Inleiding en situering



Vergelijkbare documenten
Laagdrempelige verenigingen: omgaan met mensen uit kansengroepen. Workshop Roeselare stadhuis donderdag 10 september

PRESENTATIE DE KRACHTLIJNEN VAN STERK SOCIAAL WERK VOOR DE TOEKOMST

Systeem- & relatietherapie. Katrien Aelvoet

GEKLEURDE ARMOEDE BEA VAN ROBAEYS

Ouderschap in Ontwikkeling

Verbinden vanuit diversiteit


Lokale sociale innovatie: een kijk vanuit de marges van overheid en markt

Kinderarmoede. Katrien Verhegge Administrateur-generaal

Voorwoord 7 Leeswijzer 9

Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel. ChanceArt 10 december 2009

MAAK KENNIS MET SGJ CHRISTELIJKE JEUGDZORG. SGJ Christelijke Jeugdzorg Samengevat

rlening 19/10/2012 De opbouw van het verhaal Bind-Kracht en gekleurde armoede Gekleurde armoede als maatschappelijke uitdaging

opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK

Master in de seksuologie

In het hart van complexiteit werkt eenvoud

Hoe kan de ontwikkeling van ervaringswerk en -kennis een participatieve jeugdhulp versterken?

Duurzaam samenwerken in een buurtgericht netwerk voor kinderen en gezinnen

Omwille van het verschil. De Huizen van het Kind vanuit een kinderrechtenperspectief

De basis voor een gezonde leefstijl. Stafmedewerker Geestelijke gezondheidsbevordering

Van een geïntegreerde visie naar methodische handelingsprincipes

De stad en wijk als motor voor sociale mobiliteit

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Inhoud. Vechten voor wie je bent! Illustratie van een docent 11

ARMOEDE- INDICATOREN

De multidisciplinaire richtlijn voor de preventie en toepassing van afzondering en fixatie in de residentiële GGZ

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

Verandering leidt tot beter sociaal werk? Of niet?

PATIËNTENPARTICIPATIE IN EEN PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS Betekenisgevende processen

Studie- en vormingsdag. Van buddy tot community : hoe kwetsbare netwerken versterken?

Kansarme moeders en de eerste voedingskeuze voor hun kind. Rudy De Cock, Hannie Serlet en Sofie Mestdagh

Concept van een ontmoetingsplaats

UW PARTNER HEEFT KANKER EN HOE GAAT HET MET U?

Sociale functie KO. Drempels afbouwen VLAS 29/04/2016 INLEIDING

De rol van het sociale netwerk bij (v)echtscheidingen

Onderzoeksfiche e00006.pdf. 1. Referentie

Kinderarmoede en materiële hulp. Hoe kan materiële hulp bijdragen in de strijd tegen kinderarmoede?

Sessie 1. Sociale sportclubondersteuning als centrale spil

Visie Taalstimulering en meertaligheid Kind en Gezin

Opening DVC Heilig Hart Deinze

Interculturele competenties? In de opleiding gezinswetenschappen

Missie & visie Opvoedingswinkel Gent

Lijst met tabellen 11. Lijst met figuren 17

ROADMAP HUIZEN VAN HET KIND

In het begin was er armoede De kwetsbaarheid en ontwikkelingskansen van kinderen in armoede

10 Innovatielessen uit de praktijk 1

Inhoudstafel Inleiding en probleemstelling Hoofdstuk 1. Leerlingenbegeleiding: een exemplarisch thema in het jeugdbeleid

Universiteit. Brochure. Opleidingsinstituut Dageraad

Gezinsconferentie 2019 Burgerinitiatieven voor gezinnen, door gezinnen

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

Programma. 1. Kennismakingsronde. 2. Korte Toelichting globale werking Formaat. 3. Een blik op Linkeroever Jeugdhuis 2050

Anders opvoeden. Opvoeden evolueert. Opvoeden in een multiculturele context.

Netwerkgericht werken binnen de jeugdhulp. Bie Melis en Mia Claes

Fedactio Federatie van Actieve Verenigingen van België

Infant Mental Health

STRUCTUUR EN ORGANISATIE VAN DE INTERFACULTAIRE INTERDISCIPLINAIRE CENTRA BINNEN DE GROEP HUMANE WETENSCHAPPEN

30 jaar De Bakermat, 20 jaar vroedvrouwenpraktijk, 10 jaar expertisecentrum kraamzorg viering 15 maart 2013

Verhaal van verandering

Effectieve samenwerking met ketenpartners

Verlies samen de. 9 TIPS voor een participatieve basishouding kalender 2010

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede

Boekenpodium Avondconferentie: Zingeving en spiritualiteit: een uitdaging voor therapie en zorg

Tevredenheidsonderzoek. Rapportage over de tevredenheid van de jongeren die een programma volgen bij Prins Heerlijk.

OUDERSCHAPSPLAN als. trait-d union

Groepstraining Kinderen uit de Knel

HOUVAST, VOOR ELKAAR EEN ONLINE ZELFHULPCURSUS VOOR PARTNERS VAN KANKERPATIËNTEN. Nadine Köhle, MSc.

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen

Beweging van Mensen met Laag Inkomen en Kinderen - Oostende

Positive Education Psychology

De meerwaarde van het contextueel denkkader binnen de ouderenzorg

Hoofdstuk 5 Samenvattende reflecties

GEZINNEN OP DE VLUCHT: VERHALEN VAN VLUCHT, HEDEN EN TOEKOMST

Zelfrespect en solidariteit in de prestatiemaatschappij. Evelien Tonkens, Universiteit van Amsterdam Filosofisch Café Hoogeveen 26 november 2013

Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie

Eerste lijn, eerste hulp: laagdrempelige en toegankelijke psychische hulp op maat van mensen in armoede

Contextbegeleiding gestript PRAKTIJKBOEK

Het Geïntegreerd Breed Onthaal. Een beschrijvend en evaluerend onderzoek

Boekvoorstelling Verbinding in de vrije tijd Recyclart 17 juni 2014

Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014

Inleiding. Johan Van der Heyden

Wat. lokaal project kinderarmoede innovatietraject binnen het inspirerend voorbeeld Huis van het Kind Anderlecht samenwerkingsverband tussen

Contextuele Therapie. Een inleiding

Opleiding ouderbegeleiding

Activiteiten ter verbetering van de. maatschappelijke rol van de Vlaams- Belgische Gebarentaal met het oog op. een grotere integratie van (vroeg)doven

een dvd van Buurtwerk t Lampeke over het effect van huiswerk op gezinnen in kansarmoede


BELEIDSPARTICIPATIE DOOR EEN KINDERRECHTENBRIL

DENKEN OVER TECHNOLOGIE, GEZONDHEID EN ZORG

Gebiedsgericht werken?

Gelijke Kansen en Diversiteit binnen het UZ Gent

Jeugdzorg en sport. Niels Hermens (Verwey-Jonker Instituut & Wageningen Universiteit) nhermens@verwey-jonker.nl

Beleidsrelevantie en doorwerking van toekomstverkenningen

Over mixen, matchen en switchen. Vrijetijdsbeleving van kinderen in armoede


Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH. Benedikte Van den Bruel Veerle Roels

Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs

Inhoud van de presentatie

KRUISPUNT HULPVERLENING-VRIJWILLIGERSWERK Lerende samenwerking tussen welzijnsschakels en ocmw s op vlak van gezinsondersteuning

Nederlandse Samenvatting

Waarom deze studie, en waarom nu? En waarom dit thema? > 3 elementen. Jean-Pascal Labille, Secrétaire Général

Transcriptie:

Inleiding en situering De functie van voorliggende tekst is het opbouwen van een verbindend en meer expliciet duidend kader rond onze eerdere onderzoekspublicaties (Vanhee, Laporte, & Corveleyn, 2001; Vanhee, Demeyer, & Corveleyn, 2003; Vanhee, Demeyer, & Corveleyn, 2004). De kern van dit onderzoek betreft de manier waarop ouders in een context van armoede het ouderschap ervaren en er betekenis aan verlenen. De onderzoeksinteresse en -gegevens worden hier vanuit psychologisch perspectief gesitueerd binnen algemene theoretische concepten en referentiekaders, en voorgesteld naast bevindingen uit ander armoedegerelateerd empirisch onderzoek. Volgens de laatste edities van het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting (OASeS, Universiteit Antwerpen) leven 15% van de Belgen onder de armoedegrens (d.i. armoede gemeten volgens inkomen). De cijfers in het jaarverslag van Kind en Gezin over 2005 melden dat 5,6% van de kinderen in het Vlaamse gewest geboren zijn in een kansarm gezin; het cijfer in Vlaanderen lijkt de laatste jaren te stabiliseren op 5 à 6%. Armoede, een moeilijk te omschrijven en te operationaliseren begrip, heeft in de eerste plaats te maken met een tekort aan financiën en materiële middelen, en met uitsluiting van toegang tot maatschappelijke voorzieningen. Zoals andere begrippen waarmee armoede vaak samen genoemd wordt in onderzoek, bijvoorbeeld lage socio-economische status, kan armoede opgevat worden als een sociaal adresvariabele: een indicator van de plaats die een individu inneemt in een maatschappelijk netwerk van posities (Alwin, 1995), die samenhangt met andere omgevingskenmerken zoals slechte huisvesting en een weinig constructieve buurt (Luthar, 1997). Hoewel armoede dus geen psychologisch of klinisch concept is, is het toch één van de sleutelbegrippen in ons werk van de afgelopen jaren. In deze tekst bespreek ik enkele aspecten die ons onderzoeksteam inspireren om de studie van armoede te beschouwen als een pertinent onderzoeksonderwerp. Ten eerste is het ten behoeve van interventie en preventie belangrijk om in psychologische termen te begrijpen hoe een socio-economisch construct als armoede impact heeft op individuele ontwikkeling en opvoeding. Welke psychologische processen zijn betrokken, onderliggend aan dit verband? Voor een bespreking hiervan i

doe ik onder andere een beroep op de kennisopbouw vanuit ontwikkelingspsychologisch en psychopathologisch perspectief. Behalve begrip te genereren van de link tussen armoede en een negatieve ontwikkeling, wordt meer recent ook gezocht naar processen die bijdragen tot een positieve ontwikkeling, ondànks de aanwezigheid van armoede en andere risicovolle omgevingsfactoren. Het nabije ontwikkelingsmilieu heeft hierin een belangrijke rol, wat een focus op de ouder-kind relatie legitimeert. Dit aspect krijgt vooral aandacht in het eerste hoofdstuk. Het kan niet anders dan dat het onderzoeken van het ouderschap en het opvoedingsproces zoals zich dat ontplooit in gezinnen, geconfronteerd met armoede en uitsluiting - en dit vaak sinds generaties -, geen eenvoudige zaak is. De weg die wij in onze projecten gevolgd hebben, is om te proberen het eigen perspectief en de betekenisgeving van de betrokkenen te vatten en te representeren. Op die manier schrijven we ons in in een eerder participatief-experiëntieel discours over armoede (Baart, 2001). Dit sluit aan bij het appél dat uitgaat van de individuele en collectieve wens van mensen in armoede om gehoord en erkend te worden een tweede beweegreden voor ons onderzoek. Door de gedane onderzoeksprojecten wordt erkenning gegeven aan de experiëntiële correlaten van armoede. In een tweede hoofdstuk dat over de methodologie handelt, wordt dit aspect verder verduidelijkt. Hier wordt kort ingegaan op de eigenheid van kwalitatief onderzoek over armoede, en op enkele concrete aspecten van onze eigen onderzoekservaring. In hoofdstuk 3 en 4 worden verschillende betekenislagen van het ouderschap besproken, en wordt er stilgestaan bij gepercipieerde noden en vormen van bescherming. De gegevens leren dat het ouderschap voor de participanten centraal staat in hun biografie, en hoe dit beter te begrijpen is vanuit intergenerationeel perspectief. Het concreet realiseren van dit ouderschapsproject is een moeilijke opdracht. Ouders in armoede presenteren zich als weerbaar en kwetsbaar, als geëngageerd in een gevecht om maatschappelijke erkenning voor zichzelf en hun lotgenoten, en fragiel gemaakt door een leven lang van miskenning en tekort. Ze willen zoeken naar een goede vormgeving van hun ouderschap, en geven aan dat ze daarvoor moeten kunnen steunen op innerlijke hulpbronnen en beschermende krachten in de omgeving. In deze hulpbronnen neemt relationeel kapitaal een prominente plaats in. Ons tweede en derde onderzoeksproject (Vanhee et al., 2003, 2004) geven voorbeelden van manieren waarop steun in deze zin georganiseerd kan ii

worden: gezinsondersteunende pleegzorg en begeleide informele steunrelaties. Het zijn praktijken waarvan wij menen dat een samenleving er gul zou moeten in voorzien. In een kort besluit in hoofdstuk 5 tenslotte worden de belangrijkste bevindingen nog eens op een rijtje gezet. Naast voorliggende tekst, maken volgende publicaties integraal deel uit van dit doctoraatsproject: Vanhee, L., Laporte, K., & Corveleyn, J. (2001). Kansarmoede en opvoeding. Wat de ouders erover denken. Mogelijkheden en moeilijkheden in het opvoedingsproces bij kansarme gezinnen. Leuven/Apeldoorn: Garant. Vanhee, L., Demeyer, B., & Corveleyn, J. (2003). Je kind in een ander gezin. Private gezinsplaatsing en kansarme gezinnen. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. Vanhee, L., Corveleyn, J., & Demeyer, B. (2003). Transgenerationeel kansarme gezinnen en gezinsondersteunende werkvormen in een psychologisch perspectief. In J. Vranken., K. Deboyser, & D. Dierckx (Red.) (2003). Armoede en Sociale Uitsluiting. Jaarboek 2003 (pp. 213-228). Leuven/Leusden: Acco. Vanhee, L., Demeyer, B., & Corveleyn, J. (2004). De bijzondere kracht van het gewone? Over steungezinnen en andere vormen van georganiseerde nabijheid. Intern onderzoeksrapport. Leuven: Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, K.U.Leuven. Regelmatig wordt in deze tekst verwezen naar kwalitatief onderzoeksmateriaal of besprekingen uit deze onderzoeksprojecten. Onze eerste studie (Vanhee, Laporte, & Corveleyn, 2001) wordt hierbij beschouwd als belangrijkste referentie. Dit onderzoeksmateriaal werd verzameld in een groep van generatiearme ouders. Dit betekent dat deze mensen sinds hun geboorte met armoede en sociale uitsluiting worden geconfronteerd, net zoals hun ouders. Deze eerste studie was ook de meest intensieve, zowel wat betreft de kwantiteit aan verzameld materiaal en geïnvesteerde iii

onderzoekstijd, als wat betreft het engagement van het onderzoeksteam in het opbouwen van een werkrelatie met de betrokken deelnemers en basiswerkingen. De twee latere studies zijn een uitdieping van een aanbeveling in ons eerste rapport over specifieke vormen van ondersteuning, met name gezinsondersteunende pleegzorg en steungezinnen. Deze studies naar kansarmoede en sociale steun kwamen er mede op vraag van en in samenwerking met de praktijk. Hoe dit werk gegroeid is: dank aan de medewerkers onderweg Hoewel de auteur van voorliggend werk gevormd is in de klinische psychologie, zijn de vroegere publicaties de vrucht van een interdisciplinaire onderneming. De deelnemende basiswerkingen met mensen in armoede hebben zich met grote zorg toegewijd aan voortdurende uitwisseling met het onderzoeksteam. Bij de eerste publicatie kon het dagelijks wel en wee van het onderzoekswerk gedeeld en overdacht worden met onderzoekster Kim Laporte, sociaal pedagoge. Er was nauw overleg met een geëngageerd onderzoeksteam dat de dagelijkse ontwikkelingen opvolgde, bestaande uit professor en klinisch psycholoog Jozef Corveleyn, professor emeritus en psychiater Piet Fontaine en professor en socioloog Ides Nicaise. Bij de tweede en derde publicatie had ik de kans om samen te werken met Barbara Demeyer, sociologe, projectleidster aan het Hoger Instituut voor de Arbeid (K.U.Leuven). In het realiseren van deze projecten was er een fijne samenwerking met de mensen verbonden aan de betrokken diensten voor pleegzorg, de federatie Pleegzorg en Kind en Gezin. Ook via de stuurgroepen, die de verschillende projecten mee opvolgden, was er dialoog met geëngageerde werkers, met een verschillende professionele achtergrond en op verschillende niveaus werkzaam. Al deze mensen, die in een bepaalde fase van het onderzoeksproces hebben meegewerkt, ben ik erg dankbaar. De dialoog tussen mensen van verschillende disciplines heeft ongetwijfeld bijgedragen tot het verbreden van mijn horizon, door mezelf en alle betrokkenen uit te nodigen om vanuit verschillende perspectieven naar armoede en opvoeding te kijken, en daarbij de eigen vertrouwde kijk te complementeren met andere visies. Ook andere ontmoetingen hebben hiertoe bijgedragen, zoals de contacten binnen de Interuniversitaire Groep Onderzoek en Armoede, en wat ik leer uit de contacten met mensen van de vereniging waar armen het woord nemen Leren Ondernemen. iv

Een groot woord van dank aan degenen die dit werk mogelijk gemaakt hebben. Cera Foundation verschafte de middelen om deze onderzoeksprojecten uit te voeren, overtuigd van het belang van maatschappelijke zorg en respect voor een groep mensen die zich steeds naar de marge geduwd weten. Lies Daenen, Heidi Loos alsook Rik Donckels vertaalden deze overtuiging in hun oprechte persoonlijke betrokkenheid. Tot slot wil ik het departement Psychologie bedanken dat mij de kans en de mogelijkheid gegeven heeft om voorliggende tekst op te bouwen en zo het onderzoeksproject te finaliseren tot een doctoraat. v