Woorden 3. de klanken en de letters; de woordkennis; het zinsniveau (grammatica); het tekstniveau.



Vergelijkbare documenten
Lesbrief 6. Herhaling thema.

Woorden Doelgroepen Woorden Omschrijving Woorden 1-2-3

Les 6. Herhaling thema.

Samenvatting Mensen ABC

LESSTOF. Woorden 1-2-3

Plakrand. Plakrand. Plakrand. Plakrand. Plakrand. Plakrand

Wat heb je nodig? De doos

Inhoud. Voorwoord 3. Voeding 6. Slaap 22. Houding 30. Naar de dokter 37. Kleding 65. Mode 74. Kleding wassen 77

KEELAMANDELEN VERWIJDEREN (TONSILLECTOMIE)

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

2014 FC-Sprint² Leerbedrijf Bronnen

Op bezoek bij Suus op de Intensive care

H2-ademtest.

H2-ademtest Locatie Alkmaar.

Woordkennis 1-5 NT2 is bedoeld om de woordenschat van anderstalige leerlingen te vergroten.

LESSTOF. Woorden 1-2-3

= iemand die vertelt of schrijft over het nieuws. = de politie zorgt ervoor dat het veilig is.

door Megan van den Berg

Woordenschat hoofdstuk /2017. Les 1

Leesboekje het lichaam

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 7 Les 1

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

= het been dat links aan je lichaam zit. = het stukje van je lichaam waar het eten in terecht komt en waar het fijn gemaakt wordt.

Maximale inspanningstest

= een witte groente in de vorm van een bol. = een rode, gele of groene vrucht die je kunt eten. Aan de binnenkant zie je rijen met witte zaadjes.

Gynaecologie. Bloedarmoede.

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

Welkom op verpleegeenheid D2, de kinderafdeling van ons ziekenhuis. Ziek zijn is niet altijd even prettig, zeker niet als je in het ziekenhuis ligt.

operatie: verwijderen van de galblaas

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

NAAM: Instructies in de klas Voer de opdrachten uit. 1. Zet een kruisje op de olifant. 2. Kleur het haar van de juf bruin.

operatie: verwijderen van de galblaas

Nucleair onderzoek van de nieren bij kinderen. (renografie)

Schoolwoorden is bedoeld om de woordenschat te vergroten van allochtone leerlingen in het onderwijs.

(werkwoordelijk gezegde)

werkbladen thema 4 gezondheid

De zuur-base tabel van Dr. Alex Guerrero De volgende tabel komt uit het boek In Balance for Life van Dr. Alex Guerrero.

Blindedarmontsteking bij kinderen

Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin

Klachtenanamnese voedselovergevoeligheid

Klachtenanamnese voedselovergevoeligheid

Taalbewustzijn: Woordweb Maak een woordweb of mindmap over ziek zijn en ziekenhuis

Thema dieren. Deze werkbundel is van:

Albert Schweitzer ziekenhuis Kinderafdeling januari 2015 pavo Blindedarmontsteking bij kinderen

Ik voel me zo ziek als een hond, mompelt vader. Dan moet je naar de dierenarts gaan, zegt zijn zoontje

Op bezoek. bij Sam op de Intensive Care

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Blindedarmontsteking bij kinderen

Verpleegkunde RETO

SNIF!' is een productie van theatergroep Fast Forward met de steun van vzw de Rand en het Taaluniecentrum NVT

Wil je zwanger worden? In deze folder vind je tips en adviezen.

Fotoverhaal voor kinderen die geopereerd worden en een verdoving met een 'kapje' krijgen (Kinder- en jongerenafdeling)

Verwijderen van de galblaas. Polikliniek chirurgie

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

GROEP 1-2. Wat valt er buiten te BELEVEN?!

Pijn bij kinderen Afdeling D/ kinderafdeling

ThomAS(S) gaat naar het ziekenhuis

Als je buiten op de grond valt en je hebt een diepe wond, wat moet je dan doen? A) Niks B) Een pleister er op plakken C) Naar de dokter gaan

Moshi gaat met het vliegtuig naar Malawi

Auditieve oefeningen bij het thema: Barbapapa

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER

Auditieve synthese Lettergrepen samenvoegen tot een woord/ woord in lettergrepen verdelen

Dit zijn Kelly en Karim. Ze willen graag een kind.

Vragenkaartjes voor onderweg!

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten

ligt. Druppelen: als ergens druppels vanaf vallen. Je haar druppelt bijvoorbeeld als je net uit het zwembad komt. Gieten: heel hard regenen.

Patiënteninformatie. Pijnmeting op de kinderafdeling

Auditieve oefeningen thema kleding

januari Z M D W D V Fruit: Appelen, Bananen, Citroen, Mandarijnen, Mango, Peren, Sinaasappelen Dit is een product van SaskiaVanOmmen.

Naam:...

Patiënteninformatie. Flapoorcorrectie bij kinderen. Flapoorcorrectie bij kinderen Flapoorcorrectie hj.indd 1

Les 5. In het ziekenhuis.

= een stuk grond met fruitbomen. = hard materiaal dat uit de grond komt en waar je mee kunt bouwen.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Algemene informatie rond de operatie. Chirurgie

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Hoe ziet je halve dag eruit als je in het gezondheidscentrum van het CLB op medisch onderzoek komt? Onderzoek van het 1 ste middelbaar

Zoek de 10 woorden die beginnen met de letter: b

Les 4. Naar de apotheek.

Spelend leren. Kleuters spelen toch alleen maar?

Bronnenboekje. Thema 6

Werkwoordspelling 1F. Doelgroepen Werkwoordspelling 1F. Omschrijving Werkwoordspelling 1F

Lees de uitleg over het verhschil tussen robots en machines. De machine maait.

Lesbrief 5. In het ziekenhuis.

Wat is groente en wat is fruit? Opdracht 1-2A. Opdracht

Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken

Welkom op verpleegeenheid D2, de kinderafdeling van ons ziekenhuis. Ziek zijn is niet altijd even prettig, zeker niet als je in het ziekenhuis ligt.

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Meloen Abrikozen. Blauwe bessen Bramen. Perziken Cranberries. Nectarines Zwarte bessen. Frambozen

KINDERGENEESKUNDE. Vragen en antwoorden rond stuipen bij koorts

- - Enkele vragen over jou. D7. Welke taal spreek je meestal thuis? D1. In welk jaar ben je geboren?

...dag,... om... uur.

Hoe werk je nu met de driehoek?

vandaag word je geopereerd aan je blinde darm 1

De Nationale. Smaaktest 2009 Docentenhandleiding. Groep 1 t/m 4. Beste leerkracht, Tot culi, tot smaak. Wat is Smaaklessen? Wat is SchoolGruiten?

Algemene informatie rond de operatie

H Verwijderen neus- en/of keelamandelen bij kinderen

Transcriptie:

Woorden 3 Woorden 3 is gemaakt voor de groepen 5 en 6 van het basisonderwijs, het praktijkonderwijs, de basiseducatie en voor leerlingen met een grote achterstand in het voortgezet onderwijs. Het programma is ook zeer geschikt voor het speciaal onderwijs. Voor een deel van de lessen is het niet nodig dat leerlingen kunnen lezen. Woordenschatverwerving is zonder meer het belangrijkste onderdeel van het leren van een taal. Een taalverwerver moet zich op vier verschillende niveaus bekwamen: de klanken en de letters; de woordkennis; het zinsniveau (grammatica); het tekstniveau. Woordkennis vormt de spil van deze reeks: klanken en letters worden gecombineerd tot woorden; woorden worden op hun beurt gecombineerd tot zinnen, en zinnen tot teksten. Bij het overdragen en begrijpen van teksten zijn woorden essentieel. De meeste methodes voor het onderwijzen van Nederlands als tweede taal zijn gestructureerd rond een grammaticale basis, toch speelt grammatica bij het leren van een tweede taal slechts een ondergeschikte rol. Nederlandse kinderen die instromen in het basisonderwijs, kennen meestal al zo n 2000 à 3000 woorden (Verhallen & Verhallen, 1994). Dat geldt niet voor allochtone kinderen. Anderstalige leerlingen moeten op school een taal leren, terwijl ze tegelijkertijd via die taal toegang moeten krijgen tot de kennis die wordt onderwezen. Te weinig aandacht voor woordverwerving betekent daardoor ook een oplopende achterstand bij de andere vakken en vakonderdelen. Woorden 3 kan een bijdrage leveren aan het inlopen van de achterstand die anderstalige leerlingen op het gebied van de woordkennis hebben.

In Woorden 3 worden zo n 80 oefeningen aangeboden waarmee vele uren zelfstandig gewerkt kan worden. Bij de vaststelling van het corpus voor het programma is in eerste instantie uitgegaan van de lijst van de 1200 meest gebruikte Nederlandse woorden (Uit den Boogaart, 1975). Een flink deel van deze woorden hoeft niet te worden aangeleerd omdat ze zelfs bij beginnende taalleerders al bekend zijn (de, niet, goed, mooi). Het zijn bovendien vaak functiewoorden die niet bij een bepaald thema zijn onder te brengen. In Woorden 3 zijn anderzijds ook veel woorden opgenomen die niet in de lijst staan. De selectie is ontstaan vanuit de gekozen thema s. In Woorden 3 komen veel langere, meer abstracte, lager frequente en specifieke woorden voor dan in de programma s Woorden 1 en 2. Er is dus sprake van een oplopende moeilijkheidsgraad. Binnen elk bestand is bovendien sprake van een cumulatieve opbouw. Woorden die in eerdere lessen behandeld zijn, worden verderop bekend verondersteld. Een didactische basisregel is dat het leren van een woord nooit in één keer gebeurt. Niet alleen moet de betekenis van woorden worden uitgelegd, daarna moet voldoende worden geoefend om ervoor te zorgen dat men die betekenis ook onthoudt. Ten slotte moet ook gecontroleerd worden of men de betekenissen kent. We maken bij Woorden 1-2-3 gebruik van deze drieslag van semantiseren (uitleggen van betekenissen), consolideren (oefenen op verschillende manieren) en controleren. Rubrieken en oefeningen van Woorden 3 Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven A natuur 1 Dieren en planten herkennen (*) Meerkeuze 1 36 2 Namen van dieren en planten (*) Meerkeuze 1 34 3 Dieren aanwijzen (*) Plaatje klikken 1 12 4 Planten aanwijzen (*) Plaatje klikken 1 12 5 Dieren en planten sorteren Rijen 1 30 6 Soortnamen kiezen Koppels 1 15

Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven 7 Op safari Plaats woord 2 20 8 Tekst - Naar de dierentuin Meerkeuze 1 16 9 Woorden voor dieren en planten (*) Meerkeuze 1 25 B uiterlijk 1 Opmaak en kleding herkennen (*) Meerkeuze 1 30 2 Opmaak en kleding aanwijzen (*) Meerkeuze 1 25 3 Aan je voeten (*) Plaatje klikken 1 11 4 Bij welk lichaamsdeel? Koppelpuzzel 1 12 5 Je mooi maken Stenen 1 20 6 Uiterlijk en omschrijving Koppels 1 15 7 Het fotomodel Plaats woord 2 28 8 Tekst - De modeshow Meerkeuze 1 15 9 Woorden bij het uiterlijk (*) Meerkeuze 1 28 C gezondheid 1 Gezondheidswoorden herkennen (*) Meerkeuze 1 25 2 Het skelet (*) Plaatje verklaren 1 11 3 Gezondheidswoorden aanwijzen (*) Meerkeuze 1 24 4 Klacht en lichaamsdeel Koppelpuzzel 1 10 5 Omschrijving van gezondheidswoorden Koppels 1 15 6 Doktersvragen Meerkeuze 2 14 7 Naar de specialist Plaats woord 2 20 8 Tekst - Artsen zonder Grenzen Meerkeuze 1 14 9 Gezondheidswoorden (*) Meerkeuze 1 25 D school 1 Schoolwoorden herkennen (*) Meerkeuze 1 35 2 Vakken van school (*) Plaatje klikken 1 9 3 Schoolwoorden aanwijzen (*) Meerkeuze 1 26 4 Rekenwoorden in beeld Meerkeuze 1 20 5 Omschrijving van schoolwoorden Koppels 1 15 6 Concentratieprobleem Plaats woord 2 20 7 Tekst - Dagboek van een juf Meerkeuze 1 12 8 Schoolwoorden (*) Meerkeuze 1 24 E eten en drinken 1 Eten en drinken herkennen (*) Meerkeuze 1 28 2 Groentes aanwijzen (*) Plaatje klikken 1 12 3 Groentes benoemen (*) Plaatje verklaren 1 12 4 Fruit aanwijzen (*) Plaatje klikken 1 12 5 Fruit benoemen (*) Plaatje verklaren 1 12 6 Namen van eten en drinken (*) Meerkeuze 1 22 7 Soorten eten en drinken Koppelpuzzel 1 10 8 Tekst - Voedingsmiddelen Meerkeuze 1 14 9 Eten en drinken (*) Meerkeuze 1 22 F maatschappij 1 Maatschappijwoorden herkennen (*) Meerkeuze 1 34 2 Maatschappijwoorden aanwijzen (*) Meerkeuze 1 25 3 Activiteit en omschrijving Koppels 1 12 4 Wat gebruik je ervoor? Koppelpuzzel 1 10 5 Omschrijving van beroepen Koppels 1 15 6 Saai leven Plaats woord 2 26 7 Tekst - Interview Meerkeuze 1 16 8 Maatschappijwoorden (*) Meerkeuze 1 25 G sport 1 Sporten herkennen (*) Meerkeuze 1 26 2 Sporten benoemen (*) Plaatje verklaren 1 12 3 Sporten aanwijzen (*) Plaatje klikken 1 12 4 Sporten en voorwerpen Koppels 1 12 5 Het sportjournaal Plaats woord 2 20 6 Sportwoord en omschrijving Koppels 1 15 7 Tekst - De held Boukhari Meerkeuze 1 17 8 Sportwoorden (*) Meerkeuze 1 22 H goed en kwaad 1 Woorden herkennen (*) Meerkeuze 1 24 2 Woorden voor goed en kwaad (*) Meerkeuze 1 22 3 Oorlogstuig (*) Plaatje verklaren 1 8 4 Werkwoord en omschrijving Koppels 1 15 5 Naamwoord en omschrijving Koppels 1 15 6 Gevaarlijke honden Plaats woord 2 26 7 Teksten - misdaadberichten Meerkeuze 1 17 8 Goed en kwaad (*) Meerkeuze 1 24

De woorden van Woorden 3 De bijna 1000 inhoudswoorden die de leerling in het bestand Woorden 3 tegenkomt, zijn hieronder opgesomd. Daarnaast worden in de oefeningen functiewoorden aangeleerd en leert men ook de betekenis van nieuwe woorden uit de context afleiden. aalbessen - aandacht - aanhang - aanhanger - aanpakken - aantrekken - aanval - aanvallen - aardappels - aardbei - aardrijkskunde - aarzelen - abrikozen - achteraan - achterstand - acrobaat - acupuncturist - acupunctuur - adelaar - adem - ademhalen - aderen - advocaat - afleiden - afrekenen - afspraak - aftrekken - afvuren - afwassen - agenda - agenten - agressief - alarm - amandelen - ambulance - ananas - angstig - anjer - antwoord - aparte - apen - apotheek - apparaat - applaudisseren - arme - automonteur - baan - baas - bal - balie - balletpakje - balpen - barbecue - basketbal - bedienen - bedrijf - beeldschoon - been - beer - beginnen - begrip - beha - behandelen - behandeling - bekeuren - bekeuring - bekijken - beluisteren - benauwdheid - benen - bepalen - bereiken - beschermen - beschuldigen - besmettelijke - bestellen - bestelling - betalen - beter - betrokken - beugel - beuk - beveiligen - bewerken - bewondering - bh - bibliothecaresse - bibliotheek - bidden - bikini - biljarten - billen - biologie - bioscoop - bisschop - blaar - blaasje - bladeren - bleekselderij - blijven - blindedarm - blindheid - bloed - bloeddruk - bloeddrukmeter - bloemen - bloemkool - blok - bloot - boek - boksen - bokshandschoenen - bon - boodschappen - boog - boogschieten - boom - boos - borsten - brandstof - brandweerman - breedte - brengen - briefje - broccoli - broche - broek - buik - buikpijn - buitenste - cactus - cadeaupapier - caissière - cake - capsule - carnaval - cd - chic - chimpansee - chirurg - cijfer - circuit - circus - cirkel - citroen - citrusvruchten - clown - club - cola - computer - concentreren - contract - cool - coureur - crimineel - cursus - daad - dag - dagdromen - dalen - darmen - deeg - deelbaar - deelnemers - delen - denken - diagnose - diagonaal - diep - diepzeeduiken - dijbeen - dingen - diploma - directeur - dirigent - dirigeren - discrimineren - diskette - doel - doelman - doelpunt - dokter - doodmaken - doofheid - doorknippen - doping - dorp - douche - draad - driehoek - druiven - druk - duiken - duikplank - duim - duivel - duizeligheid - dupe - dure - dwang - eentje - eerst - eigenlijk - eik - eindstreep - eiwitten - elftal - elkaar - ellebooggewricht - energie - eng - engel - epidemie - eraan - erg - ergens - ergs - erin - ermee - ernstige - ervaring - erwten - erwtjes - etui - even - excuus - ezel - fantastisch - favoriet - fee - figuur - film - finishen - fitness - flamingo - fotograaf - frambozen - fresia - frisdranken - fruit - fysiotherapeut - gaaf - gaatjes - garnaal - gebaksoorten - gebeurtenis - gebouw - gebruik - gebruiken - gedachten - geit - gekleurd - geld - geliefde - gelijk - geloof - geluid - gemalen - geneeskunde - geneesmiddel - genezen - geopereerd - geranium - geschorst - gesloten - gesneden - gesprek - getal - geur - gevaar - gevaarlijke - gevangen - gevangenis - gevecht - gevoel - geweer - geweld - geweldig - gewoon - gewricht - gezicht - gezond - glijbaan - god - godsdienstles - golfen - graan - graansoorten - grapefruit - gras - groente - grootte - gym - gymmen - haai - haar - haarspeld - hagedis - halen - halswervels - handschoen - hard - hart - hartkloppingen - hartstikke - hazelnoten - heel - heesheid - heleboel - helm - helpen - hersenen - hert - heupen - hiel - hockeyen - hockeyschaatsen - hoeken - hoge - hond - hondenras - honkbal - hoofd - hoogte - horizontaal - horloge - houden - hout - houten - hovenier - huid - huis - huisarts - huisdieren - huiswerk - ideeën - ijsbeer - ijshockey - ijzer - inbreken - inbreker - infuus - ingang - ingespannen - injecteren - injectie - inkoper - inleveren - inpakken - insecten - inspuiten - instapper - instrument - instuderen - interviewen - jasje - jeep - jeuk - judo - juf - jus - kaak - kalkoen - kameel - kampioenschap - kan - kanarie - kaneel - kans - kap - karbonade - kat - keel - keeper - keer - kelner - kerk - kersen - keu - kiekendief - kieviet - kind - kip - kiwi - klas - kleden - kledingstuk - kleren - kleur - klimrek - klomp - knaagdieren - knap - kneden - kniegewricht - kniekous - koe - kogels - koken - komen - kommagetal - kont - kool - koolsoorten - koorts - kop - kopen - koran - korrel - kousen - krab - kracht - krokodil - kropsla - kruis - krullen - kubus - kudde - kuitbeen - kunsten - kunstschaatsen - kwaad - laag - laat - landen - lang - leeuw - leiden - leiding - lekker - lelie - lelijk - lenen - lengte - lenig - leren - letten - libelle - lichaam - lichaamstemperatuur - lichtbruin - lieveheersbeestje - lijn - liniaal - links - linksonder - lippenstift - longen - loodgieter - loodrecht - lopen - maag - maaltijd - maand - macaroni - madeliefje - maillot - make-up - makreel - malaria - malen - mango - manier - margriet - mascara - masker - mat - materiaal - medicijn - medisch - meenemen - meer - meerkoet - meest - meeuw - melk - mensen - menukaart - merel - merken - metalen - metselaar - microscoop - middel - misdadigers - misdrijf - mishandeling - mist - mode - moeder - moeilijk - moeten - mogen - monitor - mooi - moord - moorkop - moskee - moslim - motor - mug - muiltje - muis - mus - muur - muziek - muziekles - muziekstuk - naald - naam - naar - nachtdier - nachtkleding - nadeel - nadoen - narcose - negatief - nek - nemen - nergens - nervositeit - netjes - neus - nodig - non - nooduitgang - nootmuskaat - noren - ober - omhangen - omhelzen - omhoog - omhulsel - omkleden - omlaag - omtrek - onaangenaam - onderbroek - ondergoed - onderwijzer - oneven - ongerust - ongeval - onschuldige - ontkomen - ontmoet - ontstoken - oogleden - oogschaduw - oorbel - oorlog - opdracht - open - openbreken - operatie - opereren - opgeven - ophouden - opletten - opmaken - oppervlakte - oprapen - opsporen - optellen - optreden - opvoeding - opzet - opzettelijk - orchidee - orde - orgaan - orkest - ouders - overbrengen - overgave - overgeven - overheen - paar - paardrijden - paddenstoel - paling - panter - pantoffel - papegaai - paperclip - papieren - paprika - parachutespringen - parallel - parelketting - parfum - partij - passer - pasta - patiëntenplaatje - pech - pelikaan - penseel - peper - pepers - perzik - peulvruchten - pijl - pijn - pil - pillen - pincet - pinnetje - pistool - pitten - plaats - plank - plant - pleister - ploeg - pluimvee - poeder - poedervorm - poepen - poetsen - politiebureau - pols - pony - pootjebaden - portemonnee - positief - prachtig - praten - preken - prei - preken - priester - proberen - probleem - programma - prooi - protesteren - pruimen - publiek - pukkeltjes - punaise - punaises - puntenslijper - puntige - pyjama - race - racewedstrijden - racket - radiator - radijs - rat - recept - rechtbank - rechten - rechter - rechthoek - rechtsboven - regenjas - regisseren - regisseur - reiger - rekenen - rekening - rekenmachine - repareren - repen - repeteren - reptielen - restaurant - reuzenschildpad - ribben - richten - riem - riet - rij - rijden - rijen - rijst - rimboe - ring - roeien - roeispanen - rol - rond - rondkijken - rondlopen - roofdier - roofvogels - roos - rooster - rosbief - rugby - rugwervels - ruil - ruimte - ruw - ruzie - röntgenfoto - saai - safari - sandaal - schaaldieren - schaats - schade - schedel - schelp - schema - scherp - schieten - schil - schilder - schildpad - schoen - schol - schommel - schommelen - schoonheidsspecialiste - schoppen - schouders - schreeuwend - schrijven - schuin - schuld - schuldig - scoren - serie - shampoo - sieraad - sierspeld - sinaasappel - skeeler - skeeleren - ski - skiën - slaan - slaap - slachtoffer - slagtanden - slangetje - slapen - sleutelbeen - slim - smaak - sneetje - snel - solo - somber - soort - spaghetti - spannend - specerij - specialist - speeltuin - spel - spelen - spieken - spieren - spits - sport - sportjournaal - sprinkhaan - sproeten - spruitjes - staan - staat - staken - steken - stel - stelen - stellen - stem - stenen - stethoscoop - stick - stiekem - stijfheid - stof - stoffen - stok - stomme - stoppen -

straf - strafbaar - straffen - strafzaken - strak - strijd - stroken - stropdas - struik - studeren - stuk - stukje - suiker - supermarkt - supporter - supporter - surfen - surfpak - tablet - tabletten - tandarts - tanden - tangetje - tank - tape - tarwe - tarwemeel - tegenpartij - tegenstander - tekenen - tekst - teleurgesteld - tennissen - terras - terugkeren - theater - theaterproductie - thermometer - tijdelijk - tijdje - tips - toegangskaartje - toeschouwer - toespraak - toestand - toetsenbord - toezicht - tompoes - toneelstuk - treuzelen - tribune - tropische - trui - tuin - tulp - uithalen - uitkleden - uitleggen - uitschakeling - uitslag - uitvoeren - uitvoering - uitzenden - uur - vaak - vast - vechten - vee - veel - ver - verband - verbandgaasje - verbeteren - verbieden - verboden - verdachte - verdedigen - verder - verdoving - vergadering - vergroot - verkeerd - verkleed - verkleedspullen - verkopen - verkoudheid - vermenigvuldigen - vermoorden - veroordeeld - veroordelen - verpleegkundigen - verschijnen - verspringen - verstoppertje - verstopping - verticaal - vervelend - verwachten - verwarming - verwijderd - veter - vierkant - vinger - vissen - vissoorten - vitamine - vlecht - vleermuis - vleessoorten - vlekken - vlieg - vliegveld - vloeistof - vlucht - vluchten - vocht - voedsel - voetbal - voetballen - voetballer - voetbalspel - voeten - vogels - volgende - volksfeest - voorkomen - voorlezen - voorstelling - voorwerp - vorm - vragen - vrede - vrucht - vuisten - vuur - wachtkamer - wagen - walvis - want - wapen - water - waterskiën - watervogels - wedstrijd - week - weekeinde - weidevogels - weinig - wenken - wereld - werk - werkplaats - wesp - wielerronde - wijsvinger - wimpers - winkel - winkelen - winnen - winterjassen - witlof - wond - wortels - wurgslang - yoghurt - zacht - zadel - zalm - zangvogels - zeemeeuw - zeggen - zeilboot - zeilen - zeiljack - zenuwachtig - ziek - ziekenhuis - ziekte - zielig - zijde - zin - zit - zitplaatsen - zitten - zomer - zuivelproducten - zuurstofflessen - zwangerschap - zwembad - zweminstructeur - zwemkleding - zwemmen -