I.1. Van aanmelding tot verwijzing

Vergelijkbare documenten
CIJFERGEGEVENS THUISBEGELEIDING. I.1. Van aanmelding tot verwijzing

I.1. Van aanmelding tot verwijzing

Inleiding. Registratie bij start

CIJFERGEGEVENS DADERPROJECT

CIJFERGEGEVENS THUISBEGELEIDING. I.1. Van aanmelding tot verwijzing. I.2. Aard dossier

1. AANMELDINGSGEGEVENS

Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw

Controleer altijd eerst de start en einddatum van de bijstandsovereenkomsten van de cliënten.

HULPVERLENING CAD LIMBURG JAARVERSLAG 2014

HULPVERLENING CAD LIMBURG JAARVERSLAG 2013

Deel 3: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

We zien toch nog redelijk wat registratiefouten, voornamelijk bij de datumvelden. Waar mogelijk werden deze gecorrigeerd (duidelijke typfouten).

t Pasrel vzw Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum voor de bijzondere jeugdzorg.

Deel 3: JEZ11 1 ORGANOGRAM VAN JEZ11 2 STATISTISCHE GEGEVENS JEZ11. Jaarverslag

Vereniging Ons Tehuis voor Zuid-West-Vlaanderen: jaarverslag Deel 3: JEZ11. Residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

SIGNAALLIJST KINDERARMOEDE

t Pasrel vzw Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum voor de bijzondere jeugdzorg.

Daidalos vzw. Veiligheidsondersteunend beleid

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in Nieuwland in Brugge

Naamsesteenweg Heverlee (in te vullen door sociaal assistent)

Vragenlijst voor de ouders (mondelinge afname)

Analyse van de informatie in de dossiers van de jeugdrechtbank met focus op minderjarigen met psychiatrische stoornissen.

de Bijzondere Jeugdzorg in een internationale ti context

Info avond. Pleegzorg Oost-Vlaanderen Kortrijksepoortstraat 252 B 9000 Gent 0471/

Deel 2: HDO 1 ORGANOGRAM 2 STATISTISCHE GEGEVENS. Jaarverslag

2 brieven (CLB-arts en vertrouwensfiguur)

Onthaalformulier Perron70

contactpersoon Mieke Deltomme dossier

Deel 2: HDO 1 ORGANOGRAM 2 STATISTISCHE GEGEVENS. Jaarverslag

Deel 3: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

Berg INteressante Cijfers

Toeslag op de kinderbijslag

Thuiszorg. informatiepunt

Aanvraagformulier (RMI / Maatschappelijke Hulp)

Bijzondere Jeugdbijstand Op verwijzing van CBJ en JRB. Kind en Gezin Gezinsondersteunende pleegzorg

U hebt aangegeven dat de verantwoordelijke voor aankopen jonger dan 18 jaar is. Is dit correct? 1 ja 2 nee

Jaarverslag FTO 2012: CIJFERBIJLAGEN

PERSPECTIEFPLAN

Het Gesprek de hulpvraagverduidelijking

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

Vragenlijst Socio-Demo

Jaarverslag FTO 2013: CIJFERBIJLAGEN

Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak

Brevet van rechthebbende

Jaarverslag Erkend en gesubsidieerd door het VAPH

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

Workshop zicht op effect. Over mistige moerassen en lichtbakens

Deel 6: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

De West-Vlaamse Arbeidszorgmedewerker in beeld. Rapport Steunpunt Arbeidszorg betreffende het werkingsjaar 2012

Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB)

[TELE-ONTHAAL IN CIJFERS]

DEEL 3: JEZ11 1 ORGANOGRAM VAN JEZ11 2 STATISTISCHE GEGEVENS JEZ11. Jaarverslag

Kennismaking met Begeleid Zelfstandig Wonen. Wat mag jij van het BZW-team verwachten... en wat verwachten wij van jou

Gezinsplaatsing Sociaal Centrum Opvang Kinderdienst De Mutsaard

Overleg netwerkcoördinatoren en teamleiders -

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

BREVET VAN RECHTHEBBENDE: INSTRUMENTEN VOOR GEGEVENSOVERDRACHT

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Betreft: Toeslag op de kinderbijslag. Mevrouw, mijnheer,

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in VOT in Ieper

Activiteitencentrum Sava. Ontmoetingscentrum t Evenwicht

Inhoudstafel. 1. Aantal oproepen en gesprekken per jaar Aantal telefoonoproepen en gesprekken per jaar 03

Nee Ja, hoeveel? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u een datum wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren.

Evaluatie van het nieuwe opvolgingsststelsel voor werkzoekenden: Tabellenboek Luik 2: Geschorsten

HULPVERLENING CAD LIMBURG JAARVERSLAG 2011

Signalenlijst KOPP. Vooraf

Inhoud registratiesysteem Private Voorzieningen

Verslag van het intakegesprek familie JayJay

ALGEMENE GEGEVENS. Datum aanmelding: Dit gezinsplan is opgesteld samen met:

Aanmelding budgetbeheer

Aanmeldings- en intakeformulier

Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG) De Hummeltjes

Algemene situering. rapportperiode. opgestart. afgesloten. lopende. (komt bij opgestart én afgesloten)

INFORMATIEFICHE AFNEMERS 2014 TOLK- EN VERTAALSERVICE GENT

Recht op een toeslag op de kinderbijslag voor gezinnen buiten België

Pleeggrootouders maken het verschil

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp

TOESLAG OP DE KINDERBIJSLAG

Begeleiden als bepalende kerntaak

Opvoeding partnerrelatie - ondersteuning

Strategische studie. Plurimedia Produkten - Attitudes. Socio-demografische vragenlijst

Activiteitencentrum Sava. Ontmoetingscentrum t Evenwicht

Nieuwe maatregelen ter bestrijding van de werkloosheidsvallen, toegelicht bij CO 1362 van 16 februari 2007

Statistische gegevens Kompas Crisis aantal opnames per jaar aantal nieuwe cliënten per jaar 110

FISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning

PLENAIR DEEL Verslag Ontwerpbeleidsplan Budgetbegeleiding Nieuwe inschrijvingsbeleid

TDI Formulier Belgische register van de indicator van de behandelingsaanvragen betreffende drugs en alcohol (Ziekenhuis versie 3.0.

Aanvraag voor een toeslag op de kinderbijslag voor gezinnen BUI TEN België

Recht op een toeslag op de kinderbijslag. Mevrouw, mijnheer,

De werking van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Oost- Vlaanderen. Kristel Bovijn

Infoblad - werknemers Wat is uw gezinstoestand?

Pagina 1 AMBULANTE DRUGZORG KOMPAS

Jeugdzorg in ontwikkeling

Praktische opdracht Economie Kinderbijslag

Intake - Analyse. Datum 1ste contact MA SOCIAAL HUIS Datum contact ASD MA SOCIALE DIENST

Opvang en begeleiding voor minderjarigen en hun context.

Aanvraag om gewaarborgde gezinsbijslag

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp

Langdurig Problematische Gezinssituaties:

Transcriptie:

CIJFERGEGEVENS THUISBEGELEIDING REGISTRATIE VAN DE NIEUW GESTARTE GEZINNEN IN 2005 Startregistratie 2005 I. Van aanmelding tot verwijzing I.1. Van aanmelding tot verwijzing Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Sociale Dienst Jeugdrechtbank 3 20,00% 15,38% 28,57% 50,00% 26,32% Sociale Dienst CBJ 12 80,00% 84,62% 71,43% 50,00% 73,68% Totaal 15 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% We bewaken in de lopende begeleidingen de éénderde tweederde verhouding voor jeugdrechtbank en Comité. I.2. Aard dossier De aard (nieuw of bestaand dossier) verwijst naar de situatie voorafgaand aan de beslissing tot thuisbegeleiding. Een dossier betreft het gezinsverband dat begeleid wordt. Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Nieuw dossier 3 20,00% 23,08% 7,14% 7,14% 36,84% Bestaand dossier 12 80,00% 76,92% 92,86% 92,86% 63,16% Minder dan 1 jaar 6 40,00% 7,69% 21,43% 35,71% 10,53% Tussen 1 en 5 jaar 5 33,33% 46,15% 42,86% 21,43% 31,58% 5 en meer 1 6,67% 23,08% 28,57% 35,71% 21,05% Onbekend 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Totaal 15 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% I.3. Wie is de aanmelder bij de verwijzer? (nieuw dossier) Hier worden enkel de nieuwe dossiers gescoord. De aanmelder is diegene die de gezinssituatie aanmeldt bij de verwijzer. Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Gezin 2 66,67% 66,67% 0,00% 42,86% 14,29% De onmiddellijke omgeving 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Een politionele of justitiële instantie 0 0,00% 0,00% 100,00% 0,00% 28,57% Hulpverlening buiten de BJB 1 33,33% 33,33% 0,00% 42,86% 42,86% Andere 0 0,00% 0,00% 0,00% 14,29% 14,29% Onbekend 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Bemiddelingscommissie 0 0,00% 0,00% 0,00% Totaal 3 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%

II. Gezinsgegevens II.1.1. Aard van het ouderlijke systeem II.1. Gezinssamenstelling Een nieuw samengesteld gezin wordt gescoord als een alleenstaande ouder meer dan 3 maanden samenwoont met een nieuwe partner. II.1.2. Kinderen Aantal %2005 % 2004 Oorspronkelijke gezinssamenstelling 4 26,67% 23,08% Indien nee: Thuisbegeleiding bij moeder 8 53,33% 53,85% Thuisbegeleiding bij vader 3 20,00% 15,38% Thuisbegeleiding bij anderen 0 0,00% 0,00% Aard ouderlijk systeem bij moeder Eénoudergezin 6 66,67% 71,43% Nieuw samengesteld gezin 2 22,22% 28,57% Wisselende partners 0 0,00% 0,00% Andere 1 11,11% 0,00% Onbekend 0 0,00% 0,00% Totaal 9 100,00% 100,00% Aard ouderlijk systeem bij vader Eénoudergezin vader 4 66,67% 50,00% Nieuw samengesteld gezin 1 16,67% 25,00% Wisselende partners 0 0,00% 0,00% Andere 0 0,00% 0,00% Onbekend 1 16,67% 25,00% Totaal 6 100,00% 100,00% Het betreft hier ALLE kinderen (zonder leeftijdsgrens) van beide partners (ook uit vorige huwelijken). Aantal %2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Aantal kinderen thuis: 42 97,67% 73,33% 78,05% 77,08% 86,76% Aantal kinderen buitenshuis: 1 2,33% 26,67% 21,95% 22,92% 13,24% Na scheiding andere partner 0 0,00% 6,67% 12,20% 6,25 0,00% Uit huis geplaatst binnen BJB 0 0,00% 6,67% 9,76% 4,17 1,47% Uit huis geplaatst buiten BJB (MPI, Internaat, Kind&Gezin) 1 2,33% 0,00% 0,00% 2,08 1,47% Zelfstandig wonend 0 0,00% 13,33% 0,00% 10,42 10,29% Totaal aantal kinderen 100,00% 100,00% 100,00 100,00% 100,00%

II.2. Socio-economische situatie van het gezin II.2.1. Woonsituatie Aantal %2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Woning in de privé 8 53,33% 38,46% 64,29% 57,14% 42,11% Sociale woning 7 46,67% 61,54% 35,71% 42,86% 52,63% Geen woning 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Andere 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 5,26% Onbekend 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Totaal 15 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Eigendom 3 20,00% 7,69% 7,14% 7,14% 5,26% Huur 12 80,00% 92,31% 78,57% 92,86% 89,47% Totaal 15 100,00% 100,00% 100,00% 94,74% 93,33% II.2.2. Inkomstenbronnen gezin We registreren alle inkomstenbronnen van het gezin: ook kinderbijslag, alimentatie, e.d. Inkomen uit arbeid wordt ruim bekeken: ook zwart werk en gelegenheidswerk zijn inkomsten uit arbeid. Er zijn meerdere scores mogelijk Aantal %2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Arbeid 7 46,67% 38,46% 42,86% 28,57% 42,11% Vervangingsinkomen: 9 60,00% 69,23% 64,29% 71,43% 68,42% Voor arbeidsongeschiktheid 2 13,33% 23,08% 14,29% 42,86% 10,53% Voor werkloosheidsvergoeding 7 46,67% 61,54% 64,29% 21,43% 57,89% Voor pensioen 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Voor weduwenpensioen 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Voor loopbaanonderbreking 0 0,00% 0,00% 0,00% 7,14% 0,00% Gewaarborgd inkomen voor bejaarden 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Kinderbijslag 15 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Leefloon 0 0,00% 7,69% 14,29% 21,43% 10,53% Tegemoetkoming gehandicapten 0 0,00% 7,69% 0,00% 0,00% 0,00% Alimentatie 3 20,00% 23,08% 7,14% 42,86% 15,79% Geen 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Andere 1 6,67% 7,69% 7,14% 21,43% 0,00% Onbekend 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%

II.3.1. Organisatie van het dagelijkse leven II.3. Gezinstaken II.3.1.1 Huisvestingsproblemen Aantal %2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Neen 11 73,33% 30,77% 50,00% 50,00% 47,37% Ja 4 26,67% 69,23% 50,00% 50,00% 52,63% Onvoldoende gegevens 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Totaal 15 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% II.3.1.2. Financiële problemen Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Neen 2 13,33% 23,08% 0,00% 28,57% 21,05% Ja 13 86,67% 76,92% 85,71% 71,43% 78,95% Onvoldoende gegevens 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Totaal 15 100,00% 92,31% 100,00% 100,00% 100,00% Zo ja, welke? Leven van een beperkt inkomen 10 66,67% 30,77% 57,14% 64,29% 63,16% Zware schulden 7 46,67% 38,46% 64,29% 35,71% 47,37% Inadequaat budgetbeheer 4 26,67% 38,46% 28,57% 35,71% 31,58% Administratieve problemen worden gescoord als het gezin met meer dan 3 dossiers niet in orde is en dit over een langere periode. II.3.1.3. Administratieve problemen Aantal %2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Neen, doorgaans alles in orde door het gezin 5 33,33% 23,08% 35,71% 57,14% 57,89% Neen, doorgaans alles in orde door diensten 6 40,00% 23,08% 42,86% 28,57% 5,26% Ja 2 13,33% 53,84% 21,43% 14,28% 36,84% Onvoldoende gegevens 2 13,33% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% II.3.1.4. Problemen huishoudelijke organisatie Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Neen 7 46,67% 30,77% 50,00% 28,57% 36,84% Ja 8 53,33% 69,23% 42,86% 71,43% 63,16% Onvoldoende gegevens 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Totaal 15 100,00% 100,00% 92,86% 100,00% 100,00% Zo ja, welke? Gebrekkig onderhoud woning 5 33,33% 53,85% 21,43% 35,71% 36,84% Gebrekkige hygiëne 1 6,67% 38,46% 14,29% 35,71% 26,32% Gebrekkige verzorging van eten 1 6,67% 38,46% 7,14% 35,71% 26,32% Gebrekkige verzorging kleding 0 0,00% 23,08% 7,14% 35,71% 26,32% Geen (betr.) vast dagritme 3 20,00% 61,54% 42,86% 71,43% 63,16%

II.3.2. Ouderschap Met V/M wordt hier bedoeld de ouderfiguren die in het gezin aanwezig zijn en verantwoordelijkheid op dit vlak opnemen. II.3.2.1. Opvoedingsproblemen in de relatie V/M. (meerdere scores mogelijk) Aantal %2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Geen probleem 0 0,00% 7,69% 14,29% 7,14% 5,26% Aanpak V/M niet afgestemd 2 13,33% 30,77% 42,86% 7,14% 42,11% Aanpak V/M strijdig 3 20,00% 30,77% 21,43% 14,29% 10,53% Geen overleg tussen V en M i.v.m. de aanpak 0 0,00% 23,08% 35,71% 7,14% 31,58% Overleg V/M conflictueus 4 26,67% 15,38% 28,57% 14,29% 31,58% Niet van toepassing (één-oudergezin) 10 66,67% 53,85% 28,57% 78,57% 42,11% Onbekend 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% II.3.3. Ontwikkeling van de ouders II.3.3.1. Zijn er problemen op vlak van partnerrelatie? Moeders Vaders Aantal % 2005 % 2004 % 2003 Aantal % 2005 % 2004 2003 Neen 0 0,00% 9,09% 16,67% 0 0,00% 28,57% 27,27% Ja 12 100,00% 90,91% 83,33% 8 100,00% 71,43% 63,64% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 90,91% Zo ja, met wie? Met huidige partner 6 50,00% 90,91% 66,67% 4 50,00% 71,43% 72,73% Met ex-partner 8 66,67% 9,01% 58,33% 4 50,00% 28,57% 27,27% In deze kolom bekijken we of het gezin voldoende mogelijkheden tot persoonlijke ontplooiing van de ouders biedt. Mentale ontplooiing: zwakbegaafdheid en mentale handicap als er problemen ervaren worden. Psychische gezondheid: psychiatrische problemen als er problemen ervaren worden. II.3.3.1. Zijn er problemen op vlak van persoonlijke ontplooiing?? Moeders Vaders Aantal % 2005 % 2004 % 2003 Aantal % 2005 % 2004 % 2003 Neen 1 8,33% 0,00% 8,33% 0 0,00% 0,00% 0,00% Ja 11 91,67% 100,00% 91,67% 8 100,00% 100,00% 100,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 100,00% Zo ja, welke? (meerdere scores mogelijk) Loopbaan, tewerkstelling 8 66,67% 81,82% 58,33% 4 50,00% 71,43% 63,64% Mentale ontplooiing 3 25,00% 27,27% 25,00% 4 50,00% 42,86% 9,09% Fysische gezondheid 8 66,67% 45,45% 58,33% 0 0,00% 42,86% 9,09% Psychische gezondheid 9 75,00% 81,82% 75,00% 8 100,00% 85,71% 72,73%

II.3.4.1. Het gezin en de omgeving II.3.4. Maatschappelijk functioneren II.3.4.1.1. Zijn er problemen op vlak van contacten met derden? Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Neen 7 46,67% 15,38% 7,14% 14,29% 31,58% Ja 8 53,33% 84,62% 92,86% 85,71% 68,42% Totaal 15 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Zo ja, wie? Met familie 6 40,00% 61,54% 71,43% 71,43% 42,11% De buurt 5 33,33% 30,77% 14,29% 42,86% 36,84% De school 3 20,00% 61,54% 42,86% 21,43% 36,84% Het werk 0 0,00% 0,00% 0,00% 14,29% 0,00% De huiseigenaar 2 13,33% 30,77% 7,14% 7,14% 10,53% Politie en gerecht 3 20,00% 30,77% 21,43% 42,86% 21,05% Andere hulpverleners 4 26,67% 53,85% 21,43% 21,43% 26,32% Vrienden 1 6,67% 15,38% 7,14% 35,71% II.3.4.1.2. Zijn er steunfiguren op praktisch-emotioneel vlak? Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Neen 2 13,33% 0,00% 21,43% 0,00% 15,79% Ja 13 86,67% 100,00% 64,29% 100,00% 84,21% Totaal 15 100,00% 100,00% 85,71% 100,00% 100,00% Zo ja, wie? Familieleden 7 46,67% 76,92% 71,43% 50,00% 63,16% Buren 4 26,67% 15,38% 7,14% 14,29% 10,53% Niet inwonende partner of ouder 2 13,33% 7,69% 14,29% 28,57% 10,53% Vrienden 6 40,00% 23,08% 35,71% 71,43% 63,16% Andere hulpverlener 3 20,00% 61,54% 35,71% 42,86% 15,79% Huisarts 3 20,00% 53,85% 14,29% 42,86% 10,53% Andere 3 20,00% 23,08% 0,00% 7,14% 5,26% II.3.5. Het gezin en hulpverlening II.3.5.1. Heeft gezin regelmatig contact met andere hulpverleners? Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Neen 2 13,33% 0,00% 21,43% 7,14% 10,53% Ja 13 86,67% 100,00% 78,57% 92,86% 89,47% Totaal 15 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Zo ja, met wie? Dienstverlening, bvb. Gezinszorg 3 20,00% 23,08% Justitiële hulpverlening, bvb. probatie 4 26,67% 0,00% Psychiatrie 1 6,67% 7,69% Kind en Gezin 3 20,00% 15,38% Vlaams Fonds, bvb. revalidatie, MPI 3 20,00% 15,38% CLB 5 33,33% 38,46% Dienst Algemeen Welzijnswerk 1 6,67% 15,38% OCMW 5 33,33% 46,15% CGGZ 4 26,67% 23,08% Voorziening BJB 1 6,67% Andere 4 26,67%

II.3.5.2. Motivatie van het gezin tot thuisbegeleiding Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Positieve motivatie 1 6,67% 7,69% 35,71% 14,29% 26.32% Neutrale motivatie 0 0,00% 30,77% 7,14% 21,43% 15,79% Geen tot weinig motivatie 6 40,00% 38,46% 50,00% 50,00% 31,58% Negatieve motivatie 2 13,33% 7,69% 0,00% 7,14% 21,05% Tegengestelde motivatie bij gezinsleden 6 40,00% 15,38% 7,14% 7,14% 5,26% Totaal 15 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Bij deze vraag peilen we naar de kenmerken uit de definitie van Ghesquière: een multi-problemgezin is een gezin dat kampt met een chronisch complex van socio-economische en psycho-sociale problemen waarvan de betrokken hulpverleners vinden dat het weerbarstig is voor hulp. De weerbarstigheid van het gezin wordt gescoord voor hulpverlening in het algemeen, niet exclusief voor thuisbegeleiding. II.3.5.3. Typeer je dit gezin als problematisch?. Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Op socio-economisch vlak : Neen 5 33,33% 38,46% 28,57% 57,14% 36,84% Ja 10 66,67% 61,54% 71,43% 42,86% 63,16% Totaal 15 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Op psycho-sociaal vlak : Neen 0 0,00% 0,00% 7,14% 0,00% 10,53% Ja 15 100,00% 100,00% 92,86% 100,00% 89,47% Totaal 15 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Qua weerbarstigheid voor hulpverlening Neen 9 60,00% 38,46% 64,29% 50,00% 73,68% Ja 6 40,00% 61,54% 35,71% 50,00% 26,32% Totaal 15 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Is de problematiek chronisch? Neen 4 26,67% 23,08% 7,14% 0,00% 31,58% Ja 12 80,00% 76,92% 92,86% 100,00% 68,42% Totaal 16 106,67% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%

III. DE KINDEREN III.1. Leeftijd van de kinderen Hier worden enkel de kinderen IN het gezin gescoord. Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Jonger dan 3 jaar 4 9,52% 14,71% 18,18% 2,70% 13,56% Tussen 3 en 6 jaar 10 23,81% 26,47% 12,12% 21,62% 16,95% Tussen 7 en 12 jaar 15 35,71% 44,12% 39,39% 35,14% 38,98% Tussen 13 en 15 jaar 8 19,05% 14,71% 12,12% 24,32% 15,25% Tussen 16 en 18 jaar 4 9,52% 0,00% 18,18% 16,22% 10,17% > 18 jaar 1 2,38% 0,00% 0,00% 0,00% 5,08% Totaal 42 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% III.2. Etnische origine Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Belgisch 36 85,71% 94,12% 87,88% 43,24% 71,19% Andere EG-burger 0 0,00% 0,00% 0,00% 8,11% 0,00% Magreb-Turkse 4 9,52% 5,88% 0,00% 29,73% 5,08% Gemengde 2 4,76% 0,00% 12,12% 18,92% 5,08% Andere 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 18,64% Totaal 42 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100% III.3. Onderwijsniveau van het kind (werkende kinderen: hoogst bereikte niveau) Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Nog niet schoolgaand 4 9,52% 11,76% 15,15% 2,70% 13,56% Kleuteronderwijs 0 0,00% 23,53% 15,15% 21,62% 11,86% Buitengewoon onderwijs 9 21,43% 20,59% 15,15% 18,92% 11,86% Lager onderwijs 5 11,90% 26,47% 21,21% 16,22% 30,51% Buitengewoon secundair onderwijs 12 28,57% 8,82% 3,03% 13,51% 5,08% Secundair onderwijs 0 0,00% 8,82% 21,21% 18,92% 22,03% Deeltijds onderwijs 9 21,43% 0,00% 6,06% 2,70% 5,08% Leercontract 0 0,00% 0,00% 3,03% 5,41% 0,00% N.U.H.O. 2 4,76% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Universitair onderwijs 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Onbekend 1 2,38% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Andere 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Totaal 0 0,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%

III.4. Hulpverleningsverleden van het kind Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Neen 15 35,71% 23,53% 18,18% 21,62% 52,54% Ja 27 64,29% 76,47% 72,73% 78,38% 47,46% Geen gegevens 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Totaal 42 100,00% 90,91% 100,00% 100,00% 93,94% Welke hulpverlening kwam voor? Binnen Bijzondere Jeugdbijstand 14 33,33% 38,24% 57,58% 56,76% 28,81% Onder toezicht 4 9,52% 2,94% 3,03% 5,41% 6,78% Pleeggezin 3 7,14% 5,88% 12,12% 8,11% 3,39% Residentie 5 11,90% 5,88% 24,24% 27,03% 13,56% Thuisbegeleiding 5 11,90% 26,47% 30,30% 24,32% 3,39% Dagcentrum 0 0,00% 2,94% 9,09% 5,41% 1,69% BZW 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% OOC 4 9,52% 8,82% 6,06% 16,22% 1,69% Crisishulp aan huis 5 11,90% 0,00% 21,21% 16,22% Andere 1 2,38% 14,71% 3,03% 16,22% 8,47% Buiten Bijzondere Jeugdbijstand 70,59% Psychiatrie 0 0,00% 26,47% AWW (JAC, residentie) 0 0,00% 2,94% Kind en Gezin (CKG, pleeggezin) 15 35,71% 44,12% CGGZ 6 14,29% 17,65% Vlaams Fonds (revalidatie, MPI) 2 4,76% 8,82% CLB 6 14,29% Andere 0 0,00% 0,00%

III.5 Ontwikkeling van het kind (toelichting bij de invulling van de volgende tabellen). Gezondheid Centraal staat qua gezondheid: de groei en de ontwikkeling van het kind/jongere, de behandeling van eventuele gezondheidsproblemen en handicaps, de bescherming van het kind/jongere tegen gebeurlijke ongevallen en info naar het kind/jongere toe over hoe hij gezond kan blijven. Binnen deze topic is het tevens belangrijk aandacht te schenken aan voeding, tandverzorging, persoonlijke hygiëne, lichaamsbeweging en sport bij kinderen; aangevuld met roken, alcoholgebruik, bescherming tegen zwangerschap en seksueel overdraagbare ziekte bij adolescenten en jongvolwassenen. Cognitieve ontwikkeling : onderwijs en dagbesteding In deze sector wordt bijzondere aandacht gegeven aan de schoolse vaardigheden en de problemen die zich hier kunnen voordoen. Voor adolescenten komen hier ook werkvaardigheden bij. Ook het invullen van vrije tijd komt aan bod. Voor jonge kinderen gaat het om de senso-motorische en de cognitieve ontwikkeling. (dit is o.a. ontwikkeling van communicatie, spraak en taal). Identiteit Bijzondere aandacht gaat naar het ontwikkelen van een positief zelfbeeld - zelfwaardering van kind/jongere en ontwikkeling van een eigen identiteit-persoon. Band met het gezin van herkomst. Deze dimensie geeft aandacht aan de emotionele band met het gezin van herkomst (dus ook en vooral de niet inwonende ouder). Band met de ruimere omgeving Ruimere sociale netwerken zoals contact met grootouders, ooms en tantes, vrienden van de familie enz. worden in rekening gebracht. Sociaal voorkomen Zowel de fysieke verschijning als en verzorging van het kind/jongere zijn bijzondere aandachtspunten. Draagt het kind verzorgde kledij, schoenen, hoe is de persoonlijke hygiëne? Hoe is de zelfzorg: vb. maakt de jongere een verschil in kledij tijdens de vrije tijd of op school. Emotionele ontwikkeling Bijzondere aandacht : - de specifieke vaardigheden in de omgang met leeftijdgenoten en anderen; - geïnternaliseerde problemen bij kind/jongere zoals vb. angst en depressie; Gedagsontwikkeling - geëxternaliseerde problemen bij kind/jongere zoals vb. agressie en druggebruik. Zelfzorgvaardigheden Deze vraag is bedoeld om na te gaan of het kind voor zijn/haar leeftijd voldoende zelfstandig is en of het aangemoedigd wordt bepaalde vaardigheden te verwerven. Het gaat hem om dagelijkse vaardigheden op persoonlijk, huishoudelijk en maatschappelijk vlak.

III.5.1. Is de gezondheid en lich. Ontw. in overeenstemming met leeftijd? Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Neen 4 9,52% 11,76% 12,12% 5,41% 22,03% Ja 38 90,48% 88,24% 87,88% 91,89% 77,97% Onvoldoende Gegevens 0 0,00% 0,00% 0,00% 2,70% 0,00% Totaal 42 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% III.5.2. Is de cognitieve ontw. in overeenstemming met leeftijd? Neen 6 14,29% 38,24% 27,27% 5,41% 13,56% Ja 35 83,33% 61,76% 72,73% 91,89% 84,75% Onvoldoende gegevens 1 2,38% 0,00% 0,00% 2,70% 1,69% Totaal 42 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% III.5.3. Is de identiteitsontw. In overeenstemming met leeftijd? Neen 13 30,95% 55,88% 39,39% 35,14% 22,03% Ja 26 61,90% 44,12% 60,61% 62,16% 74,58% Onvoldoende gegevens 3 7,14% 0,00% 0,00% 2,70% 3,39% Totaal 42 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% III.5.4. Is de band met gezin van herkomst voldoende? Neen 29 69,05% 70,59% 66,67% 43,24% 33,90% Ja 12 28,57% 29,41% 30,30% 56,76% 45,76% Onvoldoende gegevens 1 2,38% 0,00% 3,03% 0,00% 20,34% Totaal 42 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% III.5.5. Is de band met de ruimere omgeving voldoende? Neen 8 19,05% 55,88% 45,45% 29,73% 20,34% Ja 29 69,05% 44,12% 54,55% 70,27% 71,19% Onvoldoende gegevens 5 11,90% 0,00% 0,00% 0,00% 8,47% Totaal 42 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% III.5.6. Is sociaal voorkomen in overeenstemming met de leeftijd? Neen 0 0,00% 20,59% 3,03% 13,51% 11,86% Ja 42 100,00% 79,41% 96,97% 83,78% 88,14% Onvoldoende gegevens 0 0,00% 0,00% 0,00% 2,70% 0,00% Totaal 42 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% III.5.7. Is emotionele ontw. In overeenstemming met de leeftijd? Neen 24 57,14% 64,71% 51,52% 43,24% 30,51% Ja 17 40,48% 29,41% 48,48% 51,35% 49,15% Onvoldoende gegevens 1 2,38% 5,88% 0,00% 5,41% 20,34% Totaal 42 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% III.5.8. Is gedragsontw. In overeenstemming met de leeftijd? Neen 17 40,48% 55,88% 42,42% 40,54% 33,90% Ja 25 59,52% 44,12% 57,58% 56,76% 62,71% Onvoldoende gegevens 0 0,00% 0,00% 0,00% 2,70% 3,39% Totaal 42 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% III.5.9. Is het kind voldoende zelfredzaam voor zijn leeftijd? Neen 7 16,67% 20,59% 12,12% 18,92% 10,17% Ja 34 80,95% 79,41% 87,88% 81,08% 89,83% Onvoldoende gegevens 1 2,38% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Totaal 42 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%

IV. Moeder en vaderfiguren IV.1. Leeftijd Leeftijd moeders Leeftijd vaders Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 Jonger dan 20 0 0,00% 0,00% 8,33% 0,00% 0 0,00% 0,00% 9,09% 0,00% Tussen 21 en 30 jaar 2 16,67% 18,18% 33,33% 33,33% 0 0,00% 0,00% 18,18% 20,00% Tussen 31 en 40 jaar 5 41,67% 27,27% 41,67% 33,33% 3 37,50% 42,86% 54,55% 20,00% Tussen 41 en 50 jaar 5 41,67% 45,45% 8,33% 33,33% 3 37,50% 42,86% 18,18% 20,00% Tussen 51 en 60 jaar 0 0,00% 9,09% 8,33% 0,00% 2 25,00% 14,29% 0,00% 40,00% Ouder dan 60 jaar 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Onbekend 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% IV.2. Etnische origine Moeders Vaders Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 Belgische 11 91,67% 100,00% 91,67% 75,00% 7 87,50% 85,71% 90,91% 80,00% Andere EG-burger 0 0,00% 0,00% 0,00% 8,33% 0 0,00% 0,00% 9,09% 0,00% Magreb-Turkse 1 8,33% 0,00% 8,33% 16,67% 1 12,50% 14,29% 0,00% 20,00% Gemengde 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Andere 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% IV.3. Onderwijs Moeders Vaders Aantal %2005 % 2004 % 2003 % 2002 Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 Kleuteronderwijs 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Buitengewoon lager onderwijs 0 0,00% 0,00% 0,00% 8,33% 1 12,50% 0,00% 0,00% 0,00% Lager onderwijs 0 0,00% 9,09% 8,33% 16,67% 0 0,00% 14,29% 9,09% 0,00% Buitengewoon secundair onderwijs 2 16,67% 36,36% 16,67% 25,00% 1 12,50% 28,57% 0,00% 0,00% Secundair onderwijs 6 50,00% 27,27% 41,67% 50,00% 5 62,50% 42,86% 18,18% 20,00% Deeltijds onderwijs 0 0,00% 0,00% 8,33% 0,00% 0 0,00% 0,00% 9,09% 0,00% Leercontract 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0 0,00% 0,00% 0,00% 40,00% N.U.H.O. 3 25,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Universitair onderwijs 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0 0,00% 0,00% 0,00% 20,00% Onbekend 1 8,33% 27,27% 25,00% 0,00% 1 12,50% 14,29% 63,64% 20,00% Andere 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 100,00% 100,00 V.4. Voornaamste dagbesteding Moeders Vaders Aantal % 2005 % 2004 Aantal % 2005 % 2004 Werk 2 16,67% 27,27% 5 62,50% 42,86% Eigen huishouden 9 75,00% 27,27% 2 25,00% 14,29% Schoolgaand of in opleiding 0 0,00% 9,09% 0 0,00% 0,00% Andere zinvolle dagbesteding (vrijwilligerswerk, werkzoekend, verenigingsleven, ) 0 0,00% 0,00% 0 0,00% 0,00% Geen gestructureerde dagbesteding 1 8,33% 36,36% 1 12,50% 42,86% Totaal 12 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00%

IV.5. Opvoedingsverleden (meerdere scores mogelijk) Moeders Vaders Aantal %2005 % 2004 % 2003 % 2002 Aantal %2005 % 2004 % 2003 % 2002 Neen 2 16,67% 1 12,50% Ja 8 66,67% 5 62,50% Onvoldoende gegevens 2 16,67% 2 25,00% Totaal 12 100,00% 8 100,00% Ouder werd tijdens zijn jeugd in een instelling of pleeggezin geplaatst Ouder werd tijdens zijn jeugd fysiek, emotioneel of seksueel mishandeld 3 25,00% 27,27% 33,33% 25,00% 1 12,50% 28,57% 36,36% 20,00% 5 41,67% 36,36% 66,67% 50,00% 1 12,50% 14,29% 9,09% 0,00% Ouder werd tijdens zijn jeugd ernstig 5 41,67% 54,55% 58,33% 66,67% 3 37,50% 14,29% 54,55% 60,00% verwaarloosd Onvoldoende gegevens 2 16,67% 8,33% 0,00% 2 25,00% 9,09% 20,00% Geen transgenerationele problematiek 8,33% 16,67% 0,00% 20,00% Moeders Vaders Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 Aantal %2005 % 2004 % 2003 % 2002 Kan positieve eigenschappen van de kinderen opnoemen: Goed 5 41,67% 18,18% 41,67% 25,00% 0 0,00% 0,00% 36,36% 0,00% Volstaat 4 33,33% 27,27% 41,67% 58,33% 5 62,50% 42,86% 27,27% 80,00% Onvoldoende 3 25,00% 54,55% 16,67% 16,67% 3 37,50% 57,14% 27,27% 20,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 90,91% 100,00% Stelt duidelijke grenzen: Goed 0 0,00% 0,00% 16,67% 8,33% 0 0,00% 0,00% 18,18% 20,00% Volstaat 4 33,33% 18,18% 25,00% 25,00% 3 37,50% 14,29% 36,36% 0,00% Onvoldoende 8 66,67% 81,82% 58,33% 66,67% 5 62,50% 85,71% 36,36% 100,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 90,91% 100,00% Volgt goed op of de kinderen de gestelde grenzen opvolgen: Goed 0 0,00% 0,00% 16,67% 8,33% 0 0,00% 0,00% 9,09% 0,00% Volstaat 3 25,00% 9,09% 16,67% 16,67% 0 0,00% 0,00% 27,27% 40,00% Onvoldoende 9 75,00% 90,91% 66,67% 75,00% 8 100,00% 100,00% 54,55% 60,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 90,91% 100,00% Laat merken dat hij / zij de kinderen graag ziet: Goed 7 58,33% 18,18% 50,00% 16,67% 0 0,00% 42,86% 27,27% 20,00% Volstaat 4 33,33% 45,45% 41,67% 66,67% 7 87,50% 0,00% 36,36% 60,00% Onvoldoende 1 8,33% 36,36% 8,33% 16,67% 1 12,50% 57,14% 27,27% 20,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 90,91% 100,00% Kan probleemgedrag van de kinderen goed omschrijven: Goed 6 50,00% 18,18% 33,33% 33,33% 1 12,50% 14,29% 9,09% 40,00% Volstaat 4 33,33% 27,27% 25,00% 25,00% 3 37,50% 28,57% 18,18% 0,00% Onvoldoende 2 16,67% 54,55% 41,67% 41,67% 4 50,00% 57,14% 63,64% 60,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 90,91% 100,00% Kan probleemgedrag van de kinderen stopzetten: Goed 0 0,00% 0,00% 8,33% 0,00% 0 0,00% 14,29% 0,00% 0,00% Volstaat 3 25,00% 18,18% 25,00% 41,67% 0 0,00% 14,29% 45,45% 40,00% Onvoldoende 9 75,00% 81,82% 66,67% 58,33% 8 100,00% 71,43% 45,45% 60,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 90,91% 100,00% Kan bij probleemgedrag differentiëren naargelang de situatie: Goed 2 16,67% 0,00% 8,33% 8,33% 0 0,00% 0,00% 18,18% 0,00% Volstaat 5 41,67% 27,27% 41,67% 50,00% 4 50,00% 28,57% 18,18% 60,00% Onvoldoende 5 41,67% 72,73% 50,00% 41,67% 4 50,00% 71,43% 54,55% 40,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 90,91% 100,00%

Regels en straffen zijn gepast voor de leeftijd en overtreding: Goed 1 8,33% 9,09% 8,33% 0,00% 0 0,00% 0,00% 9,09% 0,00% Volstaat 6 50,00% 9,09% 33,33% 33,33% 2 25,00% 14,29% 9,09% 40,00% Onvoldoende 5 41,67% 81,82% 58,33% 66,67% 6 75,00% 85,71% 72,73% 60,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 90,91% 100,00% Weet op elk moment, bij wie de kinderen zijn en tot wanneer: Goed 5 41,67% 54,55% 50,00% 41,67% 1 12,50% 14,29% 18,18% 20,00% Volstaat 1 8,33% 0,00% 16,67% 16,67% 3 37,50% 42,86% 27,27% 20,00% Onvoldoende 6 50,00% 45,45% 33,33% 41,67% 4 50,00% 42,86% 45,45% 60,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 90,91% 100,00% Betrekt de kinderen bij het overleggen over en afspreken van huisregels: Goed 1 8,33% 9,09% 0,00% 0,00% 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Volstaat 5 41,67% 0,00% 16,67% 25,00% 2 25,00% 14,29% 0,00% 0,00% Onvoldoende 5 41,67% 63,64% 50,00% 33,33% 4 50,00% 57,14% 63,64% 60,00% Niet van toepassing 1 8,33% 27,27% 33,33% 41,67% 2 25,00% 28,57% 27,27% 40,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 90,91% 100,00% Helpt de kinderen om problemen op te lossen op een adequate manier: Goed 2 16,67% 0,00% 0,00% 8,33% 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Volstaat 5 41,67% 18,18% 25,00% 33,33% 0 0,00% 28,57% 9,09% 0,00% Onvoldoende 5 41,67% 63,64% 50,00% 50,00% 7 87,50% 57,14% 63,64% 100,00% Niet van toepassing 0 0,00% 18,18% 25,00% 8,33% 1 12,50% 14,29% 18,18% 0,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 90,91% 100,00% Bevestigt de kinderen wanneer zij positief gedrag stellen: Goed 3 25,00% 9,09% 8,33% 8,33% 0 0,00% 0,00% 18,18% 40,00% Volstaat 6 50,00% 27,27% 66,67% 33,33% 5 62,50% 42,86% 45,45% 20,00% Onvoldoende 3 25,00% 63,64% 25,00% 58,33% 3 37,50% 57,14% 27,27% 40,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 90,91% 100,00% Beloont de kinderen op een gepaste wijze: Goed 1 8,33% 0,00% 0,00% 8,33% 0 0,00% 0,00% 27,27% 0,00% Volstaat 8 66,67% 45,45% 50,00% 50,00% 2 25,00% 28,57% 18,18% 0,00% Onvoldoende 3 25,00% 54,55% 41,67% 41,67% 6 75,00% 71,43% 45,45% 100,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 91,67% 100,00% 8 100,00% 100,00% 90,91% 100,00% IV.6.1. Ernstig tekort aan opvoedingsvaardigheden Moeders Vaders Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 Ja 7 58,33% 72,73% 58,33% 66,67% 8 100,00% 100,00% 54,55% 60,00% Neen 5 41,67% 27,27% 41,67% 33,33% 0 0,00% 0,00% 45,45% 40,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%

IV.6.2. Opvoedingsproblemen ouders Moeders Vaders Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 Neen 8 66,67% 45,45% 58,33% 58,82% 5 62,50% 28,57% 45,45% 40,00% Ja 4 33,33% 54,55% 41,67% 41,18% 3 37,50% 71,43% 54,44% 60,00% Onvoldoende gegevens 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Totaal 12 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 8 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Zo ja, Welke? Verwaarlozing van de kinderen 1 8,33% 0,00% 25,00% 29,41% 0 0,00% 0,00% 40,00% 30,77% Fysieke mishandeling 0 0,00% 45,45% 0,00% 0,00% 1 12,50% 28,57% 0,00% 0,00% Emotionele mishandeling 3 25,00% 54,55% 16,67% 29,41% 2 25,00% 71,43% 20,00% 0,00% Seksuele mishandeling 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 1 12,50% 0,00% 0,00% 0,00% V. Niet-inwonende ouder V.1. Niet-inwonende ouder die gedeeltelijk de opvoedingstaak op zich neemt Aantal % 2005 % 2004 % 2003 % 2002 % 2001 Neen 14 93,33% 92,31% 61,54% 60,00% 65,00% Ja 1 6,67% 7,69% 38,46% 40,00% 35,00% Totaal 15 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%

DE EINDREGISTRATIEGEGEVENS IN KAART GEBRACHT REGISTRATIE VAN DE AFGESLOTEN GEZINNEN IN 2005 Eindregistratie 2005 Gemiddelde begeleidingsduur 2005 21 maanden 1. Woonplaats van het gezin Aantal % 05 % 04 % 03 % 02 % 01 Gent Centrum 9 60% 50% 38% 61% 58% Randgemeenten 3 20% 30% 38% 9% 8% Overige (meer dan 10 km) 3 20% 20% 24% 30% 34% Totaal 15 100% 100% 100% 100% 100% 2. Wie is de verwijzer Aantal % 05 % 04 % 03 % 02 % 01 Sociale Dienst Jeugdrechtbank 2 13% 60% 29% 38% 26% Sociale Dienst CBJ 13 87% 40% 71% 63% 74% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 3. Samenwerkingsinstanties Netwerk Aantal % 05 % 04 % 03 % 02 % 01 Familie 9 60% 60% 71% 50% 74% Buren 4 27% 20% 14% 13% 30% Steunfiguren 7 47% 40% 14% 44% 35% Andere 1 7% 20% 7% 25% 0% Onderwijs Kinderopvang 1 7% 30% 7% 13% 22% Kleuterschool 1 7% 30% 7% 19% 30% Lagere school 5 33% 10% 50% 50% 30% Middelbare school 5 33% 20% 21% 44% 22% Bijzonder onderwijs 6 40% 40% 64% 25% 26% CLB 5 33% 10% 93% 56% 57% Internaat 0 0% 10% 36% 25% 30% Andere 1 7% 30% 0% 13% 9%

Gezondheid Aantal % 05 % 04 % 03 % 02 % 01 Huisdokter 3 20% 10% 29% 31% 30% Andere arts 4 27% 20% 21% 13% 30% Psychiater 2 13% 30% 21% 13% 9% Ziekenhuis 3 20% 40% 36% 25% 39% Kind en Gezin 2 13% 0% 14% 0% 43% Andere 3 20% 10% 0% 6% 4% Huisvesting Sociale huisvestingsmaatschappij 6 40% 60% 71% 44% 30% Immobiliën 2 13% 10% 7% 6% 4% Eigenaar 1 7% 20% 21% 13% 17% Andere 3 20% 10% 7% 6% 17% Financiën en administratie Deurwaarder 1 7% 10% 7% 25% 22% Incassobureau 2 13% 10% 7% 13% 17% Schuldeiser 2 13% 10% 21% 19% 17% Advocaat 3 20% 10% 36% 44% 39% Bank 0 0% 0% 7% 19% 13% Kinderbijslag 6 40% 40% 21% 38% 43% Mutualiteit 4 27% 20% 21% 19% 30% Schuldbemiddelaar 1 7% 0% 7% 13% Andere 0 0% 20% 14% 6% 26% Tewerkstelling RVA 1 7% 10% 14% 6% 9% VDAB 2 13% 0% 7% 19% 17% Vakbond 2 13% 30% 21% 19% 9% Andere 0 0% 20% 21% 19% 4% Werkgever 5 33% 10% 21% 13% 9% Tewerkstellingsprojecten 3 20% 0% 0% 6% 22% Politie 8 53% 10% 38% 30% Gerechtelijke diensten 2 13% Andere Hulpverleners OCMW 9 60% 70% Gezinszorg 3 20% 20% Psychiatrie 4 27% 20% AWW (ambulant, residentieel) 2 13% 40% CLB 9 60% 30% CGGZ 3 20% 0% Vlaams Fonds 3 20% 10% Hulpverlening Bijzondere Jeugdzorg 8 53% 10% Kind en Gezin (CKG, ) 1 7% 30% Vertrouwenscentrum 0 0% 10% Andere 1 7% 20%

4. Doelrealisatie 4.1. Voorwaardelijke doelen Aantal % 05 % 04 Werd expliciet gewerkt rond doelen op vlak van motivatie? i.v.m de opvoedingssituatie? Ja 12 80% 90% Neen 3 20% 10% Totaal 15 100% 100% Zo ja, werden deze gerealiseerd? Ja, volledig 0 0% 20% Ja, deels 6 40% 50% Neen 6 40% 20% Totaal 12 80% 90% i.v.m. het dagelijks leven? Ja 10 67% 60% Neen 5 33% 40% Totaal 15 100% 100% Zo ja, werden deze gerealiseerd? Ja, volledig 0 0% 10% Ja, deels 5 33% 50% Neen 5 33% 0% Totaal 10 67% 60% i.v.m. ontwikkeling van de kinderen? Ja 13 87% 90% Neen 2 13% 10% Totaal 15 100% 100% Zo ja, werden deze gerealiseerd? Ja, volledig 1 7% 20% Ja, deels 8 53% 60% Neen 4 27% 10% Totaal 13 87% 90% i.v.m. persoonlijke ontwikkeling van de ouders? Ja 11 73% 90% Neen 4 27% 10% Totaal 15 100% 100% Zo ja, werden deze gerealiseerd? Ja, volledig 1 7% 0% Ja, deels 6 40% 60% Neen 4 27% 30% Totaal 11 73% 90% i.v.m. maatschappelijk functioneren? Ja 11 73% 70% Neen 4 27% 30% Totaal 15 100% 100% Zo ja, werden deze gerealiseerd? Ja, volledig 0 0% 0% Ja, deels 7 47% 40% Neen 4 27% 30% Totaal 11 73% 70% Aantal % 05 % 04 Werd expliciet gewerkt rond doelen op vlak van de hulpverleningsrelatie? Ja 11 73% 60% Neen 4 27% 40% Totaal 15 100% 100%

Zo ja, werden deze gerealiseerd? Ja, volledig 3 20% 30% Ja, deels 5 33% 20% Neen 3 20% 10% Totaal 11 73% 60% 4.2. Hulpverleningsdoelen Werd in het gezin expliciet gewerkt rond hulpverleningsdoelen? i.v.m.de opvoedingsituatie? Ja 12 80% 80% Neen 3 20% 20% Totaal 15 100% 100% Zo ja, werden deze gerealiseerd? Ja, volledig 2 13% 0% Ja, deels 7 47% 80% Neen 3 20% 0% Totaal 12 80% 80% i.v.m. het dagelijks leven? Ja 14 93% 80% Neen 1 7% 20% Totaal 15 100% 100% Zo ja, werden deze gerealiseerd? Ja, volledig 4 27% 10% Ja, deels 5 33% 50% Neen 5 33% 20% Totaal 14 93% 80% i.v.m. ontwikkeling van de kinderen? Ja 13 87% 90% Neen 2 13% 10% Totaal 15 100% 100% Zo ja, werden deze gerealiseerd? Ja, volledig 0 0% 30% Ja, deels 8 53% 60% Neen 5 33% 0% Totaal 13 87% 90% i.v.m. persoonlijke ontwikkeling van de ouders? Ja 10 67% 70% Neen 5 33% 30% Totaal 15 100% 100% Zo ja, werden deze gerealiseerd? Ja, volledig 2 13% 0% Ja, deels 5 33% 50% Neen 3 20% 20% Totaal 10 67% 70% i.v.m. maatschappelijk functioneren? Ja 11 73% 60% Neen 4 27% 40% Totaal 15 100% 100% Zo ja, werden deze gerealiseerd? Ja, volledig 1 7% 0% Ja, deels 6 40% 40% Neen 4 27% 20% Totaal 11 73% 60%

5. Verdere hulpverlening voorzien? 6. Uitval 7. Nazorg Aantal % 05 % 04 Neen 1 7% 0% Ja 14 93% 100% OCMW 6 40% 100% Gezinszorg 1 7% 50% Psychiatrie 3 20% 40% AWW (residentieel, ambulant) 0 0% 20% CLB 1 7% 10% CGGZ 1 7% 10% Vlaams Fonds (revalidatie, MPI,,,,) 3 20% 40% Hulpverlening Bijzondere Jeugdzorg 6 40% 0% Kind en Gezin (CKG, ) 1 7% 30% Andere 5 33% 20% Aantal % 05 % 04 Werd de thuisbegeleiding stopgezet na een eenzijdig signaal tot stopzetting vanwege het gezin? Ja 0 0% 20% Neen 15 100% 80% Totaal 15 100% 100% Aantal % 05 % 04 Welke afspraken rond nazorg werden expliciet gemaakt met het gezin? Dienst beschikbaar als klankbord 6 40% 40% Advies 3 20% 20% Doorverwijzing 3 20% 20% Kort engagement (enkele gesprekken na afsluiten) 5 33% 30% Geen 7 47% 50%

CIJFERGEGEVENS BEGELEID ZELFSTANDIG WONEN Inleiding Voor de registratie bij start wordt gekeken naar de jongeren van wie de begeleiding startte in 2005. Het betreft 13 jongeren. Bij de registratie van de contacten kijken we naar de jongeren die in de loop van 2005 in begeleiding waren. De registratie van de afsluiters gaat over 13 jongeren waarvan de begeleiding afsloot in 2005. Bij vergelijking van start- en eindsituatie vergelijken we de situaties van deze concrete jongeren bij start en afsluiten. Er zijn dus geen cliëntgegevens geregistreerd over 5 jongeren die startten in 2003 en 13 jongeren in 2004, en van wie de begeleiding op 31 december 2005 nog niet was afgesloten. Registratie bij start 1. AANMELDINGSGEGEVENS 1.1. Wie is de aanmelder? Sociale Dienst Jeugdrechtbank Gent 8 62% 35% 35% 23% 16% Andere Sociale Diensten Jeugdrechtbank 0 0% 5% - 8% 3% Sociale Dienst CBJ Gent 5 38% 55% 61% 65% 74% Andere Sociale Diensten CBJ 0 0% 5% - - - Subtotaal verwijzer BJB 13 100% 100% 96% 96% 94% Subtotaal voorzieningen BJB - - - 4% - 3% Subtotaal andere residentiële opvang - - - - 4% 3% Subtotaal andere voorzieningen - - - - - - Subtotaal netwerk - - - - - - Andere - - - - - - 1.2. Tijd van aanmelding tot start Tot 1 maand 4 31% 45% 52% 35% 39% 1 maand 1 dag - 2 maand 6 46% 45% 26% 35% 35% 2 maand 1 dag - 3 maand 2 15% 10% 13% 23% 10% 3 maand 1 dag - 4 maand 1 8% - - 4% 6% 4 maand 1 dag - 5 maand - - - - - 3% 5 maand 1 dag - 6 maand - - - - - 3% 6 maand 1 dag - 7 maand - - - - - - Meer dan 7 maand 1 dag - - - 9% 4% 3% We noteren hoeveel tijd verloopt tussen de aanmelding bij onze dienst en de effectieve start van de begeleiding. De start van de begeleiding valt niet altijd samen met de start van het zelfstandig wonen. Soms wordt in overleg met de verwijzer beslist om de begeleiding al eerder op te starten. De aanmeldingen gebeuren vanuit de Centrale Wachtlijst. Wij hebben er geen zicht op hoe lang de jongeren al op de wachtlijst stonden alvorens zij bij ons aangemeld werden. We zien dat 12 van de 13 jongeren binnen de 3 maanden starten met de begeleiding. Opvallend is wel dat de helft van de jongeren (zie 5.3.1) nog niet alleen woonden bij de formele start van de begeleiding.

1.3. Verwijzers CBJ-Gent 5 38% 55% 61% 65% 74% Ander CBJ - - 5% - - - Jeugdrechtbank Gent 8 62% 35% 39% 27% 19% Andere jeugdrechtbanken - - 5% - 8% 6% Terwijl we vorig jaar vaststelden dat de verhouding tussen jeugdrechtbank en comité voor bijzondere jeugdzorg niet spectaculair wijzigde onder invloed van het hanteren van de centrale wachtlijst, zien we dit jaar voor het eerst dat er meer jongeren van de jeugdrechtbank dan van het comité bij ons in begeleiding kwamen. We noteren geen verwijzingen van Jeugdrechtbanken of Comité s buiten Gent. 2. HULPVERLENINGSGESCHIEDENIS 2.1. Duur dossier Bijzondere Jeugdbijstand Nieuw dossier 2 15% 15% 17% 4% 19% Minder dan 6 maanden - - - 17% 4% 6% Minder dan 1 jaar - - 25% 13% 8% - 1 tot 5 jaar 5 38% 40% 48% 38% 55% 5 tot 10 jaar 3 23% 15% - 8% 3% 10 tot 15 jaar 2 15% 5% - 27% 10% Meer dan 15 jaar 1 8% - 4% 12% 6% We gaan na hoeveel tijd er verlopen is sinds de eerste opening van een dossier in de Bijzondere Jeugdbijstand (BJB). 85 % wordt al langer dan 1 jaar binnen de Bijzondere Jeugdbijstand geholpen. 2.2. Woonsituatie bij aanmelding Gemeenschapsinst./De Grubbe 2 15% 10% 4% 8% 6% Instelling BJB 2 15% 10% 4% 4% 19% Onthaal-Oriëntatie 1 8% - 9% - 3% Pleeggezin - - 25% 9% 12% 6% Oikoten - - - - - - Psychiatrie - - - - - 3% Crisisopvang - - - 4% - - Gevangenis - - - - - - Andere residentiële opvang 2 15% - 9% 8% - Subtotaal 7 54% 45% 39% 31% 39% Gezin 1 8% 25% 30% 38% 35% Familie 1 8% 10% 17% 4% 6% Kennissen 3 23% 10% 13% 12% 10% Alleen 1 8% 5% - 15% 10% Zwerft - - 5% - - - Subtotaal 6 46% 55% 61% 69% 61% We noteren hier waar de jongere op het moment van de aanmelding verblijft. Aangezien er geregeld niet begeleide buitenlandse minderjarigen worden aangemeld, voegden we gesloten en open asielcentrum toe aan de mogelijkheden. Ruim de helft van de jongeren wordt rechtstreeks aangemeld vanuit een residentiële opvang.

2.3. Hulpverleningsgeschiedenis Jongere heeft geen hulpverlening gehad 1 8% 10% 17% - 13% Jongere heeft wel hulpverlening gehad 12 92% 90% 83% 12% 13% Jongere heeft uitsluitend ambulante hulp gehad - - - 13% 12% 13% Jongere heeft residentiële hulp gehad: Uitsluitend binnen BJB 5 38% 30% 26% 38% 48% Uitsluitend buiten BJB - - 15% 13% 8% 6% Zowel binnen als buiten BJB 7 54% 45% 30% 42% 19% Welke hulpverlening kwam voor? Binnen bijzondere jeugdbijstand Pleeggezin 2 15% 30% 17% 35% 19% Residentie 10 77% 40% 26% 42% 58% Gemeenschapsinstelling 4 31% 25% 9% 15% 10% OOOC 10 77% 55% 26% 50% 35% Thuisbegeleiding 3 23% 5% - Dagcentrum 2 15% 10% 9% BZW - - 5% 4% Crisishulp aan huis - - - 4% Project 2 15% Andere binnen BJB - - 5% 26% Buiten bijzondere jeugdbijstand Pleeggezin 1 8% 10% - Residentie 9% Therapeutische gemeenschap - - - - 4% 3% MPI 1 8% 15% 4% 27% 6% Psychiatrie 1 8% - 13% 8% 6% Dienst geestelijke gezondheidszorg 2 15% 20% 9% Revalidatiecentrum - - 10% 4% CKG 1 8% 10% 4% Andere buiten BJB 2 15% 10% 17% 35% 19% We willen graag weten welke hulpverlening de jongere in het verleden kreeg. Onder het totaal vermelden we welke hulpverlening, zowel binnen als buiten de Bijzondere Jeugdbijstand, voorkwam. Andere residentiële opvang buiten de BJB betreft een kinderhotel. Andere ambulante hulpverlening gaat over een centrum geestelijke gezondheidszorg en gezinsbegeleiding vanuit het algemeen welzijnswerk. Slechts 1 jongere had voordien nog geen beroep gedaan op één of andere vorm van hulpverlening.

2.4. Aantal plaatsingen Geen 1 8% 20% 52% 19% 32% 1 2 15% 25% 17% 23% 23% 2 2 15% 15% 9% 12% 13% 3 5 38% 15% 4% 19% 3% 4 - - 5% 4% 12% 16% 5 - - 5% 4% 8% 10% 6 1 8% 10% 4% 4% 3% 7 - - - - 4% - 8 1 8% - - - - 9 1 8% 5% - - - 10 - - - - - - Meer dan 10 - - - 4% - - 92 % van de jongeren kreeg residentiële hulp. Iets meer dan de helft van de jongeren werd 3 of meer keren geplaatst. 3. IDENTITEITSKENMERKEN 3.1. Geslacht Jongen 7 54% 65% 48% 42% 42% Meisje 6 46% 35% 52% 58% 58% Blijft zoals steeds evenwichtig verdeeld. 3.2. Etnische origine Belgische 9 69% 55% 65% 92% 94% Andere EG-burger - - - - Magreb - Turkse 2 15% - - Gemengde 1 8% 5% 13% Andere 1 8% 40% 22% 8% 6% Om een duidelijker zicht te krijgen op de afkomst van onze jongeren, scoren we sinds 2003 niet meer de nationaliteit maar de etnische origine. De procenten van vorige jaren zijn dus louter indicatief omdat toen slechts met twee categorieën werd gewerkt, en gekeken werd naar de nationaliteit. Andere buiten Europa werd dit jaar toegevoegd. 31% van de aangemelde jongeren waren van vreemde origine: 1 jongere was Tunesisch, 1 jongere had een Tunesische vader en een Belgische moeder, 1 Marokkaan en 1 Boliviaan.

3.3. Leeftijd bij start 17 jaar - 17 jaar 6 maand 5 38% 35% 57% 42% 52% 17 jaar 6 maand 18 jaar 7 54% 45% 35% 46% 39% 18 jaar - 18 jaar 6 maand - - 15% 9% 4% 10% 18 jaar 6 maand 19 jaar - - 5% - - - 19 jaar - 19 jaar 6 maand - - - - 4% - 19 jaar 6 maand 20 jaar 1 8% - - - - 20 jaar - 20 jaar 6 maand - - - - 4% - 20 jaar 6 maand 21 jaar - - - - - - Ouder dan 21 - - - - - - Net zoals de vorige jaren is de groep van jongeren die nog geen 18 jaar is, het grootst. Dit jaar is slechts 1 jongere al meerderjarig bij de start van BZW. 4. GEZIN VAN HERKOMST 4.1. Woonverband ouders Ouders wonen samen - - 25% 17% 12% 19% Eén van de ouders overleed en de ander apart 2 15% - - 8% 6% Eén van de ouders overleed, ander nieuwe relatie 2 15% - 13% 4% - Beide ouders overleden - - - 4% - - Ouders apart 1 8% 5% 9% 8% 3% Eén of beide ouders hebben nieuwe partner 7 54% 45% 43% 50% 45% Eén ouder apart, over ander geen gegevens 1 8% 5% 13% 4% 13% Eén ouder overleden, andere geen gegevens - - 10% - 4% 3% Beide ouders geen gegevens - - 10% - 4% 10% Andere - - - - 8% - Gezinnen waarin één of beide ouders een nieuwe partner hebben blijft de grootste groep. Opvallend is dat bij geen enkele jongere de natuurlijke ouders nog samen zijn. Vier jongeren kregen al te maken met de dood van een ouder. 4.2. Beroep ouders Eén of beide ouders werken: Kader of directie - - 15% - - - Zelfstandige - - 10% 9% 15% 13% Bediende 3 23% - 13% 12% 16% Arbeider 2 15% 25% 39% 27% 16% Subtotaal 5 38% 50% 61% 54% 45% Invalide 1 8% 15% 13% 12% 16% Werkloos 5 38% 10% 26% 12% 26% Gelegenheidswerk - - - - - - Huisvrouw 1 8% 10% - 12% - Overleden - - - - - - Subtotaal 7 54% 35% 39% 35% 42% Geen gegevens 1 8% 15% - 12% 13%

We noteren de door ons gekende beroepssituatie van de ouder die op dit lijstje het hoogst scoort. Als we het maar van één ouder weten, noteren we die situatie. We merken op dat de grootste groep werkloze ouders betreft. 5. SOCIO-ECONOMISCHE SITUATIE JONGERE 5.1. Onderwijssituatie 5.1.1. Onderwijsniveau Jongere volgt nog opleiding: Bijzonder onderwijs - - 5% 4% 8% 3% Deeltijds onderwijs 3 23% 20% 26% 15% 23% Beroepsonderwijs 2 15% 20% 48% 27% 13% Leercontract - - 15% - 4% 6% Secundair technisch en kunstonderwijs 2 15% 15% 17% 31% 32% Secundair algemeen vormend onderwijs - - - - 4% 0% HOBU 1 8% - - - 3% Universiteit - - - - - - Subtotaal 8 62% 75% 96% 88% 81% Jongere beëindigde een opleiding met succes: Bijzonder onderwijs - - - - - 3% Beroepsonderwijs - - - - - - Leercontract - - - - - - Deeltijds onderwijs - - - - - - Secundair technisch of kunstonderwijs - - - - - - Secundair Algemeen vormend - - - - - - Subtotaal - - - - - 3% Jongere stopte een opleiding zonder ze te beëindigen : Bijzonder onderwijs 2 15% - - 4% 3% Deeltijds onderwijs 1 8% 5% - 4% 6% Beroepsonderwijs 1 8% 20% - 4% 3% Leercontract 1 8% - 4% - 3% Secundair technisch of kunstonderwijs - - - - - - Secundair algemeen vormend onderwijs - - - - - - H.O.B.U. - - - - - - Subtotaal 5 38 25% 4% 12% 15% Hier noteren we de officiële situatie bij start. Een jongere die ingeschreven is op school maar niet of nauwelijks gaat, valt dus in de categorie jongere volgt nog opleiding. De laatste twee jaar merken we dat de groep van schoolgaande jongeren opnieuw daalt.

5.1.2. Hoogst geslaagde jaar Tot 6 de L.O. - - 5% - - - 1 ste M.O. 1 8% - 4% 4% 3% 2 de M.O. 6 46% 10% 13% 19% 26% 3 de M.O. - - 55% 30% 15% 23% 4 de M.O. 2 15% 20% 43% 27% 29% 5 de M.O. 2 15% 10% 4% 31% 16% 6 de M.O. 1 88 - - - 3% 7 de specialisatiejaar - - - - - - HOBU - - - - - - Universiteit - - - - - - Andere - - - 4% 4% - Niet vergelijkbaar onderwijs in buitenland 1 8% Deze en de volgende tabellen geven een zicht op de schoolloopbaan van de jongeren. De categorie niet vergelijkbaar onderwijs in buitenland werd toegevoegd. Voor het eerst in 4 jaar is er 1 jongere die zijn 6 de jaar reeds beëindigde. Meer dan de helft van de jongeren haalde hooguit tweede jaar middelbaar onderwijs. 5.1.3. Aantal schoolwisselingen sinds start Middelbaar Onderwijs Geen gegevens - - 15% 4% 12% 3% Geen 2 15% 10% 9% 8% 16% 1 - - 10% 13% 38% 16% 2 1 8% 20% 17% 15% 29% 3 5 38% 15% 30% 15% 16% 4 - - 10% 4% 4% 6% 5 3 23% 5% 17% 4% 6% 6 1 8% 5% 4% 4% 6% 7 - - - - - - 8 - - - - - - 9 - - - - - - 10 - - 5% - - - Meer dan 10 - - - - - - Niet vergelijkbaar onderwijs in buitenland 1 8% 2 jongeren veranderden in het middelbaar onderwijs niet van school. Anderen wisselden 2, 3, 5 of 6 keer. 5.1.4. Schoolse achterstand Geen gegevens - - - 4% - - Niet vergelijkbaar onderwijs in buitenland 1 8% Geen 2 15% 10% 9% 12% 16% 1 jaar - - 20% 43% 27% 39% 2 jaar 4 31% 45% 26% 35% 13% 3 jaar 2 15% 15% 9% 4% 13% 4 jaar of meer 4 31% 5% 9% 23% 19% 2 jongeren zitten nog op jaar. Ruim 3/4 van de jongeren heeft 2 of meer jaren achterstand op school opgelopen.

5.1.5. Statuut Vast werk - - - - - - Tijdelijk werk - - - - - 3% Deeltijds werk - - - - - - Deeltijds leren, deeltijds werken 1 8% 5% 9% - 3% Subtotaal 1 8% 5% 9% - 6% Student 9 69% 45% 70% 69% 52% Leercontract - - 10% - 4% 6% Deeltijds leren/deeltijds werkloos 2 15% 15% 17% 15% 19% Beroepsopleiding - - - - - - Subtotaal 11 85% 70% 87% 88% 77% Uitkeringsgerechtigd werkloos - - - - - 3% Ziektevergoeding - - - - - - Wachttijd - - 5% - 4% 10% Niet-uitkeringsgerechtigd 1 8% 20% 4% 8% 3% Subtotaal 1 8% 25% 9% 12% 16% Hier noteren we het officiële statuut van de jongere. Een jongere die ingeschreven is, maar niet naar school gaat, wordt genoteerd als student. In vergelijking met vorig jaar is de groep van jongeren die voltijds school gaan sterk gestegen. Dit is het statuut bij start, in praktijk zijn er enkele jongeren die wel ingeschreven zijn maar niet meer school lopen (zie tabel 6.1.1.). 5.2. Financiële situatie 5.2.1. Inkomensbron 5.2.1. Inkomensbron Geen eigen inkomen - - - - - 10% Basisinkomen uit werk 1 8% 5% 4% - 6% Basisinkomen door opleiding - - 10% 0% 4% 6% Basisinkomen door werkloosheidsvergoeding - - - - - - Basisinkomen O.T. 11 85% 75% 83% 81% 71% Basisinkomen OCMW 1 8% 10% 9% 15% 6% Andere - - - - - - Totaal 13 100% 100% 100% 100% 100% Werk 1 8% 10% 4% - 6% Leercontract - - 10% - 4% 6% Kinderbijslag - - - 4% 12% 6% Kinderbijslag eigen kind - - 5% - - 3% Stempelgeld - - - - - - Ouders - - - 13% 8% 3% Partner - - - - - 3% O.T. 11 85% 90% 91% 85% 74% OCMW 1 8% 10% 9% 15% 6% Ziektevergoeding - - - - - - Andere Het eerste deel van bovenstaande tabel geeft aan van waaruit de jongere zijn basisinkomen verwerft. Onder het totaal worden de verschillende bronnen vermeld waaruit het inkomen is samengesteld.

5.2.2. Bedrag van de inkomsten Minder dan leefloon - - - - - 10% Leefloon of onderhoudstoelagen 11 85% 75% 96% 92% 74% Leefloon 700 1 8% 5% - 4% 700-825 1 8% 20% 4% 4% 16% Meer dan 825 - - - - Twee van onze jongeren hadden bij start een inkomen dat hoger ligt dan het leefloon. Dit is dank zij de vrijstelling die kan verleend worden op inkomen uit deeltijds werk voor minderjarigen die een onderhoudstoelage krijgen van de Vlaamse Gemeenschap. De procenten van het jaar 2001 zijn indicatief, omdat toen met enigszins andere categorieën werd gewerkt (onder meer omwille van verhogingen van leefloon en aanpassing aan de euro). 5.2.3. Spaartegoed Geen 3 23% 35% 65% 35% 6% Tot 250 1 8% 10% 13% 8% - Tot 500 1 8% 15% 13% 4% 19% Tot 750 - - 5% - 8% 16% Tot 1250 1 8% 15% 4% - 13% Tot 2500 1 8% 5% - 12% 16% Meer dan 2500 6 46% 5% - 23% 10% Onbekend - - 10% 4% 12% 19% Dit is het spaargeld waarover de jongere beschikt, meestal uit een spaarboekje waarop 1/3 van de kinderbijslag tijdens plaatsingen werd gestort. De helft van het aantal jongeren heeft meer dan 2500 euro spaargeld. Dit kunnen we verklaren door hun lange plaatsingsgeschiedenis. Drie jongeren hadden geen eigen spaargeld en haalden een startkapitaal uit andere bronnen (zie 5.2.4). 5.2.4. Bron startgeld Geen startgeld 1 8% 15% 26% 12% 10% Wel startgeld 12 92% 85% 74% 88% 90% Eigen spaargeld 9 69% 55% 30% 58% 61% Waarborg vorige woonst - - 5% - - - Thuis 1 8% 10% 4% 4% 19% Familie - - 10% 13% 12% - Vriend - - - - 4% - Lening CAB - - 5% 4% - 6% Startpremie Oikoten - - - - - - Steun Couturierfonds 2 15% 35% 26% 23% 3% OCMW - - 10% 17% 4% 6% Andere 1 8% - 4% 4% 3% De 3 jongeren die geen eigen spaargeld hadden, vonden ook het nodige startkapitaal. Twee jongeren leenden geld bij het Couturierfonds. De andere jongere kon gebruik maken van de uitbetaling van een erfenis. Er was ook 1 jongere die geen startgeld nodig had omdat hij reeds alleen woonde bij de officiële start van BZW.

5.3. Woonsituatie 5.3.1. Woonst bij start begeleiding Woont (nog) niet alleen 6 46% 40% 35% 23% 29% Depannage CAB 2 15% 5% 17% 12% 13% Kamer 1 8% - - 8% 10% Studio 3 23% 40% 39% 38% 39% Appartement 1 8% 5% 4% 12% 6% Sociaal appartement - - - - 4% - Huis - - 10% 4% 4% 3% Sinds de regelgeving dat expliciet mogelijk maakt, starten veel jongeren al officieel met BZW terwijl ze nog geen eigen woonst hebben. In 2005 zijn dat bijna de helft van onze jongeren. 5.3.2 Huurprijs zonder EGW Tot 150 1 10% - - 17% 12% Van 150 tot 175 - - - 6% - - Van 175 tot 200 - - - 6% 4% 4% Van 200 tot 225 - - - 24% 9% 9% Van 225 tot 250 - - 31% 12% 26% 26% Van 250 tot 275 2 20% 37% 12% 13% 13% Van 275 tot 300 - - 25% 12% 17% 17% Vanaf 300 7 70% 6% 29% 13% 13% TOTAAL 10 100% 100% 100% 100% 100% Deze tabel telt enkel de jongeren die reeds een eigen woonst hebben. Jongeren in de depannagewoning (huurprijs 164 per maand) zijn niet opgenomen in de tabel. We registreren ook de huurprijs van de eerste woonst die de jongere zelf huurt, ongeacht of die al van bij de start wordt gehuurd. Het vinden van een betaalbare woning wordt steeds moeilijker. De meeste van onze jongeren vonden woonst waarvan huurprijs tussen 300 en 325 bedraagt. Dit is opnieuw een iets hoger bedrag dan de vorige jaren. Eén jongere kon via kennissen goedkoper ( 150) huren. 6. PROBLEEMSITUATIE 6.1. Tijdsbesteding 6.1.1. Gestructureerde dagbesteding Voltijdse dagbesteding 5 38% 55% 70% 65% 58% Deeltijdse dagbesteding - - 10% 4% 4% 16% Geen gestructureerde dagbesteding 8 62% 35% 26% 31% 26% Het gaat hier om de reële situatie, in tegenstelling tot tabel 5.1.5. waarin we het officiële statuut als uitgangspunt hebben. Een jongere die wel als student ingeschreven is, maar nooit naar school gaat, wordt ingedeeld in geen gestructureerde dagbesteding. We zien dat 62% van de jongeren geen gestructureerde dagbesteding heeft.