1. Aanleiding. 2. Omgevingsaspecten

Transcriptie

1

2 1. Aanleiding De aanleiding voor het opstellen van een facetbestemmingsplan Ruimte-voorbedrijfsruimte is de herziening van het bestemmingsplan Buitengebied door middel van een beheersverordening. Hiertoe is een kadernotitie opgesteld met daarin opgenomen de uitgangspunten voor de verordening. Omdat een beheersverordening niet gericht is op ontwikkelingen zullen nieuwe uitgangspunten c.q. verbeteringen van de huidige regelgeving door middel van facetbestemmingsplannen worden doorgevoerd. Een van de nieuwe uitgangspunten is om te komen tot een ruimte-voor-bedrijfsruimte regeling. Hierbij wordt elders in het buitengebied leegstaande (agrarische) bedrijfsbebouwing afgebroken; ter compensatie mag het bestaande bedrijf een uitbreiding realiseren. Op beide locaties dient er een kwaliteitsslag gemaakt te worden en voldaan worden aan de kaders van het Landschapsontwikkelingskader (LOK). Bestaande gevestigde bedrijven niet zijnde agrarisch - in het buitengebied hebben nagenoeg geen uitbreidingsruimte (max. 10% van de bestaande bedrijfsoppervlakte). In de praktijk blijkt deze 10% onvoldoende ruimte voor bedrijfsontwikkeling te bieden. Agrarisch dienstverlenende bedrijven ondervinden een vergelijkbare beperking. Zij kunnen maximaal 20% van de bestaande bedrijfsoppervlakte uitbreiden. Verplaatsing van dergelijke bedrijven naar een bedrijventerrein is vaak niet haalbaar. Financiële aspecten zoals kapitaalvernietiging spelen hierbij een grote rol, maar minstens zo belangrijk zijn de negatieve sociale en economische effecten die een eventuele verplaatsing naar elders met zich meebrengen. Daarnaast is de voorraad kavels op het bedrijventerrein in de gemeente minimaal. Verplaatsing van bedrijven naar een bedrijventerrein elders in de regio zal negatieve sociale en economische effecten met zich meebrengen. Gedacht kan worden aan de impact op de leefbaarheid van het platteland door o.a. het verdwijnen van arbeidsplaatsen en het wegvallen van sponsoring voor plaatselijke verenigingen. In De Wolden hebben we in het buitengebied een diversiteit aan bedrijven (niet agrarisch). Genoemd kunnen worden o.a. dierenartspraktijk, handelsonderneming, grasdrogerij, rietdekkersbedrijf, dierenpension, composteerbedrijf. Voor een aantal bedrijven zou een ruimte-voor-bedrijfsruimte regeling een bepaald toekomstperspectief kunnen bieden. Agrarisch dienstverlenende bedrijven treffen we ook in het buitengebied aan. Deze bedrijven zijn qua werkzaamheden sterk gelieerd aan het buitengebied. Reden temeer dat de ruimte-voor-bedrijfsruimte ook voor deze bedrijven van toepassing moet zijn. Dit facetbestemmingsplan maakt de vertaalslag zodat in planologische zin invullen kan worden gegeven aan de bedoelde regeling. In de toelichting zal het beleid worden verwoord en gemotiveerd. Voorts wordt de juridische regeling van het facetplan uitgelegd. 2. Omgevingsaspecten In de onderhavige herziening worden mogelijkheden geboden voor het toepassen van de ruimte-voor-bedrijfsruimte regeling. In dit facet-bestemmingsplan wordt hiervoor een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Nader onderzoek wordt op dit moment niet van belang geacht. Bij het opstellen van een wijzigingsplan op perceelsniveau zal afgewogen worden welke omgevingsonderzoeken (water, archeologie, ecologie, externe veiligheid en bodem) noodzakelijk zijn en zullen alsdan plaatsvinden.

3 3. Planopzet en planvorm De voorliggende regeling is juridisch vormgegeven als een facetbestemmingsplan. Dat wil zeggen dat de herziening niet rechtstreeks is verwerkt in de onderliggende bestemmingsplannen. Ten aanzien van het onderwerp dat het facetbestemmingsplan regelt, komen de regels ten aanzien van dat onderwerp in de onderliggende bestemmingsplannen te vervallen. Dit op grond van de algemene rechtsregel, dat een latere wet boven een eerdere wet gaat. Bestaande plannen waarin geen regelingen zijn opgenomen met betrekking tot de onderwerpen, die in dit facetplan zijn geregeld, vormen de regels van dit plan een aanvulling op de bestaande regels. Geldt echter in geval van een afwijkende situatie een speciale regeling, dan blijven de regels van deze speciale regeling gelden boven de algemene regels van de voorliggende facetregeling. De voorliggende facetregeling heeft in een dergelijk geval slechts een aanvullende werking. Is iets niet geregeld in de speciale regeling, dan geldt de voorliggende algemene regeling. Of er sprake is van een speciale regeling is doorgaans herkenbaar aan een aanduiding op een plankaart of regelingen voor bijzondere situaties. Overigens is in bijlage 1 behorende bij dit facetbestemmingsplan aangegeven op welke bestemmingsplannen en voor welke artikelen binnen die bestemmingsplannen deze facetregeling van kracht is. Op deze manier kan een goed beeld worden verkregen welk deel van een bepaald bestemmingsplan wordt vervangen door de regeling in deze herziening. De facetregeling herziet bestaande niet digitale bestemmingsplannen. Het facetbestemmingsplan kent om die reden zelf geen digitaliseringsverplichting. Wel is zoveel mogelijk aangesloten op de wettelijke standaardiseringsvereisten van het SVBP en zijn een overgangsregeling en een antidubbeltelregel opgenomen. De wijzigingsbevoegdheden zullen afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht moeten doorlopen. 4. Uitvoerbaarheid en overleg De maatschappelijke uitvoerbaarheid vindt zijn grondslag in de Kadernotitie Beheersverordening Buitengebied. Het bestemmingsplan buitengebied moet voor 30 oktober 2013 worden herzien. De gemeenteraad heeft besloten om hiervoor het instrument beheersverordening voor te gebruiken. In een beheersverordening kunnen geen nieuwe ontwikkelingen worden meegenomen. Ruimte-voor-bedrijfsruimte is een nieuwe ontwikkeling die door middel van een facetbestemmingsplan zal worden geïntroduceerd. Het facetbestemmingsplan zal de bestemmingsplanprocedure doorlopen. Er bestaat de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Deze zullen deel uitmaken van de overwegingen in de uiteindelijke besluitvorming. De economische uitvoerbaarheid wordt geheel door de initiatiefnemers gedragen. Deze nemen de volledige financiering van functieveranderingen voor hun rekening.

4 REGELS INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 FACETREGELS HOOFDSTUK 2 ALGEMENE REGEL HOOFDSTUK 3 SLOTREGEL Bijlage 1 Lijst van bestemmingsplannen

5 HOOFDSTUK 1 FACETREGELS Artikel 1 : Toepassingsregel De regels in deze regeling vullen de voorschriften (regels) aan betrekking hebbende op de planologische veranderingen zoals opgenomen in bijlage 1 opgenomen bestemmingsplannen en bestemmingen. Artikel 2 : Begrippen bedrijven het bedrijfsmatig vervaardigen en/of bewerken, opslaan, verhandelen, installeren en/of herstellen van goederen; agrarisch dienstverlenend bedrijf een bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische bedrijven; bedrijfsgebouw: een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf; ruimte-voor-bedrijfsruimte regeling Regeling ter verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in het landelijk gebied door het verwijderen van landschapsontsierende (agrarische) bedrijfsgebouwen, die geen bedrijfsfunctie meer hebben en waarvoor ter compensatie van de sloop een bestaand bedrijf mag worden uitgebreid; Artikel 3 : Beschrijving in hoofdlijnen Wijziging van de bestemming Agrarisch gebied, Agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden, Agrarisch aanverwant bedrijf, Agrarisch dienstverlenend bedrijf of Bedrijfsdoeleinden met de aanduiding bouwperceel naar de bestemming woondoeleinden, dan wel het verwijderen van de aanduiding bouwperceel bij bedrijfsbeëindiging, kan ook geschieden ten behoeve van de uitbreiding van niet-agrarische bedrijven en agrarisch dienstverlenende bedrijven in het buitengebied ter compensatie van de afbraak van landschappelijk verstorende voormalige agrarische bedrijfsbebouwing, zoals ligboxenstallen, opgericht krachtens de Woningwet voor 2 juni De regeling wordt niet toegepast bij agrarische bedrijf die op de huidige locatie nog (voldoende) ontwikkelingsmogelijkheden hebben. Uitgangspunt is in principe de sloop van het gehele complex met voormalige agrarische bebouwing. De gebouwen mogen niet zijn aangewezen als rijksmonument of aangemerkt zijn als cultuurhistorisch of architectonisch waardevol. Bij afbraak van 750 m² bedrijfsbebouwing (inclusief toren- en mestsilo s op het bouwperceel) met een maximum van 1500 m² afbraak, op één afzonderlijk perceel, mag ter compensatie dezelfde oppervlakte aan bedrijfsruimte worden uitgebreid op een andere locatie met de bestemming bedrijven of de bestemming agrarisch dienstverlenend bedrijf. Tevens bestaat de mogelijkheid om agrarische bebouwing op meerdere percelen samen te voegen (saldering) om te komen tot de maximale sloopnorm van 1500 m². Per perceel moet minimaal 750 m² worden afgebroken. Bij toepassing van de regeling kunnen randvoorwaarden voor

6 inpassing, omvang, inhoud en uiterlijk van de bedrijfsuitbreiding gesteld worden. Artikel 4 : Wijzigingsregels 4.1 De bestemming Agrarisch gebied, Agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden, wordt gewijzigd in de bestemming bedrijfsdoeleinden, mits: a. er sprake is van compensatie als bedoeld in artikel 3 van dit facetbestemmingsplan; b. de gronden aansluitend zijn gesitueerd bij een perceel met de aanduiding bedrijfsdoeleinden ; c. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de bepalingen van artikel 13 van overeenkomstige toepassing zijn; d. met name rekening zal worden gehouden met het gestelde in artikel 3 van dit facetbestemmingsplan. 4.2 De bestemming Agrarisch gebied, Agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden, wordt gewijzigd in de bestemming agrarisch dienstverlenend bedrijf, mits: e. er sprake is van compensatie als bedoeld in artikel 3 van dit facetbestemmingsplan; f. de gronden aansluitend zijn gesitueerd bij een perceel met de aanduiding agrarisch dienstverlenend bedrijf ; g. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de bepalingen van artikel 10 van overeenkomstige toepassing zijn; h. met name rekening zal worden gehouden met het gestelde in artikel 3 van dit facetbestemmingsplan. HOOFDSTUK 2 ALGEMENE REGEL Artikel Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. HOOFDSTUK 3 SLOTREGEL Artikel Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Facetbestemmingsplan Ruimte-voor-bedrijfsruimte van de gemeente De Wolden. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van

7 Bijlage 1 Van toepassing zijnde bestemmingsplannen Buitengebied De Wolden vastgesteld goedgekeurd Buitengebied De Wolden artikel 30 WRO herziening vastgesteld goedgekeurd