen uw temporary tekening files in uw persoonlijke werkmap terecht; Op deze manier komen uw temporary external reference files in uw persoonlijke werkmap terecht; 42 2.2.2. FILES

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS 2.2.3. DISPLAY het vinktekentje naast Display screen menu aanleggen geeft de screenmenu op scherm; de achtergrondkleur van het tekenscherm en de commandoregels, zowel van model als van layout kan je wijzigen bij nadat je het desbetreffende gebied in onderstaande dialoogbox selecteerde met linker muistoets. Daarna wijzig je de kleur naast Color; OPMERKING: oppassen wanneer je met de linker muistoets de naam van de commandoregel selecteert. Wanneer je dan de tekstkleur idem als de achtergrondkleur zet, dan is er zogezegd geen tekst meer in de commandoregels. 43 2.2.3. DISPLAY

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS de tekststijl van de commandoregel manipuleren; onderaan dit tabblad bij Crosshair size kan je met de schuifbalk de kruisdraden manipuleren, een waarde intikken kan ook. 44 2.2.3. DISPLAY

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS 2.2.4. OPEN AND SAVE bij File Save, Save as selecteer je onder welk AutoCAD versie je de tekening opslaat. Zeer handig wanneer een AutoCAD2006 tekening nog geopend moet worden in bijvoorbeeld AutoCAD2000/2002 op een andere PC. het automatisch opslaan (backup) vinktekentje plaatsen bij Automatic save en instellen om de hoeveel minuten dit moet gebeuren. Het automatisch opslaan gebeurt in de werkmap. Al of niet een vinktekentje plaatsen naast Create backup copy with each save om een backup te nemen bij iedere keer dat je de tekening zelf opslaat. AutoCAD2006 heeft zogenaamde swapruimte nodig op de harddisk gedurende het tekenen. Deze swapruimte is vrije ruimte op de harddisk, nodig om temporary files in onder te brengen met de extensie.ac$. Vandaar dat je AutoCAD2006 niet kunt installeren op een harddisk met te weinig vrije ruimte. 45 2.2.4. OPEN AND SAVE

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS 2.2.5. PLOT AND PUBLISH Wordt later in de basisopleiding AutoCAD2006 behandeld. 46 2.2.5. PLOT AND PUBLISH

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS 2.2.6. SYSTEM Bij Startup bepaal je de mogelijkheid om met een startup dialog uw AutoCAD2006 op te starten of niet. 47 2.2.6. SYSTEM

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS 2.2.7. USER PREFERENCES Zie 2.1.1. LINEWEIGHT blz. 31 Zie 2.1.2. SCALE LIST blz. 32 Het instellen van de rechter muistoets: het vinktekentje ligt af naast Shortcut menu s in drawing area: de rechter muistoets breekt elk commando direct af. Direct erna wordt met rechter muistoets terug vorig commando actief. het vinktekentje ligt aan naast Shortcut menus in drawing area: na het afbreken van een commando wordt via een tussen dialoogschermpje nog opties geboden. Direct erna wordt met rechter muistoets terug een dialoogscherm gegeven; 48 2.2.7. USER PREFERENCES

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS OPMERKING: je hebt ook nog een tussenoplossing door het vinktekentje aan te leggen bij Turn on time-sensitive right-click met instelbare milliseconden. Vlug rechtermuistoets is afbreken, langer ingehouden rechter muistoets is kiezen voor een tussen dialoogscherm. 49 2.2.7. USER PREFERENCES

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS 2.2.8. DRAFTING autosnap marker color stelt de kleur in van de AutoSnap vangfuncties (hoofdstuk 4). De kleur is vooral afhankelijk van de gekozen achtergrondkleur van het tekengebied, liefst zeer goed contrasterend te kiezen; AutoSnap Marker Size stelt de grootte in van de AutoSnap vangfuncties (hoofdstuk 4); Aperture Size stelt de grootte in van het vierkantje bij de kruisdraden na de selectie van een commando. Liefst deze groottes ongeveer gelijk zetten, in het tekengebied komen ze dan juist overeen; Drafting Tooltip Appearance stelt de kleur (in model en layout), grootte en transparantheid in van de hulpschermpjes of tooltips (hulp tijdens uitvoeren van ; 50 2.2.8. DRAFTING

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS 51 2.2.8. DRAFTING

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS 2.2.9. SELECTION Unselected grip color en Selected grip color stellen de kleur in van de ongeselecteerde en geselecteerde grips (hoofdstuk 4). De kleur is vooral afhankelijk van de gekozen achtergrondkleur van het tekengebied, liefst zeer goed contrasterend te kiezen; Pickbox Size stelt de grootte in van het vierkantje op de vrije kruisdraden; Grip Size stelt de grootte in der grips (hoofdstuk 4). Liefst deze groottes ongeveer gelijk zetten, in het tekengebied komen ze dan juist overeen. 52 2.2.9. SELECTION

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS Het vinkteken bij Noun/verb selection moet aanliggen, anders werkt de DELETE toets niet meer; Bij Selection Preview heb je de keuze bij een actief of niet-actief commando, instellingen gebeuren bij de visuele effecten; Wanneer je in het tekengebied over een entiteit gaat zonder selectie, dan wordt deze entiteit opgelicht: Dash is alleen opgelicht met een streeplijn, Thicken is opgelicht met een dikke volle lijn, Both is opgelicht met een dikke streeplijn 53 2.2.9. SELECTION

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS In het tekengebied selecteer je ook met een rechthoek: Van linksonder naar rechtsboven is de rechthoek een volle lijn, een window selection (een entiteit moet volledig binnen de rechthoek zitten om geselecteerd te zijn); Van rechtsboven naar linksonder is de rechthoek een stippellijn, een crossing selection (een entiteit die de rib of ribben van de rechthoek kruist is geselecteerd); Beide ingesloten oppervlaktes kan je met een gekozen lichte kleur instellen, ook de sterkte van deze kleur kan je met de schuifbalk regelen. Met het vinktekentje aan of af regel je of dit actief of niet actief is in het tekengebied. 54 2.2.9. SELECTION

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS 2.2.10. SCHERMOPBOUW Maak dat voor de basisopleiding AutoCAD2006 onderstaande toolbars aanliggen. 55 2.2.10. SCHERMOPBOUW

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.2. OPTIONS Dok deze toolbars zoals hieronder. Het locken van de toolbars: helemaal rechts op de statusregel (all locked) Het resultaat hiervan is dat de toolbars hun dubbel ribbels kwijt zijn, dus niet meer zwevend te positioneren zijn. OPMERKING: een gewijzigd profiel steeds bewaren, dus altijd exporteren naar uw harddisk en overschrijven met dezelfde naam, vergeet dan ook uw kopie ervan niet te wijzigen. Om uw persoonlijk Profile op te slaan IN UW PERSOONLIJKE WERKMAP: C:\NAV\ACAD1234\BASIS\ARG met als bestandsnaam ACAD1234BASIS.ARG 56 2.2.10. SCHERMOPBOUW

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.3. OPSTARTEN MET UW PROFILE 2.3. AutoCAD2006 OPSTARTEN MET UW PROFILE AutoCAD2006 is nog niet opgestart; ga met de cursor op het opstarticoon van het bureaublad staan en klik rechter muistoets. Klik met linker muistoets bij Eigenschappen. druk op de ENDtoets van uw toetsenbord (let op de cursor op het einde van de lijn); 57

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 2. BASISINSTELLINGEN AUTOCAD2006 2.3. OPSTARTEN MET UW PROFILE tik nu de Profile naam in op onderstaande manier: spatie/pspatie acad1234basis OPMERKINGEN: bij het opslaan wan de tekening wordt uw Profile automatisch mee bewaard, m.a.w. bij het terug openen van uw tekening via verkenner staat uw Profile automatisch current; de dubbele zijn altijd nodig, zeker wanneer er spaties in de naam voorkomen. 58

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 3. VIEW-, ZOOM- EN PANFUNCTIES. 3. VIEW-, ZOOM- EN PANFUNCTIES Zoomfuncties vanuit de menubalk: Panfuncties vanuit de menubalk: Zoomfuncties vanuit de toolbar: WINDOW/DYNAMIC/SCALE/CENTER/OBJECT/IN/OUT/ALL/EXTENTS 59

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 3. VIEW-, ZOOM- EN PANFUNCTIES. Zoomfuncties vanuit de Standard toolbar: Pan Realtime, Zoom Realtime, Zoom Window, Zoom Previous Zoomfuncties vanuit de Flyout knop vanuit de Standard toolbar -WINDOW -DYNAMIC -SCALE -CENTER -OBJECT -IN -OUT -ALL -EXTENTS ZOOMFUNCTIES via de commandoregel: PANFUNCTIES via de commandoregel: OPMERKING: normaal werken de zoomfuncties als een smooth view, aardig om naar te kijken in het begin, doch heel wat tijd in beslag nemend. Wil je dit niet meer, voer dan onderstaande uit op de vrije commandoregel. 60

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 3. VIEW-, ZOOM- EN PANFUNCTIES. Viewfuncties vanuit de menubalk: 61

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 3. VIEW-, ZOOM- EN PANFUNCTIES 3.1. ZOOM WINDOW 3.1. ZOOM WINDOW Zoomt een deel van de tekening met een gebied dat door een rechthoek wordt aangegeven: linker muistoets in tekengebied, tegenovergestelde hoek rechthoek met linker muistoets. 3.2. ZOOM DYNAMIC Het current tekenscherm wordt dynamisch weergegeven in een rechthoek met een diagonaal kruisje in het midden. In blauwe stippellijn verschijnt de drawing limits. Met linker muistoets manipuleer je de grootte van het gewenste beeld, er komt dan in de rechthoek aan de rechterzijde een pijltje en het diagonale kruisje in de rechthoek verdwijnt. Door nogmaals linker muistoets leg je de grootte van het beeld vast, doch nog niet de plaats. Het is pas met de rechter muistoets dat je de gewenste dynamische zoom verkrijgt. Zeer handig wanneer je terug Zoom Dynamic nodig hebt, het vorige beeld blijft behouden (groene stipplellijn), de limits worden zichtbaar en met rechter muistoets krijg je dezelfde beeldgrootte, doch door de gebruiker op een andere plaats in de tekening gekozen. 3.3. ZOOM SCALE Zoomfactor ten opzichte van het origineel. Het getal 1 betekent dat een rechthoek de grootte van de drawing limits op het scherm wordt getoond. X is de zoomfactor ten opzichte van de huidige factor. 0.5X = uitzoomen met factor 2. 2X = inzoomen met factor 2. XP is relatief t.o.v. layout. 3.4. ZOOM CENTER Er wordt gevraagd een center van de tekening te geven die na de zoom precies in het midden van het scherm zal liggen. Daarna wordt er gevraagd een lengte op te geven in de breedte van het scherm. Vb. 200 is 200 tekeneenheden tussen linker en rechterkant scherm. 3.5. ZOOM OBJECT Zoomt een deel van de tekening met een gebied dat door de gekozen entiteit is aangegeven. Na selectie bevestigen met rechter muistoets. 62

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 3. VIEW-, ZOOM- EN PANFUNCTIES 3.6. ZOOM IN 3.6. ZOOM IN Zie zoom scale. 3.7. ZOOM OUT Zie zoom scale. 3.8. ZOOM ALL Alles op scherm brengen. Alles wat binnen of buiten de drawing limits is getekend op scherm tonen. 3.9. ZOOM EXTENTS De tekening zo groot mogelijk op scherm brengen. OPMERKING: bij gebruik van een muis met muiswiel (scroll) is de zoom extents actief door dubbelklik op het wiel. 3.10. ZOOM PREVIOUS De vorige zoominstelling terug op scherm. Werkt meerdere malen. 3.11. ZOOM REAL TIME Met ingehouden linker muistoets de muis naar boven of naar onder bewegen is in- of uitzoomen. Rechter muistoets voor exit. 3.12. PAN REALTIME Met de ingehouden muiswiel het zoombeeld verschuiven over het scherm. Met rechter muistoets voor exit of andere zoom opties. 3.13. PAN POINT Er wordt een specify base point or displacement gevraagd: klik met linker muistoets en geef dan, volgens de volglijn de plaats op waar de verschuiving moet eindigen. 63

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 3. VIEW-, ZOOM- EN PANFUNCTIES 3.14. PAN LEFT/RIGHT/UP/DOWN 3.14. PAN LEFT/RIGHT/UP/DOWN Het huidig zoombeeld wordt verplaatst naar links, rechts, boven of onder het scherm. 3.15. AREAL VIEW Heel handig om een overzicht van de tekening te behouden. Deze zoom werkt als een zoom dynamic, steeds bevestigen met de rechter muistoets. 3.16. CLEAN SCREEN Met dit commando wordt uw pc-scherm alleen ingericht met de menubalk, het tekengebied, de commando- en statusregel. Zo kan je van een optimaal groot tekengebied gebruik maken. 64

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 4. TEKENHULP 4.1. SNAP EN GRID 4. TEKENHULP 4.1. SNAP EN GRID Een raster is een rooster van puntjes, in x-en y-richting in te stellen, in het tekengebied. Als het raster actief is, kan de cursor alleen bewegen van rasterpunt naar rasterpunt. Zo kan je bijvoorbeeld lijnen tekenen waarvan de lengte zichtbaar is door de coördinaten op de statusregel. Met de grid maak je het raster zichtbaar in het tekengebied volgens de drawing limits. Met de snap maak je het raster actief, magnetische rasterpunten. Het actief of niet actief maken van de snap en grid mode kan je op verschillende manieren: op de statusregel de knop snap en grid indrukken of oplichten door een linker muistoets; op de statusregel met de cursor op de knop snap en grid staan en rechter muistoets; de functietoets F7 voor de grid; de functietoets F9 voor de snap. De afstanden tussen de rasterpunten stel je in met volgende dialoogbox: op de statusregel, met de cursor op de knop snap of grid staan en rechter muistoets en dan linker muistoets op 65

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 4. TEKENHULP 4.2. ORTHO 4.2. ORTHO Selecteer het tabblad Snap and grid. Onder Snap type & style moet de radioknop Grid snap en Rectangular snap aanliggen. Wanneer je alleen de X-waarden voor snap en grid ingeeft, dan worden de Y-waarden automatisch vanuit de X-waarden overgenomen. Wanneer de Isometric snap radioknop aanligt, kan je bij Angle de hoek ingeven voor het isometrische raster. In het tekengebied kan je de cursor (kruisdraden) laten wisselen tussen verschillende isoplanes met Control-E. Het komt vaak voor dat je alleen hoeken van 0, 90, 180 en 270 nodig hebt bij het tekenen. De ortho mode is daarbij een handig hulpmiddel op scherm. Het actief of niet actief maken van de ortho mode kan je op verschillende manieren: op de statusregel de knop ORTHO indrukken of oplichten door een linker muistoets; op de statusregel met de cursor op de knop ORTHO staan en rechter muistoets; de functietoets F8. 66

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 4. TEKENHULP 4.3. POLAR 4.3. POLAR Nadat het beginpunt geplaatst is zal er in het tekengebied, wanneer je de ingestelde hoek vormt, een hulplijn en informatie in verband met de positie van de cursor verschijnen. Indien je de cursor verder onder een andere hoek verplaatst, zal deze hulplijn en de tooltip opnieuw verdwijnen. Het actief of niet actief maken van de polar (tracking) kan je op verschillende manieren: op de statusregel de knop polar indrukken of oplichten door een linker muistoets op de statusregel met de cursor op de knop polar staan en rechter muistoets de functietoets F10. Het instellen van de hoek voor de polar (tracking): Er zijn al een aantal hoeken in de dialoogbox voorzien, maar de gebruiker kan zelf nieuwe hoeken toevoegen en verwijderen. Gebruik hiervoor het aanleggen van de schakelaar Additional angles en dan de opties New of Delete. 67

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 4. TEKENHULP 4.4. OSNAP 4.4. OSNAP Deze optie laat toe specifieke punten van entiteiten te tekenen op een bepaalde positie t.o.v. een ingestelde vangfunctie. Bvb. het eindpunt van een lijn moet onder een bepaalde hoek komen te liggen t.o.v. het eindpunt van een al getekende lijn. Je klikt het beginpunt van de te tekenen lijn aan en activeert de vangfunctie door met de cursor op het eindpunt van de al getekende lijn te gaan staan (niet klikken). Wanneer je nu de cursor verder beweegt, verschijnt in het tekengebied informatie over de positie van de cursor ten opzichte van het aangewezen eindpunt. Het actief of niet actief maken van de osnap kan je op verschillende manieren: op de statusregel de knop osnap indrukken of oplichten door een linker muistoets op de statusregel met de cursor op de knop osnap staan en rechter muistoets de functietoets F3 De keuze maken tussen welke vangfuncties: 68

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 4. TEKENHULP 4.4. OSNAP Je maakt de vangfunctie(s) actief door de schakelaar(s) aan te leggen. Bemerk ook de schakelaar Object Snap Tracking On. (volgende otrack) De mogelijke vangfuncties zijn: ENDpoint de positie van het dichtstbijzijnde eindpunt van MIDpoint de positie van het midden van CENter de positie van het middelpunt van een cirkel of boog (omtrek of cirkelsegment aanwijzen) NODe de positie van een punt geplaatst met de AutoCAD2006 commando s point, divide en measure QUAdrant de positie van de kwadranten van een cirkel of cirkelboog INTersection de positie van het snijpunt / kruising van EXTension de positie in het verlengde van INSertion de positie van het insertion base point (invoegpunt) van een tekst, een block PERpendicular de positie loodrecht op TANgent de positie rakend aan NEArest de positie op een element dat je aanwijst APParent de positie t.o.v. een denkbeeldig snijpunt intersection PARallel de positie van een punt zodat het getekende element parallel ligt aan het aangewezen element De verschillende vangfuncties kan je ook selecteren uit: de object snap toolbar Via de toolbar zijn er nog een tweetal knoppen te bespreken: Snap FROm: deze vangfunctie wordt gebruikt met één van de andere vangfuncties om een punt aan te geven t.o.v. een ander punt, het laatste punt wordt zogezegd verlaagd om daar te starten. Nap to NONe: zet alle permanente vangfuncties tijdelijk uit. 69

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 4. TEKENHULP 4.5. OTRACK 4.5. OTRACK Object snap tracking zijn de coördinaatfilters, een hulpmiddel om entiteiten onder specifieke hoeken te tekenen, of de objecten een bepaalde ligging ten opzichte van elkaar te geven. Deze filteroptie wordt gebruikt om een enkele waarde (vb. de X-, Y- of Z- waarde) van een ander punt over te nemen. Het andere punt geef je meestal aan in combinatie met een vangfunctie. Het actief of niet actief maken van de otrack kan je op verschillende manieren: op de statusregel de knop otrack indrukken of oplichten door een linker muistoets; op de statusregel met de cursor op de knop otrack staan en rechter muistoets; de functietoets F11. Werkwijze: er staan een aantal vangfuncties actief; otrack en polar zijn actief; langs een vb. Endpoint van een lijn strijken, er verschijnt een + tekentje en een stippellijn in het tekengebied, het + tekentje verdwijnt na nog een keer erover heen te strijken. 70

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 4. TEKENHULP 4.6. DYNAMIC INPUT 4.6. DYNAMIC INPUT 71

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 4. TEKENHULP 4.6. DYNAMIC INPUT Zie blz. 51 72

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 4. TEKENHULP 4.7. LWT 4.7. LWT Het tekenen met verschillende lijndiktes wil je ook zichtbaar maken in het tekengebied. Het zichtbaar of onzichtbaar maken van de lijndiktes kan je op verschillende manieren: op de statusregel de knop lwt indrukken of oplichten door een linker muistoets; op de statusregel met de cursor op de knop lwt staan en rechter muistoets. Zie blz. 31 73

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 4. TEKENHULP 4.8. REDRAW REGEN REGEN ALL 4.8. REDRAW - REGEN - REGEN ALL Redraw verfrist de tekening in het huidige tekengebied op scherm, het scherm wordt opnieuw opgebouwd zodat eventuele onregelmatigheden verdwijnen; Regen regenereert, berekent de tekening opnieuw in het huidige tekengebied op scherm, de coördinaten van alle punten in het tekengebied worden berekend. Vooral nodig wanneer een tekening sterk werd ingezoomd, vb. bij een cirkel, regen zorgt ervoor dat de tekening aangepast wordt aan het zoombeeld; Regen All berekent alle tekengebieden, ook deze die niet op scherm getoond worden (vb. de layout1). OPMERKINGEN: intikken van op de vrije commandoregel achter de command: redrawall + enter. Werkt zoals regen all, doch alleen opfrissen; intikken van op de vrije commandoregel achter de command: regenauto + enter. Stelt het automatisch regenereren van de tekening in. Er is de optie ON/OFF. De instelling OFF gebruik je vooral bij zeer grote tekeningen om het regenereren af te leggen omdat dit nogal wat tijd vergt. Na enige tijd, wanneer regen af ligt, vraagt AutoCAD2006 soms de toestemming om toch te berekenen. 74

CAD: BASISOPLEIDING AUTOCAD2006 4. TEKENHULP 4.9. COÖRDINATEN 4.9. COÖRDINATEN Wanneer de cursor beweegt in het tekengebied krijg je op de statusregel de coördinaten van de cursorplaats. Door afwisselend op de functietoets F6 te drukken krijg je: geen coördinaten; coördinaten waarvan de eerste waarde de X-waarde is, de horizontale afstand t.o.v. de tekeningoorsprong, normaal de linkerbenedenhoek van de drawing limits. De tweede waarde is de Y-waarde, de verticale afstand t.o.v. de tekeningoorsprong, normaal de linkerbenedenhoek van de drawing limits; coördinaten van de cursorplaats t.o.v. de laatst ingegeven cursorpositie in de vorm van de afstand en onder welke hoek. In een rechthoekig assenstelsel werk je met coördinaten. Bij het invoeren van coördinaten tik je altijd werkelijke maten in, je tekent dus altijd op schaal 1:1 of op ware grootte. Het is pas bij het uitplotten / printen dat je de schaal van de tekening bepaalt. 4.9.1. ABSOLUTE COÖRDINATEN Absolute coördinaten worden ook rechthoekige coördinaten genoemd. Een absolute positie in het tekengebied geef je op met twee getallen gescheiden door een komma. Deze positie geef je aan t.o.v. de oorsprong, (0,0, het nulpunt), en ligt altijd bij de start van AutoCAD2006 links onderaan het tekengebied. Het eerste getal is de X-coördinaat, de horizontale afstand tussen de oorsprong en de gekozen positie. Het tweede getal is de Y- coördinaat, de verticale afstand tussen de oorsprong en de gekozen positie. Punt A ligt t.o.v. de oorsprong (kruising X-as met Y-as) op 10 tekeneenheden volgens de X-as en op 10 tekeneenheden volgens de Y-as. In te geven beginpunt lijn: 10,10. Punt B ligt t.o.v. de oorsprong (kruising X-as met Y-as) op 80 tekeneenheden volgens de X-as en op 30 tekeneenheden volgens de Y-as. In te geven eindpunt van de lijn: 80,30 OPMERKINGEN: je kent de lengte van het lijnstuk op deze manier niet; je kunt zelf een nieuwe oorsprong kiezen, verleggen, verdraaien, dit wordt later in de basisopleiding uitgelegd. 75 4.9.1. ABSOLUTE COÖRDINATEN