Aan de Raad uw brief van: ons kenmerk: bijlage(n): datum: - 17.3001836 5 - Onderwerp: Aangenomen moties in de raad van 20 maart 2017 Geachte Raad, Tijdens uw vergadering op 20 maart 2017 heeft u twee moties aangenomen. Het betreft enerzijds de motie Gaswinning en zorgplicht, waarin de inzet van ons college wordt gevraagd op de zorgplicht jegens de inwoners van de gemeente en anderzijds de motie Gasboringen onder Heerenveens grondgebied, waarin inspanning van ons college wordt gevraagd om het aanboren van nieuwe gasvelden te voorkomen. Het uitvoeren van deze moties heeft bepaalde consequenties. Dat geldt vooral voor de motie Gasboringen onder Heerenveens grondgebied. In deze brief gaan wij in op deze consequenties. Graag gaan wij hierover met u in gesprek op 18 mei tijdens de extra ingelaste Commissoriale vergadering, om een gezamenlijk beeld te vormen over de uitvoering van de moties. 1. Motie Gaswinning en Zorgplicht In de motie Gaswinning en Zorgplicht wordt van ons college een beleidsnota verwacht. Daarin moet worden ingegaan op een aantal met name genoemde thema s. Dat betreft onder andere het geven van invulling aan de zorgplicht van het college jegens haar burgers en bedrijven, het van Vermilion eisen dat een vooropname wordt uitgevoerd, het zelf opdracht verlenen voor het uitvoeren van een vooropname en het voeren van regie over de communicatie van Vermilion met burgers en bedrijven. Wij interpreteren deze motie zo dat van het college een actieve inspanning wordt verlangd om op te komen voor de belangen van haar burgers. De motie spreekt zich niet uit tegen gaswinning, maar verlangt wel actie, opdat de nadelige gevolgen van gaswinning voor haar inwoners zoveel mogelijk worden gecompenseerd. Wij onderschrijven het belang van een goede communicatie, maar zijn daarbij wel afhankelijk van de medewerking van het Ministerie van Economische Zaken en Vermilion. De beslissing om gas te winnen in onze provincie (het Kleine velden-beleid) is op Rijksniveau genomen. Als lokale overheid heeft de gemeente daar niet of nauwelijks invloed op. Wij vinden wel dat, nu het Rijk besloten heeft het gas naar boven te halen,
bewoners van onze gemeente daar geen nadeel van mogen ondervinden; dan wel voor geleden nadeel gecompenseerd moeten worden. Daarnaast moeten onrust en zorg worden weggenomen door adequate en betrouwbare informatie en het treffen van voorzorgsmaatregelen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt primair bij het Ministerie van Economische Zaken. Zonder hierin volledigheid te beogen, gaat het wat ons betreft in ieder geval om de volgende speerpunten: a) informatievoorziening moet op orde zijn; b) wegnemen van zorg over eventuele schade en vergoeding daarvan. ad a) Informatievoorziening 2 Om de informatievoorziening op orde te brengen en te houden, voorzien wij de volgende maatregelen: Inwoners en bedrijven op de hoogte brengen/houden van ontwikkelingen gaswinning door actieve informatievoorziening op (digitale) plekken waar onze inwoners zich bevinden (Periodiek thema-pagina in de HC, het inzetten van de gemeentelijke website: digitaal dossier aanleggen en de dossiers publieksvriendelijk ontsluiten) mensen die zich actief inzetten bij dit dossier faciliteren met juiste informatie Periodiek informeren van de gemeenteraad over de voortgang; Het faciliteren van een juiste berichtgeving via de media; Bij gaswinning betrokken gemeenten op de hoogte houden; Een klankbordgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de Plaatselijke Belangen. ad b) wegnemen van zorg over eventuele schade en vergoeding daarvan; Een belangrijke aanleiding voor de bezorgdheid van onze inwoners is mogelijke schade en verwachte moeilijkheden bij het herstel daarvan. Dit wordt mede ingegeven door de gang van zaken in de provincie Groningen. Weliswaar is in artikel 6:177 van het Burgerlijk Wetboek bepaald dat de exploitant van een mijnbouwwerk aansprakelijk is voor de schade die ontstaat door beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of de exploitatie van dat werk, maar gedupeerden moeten dan wel aantonen dat de schade door gaswinning wordt veroorzaakt. Er zijn inmiddels wel diverse regelingen in het leven geroepen die dit principe voor gedupeerden wat eenvoudiger te hanteren maken. Ook kunnen voorzorgsmaatregelen worden getroffen. Eén van deze voorzorgmaatregelen is het doen van vooropnames, zodat daarmee aangetoond kan worden dat eventuele scheuren niet al eerder aanwezig waren. Vermilion heeft in juli 2016 toegezegd dat, voorafgaande aan de gaswinning in Nieuwehorne, een vooropname zal worden uitgevoerd (raadscommisie ROM van 30 juni 2016). Deze toezegging liep vooruit op de "Overeenkomst bodemdaling gaswinning Fryslân", die Vermilion, de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân met elkaar hebben gesloten. Deze overeenkomst voorziet in een mechanisme voor het verkrijgen van deskundig advies inzake wenselijke maatregelen en vergoeding van daaraan verbonden kosten. Hoewel dit een overeenkomst is tussen twee regionale overheden en Vermilion, staat de schaderegeling ook open voor burgers. Kort samengevat houdt deze overeenkomst in dat: - Vermilion een vooropname moet uitvoeren alvorens over te gaan tot het winnen van gas; - deze vooropname van te voren wordt getoetst door de Commissie Bodembeweging (verder: CBAF) en Vermilion moet de aanbevelingen van de commissie opvolgen, de commissie let daarbij o.a. op het draagvlak van de vooropname;
3 - een gedupeerde die meent schade te lijden als gevolg van het winnen van gas door Vermilion kan de CBAF om bindend advies vragen; - de CBAF stelt een onderzoek in en brengt bindend advies uit over eventuele schade en het oorzakelijk verband; - vermilion moet dit advies opvolgen. Een afschrift van de overeenkomst hebben wij ter informatie bijgevoegd (bijlage 2). Tijdens de vergadering van de raadscommissie ROM op 18 mei 2017 zal de CBAF een toelichting geven op haar werkzaamheden. Het voorafgaande betekent enerzijds dat voor alle nieuwe gaswinningsgebieden het verrichten van een vooropname van gebouwen geborgd is en waarbij Vermilion bovendien gehouden is aan de bindende adviezen van de CBAF. Wij zien daarom geen aanleiding om voor 'nieuwe gaswinningen' zelf opdracht te geven voor het uitvoeren van een vooropname. In het kader van de eerder genoemde Overeenkomst Bodemdaling gaswinning Fryslan wordt daar reeds in voorzien. Anderzijds heeft Vermilion ons laten weten dat de afspraken in het kader van de overeenkomst met de provincie en het Wetterskip voor het uitvoeren van vooropnames niet van toepassing zijn op bestaande winningen. Naar de mening van Vermilion geldt de plicht tot het doen van een vooropname daarmee niet voor Langezwaag. Daargelaten de vraag of de winning van gas uit alle putten in Langezwaag als bestaande gaswinning kan worden gezien, is een dergelijke benadering voor ons onacceptabel. Het betekent dat een arbitrair onderscheid wordt gemaakt in één en dezelfde gemeente. Wij zullen onze formele en informele contacten aanwenden om te bewerkstellingen dat ook in Langezwaag een vooropname wordt uitgevoerd. Wij zullen dat consequent blijven aanvoeren in de contacten met Vermilion, de provincie en het Ministerie van EZ (zoals bijvoorbeeld het advies aan de Minister). Wij beschikken echter niet over middelen om dat bij Vermilion af te dwingen. Ons conceptadvies vindt u als bijlage 5. Indien de Minister van Economische Zaken niet bereid is Vermilion daartoe te verplichten (bijvoorbeeld bij het goedkeuren van het winningsplan deze zomer) en u van mening bent dat ook bij Langezwaag vooropnames dienen te worden uitgevoerd (of het besluit van de Minister op dit aspect niet wilt afwachten), zal de gemeente zelf opdracht moeten verstrekken voor het doen van vooropnames. Daarmee komen de kosten voor rekening van de gemeente. Uit informatie van het ingenieursbureau Fugro is ons gebleken dat de kosten van een vooropname ongeveer 150-200 euro per object bedragen. Bovendien zijn dan de procedureafspraken over het uitvoeren van vooropname uit de overeenkomst niet van toepassing. In de motie wordt eveneens gesteld dat de kosten die de gemeente moet maken in het gasdossier voor rekening van Vermilion moeten komen. Ook daarvoor geldt dat we geen mogelijkheden hebben om de kosten op Vermilion te verhalen. Het gaat hier om kosten die verband houden met de publieke taakuitoefening door de gemeente. Er is geen wettelijke grondslag om deze kosten op Vermilion te verhalen. Samenvattend Samenvattend stellen wij dat als u van mening dat er in het gehele Langezwaagvoorkomen een vooropname van gebouwen moet plaatsvinden en/of u daarbij het standpunt van de minister hierover niet wil afwachten, de gemeente dit zelf moet uitvoeren en moet betalen.
2. Motie Gasboringen onder Heerenveens grondgebied 4 In de motie Gasboringen onder Heerenveens grondgebied worden wij opgedragen ons in te spannen om te voorkomen dat er onder Heerenveens grondgebied nieuwe gasvelden worden aangeboord. De motie spreekt uit dat de winning van fossiele brandstoffen zich niet verdraagt met de klimaatneutrale ambitie van de gemeente. Bovendien moeten inwoners van de gemeente worden behoed voor de negatieve gevolgen van gaswinning, zoals bodemdaling en/of aardbevingen. Zoals wij al eerder in deze brief hebben gesteld, ligt de primaire bevoegdheid te besluiten om onder Heerenveen wel of geen gas te winnen, bij de Minister van EZ. Voor het gebied Gorredijk is al in 1989 aan voorgangers van Vermilion een concessie verleend om dit gas te winnen. Weliswaar is medewerking van de gemeente nodig, maar deze heeft alleen betrekking op de rol die de gemeente heeft bij een goede ruimtelijke ordening (de Wet ruimtelijke ordening, verder: Wro). Daarnaast kunnen er ook vergunningen nodig zijn op grond van de APV en andere gemeentelijke regelgeving, maar wij beperken ons vanwege de overzichtelijkheid tot de ruimtelijke ordening. De Wro bevat de wettelijke basis voor de gemeentelijke rol bij een goede ruimtelijke ordening. Belangrijk daarbij is dat alleen ruimtelijke relevante overwegingen een rol kunnen spelen bij de afweging op gemeentelijk niveau. De ambitie om 'klimaatneutraal te zijn, is ruimtelijk niet relevant en daarom voor een goede ruimtelijke ordening niet van betekenis. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 21 januari 2015 inzake het buitengebied van de gemeente Reusel-De Mierden. Hierin werd het aspect duurzaam energiegebruik als ruimtelijk niet-relevant aangemerkt. Dat houdt in dat dit aspect in de ruimtelijke afweging dan ook niet mag worden meegewogen. In de Mijnbouwwet speelt het aspect duurzaamheid evenmin een rol bij de afweging wel of niet in te stemmen met een winningsplan. De klimaatneutrale ambitie van de gemeente is dan ook geen grond om planologische medewerking aan het aanboren van nieuwe gasvelden te weigeren. Aardbevingen en/of bodemdaling kunnen daarbij wel een rol spelen, maar dan zal wel duidelijk moeten worden zijn in welke mate deze voorkomen en dat het effect daarvan is op het woon- en leefklimaat onaanvaardbaar is. Uit tot nu toe beschikbare onderzoeken blijkt dat de bodemdaling niet meer dan 2 centimeter bedraagt en dat het risico op aardbevingen verwaarloosbaar is. Dat is onvoldoende om op basis daarvan medewerking te weigeren. Dat is alleen een optie als uit gedegen tegenadvies (second-opinion) iets anders blijkt. Worden deze argumenten wel betrokken bij het besluit om geen medewerking te verlenen, dan is de kans groot dat bij een eventueel beroep de bestuursrechter deze besluiten niet in stand zal laten. Ook bestaat de kans dat de Minister van Economische Zaken toepassing zal geven aan de Rijkscoördinatieregeling, al dan niet in combinatie met het vaststellen van een inpassingsplan, zoals dat ook het geval is geweest bij Oppenhuizen in de gemeente SudwestFryslân. Bovendien heeft de Minister doorzettingsmacht (Rijkscoördinatieregeling, zie bijlage 3), zodat de gemeentelijke besluiten geen effect bereiken en de positie van de gemeente ten opzichte van Vermilion duidelijk verzwakt. Als wij uitvoering aan de motie geven, dan zullen wij vanwege de klimaatneutrale ambitie van de gemeenteraad en het voorkomen van negatieve gevolgen van gaswinning geen planologische medewerking verlenen aan het winnen gas. Ook moeten wij dan opkomen tegen besluiten van andere overheden (waaronder buurgemeenten) op grond waarvan het winnen van gas onder grondgebied van Heerenveen mogelijk wordt gemaakt. De
5 motie spreekt namelijk in algemene zin over inspannen en verbindt daar geen beperkingen aan. Het kan daarbij gaan om planologische besluiten van buurgemeenten, maar ook om winningsvergunningen en winningsplannen die door de Minister van Economische Zaken worden verleend. Onder opkomen tegen verstaan wij het indienen van zienswijzen of bezwaarschriften bij het betreffende overheidsorgaan en het indienen van beroep bij de bevoegde bestuursrechter Enerzijds betekent dit dat gelet op het voorafgaande de kans groot is dat de bestuursrechter dit besluit niet in stand zal laten en/of de Minister gebruik zal maken van zijn doorzettingsmacht. Anderzijds hebben dergelijke besluiten wel een politieke betekenis. De gemeente laat hiermee duidelijk zien, dat zij haar klimaatneutrale ambitie uitermate serieus neemt. Bovendien geldt dat wanneer de Minister gebruik maakt van zijn doorzettingsmacht, daarmee ook de verantwoordelijkheid naar de Minister verschuift. Op dit moment lopen er verschillende projecten en (voorgenomen) activiteiten van Vermilion ten aanzien van gasvoorkomens onder de gemeente Heerenveen. Voor een deel daarvan is planologische medewerking nodig, voor een ander deel niet omdat de boorlocatie buiten de gemeentegrenzen ligt. Bijlage 1 van deze brief bevat een overzicht daarvan. Daarin is ook aangegeven of er gemeentelijke besluiten nodig zijn, welke besluiten dat zijn en welke juridische risico s het weigeren inhouden. Ter toelichting op dit overzicht merken wij het volgende op: Vooral bij Nieuwehorne geldt dat het college eerder al medewerking heeft toegezegd ("ja, mits-constructie ). Het nu alsnog medewerking weigeren is in strijd met het vertrouwensbeginsel. Dat kan schadelijk zijn voor het vertrouwen in het gemeentebestuur. Aan de andere kant is het ook zo dat er door de motie van de gemeenteraad een nieuwe situatie is ontstaan. Daarmee is nog wel sprake van geschonden vertrouwen, maar dat is gelet op de staatsrechtelijke verhoudingen binnen de gemeente een situatie die zich altijd kan voordoen. Behalve activiteiten die direct gericht zijn op het winnen van gas of voorbereidende werkzaamheden daartoe, is Vermilion ook van plan om de pijpleiding van Mildam naar Garyp te verdubbelen. Ook daar is planologische medewerking van de gemeente voor nodig. Deze activiteit slaat weliswaar niet op het winnen van gas of het treffen van voorbereidende maatregelen, maar houdt daar wel verband mee. Als we de motie letterlijk opvatten, moeten wij ons ook inspannen om het aanboren van nieuwe gasvelden onder de gemeente te voorkomen. Het weigeren van planologische medewerking aan de verdubbeling van de gasleiding kan daartoe bijdragen. Zonder verdubbeling van de leiding kan Vermilion niet al haar gas naar Garyp vervoeren. Enerzijds draagt dat bij aan de opdracht van de motie. Ook Provinciale Staten en de gemeente SûdwestFryslân hebben zich in vergelijkbare gevallen zo opgesteld. Anderzijds betekent dit ook dat gaswinning uit velden die niet onder Heerenveen liggen, wordt belemmerd. Een bijzondere activiteit van Vermilion is het voornemen om op een bedrijventerrein in de gemeente te komen tot Ultradiepe Geothermie (UDG). In bijlage 4 van deze brief is een korte beschrijving van dit project opgenomen. Zoals wij nu kunnen overzien is het uitvoeren van UDG niet mogelijk zonder gaswinning. Enerzijds brengt de motie mee dat de gemeente aan dit project geen medewerking kan verlenen. Dit betreft immers het mogelijk aanboren van een nieuw gasveld. Anderzijds is dit een uitgelezen mogelijkheid bij te dragen aan de omschakeling naar duurzame energie.
6 Samenvattend Samenvattend stellen wij dat de gemeenteraad zich uitdrukkelijk heeft uitgesproken tegen het winnen van gas en daarbij het college heeft opdragen dit in haar besluitvorming uit te voeren. Wanneer het college deze motie integraal bij haar besluiten betrekt, heeft dat tot gevolg dat het college aan alle verzoeken van Vermilion planologische medewerking zal weigeren, ook al zijn de gronden daarvoor niet op de ruimtelijke motieven gebaseerd. Een dergelijke benadering geldt ook voor het uitvoeren van seismisch onderzoek in Akkrum en Aldeboarn, voor de verdubbeling van de bestaande pijpleiding en voor zover er een koppeling is met het winnen van gas, voor het project van Ultradiepe Geothermie Daarbij moet wel worden aangetekend aan dat bij bezwaar of beroep van Vermilion, de kans groot is dat het besluit een rechtelijke toetsing niet overleeft. Bovendien wijzen wij er op dat de Minister beschikt over bevoegdheden de gemeente te overrulen. Bovendien zal ons college ook besluiten van buurgemeenten en andere overheden die het winnen van gas onder de gemeente mogelijk maken, gaan aanvechten. Indien u nadere inlichtingen over deze brief wenst, kunt u bellen met Steven Doelman, telefoon 0513-617767. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Heerenveen. De gemeentesecretaris, De burgemeester, Jeroen van Leeuwestijn Tjeerd van der Zwan