01 De hut vol info. POSTENTOCHTvragenblad. biotoopstudie EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN

Vergelijkbare documenten
01 De hut vol info. POSTENTOCHTantwoordblad. biotoopstudie. 4. ja/neen. 5. ja/neen GROEP

01 De hut vol info. POSTENTOCHTvragenblad. biotoopstudie EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN

POSTENTOCHT YIN ANTWOORDEN. POSTENTOCHTantwoordblad. stedelijk natuurreservaat bourgoyen-ossemeersen. biotoopstudie. biotoopstudie.

groen in de stad BIOTOOPWANDELING BIOTOOPWANDELINGleidraad natuurreservaat bourgoyen-ossemeersen biotoopstudie 1 MO biotoopstudie

Opdrachtenboekje. Waterkant

Diertjes vangen en bekijken

NME-leerroute Kabouters in het Westerpark

Werkblad Waterrapport 1 - Kleur van het water

WATERKWALITEIT IN HET BEATRIXPARK

Bloeiend plantje Spoor van een dier

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHT. natuurreservaat bourgoyen-ossemeersen. POSTENTOCHTleidraad. biotoopstudie 1 MO. biotoopstudie.

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in)

Oude bomen. Opdracht 1 - Bijzondere bomen. Opdracht 2 De leeftijd van een boom meten. Benodigdheden

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6

Doos der wijzen: opdracht één

De Dender ontspringt in... en mondt uit in de... in de stad... Deze stad dankt zijn naam hieraan.

Leerpad Holle Wegen Halen. Opdrachten. Holle_Wegen_OPDRACHT.indd 1 20/04/10 14:04

Rivierenhof. Ontdekkingstocht voor gezinnen

Op het einde van de fotozoektocht moet je een klein stukje langs een vrij drukke straat stappen. Wees dus voorzichtig en hou uiterst links!

Een midden- en bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem najaar 2015

BIODIVERSITEIT. Welke stappen doorloop je als je een wetenschappelijk onderzoek doet? (kernwoorden)

MINIDIERENSAFARI - veldwerkopdrachten met ongewervelden-

Opdrachtkaarten Herfst

SPEURNEUZEN in de Groene Velden

BIODIVERSITEIT. Groep Welke stappen doorloop je als je een wetenschappelijk onderzoek doet? (kernwoorden)

VOEL! KLEUTERS. Vlinderen. --> in zijvak hand

SPEURNEUZEN in de Groene Velden

bodem ph indicator ph-waarde van water = 7 = neutraal ph-waarde van citroen = 2 = zuur ph-waarde van cola = 3 = zuur

Ik weet wat een wintervoorraad is en waarom dieren dit verzamelen. (weinig verse voeding in de winter)

LEVEN IN DE BIO-APPELBOOMGAARD WERKBLADEN

WERKBLAD OPDRACHTEN. Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen

Bomenpad Park Vredeoord. Antwoordenblad. Vul hier eerst jullie namen in:

OPDRACHTEN bij de FIETSEXCURSIE van het project MOOI HOOGLAND-WEST!

Veldonderzoek. Deel 1. Biologisch onderzoek. Onderzoek van het water van het Apeldoorns Kanaal.

Ontdekkingstocht voor gezinnen

Aftekenlijst. Naam:

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Leesboekje de seizoenen

Opdrachtkaarten Lente

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam.

Natuur dagboek. Op ontdekking in je achtertuin

Ga je mee op watersafari?

DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN

Wriemelbeestjes. Aanwijzingen begeleider: Laat gevangen diertjes naderhand weer los.

De grond waarop wij wonen

Bomen in drie seizoenen

Planten voor de Prins Werkmap Tweede graad Basisonderwijs

Een basisschool project van het IVN Veldhoven / Vessem voorjaar 2012

Bomen in drie seizoenen

Boterbloemen in het gras

Een project van het IVN Veldhoven / Vessem voorjaar 2009

WORD EEN ECHTE bomenkenner!

Van eitje tot vlinder

NME-leerroute Bomen in het Wandelbos

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 3-4

Opdrachten thema. Veluwe

Wriemelbeestjes. Als je een holletje gaat graven kom je kleine beestjes tegen. Kun jij kleine beestjes vinden als je in de bladhoop graaft?

onderzoek werkblad naam: Biodiversiteit les & In de klas Buiten - zoekkaart Bodemdiertjes of site dierenzoeker.nl of de app dierenzoeker

Vind de schat van Het Vinne!

Groep: Schrijf achter elk dier waar je denkt dat het woont. a) De mensen in het clipje laten aan andere mensen zien dat het hun huis en tuin is.

Naverwerking in de klas

Werkbladen landschapsstudie

Mijn Boom. Werkboekje. C.N.M.E. De Groenling

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 5-6

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 1-2

Doe- pad Watertorenweg

Winkelen in het bos?

De grond waarop wij wonen

NME-leerroute Kleine inwoners van de stad 8

1e klas. BiNaSch slootwateronderzoek. Deze reader is van: Scala Rietvelden Vakgroepen natuurkunde, scheikunde en biologie 1e klas. Klas:.

Basiscursus planten: Bladvormen. Klas:. Plantenpersnr: Namen van leerlingen: 1:..

Raadsel 1: Wat is het verschil tussen de westkant en de oostkant van de Grote Vlasroot?

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet

Bolle akker. locatie 1. Coelhorsterweg

Opdrachtenboekje Veldwerk klas 1 Mondriaan College Oss Mei/Juni 2006

Loof-en naaldbomen. Naam :

Voorbereiding post 5. Iedere vogel zijn eigen plekje Groep 1-2-3

COMPOSTEREN MET KINDEREN WERKBLAD 24. Duizendpoot in bed

1. Samen maken we muziek vandaag

Lieveheersbeestjes. Tijdstip: april, mei als bijv. een kind met een lieveheersbeestje binnenkomt

Planten voor de Prins Werkmap Eerste graad Basisonderwijs

De grond waarop wij wonen.

Het kiemen van zaden

Doe- pad Watertorenweg

GROEP 1-2. Wat valt er buiten te BELEVEN?!

' Educatieve dienst 2007 'Winkelen in het bos' Winkelen in het bos

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen

Natuurpad. Haarlemmermeerse bos

Natuurpad. Haarlemmermeerse bos

Observatie van de wegberm

lesdoelen - De kinderen ontdekken:

Meer dan gras. Terreinstudie in de Bourgoyen

Leerlingboekje Sonnenborgh

Opdrachten thema. Veluwe

Transcriptie:

01 De hut vol info EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Je staat aan het infobord. Lees de tekst en kijk naar het plan. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Geef de volledige naam van het natuurreservaat. 2. Hoe groot is het reservaat in ha? Een voetbalveld is ½ ha. Hoeveel voetbalvelden kunnen in het natuurreservaat? 3. Welke rivier vind je in het gebied? 4. Mag je hier met je hond wandelen? Wat moet je doen? Twee zaken. 5. Kan je je waterschildpad hier een nieuwe thuis geven, als je er zelf niet meer voor kan zorgen? Waarom? 6. Kleur in het kadertje het stuk dat aangeeft hoe groot het reservaat is.

01 De hut vol info POSTENTOCHTantwoordblad GROEP 1............................. -............................ 2....... ha Het natuurreservaat is zo groot als.... voetbalvelden. 3............................... 4. ja/neen 1............................ 2............................ 5. ja/neen een schildpad................................................. 6. 5 km 2 km

02 Vier landschappen op rij EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Voor jou ligt het natuurreservaat. Neem de 4 foto s. Ga op de plek staan waar de fotograaf de foto s nam. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Leg de foto s op de grond in volgorde van de seizoenen. Begin met de lente. Schrijf één of meerdere kenmerken in de kadertjes. 2. In elk seizoen ziet het natuurreservaat er anders uit. Wat is nu een meersgebied? Schrap wat niet past. 3. Wat zou er gebeuren als we deze graslanden aan de natuur overlaten?

02 Vier landschappen op rij POSTENTOCHTantwoordblad 1. GROEP.................................................................. lente.................................................................. herfst.................................................................. zomer.................................................................. winter 2. Een meersgebied is een: bos - akker - heide - meer - grasland. Een meersgebied staat wel/niet onder water in de winter. 3. De graslanden........................................................................................................................................................................

03 Kaarten op tafel EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Zet je neer aan een tafel. Leg de kaart met de Bourgoyen-Ossemeersen en de legende van de bodembedekking op tafel. Binnen de rode lijn ligt het natuurreservaat. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Welke rivier vind je in het natuurreservaat? 2. Zie je de Ringvaart, dit is een grens van het reservaat. - Hoe lang is die grens? Druk uit in km. Gebruik de schaal op de kaart en de meetlat. - Is dit een kunstmatige of een natuurlijke waterloop? - Geef een voorbeeld van een natuurlijke waterloop. 3. Zoek met behulp van de legende welke verschillende bodembedekkingen er zijn in het reservaat. 4. Geef 2 namen van bekende plaatsen die je herkent ten zuiden van het reservaat. 5. Vind je op de kaart de Vinderhoutse bossen terug? Daar woont een vos. Toch loopt hij rond het Valkenhuis. Hoe komt hij daar? Wat komt hij in het reservaat zoeken?

03 Kaarten op tafel POSTENTOCHTantwoordblad GROEP 1................................... 2. De grens met de Ringvaart is:....... km. kunstmatige waterloop natuurlijke waterloop Een voorbeeld van een natuurlijke waterloop is:................. 3..................................................................................................................................... 4. 1........................................................... 2........................................................... 5.....................................................................................................................................................................................

04 Een groene architect EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Voor het gebouw staan 2 dikke bomen. Stap vanaf de 2 de boom 20 passen af richting reservaat. Kijk naar het gebouw. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Verbind de punten op het antwoordblad met elkaar en maak zo een schets van het gebouw. 2. Teken opvallende onderdelen van het gebouw. Welke drie zaken vallen op in je tekening en aan het gebouw? 3. Ga het gebouw binnen en vraag de onthaalbediende wat er typisch is aan het gebouw. Noteer kort wat dat betekent. 4. Zoek in het gebouw de 3 oranje tekstballonnen over: - glas - isolatie - gebruikte lucht. Noteer wat ontbreekt. 5. Geef 2 redenen waarom dit gebouw milieuvriendelijk is. 6. Weet je wat groene energie is? Geef 2 voorbeelden. Kan de onthaalbediende je helpen?

04 Een groene architect POSTENTOCHTantwoordblad GROEP 1. Schets van het gebouw. 2. 1................................. 2................................. 3................................. 3. Dit is een................................................................................................................ 4. 1 6 glas......... 2 5 isolatie......... 5. Dit is een milieuvriendelijk gebouw omdat: 1........................................................... 2........................................................... 6. 1........................................................... 2........................................................... 3 4 gebruikte lucht.........

05 Vanop de stenen brug EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Ga rechts van de brug staan. Zie je de peillat die het water van de Grijtgracht meet? Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Neem de vouwmeter, vouw open en laat die voorzichtig in het water zakken tot je de bodem voelt. Lees op de vouwmeter de diepte van het water af. Hoe diep is het water? Duid aan op de tekening. 2. Lees op de peillat het waterpeil af. Duid aan op de tekening. 3. Je hebt 2 verschillende resultaten! Vul op de stippellijn naast 0 m het juiste woord in. Kies uit de bodem - de weg - de zeespiegel Ga nu naar de linkerkant van de brug. 4. Neem de waterthermometer aan het touw vast en laat die hangen in het water. Wacht ± 3 minuten. Noteer de temperatuur van het water. 5. - Neem de secchischijf. Lees eerst de bijlage. Laat de secchischijf zakken in het water. Noteer de resultaten van de 2 metingen en bereken het gemiddelde. - Wat heb je gemeten en voor wie of wat is dat belangrijk? Droog met de handdoek vouwmeter, thermometer en secchischijf goed af.

05 Vanop de stenen brug POSTENTOCHTantwoordblad GROEP 1. Peillat 2. Vouwmeter 3. 6m 5m 4m 3m 2m 1m 0m =... 4. De temperatuur van het water is... C 5. - eerste meting:.......................... - tweede meting:......................... - gemiddelde:........................... Ik heb de............................................ gemeten. Dit is belangrijk voor:.................................................................................................................................................................................... 6m 5m 4m 3m 2m 1m 0m =...

06 In het populierenbosje EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Ga in het bosje en doe 10 grote stappen. Halt. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Is dit bosje een natuurlijk of kunstmatig bosje? Geef 2 redenen. 2. Zie je de verschillende lagen in het bos? - Vul het juiste nummer in op de tekening. - Kan je voor elke laag 1 voorbeeld van een plant en een dier geven? Gebruik eventueel de zoekkaarten. Bekijk de bladsilhouetten op je antwoordblad. Dit zijn silhouetten van de populier, de esdoorn en de grote weegbree. 3. Zoek 1 blad van die verschillende bomen en kruiden aan de rand van het bosje. Neem een afgevallen blad, indien je er geen vindt, dan pas pluk je er een. - Vergelijk het blad met het getekende silhouet, bekijk de nerven, teken ze en vul in: - handnervig - veernervig - parallelnervig.

06 In het populierenbosje POSTENTOCHTantwoordblad GROEP 1. natuurlijk bosje kunstmatig bosje reden 1:..................................................... reden 2:..................................................... 2. 3. Bladsilhouet 1 struiklaag 2 moslaag 3 boomlaag 4 kruidlaag plant:... dier:... plant:... dier:... plant:... dier:... plant:... dier:... populier = boom esdoorn = boom grote weegbree = kruid...nervig...nervig...nervig

07 Bijna zo groot als... EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Recht voor het gebouw staan 2 grote bomen. Dit zijn schietwilgen. Meet de hoogte van de boom die het dichts bij je staat. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Schat de lengte van de eerste boom. Meet de lengte, gebruik de boommeter en de rolmeter. Lees eerst de bijlage. 2. Schat de lengte van één van jullie. Meet de lengte, gebruik de lintmeter. 3. Hoeveel keer kan jij in die boom?

07 Bijna zo groot als... POSTENTOCHTantwoordblad GROEP 1 1 2 2 hoogte boom = afstand 1 + afstand 2 Lengte Ik schat Ik meet 1. boom...... m...... m 2. mijzelf...... m...... m 3. Ik kan.................... keer in de boom.

08 Boom zoekt stamboom EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad In deze buurt staan 2 bomen met een rood lint. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Neem de determinatietabel bomen. - Zoek de naam van de 2 bomen op. - Zoek uit of het inheemse of uitheemse bomen zijn. 2. In het reservaat groeien dus zowel inheemse bomen als uitheemse boom. Wat betekent dit? 3. Neem de bijlage en lees de tekst over de Duindoorn, een struik die in onze kuststreek groeit. Als we deze struik in het reservaat planten is deze struik dan: - inheems - uitheems - streekeigen - niet streekeigen? (meerdere antwoorden mogelijk) 4. In het reservaat wil men eigenlijk alleen maar planten hebben die inheems en streekeigen zijn. - Waarom? - Hoe kunnen we dit bereiken.

08 Boom zoekt stamboom POSTENTOCHTantwoordblad 1. GROEP naam boom uitheems inheems 2. uitheems = wel niet afkomstig uit ons land inheems = wel niet afkomstig uit ons land 3. Duindoorn is hier: inheems uitheems streekeigen niet streekeigen 4. Omdat.................................................................................................................. Hoe kunnen we dit bereiken:......................................................................................................................

09 Dikke vriend EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Recht voor het gebouw staan 2 grote bomen. Dit zijn schietwilgen. Meet de dikte van één van de bomen. Door de omtrek te meten en een rekensom te maken weet je hoe oud de boom ongeveer is. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Schat de omtrek van de stam en schat de leeftijd van de boom. 2. Meet met het touw de omtrek zoals op de tekening. Het touw heeft om de 10 cm een knoopje. - Hoe dik is de boom? - Bereken zijn leeftijd, gebruik de tabel. 3. Is je schatting juist?

09 Dikke vriend POSTENTOCHTantwoordblad GROEP schietwilg omtrek leeftijd 1. ik schat.... m =.... cm.... jaar 2. ik meet.... m =.... cm.... jaar 3. Mijn schatting is: juist niet juist ongeveer juist 1,5m omtrek van de stam leeftijd leeftijd wilg of populier andere bomen 10 tot 20 cm ongeveer 5 jaar ongeveer 10 jaar 20 tot 30 cm ongeveer 7½ jaar ongeveer 15 jaar 30 tot 50 cm ongeveer 10 jaar ongeveer 20 jaar 50 tot 80 cm ongeveer 12½ jaar ongeveer 25 jaar 80 tot 100 cm ongeveer 15 jaar ongeveer 30 jaar 100 tot 150 cm ongeveer 15-25 jaar ongeveer 30-50 jaar 150 tot 200 cm 25-50 jaar 50-100 jaar meer dan 200 cm delen door 4 delen door 2

10 Nu jij, ik kompas later EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Ga in het grasland bij de eerste boom (eik) staan. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Neem de rode stift en kleur de kompasnaald op de tekening die naar het Noorden wijst. Noteer op de stippellijn waar: Duitsland, Frankrijk, Nederland en Groot-Brittannië liggen. 2. Neem het kompas. Lees eerst de bijlage. 3. Zoek in het landschap op hoeveel graden van het Noorden 1. Het Natuur- en Milieucentrum De Bourgoyen. 2. Het meetstation. Omcirkel telkens de graden op de tekening en noteer de naam. 4. Zoek de schat! Hij ligt verborgen op 20 stappen van de eik, op 90 van het Noorden. - Wat is de schat? - Noteer de 2 vragen die je met Wikipedia moet beantwoorden. Verberg de schat op dezelfde plaats.

10 Nu jij, ik kompas later POSTENTOCHTantwoordblad GROEP land:......................... land:......................... land:......................... 4. De schat is................................................... Wikipediavragen 1........................................... 2........................................... land:.........................

11 Licht & donker EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Ga in het kleine bosje. Meet de sterkte van het licht. Lees eerst de bijlage. Hoeveel bedraagt de lichtsterkte? 2. Ga nu terug naar de rand van dit bosje. Meet de sterkte van het licht in het open grasland. Hoeveel bedraagt de lichtsterkte? 3. Bekijk en vergelijk de brandnetels en bramen die in de zon groeien en die onder de bomen groeien. Welke verschillen zie je aan het blad? Is er een verschil in grootte van de plant? Hoe zou je dit verklaren?

11 Licht & donker POSTENTOCHTantwoordblad GROEP 1. In het bosje. De lichtsterkte bedraagt......... Lux. 2. Aan de buitenrand van het bosje. De lichtsterkte bedraagt......... Lux. 3. de bladeren in de schaduw zijn groter de bladeren in de schaduw zijn kleiner de planten in de schaduw groeien hoger de planten in de schaduw zijn kleiner Dit komt omdat...................................................................................................................................................................................................

12 Meten is weten EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Dit is een meetstation. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Is het vandaag koud, warm of tussen de twee? - Schat de temperatuur. - Meet de temperatuur met de luchtthermometer. - Regent, hagelt of het sneeuwt? Lees het bord bij het meetstation of de bijlage. 2. Wat betekent VMM? 3. Wat doet de VMM hier? 4. Noteer in de tabel 3 namen van verontreinigende stoffen. Vul de tabel aan. 5. Op wat kan de vervuilde omgevingslucht schadelijke invloed hebben? 6. Voor wie is dat nadelig? 7. Hoe kan jij je omgevingslucht minder vervuilen? Geef 2 voorbeelden.

12 Meten is weten POSTENTOCHTantwoordblad GROEP 1. koud warm tussen de twee Ik schat... C Ik meet... C het regent het hagelt het sneeuwt 2. VMM =... 3. De VMM meet:...... 4. NAAM VOORNAAMSTE BRON AANWEZIG IN 1 2 3 5. Schadelijk voor: 1......................... 2......................... 3......................... 4......................... 6. Nadelig voor: 1......................... 2......................... 7. Ik help om de omgevingslucht minder te vervuilen door: in huis, op mijn kamer:......................................... in het verkeer, mijn vervoer:.....................................

13 Een schot in de roos EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Tegen de muur staat een schietroos. Neem de pijlen en de boog. Ga in de hoepel staan om te schieten. Elk van jullie mag om beurt een opdracht schieten. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Schiet op een kleur. Elke kleur staat voor een natuurelement: Lichtblauw = lucht: lees de opdracht in het wolkendoosje. Geel = vuur/licht: lees de opdracht in het doosje matchbox (luciferdoos). Rood = aarde: lees de opdracht aan het zakje met grond. Donkerblauw = water: lees de opdracht aan de fles. 2. Wat betekent volgende zin: Op een boogscheut van het centrum van Gent ligt het Stedelijk Natuurreservaat Bourgoyen-Ossemeersen. Leg de pijl en boog terug op dezelfde plaats.

13 Een schot in de roos POSTENTOCHTantwoordblad GROEP 1. Lichtblauw = lucht :.................................................................................................... Geel = vuur/licht:.................................................................................................... Rood = aarde:.................................................................................................... Donkerblauw = water:.................................................................................................. 2. Op een boogscheut van =........................................

14 Vogels beloeren EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Ga zitten op de liggende boomstam. Hang de veldkijker voorzichtig aan je nek. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Speur met je veldkijker naar 5 vogels in het landschap. Zoek op de zoekkaart hun naam. Welke zie je en waar? 2. Watervogels zijn aangepast aan hun biotoop. Verbind de vogel met de juiste poten en de juiste snavel.

14 Vogels beloeren POSTENTOCHTantwoordblad 1. 2. GROEP naam vogel in het grasland op het water in de lucht op het pad snavel vogel poten reiger wilde eend meerkoet ergens anders

15 De place toe bie EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Ga zitten op de liggende boomstam. De muur die je ziet is gebouwd voor de wilde bijen. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Uit welke materialen is de muur gebouwd? 2. Zie je een wilde bij of hommel bij de muur en wat doen ze? Tot welke groep dieren behoren zij? Zoek op de Zoekkaart bijen de leukste bijennaam op! 3. Waarom vermindert het aantal wilde bijen? 4. Zoek holle stengels in de omgeving. Maak de stengels even lang (± 15cm). Bundel ze stevig samen met 3 touwtjes. Middenste touw wat langer zodat je het kan ophangen. Ziezo, nu heb je zelf een bijenhotelletje. Sluit de snoeischaar voor je ze terug in de bak steekt. Vervangopdracht zie apart blad.

15 De place toe bie EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Vervangopdracht opdracht 4 Neem de maquette van de bij uit de map. Maak de maquette op de grond. Teken de bouw van de bij op het antwoordblad. Bekijk nu de tekening van de bloem onder jouw tekening. Kan je de delen van de bloem herkennen? Benoem: kelk, kroon, meeldraad en stamper. Zoek een echte bloem in de buurt van het bijenhotel. Kan je ook hier de delen herkennen? Waar zou de nectar zitten? Zet een kruisje op de tekening. Verbind het lichaamsdeel waarmee de bij voedsel verzamelt met de plaats op de bloem waar het voedsel zich bevindt. Misschien zijn er wel meerdere mogelijkheden... Stop alle stukken van de maquette terug in de map.

15 De place toe bie POSTENTOCHTantwoordblad GROEP 1................................................................................................................................................................................................................... 2. Ik zie..................................... Bijen en hommels behoren tot de groep............................. Een leuke bijennaam is....................... 3..................................................................................... 4. touw holle stengels

15 De place toe bie POSTENTOCHTantwoordblad GROEP Tekening bij Tekening bloem: benoem kelk, kroon, meeldraad en stamper............

16 Leven in & rond het water EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Ga tot aan het begin van de houten loopbrug. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Observeer het water. Is het water: - helder - troebel - zeer troebel? 2. Kruis aan op het werkblad welke planten je ziet. Zijn de planten: - ondergedoken - drijvend - oeverplanten? 3. Zie je nog andere waterplanten? Gebruik Zoekkaart Algemeen voorkomende waterplanten. Zie je dieren in de omgeving van het water? - kruis aan: dieren die je ziet - teken: ander dier die je ziet 4. Hoe kan je dit water: 1. vervuilen? 2. zuiver houden? Geef telkens 2 voorbeelden.

16 Leven in & rond het water POSTENTOCHTantwoordblad GROEP 1. Het water is:............................. 2. Kruis aan: ondergedoken - drijvend - oever. ik zie gele lis riet kroos waterweegbree wilg hoornblad ondergedoken drijvend oever 3. Ik zie andere waterplanten:................................................................................................. Kruis aan: dieren die je ziet. Ik teken een................ 4. 1. vervuilen -........................................................ -........................................................ 2. zuiver houden -........................................................ -........................................................

17 Een natje en een droogje EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Aan de beide kanten van de sloot staat een paal in het grasland. Bij elke paal doe je dezelfde opdracht. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Neem de vochtmeter. Lees eerst de bijlage. Meet bij de paal hoe vochtig de bodem is. Kruis aan: - grasland met paal 1 - grasland met paal 2 2. Neem het touw en leg het in een vierkant rond de paal. Hoeveel verschillende kruiden staan er in het vierkant? 3. Leg de kaartjes met de plantenafbeeldingen op een rij. Welke kruiden herken je in het vierkant? 4. Hoe komt het dat de graslanden verschillende kruiden hebben? Droog met de vod de vochtmeter af.

17 Een natje en een droogje POSTENTOCHTantwoordblad 1. 2. 3. GROEP bodem vochtigheid aantal kruiden ik herken grasland met paal 1 grasland met paal 2 % %.................................... 4. De graslanden hebben verschillende kruiden omdat:..........................................................................................................................................................................................................................................................................................

18 De onderwereld EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Hier zoek je naar leven in de bodem. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. Neem het schopje en zet de witte bak op de grond. Schep wat aarde los, kijk onder takken en tussen bladeren en zoek diertjes. Doe de gevonden diertjes in de witte bak. Stop 1 diertje in het loeppotje en kijk goed. 1. Zoek het diertje op met de zoekkaart minidiertje en vul de tabel in. Zoek nog 3 andere diertjes. Laat de diertjes terug vrij. Maak witte bak, potjes en schopje met vod proper.

18 De onderwereld POSTENTOCHTantwoordblad 1. GROEP naam dier delen v/h lichaam 1-2 - 3 vleugels ja/nee segmenten ja/nee aantal poten 6/8/ meer/minder Tip: segmenten betekent in kleine delen (eenheden) verdeeld. voortbeweging - kruipen -vliegen - springen - niet

19 Stille waters, diepe gronden EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Zet het materiaal op de werktafel of op de grond. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. Draai de keukenwekker op 10 minuten. Hoor je de wekker aflopen, dan is het tijd om met de opdracht te stoppen! - Neem de emmer en schep water uit de poel. - Doe het water in de witte bak - Neem een schepnet en schep heen en weer langs de oever en tussen de waterplanten. - Doe de inhoud van het net in de witte bak. - Zie je beweging in de bak? Neem nu de kleine potjes en schep met elk potje 1 diertje uit de bak. - Neem de zoekkaart en zoek op welke diertjes je gevangen hebt. - Kan je het diertje ook tekenen? Schrijf zijn naam erbij. Doe het water en de diertjes terug in de poel. Droog met de handdoeken opdrachtbak, kleine potjes, net en emmer goed af.

19 Stille waters, diepe gronden POSTENTOCHTantwoordblad GROEP Gevangen waterdiertjes Ik gebruik de zoekkaart en herken -........................... -........................... -........................... -........................... -........................... -........................... -........................... -........................... -........................... -........................... -........................... -........................... Ik teken

20 Sporen van de mens EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad In het reservaat heeft de mens goede maar ook minder goede invloed. Bekijk op het plan de route van de postentocht. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Wandel tot aan de opdrachtpost 2 en kom terug. Kijk ondertussen naar de positieve en negatieve sporen die de mens achterliet. Noteer op je antwoordblad bij: - de positieve invloed - de negatieve invloed 2. Vind je afval onderweg, stop ze in de plastiekzak. De natuur is je dankbaar! 3. Bespreek met elkaar hoe je zelf zorg kunt dragen voor de natuur. Schrijf een idee neer op je antwoordblad.

20 Sporen van de mens POSTENTOCHTantwoordblad GROEP 1. POSITIEVE INVLOED NEGATIEVE INVLOED 2. De natuur is je dankbaar! 3. Ik heb een idee!..................................................................................................................................................................................................................

21 Lust jij een groen blaadje? EERST LEZEN DAN DENKEN NU PAS DOEN POSTENTOCHTvragenblad Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad. 1. Zoek aan de hand van de foto s de 4 planten (esdoorn, wilg, braam, Japanse duizendknoop) op en rond de open plek. Observeer elke plant en bekijk: - plant - blad - bladvorm - bladnerven - vrucht Neem de bijlage Kenmerken van een plant. Kies telkens het juiste antwoord en vul de tabel in. 2. Japanse Duizendknoop is een invasieve exoot. Zoek de betekenis op het internet in de klas. Hoort deze plant thuis in dit reservaat?

21 Lust jij een groen blaadje? POSTENTOCHTantwoordblad 1. GROEP plant blad bladvorm bladnerven vrucht 2. Invasieve exoot: ESDOORN WILG JAPANSE DUIZENDKNOOP Japanse Duizendknoop hoort hier thuis: ja / neen BRAAM