Aanleiding voor de beheersverordening Besluitgebied: ligging en omgeving Geldende bestemmingsplannen

Vergelijkbare documenten
Beheersverordening Kornputkwartier

Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat Gemeente Asten. datum: 7 augustus 2013 projectnummer: R.2013 adviseur: Jke

Beheersverordening Krommeniedijk

Van Spoorbrug tot Sluis Toelichting

Toelichting. Aanleiding voor de beheersverordening Doel van de beheersverordening Begrenzing van het plangebied. Geldende planologische regelingen

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 1.2 Doel van de beheersverordening 1.3 Begrenzing van het plangebied

Inhoud voorstel aan Raad

BEHEERSVERORDENING SPEELTERREIN J.P. SWEELINCKSTRAAT 2014

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN

Zaandam Oost en West Toelichting

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Informatie van het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad

Bestemmingsplan Reeuwijk-Dorp, herziening Kaagjesland 10

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Beheersverordening Gemengd gebied, Natte Natuurparel en Eerste Zeine

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN

Beheersverordening. gelet op artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 149 van de Gemeentewet;

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

Toelichting vastgesteld bestemmingsplan Birkstraat 148 1

GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9

Maastricht Centraal, reparatie Gebroeders Hermansstraat 11-13

Bestemmingsplan Kern Noorbeek, herziening Dorpstraat 2. Gemeente Eijsden - Margraten

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord

WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A. GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december ruimte voor ideeën

Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging

Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7. Gemeente Veghel

College van burgemeester en wethouders

Havenkwartier, 1e partiële herziening

Raadsvoorstel en besluitnota

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM. Bestemmingsplan. Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

bestemmingsplan Parapluplan parkeerregels Toelichting

Bestemmingsplan Bedrijfspercelen Hogeweg 15, Hogeweg 21 en Voederheil 8A, Zeeland. Gemeente Landerd

Bestemmingsplan 3e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Warmoeziersweg 2)

Bestemmingsplan Centrum Valkenburg

Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5. Gemeente Someren

Duinkampen 23 te Paterswolde

Bestemmingsplan 1 e partiële herziening Schellingwoude. toelichting en regels

T oelichting. Hoofdstuk 1 Inleiding. Afstemming op SVBP2012

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P

BESTEMMINGSPLAN ZWAANSHOEK BENNEBROEKERDIJK 187 TOELICHTING

Wijzigingsplan Nieuw Loosdrechtsedijk 173

BESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED MIDDEN TOELICHTING

Inhoudsopgave Toelichting

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN

Gemeente Delft. Raadsvoorstel

Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone. Toelichting

Thematische herziening archeologie

Ruimtelijke onderbouwing voor de wijziging van gebruik ten behoeve van de functie wonen (voortuin, behorende bij deelplan 13 van plangebied

Bestemmingsplan. Middenweg 89. Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost. Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0363.

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Paraplubestemmingsplan Stadsdeel West, Amsterdam Deel 2. Toelichting

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg

Toelichting. Bestemmingsplan. "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven"

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN

Omgevingsvergunning Grassavanne Ong.

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Wijzigingsplan t Skottepad Ballum Ameland Wijzigen bestemmingsplan Ballum

Bestemmingsplan Indische Buurt, 1 e Partiële herziening

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum

beheersverordening Natte natuurparel, Eerste Zeine (incl. parkeren) vastgesteld

Bestemmingsplan Herziening Bemmer IV. Gemeente Laarbeek Vastgesteld

1. Aanleiding. 2. Omgevingsaspecten

bestemmingsplan Facetbestemmingsplan Parkeren Dinkelland

Wageningen, 1 e herziening

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Toelichting Inleiding Geconsolideerde versie Toelichting op de inhoud Juridische status 7

BESTEMMINGSPLAN BORNEOKADE 62b. Vastgesteld op 27 september 2011

1 februari 2016 Vastgesteld

C. Evers 3678

gemeentebestuur VERZONDEN Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Team Beleid de leden van de gemeenteraad

Toelichting bestemmingsplan 2e herziening Reeland

Dorpsgebied Oostvoorne 1 e herziening. bestemmingsplan

Kerkstraat 39 te Nederweert

gemeente eijsdervmargraten

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten

BESTEMMINGSPLAN VIJFHUIZEN KROMME SPIERINGWEG 223 TOELICHTING

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem

EERSTE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN STEDELIJKE BEDRIJVENTERREINEN VLISSINGEN

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp

Toelichting Beheersverordening Spoorzone Naarden

Bestemmingsplan Rolde-Zuid, partiële herziening 2009 O N T W E R P

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

1. INLEIDING BESTAANDE SITUATIE PERCEEL EN OMGEVING GEMEENTELIJK BELEID DIVERSE TOETSINGSCRITERIA JURIDISCHE REGELING...

BESTEMMINGSPLAN ABBENES KAAGWEG 20 TOELICHTING

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Waarderveldweg 86 / JOP

vastgesteld gemeente Groningen - bestemmingsplan Facetherziening Parkeren 2

bestemmingsplan Brunssum - Oost

Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas

BESTEMMINGSPLAN Lijnden 1 e herziening TOELICHTING

Het ontwerpwijzigingsplan en de ontwerp omgevingsvergunning liggen gedurende zes weken ter visie met de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen.

Transcriptie:

Rivieroevers

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 3 1.2 Besluitgebied: ligging en omgeving 4 1.3 Geldende bestemmingsplannen 4 Hoofdstuk 2 Motivering voor toepassing van het instrument 'beheersverordening' 6 2.1 Geen ruimtelijke ontwikkeling 6 2.2 Bestaand gebruik 7 2.3 Gebied Rivieroevers 7 2.4 Juridische status 8 Hoofdstuk 3 Gebiedsvisie en uitgangspunten 9 3.1 Rijksbeleid 9 3.2 Provinciaal beleid 9 3.3 Gemeentelijk beleid 9 Hoofdstuk 4 Actuele waarden 11 Hoofdstuk 5 Sectorale aspecten 12 Hoofdstuk 6 Waterparagraaf 13 Hoofdstuk 7 Juridische opzet 14 Hoofdstuk 8 Uitvoerbaarheid 15 Hoofdstuk 9 Procedure 16 2 Inhoudsopgave (vastgesteld)

Toelichting Hoofdstuk 1 1.1 Inleiding Aanleiding voor de beheersverordening In het kader van de actualiseringsverplichting voor bestemmingsplannen ouder dan 10 jaar, is bij de gemeente Papendrecht de vraag ontstaan naar een nieuwe (planologische) regeling voor het gebied Rivieroevers. Ingevolge artikel 3.1, tweede en vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) geldt namelijk een actualiseringsplicht voor bestemmingsplannen. Elke tien jaar dient de bestemming van gronden opnieuw te worden vastgesteld. Het geldende bestemmingsplan 'Rivieroevers' is binnenkort ouder dan tien jaar, wat betekent dat voor dit gebied een nieuw bestemmingsplan moet worden gemaakt. Artikel 3.38 Wro geeft aan dat de gemeenteraad in plaats van een bestemmingsplan, een beheersverordening kan vaststellen. De beheersverordening is aldus een alternatief voor het bestemmingsplan waarmee ook aan de genoemde verplichting wordt voldaan. Deze mogelijkheid kan alleen worden gebruikt als in het gebied weinig tot geen planologische veranderingen plaatsvinden dan wel in de toekomst zullen plaatsvinden. Het instrument beheersverordening is dan ook bedoeld om voor planologisch laagdynamische gebieden het bestaande gebruik en de bouwmogelijkheden vast te leggen. Het gebied Rivieroevers voldoet aan dit vereiste, aangezien de vigerende mogelijkheden die binnen het besluitgebied worden geboden, opnieuw worden vastgelegd. Ruimtelijke ontwikkelingen, anders dan die vigerend mogelijk zijn, worden niet mogelijk gemaakt. Hiervan uitgaand is besloten voor het gebied Rivieroevers een beheersverordening op te stellen. Het doel van het opstellen van een beheersverordening is, buiten de snelle en kostenefficiënte procedure, tevens de vigerende bestemmingsplannen te actualiseren naar de huidige (planologische) situatie alsmede de huidige regelgeving en inzichten. De beheersverordening zal tevens worden gedigitaliseerd om te voldoen aan de Wro en te komen tot een betere interne en externe informatievoorziening binnen de gemeente Papendrecht. In paragraaf 2.1 wordt nader ingegaan op de toepassingsmogelijkheden van het instrument 'beheersverordening' in dit geval. Rivieroevers 3

1.2 Besluitgebied: ligging en omgeving Figuur 1: ligging plangebied (maps.google.com) De gemeente Papendrecht ligt in het noordelijke deel van de Alblasserwaard en maakt deel uit van de regio Drechtsteden. Het besluitgebied is het gebied waarop de beheersverordening van toepassing is. Dit betreft grotendeels hetzelfde gebied als het plangebied van het vigerende bestemmingsplan voor het gebied, met uitzondering van verleende omgevingsvergunningen, wijzigingsplannen en postzegelbestemmingsplannen. Daarnaast wordt het westelijke gedeelte van het plangebied niet meegenomen, omdat hiervoor een nieuw bestemmingsplan "Slobbengors" is opgesteld. In het gebied bevindt zich onder meer bedrijvigheid en recreatievoorzieningen, karakteristieke vooroorlogse woningbouw op het Eiland en een woongebied op de Buitenwaard. Aan het Veerplein en het Havenhoofd is woningbouw in combinatie met horeca gelegen. Voor het deelgebied Merwehoofd, gelegen op het voormalige terrein van een deel van de Fokkerfabriek, zijn woningen gelegen. 1.3 Geldende bestemmingsplannen Figuur 2a:Plankaart geldend bestemmingsplan 'Rivieroevers' 4 Toelichting (vastgesteld)

Figuur 2b: Plankaart geldend bestemmingsplan 'Rivieroevers' Voor het besluitgebied van de voorliggende beheersverordening vigeert momenteel het bestemmingsplan "Rivieroevers", dat door de gemeenteraad is vastgesteld op 30 juni 2005 en is goedgekeurd door de gedeputeerde staten op 14 februari 2006. Binnen het besluitgebied zijn enkele verleende omgevingsvergunningen, wijzigingsplannen en postzegelbestemmingsplannen gelegen. Deze percelen worden niet meegenomen bij deze beheersverordening. De betreffende besluiten en plannen zijn buiten het besluitgebied gelaten. Daarnaast is voor het westelijke gedeelte van het bestemmingsplan 'Rivieroevers' inmiddels een nieuwe bestemmingsplan "Slobbengors" opgesteld (gebied overeenkomend met figuur 2b). Om deze reden is ook dit gedeelte buiten het besluitgebied gelaten. Rivieroevers 5

Hoofdstuk 2 Motivering voor toepassing van het instrument 'beheersverordening' 2.1 Geen ruimtelijke ontwikkeling Gemeenten hebben sinds de introductie van de Wro in beginsel de keuze tussen het vaststellen van een bestemmingsplan of een beheersverordening. De keuze voor een beheersverordening is afhankelijk van het karakter van het gebied. De beheersverordening is namelijk geïntroduceerd voor gebieden waar geen ruimtelijke ontwikkeling wordt voorzien (art. 3.38 Wro). Het moet gaan om laagdynamische gebieden waar weinig gebeurt en waarvoor enkel een beheersregeling gewenst is. Één van de voorwaarden voor het kunnen vaststellen van een beheersverordening is dat in het gebied geen ruimtelijke ontwikkeling mag zijn voorzien. De Wro geeft niet aan wat moet worden verstaan onder een 'ruimtelijke ontwikkeling'. In de wetsgeschiedenis is hierover onder meer te vinden 'dat van een ruimtelijke ontwikkeling sprake is als het gaat om ruimtelijk relevante veranderingen in het planologisch toegestane gebruik van gronden en opstallen alsmede om bouwkundige wijzigingen van bouwwerken, waarvoor een bouwvergunning (nu: omgevingsvergunning, red.) nodig is'. Bij de beheersverordening zal het meestal gaan om gebieden die 'af' of 'uitontwikkeld' zijn. De beheersverordening is bedoeld om een gebied waar niet veel zal gebeuren ( lage dynamiek ) te voorzien van een beheersregeling voor het bestaande gebruik (zie ook par. 2.2). Bij planologisch laagdynamische gebieden moet gedacht worden aan natuurgebieden, maar ook volledig ontwikkelde (nieuwbouw)wijken of andere stadsdelen. Voor dergelijke gebieden werden de kosten voor het maken van een bestemmingsplan door de wetgever te hoog geacht. Het instrument beheersverordening is dan ook ontwikkeld om voor planologisch laagdynamische gebieden op een snelle en effectieve wijze het bestaande gebruik vast te leggen. Van belang is dat in de Wro is bepaald dat de beheersverordening in elk geval binnen tien jaar na vaststelling wordt herzien. Dit is een maximale termijn en betekent niet dat de verordening niet voor een kortere periode kan gelden. In de nabije toekomst zal voor het gebied een nieuw bestemmingsplan worden opgesteld waarbij de wettelijke procedure wordt doorlopen. 6 Toelichting (vastgesteld)

2.2 Bestaand gebruik In de beheersverordening wordt het beheer overeenkomstig het bestaande gebruik geregeld. Onder 'bestaand gebruik' wordt zowel feitelijk bestaand gebruik (enge uitleg) begrepen als planologisch bestaand gebruik (ruime uitleg). In beide gevallen gaat het om gebruik in ruime zin, dus zowel gebruik van onbebouwde gronden en van bebouwing als gebruik in de zin van het bouwen van bouwwerken. Met de enge uitleg wordt bedoeld het feitelijk aanwezige gebruik, met de ruime uitleg het gebruik dat op grond van het voorgaande bestemmingsplan reeds was toegestaan (TK 2006-2007, 30 938, nr. 7, p. 10 e.v.). Dit laatste houdt in dat gebruik dat reeds toegelaten wordt in het aan de beheersverordening voorafgaande bestemmingsplan, ook als 'bestaand gebruik' kan worden aangemerkt. In de beheersverordening 'Rivieroevers' wordt het bestaande gebruik geregeld overeenkomstig het voorgaande bestemmingsplan en het geldend provinciaal en gemeentelijk beleid. 2.3 Gebied Rivieroevers De keuze voor een beheersverordening voor het gebied is met name gebaseerd op het feit dat procedureel gezien tijdwinst wordt geboekt ten opzichte van een bestemmingsplan. In het besluitgebied Rivieroevers zijn geen nieuwe ruimteliljke ontwikkelingen zijn voorzien in de komende 10 jaar. Het betreft een gebied dat als voltooid kan worden beschouwd. Gedurende de looptijd van de beheersverordening is daarom de verwachting dat nieuwe grootschalige ontwikkelingen zich niet zullen voordoen. Uit het gemeentelijk en provinciaal/regionaal beleid blijkt daarnaast dat ook voor de toekomst weinig tot geen planologische veranderingen zullen worden doorgevoerd in het besluitgebied (op het beleid wordt nader ingegaan in hoofdstuk 3.) Er zijn met andere woorden geen ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Aangezien het besluitgebied een gebied is waar gedurende de looptijd van deze beheersverordening op planologisch vlak weinig veranderingen zullen plaatsvinden, kan voor dit gebied ook een conserverend bestemmingsplan kunnen worden opgesteld. Dit plan is in voorbereiding, maar om geen termijnoverschrijdingen te hebben wordt zekerheidshalve deze beheersverordening vastgesteld. De keuze van de gemeente Papendrecht is om bovengenoemde redenen echter gevallen op een beheersverordening. Rivieroevers 7

2.4 Juridische status De beheersverordening hoort wettelijk gezien tot de categorie verordeningen. Verordeningen op gemeentelijk niveau worden vastgesteld door de gemeenteraad. De bevoegdheid hiertoe wordt voor wat betreft de beheersverordening gegeven in artikel 3.38, eerste lid Wro. De gemeenteraad heeft (veel, maar) geen volledige vrijheid over hoe de beheersverordening er uitziet. Het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) schrijft in artikel 1.2.3 voor dat de beheersverordening langs elektronische weg wordt vastgelegd en vastgesteld. De verplichting hiertoe geldt vanaf 1 januari 2010. Ook moet een volledige verbeelding op papier zijn, zij het dat de elektronische versie juridisch gezien beslissend is. Voor de digitalisering bepaalt artikel 1.2.1, tweede lid Bro ook dat een beheersverordening digitaal beschikbaar moet worden gesteld en volledig, toegankelijk en begrijpelijk moet worden verbeeld. Deze vereisten komen overeen met de vereisten die gelden voor een bestemmingsplan. Afgezien van deze wettelijke vereisten heeft de gemeenteraad de vrijheid om de inhoud van de beheersverordening naar eigen inzicht vast te stellen. De beheersverordening vervangt het geldende bestemmingsplan (artikel 3.39 Wro) en heeft dezelfde status en rechtsgevolgen als het bestemmingsplan. 8 Toelichting (vastgesteld)

Hoofdstuk 3 3.1 Gebiedsvisie en uitgangspunten Rijksbeleid 3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en het Besluit algemene ruimtelijke ordening regels Gemeenten zijn niet geheel vrij in het voeren van hun eigen beleid. Rijk en provincies geven met het door hen gevoerde en vastgelegde beleid de kaders aan waarbinnen gemeenten kunnen opereren. Deze beheersverordening richt zich echter primair op het vastleggen van de bestaande situatie. Het nationale ruimtelijke beleid is met name verwoord in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte SVIR) en de juridische vertaling daarvan in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Dit beleid is overwegend van toepassing op nieuwe ontwikkelingen en daardoor slechts zeer beperkt dan wel niet relevant in de onderhavige situatie. 3.2 Provinciaal beleid Het ruimtelijke beleid van de provincie Zuid-Holland is vervat in de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte en verbeeld op de functiekaart en de kwaliteitskaart. De functiekaart geeft de gewenste verdeling van ruimtelijke functies weer. Het gaat hierbij om functies die in de structuurvisie zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot 2020. De kwaliteitskaart geeft weer waar welke kwaliteit wenselijk is. Op de kaart zijn bestaande en gewenste kwaliteiten benoemd op een globale, regionale schaal. Op beide kaarten is ten aanzien van het besluitgebied feitelijk de bestaande situatie bestendigd. Ook de beheersverordening gaat uit van het vastleggen van de bestaande situatie in het besluitgebied en maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Gelet op het voorgaande wordt op het Rijks- en provinciale beleid in het kader van deze beheersverordening niet nader ingegaan. Het gemeentelijke beleid is richtinggevend. 3.3 Gemeentelijk beleid In de gemeentelijke Structuurvisie Papendrecht 2020, Een venster naar de toekomst staat de doelstelling de kwaliteit van leven behouden en versterken centraal. Om goed te kunnen wonen, leven, werken en recreëren in Papendrecht is een optimaal en efficiënt ruimtegebruik van alle gebieden en onderdelen van de gemeente noodzakelijk. Behoud en versterking van de eigenheid van de gemeente is daarbij het vertrekpunt. Op de bij de gemeentelijke structuurvisie horende structuurvisiekaart is het besluitgebied grotendeels aangeduid als Woonmilieus en Water. Daarnaast is een aanduiding opgenomen voor het vergroten van de toegankelijkheid van de oevers. Nieuwe ontwikkelingen zijn niet gepland binnen het besluitgebied. De regeling in de beheersverordening legt primair de bestaande situatie vast. Binnen de kaders van de verordening zijn ruimtelijke ontwikkelingen niet toegestaan. Indien sprake is Rivieroevers 9

van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, zal dit via separate planvorming dienen te geschieden. 10 Toelichting (vastgesteld)

Hoofdstuk 4 Actuele waarden In de beheersverordening 'Rivieroevers' wordt het bestaande gebruik geregeld overeenkomstig het voorgaande bestemmingsplan Rivieroevers De juridische regeling van het geldende bestemmingsplan wordt overgenomen. De beheersverordening maakt geen nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen mogelijk, maar bestendigt slechts hetgeen planologisch reeds mogelijk was. Het bestemmingsplan Rivieroevers kent geen ongebruikte bouw- of gebruiksmogelijkheden die van dien aard zijn, dat nader onderzoek nodig is naar de aanvaardbaarheid of uitvoerbaarheid daarvan. Ook de feitelijk reeds bestaande situatie komt niet in strijd met (gewijzigde) sectorale regelgeving. Deze afweging geldt voor de aspecten als archeologie en flora en fauna. Rivieroevers 11

Hoofdstuk 5 Sectorale aspecten In de beheersverordening 'Rivieroevers' wordt het bestaande gebruik geregeld overeenkomstig het voorgaande bestemmingsplan Rivieroevers De juridische regeling van het geldende bestemmingsplan wordt overgenomen. De beheersverordening maakt geen nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen mogelijk, maar bestendigt slechts hetgeen planologisch reeds mogelijk was. Het bestemmingsplan Rivieroevers kent geen ongebruikte bouw- of gebruiksmogelijkheden die van dien aard zijn, dat nader onderzoek nodig is naar de milieuhygiënische aanvaardbaarheid of uitvoerbaarheid daarvan. Ook de feitelijk reeds bestaande situatie komt niet in strijd met (gewijzigde) sectorale regelgeving. Deze afweging geldt voor de milieuaspecten (zoals geluid, bodem, lucht, externe veiligheid). 12 Toelichting (vastgesteld)

Hoofdstuk 6 Waterparagraaf Omdat de bebouwingsregeling van het voorgaande bestemmingsplan wordt overgenomen, is geen sprake van een toename van het verhard oppervlak. Aangezien de beheersverordening niet voorziet in nieuwe ontwikkelingen, is geen sprake van mogelijke negatieve gevolgen voor de waterhuishoudkundige situatie binnen het gebied. Een nadere watertoets is dan ook niet noodzakelijk. De beheersverordening maakt immers niet meer mogelijk dan nu al mogelijk is. Rivieroevers 13

Hoofdstuk 7 Juridische opzet Zoals in Hoofdstuk 2 al is aangegeven, is de regeling van de voorgaande bestemmingsplannen voor het gebied Rivierovers overgenomen. De structuur van de beheersverordening is zodanig dat de kaart (verbeelding) de primaire informatie geeft over de bouw- en gebruiksmogelijkheden. Vervolgens kan men in de regels teruglezen welk gebruik en welke bouwmogelijkheden zijn toegestaan. De ordening van de regels is daartoe zodanig opgezet dat bij iedere bestemming een nagenoeg compleet beeld van de bepalingen voor die bestemming is gegeven. Desondanks blijven aanvullend inleidende regels en algemene regels nodig. Tot slot wordt dit aangevuld met het overgangsrecht en de slotregel. Het op grond van artikel 5.1.1 Bro verplichte overgangsrecht is vormgegeven zoals het voor het bestemmingsplan voorgeschreven overgangsrecht. De bestemming en het beheer van de gronden gelegen binnen de grens van het besluitgebied is geregeld in de beheersverordening. Het besluitgebied is dan ook niets anders dan het plangebied bij een bestemmingsplan (met uitzondering van de verleende omgevingsvergunningen, vastgestelde wijzigingsplannen en postzegelbestemmingsplannen). Het besluitvlak is de in een beheersverordening gebezigde term voor een bestemmingsvlak. Het bouwvlak geeft de begrenzing weer waarbinnen bepaalde gebouwen opgericht mogen worden. In de regels zijn eerst de Inleidende regels opgenomen: een omschrijving van de in de regels gebruikte begrippen die om een nadere omschrijving vragen en de bepalingen omtrent de wijze van meten. Daarnaast is een aantal regels van een algemeen karakter, zoals een algemene bevoegdheid tot afwijken opgenomen. Vervolgens zijn de regels voor de verschillende bestemmingen (Bestemmingsregels) opgenomen, met de regels voor de afzonderlijke aanduidingen. Tot slot volgen de Overgangs- en slotregels. 14 Toelichting (vastgesteld)

Hoofdstuk 8 Uitvoerbaarheid In Hoofdstuk 5 is al ingegaan op de aanvaardbaarheid c.q. uitvoerbaarheid van de verordening in verband met sectorale wetgeving en sectorale aspecten. Voor wat betreft de maatschappelijke uitvoerbaarheid wordt erop gewezen dat er in de planologische regeling nauwelijks iets verandert. De situatie blijft zoals deze planologisch is. Vanwege het sterk beheersmatige karakter van deze beheersverordening is ook geen vooroverleg gevoerd met overheidsinstanties. Voor wat betreft de financieel-economische uitvoerbaarheid is van belang dat de verordening niet ziet op de realisering van nieuwe ontwikkelingen. Voor de gemeente, maar ook voor de ondernemer zijn aan uitvoering van de verordening (voor zover daarvan al gesproken kan worden) geen bijzondere kosten verbonden. De economische uitvoerbaarheid is dan ook niet in het geding. Rivieroevers 15

Hoofdstuk 9 Procedure De beheersverordening doorloopt de volgende procedure: a. voorbereiding: - inspraak. b. vaststelling: - vaststelling door de gemeenteraad. De uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Alge-mene wet bestuursrecht is niet van toepassing. Ten aanzien van de ontwerpverordening kunnen geen zienswijzen kenbaar worden gemaakt. Ook staat na vaststelling door de gemeenteraad geen beroep open tegen dat besluit bij de rechtbank of de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Wel wordt zoals hiervoor aangegeven inspraak geboden. Terzake een omgevingsvergunning die wordt verleend (of geweigerd) op grond van het bepaalde in de beheersverordening -zoals een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, aanleggen of 'binnenplans' afwijken- staat wel bezwaar en beroep open. 16 Toelichting (vastgesteld)