Op het bureaublad staan pictogrammen. Via de pictogrammen kunnen programma s worden gestart en mappen en bestanden worden geopend.

Transcriptie

1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1 Aanmelden Als je de computer aanzet, wordt Windows opgestart. Windows is een besturingssysteem. Tijdens het opstarten kun je zien met welke versie van Windows 7 je werkt. Voordat je de computer kunt gebruiken moet je je aanmelden bij Windows. Dit doe je door op de juiste gebruiker te klikken en eventueel een wachtwoord te typen. Daarmee wordt onder andere gezorgd voor beveiliging van gegevens en behoud van persoonlijke instellingen. Het Bureaublad Op het bureaublad staan pictogrammen. Via de pictogrammen kunnen programma s worden gestart en mappen en bestanden worden geopend. Onder aan het bureaublad staat de taakbalk met de startknop: Rechts in de taakbalk staat het systeemvak met daarin o.a. de tijd. De muis Als je de muis beweegt, zie je de muisaanwijzer bewegen. Je kunt de muis op 5 manieren gebruiken: Muishandeling Aanwijzen Laat de muisaanwijzer op een onderdeel rusten. Vaak verschijnt er een geel kader met extra informatie over het onderdeel. Klikken Klikken met rechts Dubbelklikken Slepen Druk op de linkermuisknop. Het onderdeel is nu geselecteerd. Druk op de rechtermuisknop. Er wordt een snelmenu geopend. Welke opties er in het snelmenu staan hangt af van de plaats van de muisaanwijzer. Druk twee keer snel achter elkaar op de linkermuisknop. Met dubbelklikken op een pictogram kun je een programma openen. Beweeg de muis met ingedrukte linkermuisknop. Je kunt zo een pictogram (of een stuk tekst) verplaatsen. De meeste muizen hebben een scrollwieltje. Hiermee kun je bijvoorbeeld door een document bladeren

2 Programma s starten afsluiten en werken met vensters Menu Start kan op drie manieren worden opgevraagd: * Druk op de WINDOWS -toets op het toetsenbord. * Gebruik de toetscombinatie <Ctrl+Esc>. * Klik op de knop (Starten). Via het menu Start open je een programma. Dit kan door direct op de programmanaam te klikken, of dit programma op te zoeken via Alle programma s of het zoekvak van Menu Start. Een programma heeft een venster (window). Een venster heeft de volgende onderdelen: Met de knop minimaliseer je het venster. Het is dan alleen nog een knop in de taakbalk. Door op de knop te klikken zie je het venster weer op het beeldscherm. Met de knop maak je het venster zo groot mogelijk (maximaliseren). De knop zie je alleen als het venster gemaximaliseerd is. Hiermee geef je het venster zijn vorige grootte terug. Met de sluitknop kun je het programma afsluiten

3 Vensters veranderen Je kunt een venster verplaatsen door de titelbalk te verslepen. Versleep je één van de randen of een hoekpunt, dan pas je het formaat van het venster aan. Door in de taakbalk op een knop van een venster te klikken maak je het venster actief. Het actieve venster is te herkennen aan de rode sluitknop. Ook met de toetsencombinatie <Alt+Tab> kun je van venster wisselen. Als er meer vensters tegelijk open zijn kun je deze schikken met het snelmenu van de taakbalk: Met de optie Bureaublad weergeven of met de knop minimaliseer je alle vensters. (Bureaublad weergeven) - 3 -

4 Een nieuw bestand maken, opslaan en afdrukken WordPad is een tekstverwerkingsprogramma. Als je het opstart is er altijd een nieuw, leeg document geopend. Je kunt er brieven, verslagen en dergelijke mee maken. Het programma verdeelt de getypte tekst zelf over de regels. Met de <Enter>-toets ga je naar de volgende regel. Wanneer je een of meer letters wilt verwijderen doe je dat met de <Delete>-toets of de <Backspace>-toets. Wil je bewaren wat je gemaakt hebt, dan moet je het opslaan. Klik daarvoor op de knop WordPad ( ) en kies Opslaan. Het venster Opslaan als opent: Selecteer de juiste map Klik op de knop Geef het document een naam Een document druk je af via de knop WordPad ( ) en

5 Een bestaand bestand openen Met de knop WordPad ( ) en kun je een bestand openen in WordPad. Selecteer de juiste map Selecteer het juiste bestand Klik op de knop Tekst kopiëren en verplaatsen Tekst kun je verplaatsen met knippen en plakken, en kopiëren met kopiëren en plakken. In WordPad kun je op verschillende manieren Knippen, kopiëren en plakken: Knippen, Kopiëren en Plakken Omschrijving Knop Snelmenu Sneltoets Naar het Klembord Knippen Naar het Klembord Kopiëren Knippen Kopiëren <Ctrl+X> <Ctrl+C> Vanaf het Klembord Plakken Plakken <Ctrl+V> Je kunt zo vaak plakken als je wilt. Ook naar een ander document

6 Een bestand verwijderen In het venster Openen kun je geselecteerde bestanden verwijderen met de <Delete>-toets of het snelmenu. Als je een bestand van een vaste schijf verwijderd, wordt gevraagd of je dat naar de Prullenbak wilt verplaatsen. Afmelden en afsluiten Via de Startknop en het pijltje open je het volgende venster: Als je klikt op Andere gebruiker, dan kan een andere gebruiker zich aanmelden zonder dat jij je afgemeld hebt. Geopende programma s worden niet afgesloten. Als je klikt op Afmelden, worden alle geopende programma s afgesloten en kan een andere gebruiker zich aanmelden. Als je kiest voor Vergrendelen wordt er niets opgeslagen of afgesloten. De computer blijft aanstaan. Je moet je wachtwoord invullen om verder te kunnen werken. Via Opnieuw opstarten worden alle programma s en Windows afgesloten. De gebruiker wordt afgemeld en daarna wordt de computer opnieuw opgestart. Bij de keuze Slaapstand gebruikt de computer minder energie. Alle gegevens worden opgeslagen, maar Windows en de overige programma s worden niet afgesloten. Je kunt de computer snel weer inschakelen, zonder dat je je hoeft aan te melden. Via Sluimerstand worden geopende programma s en bestanden opgeslagen. De computer wordt uitgezet. Het herstarten duurt langer dan bij de slaapstand. De sluimerstand is het zuinigst met energieverbruik en is vooral bedoeld voor laptops. Via de knop Afsluiten worden alle programma s en Windows afgesloten, de gebruiker(s) afgemeld en de computer uitgeschakeld. Het is belangrijk om de computer uit te schakelen via Afsluiten van Windows. Doe je dit niet dan kunnen er bestanden beschadigd raken