Samenvatting door Romie 1793 woorden 12 april 2015 2,4 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats De Republiek 1515-1648 Het Begin van de Opstand (1515-1572) Staatsvorming en centralisatie In 1543 had Karel V (heer der Nederlanden) alle zeventien Nederlandse gewesten onder zijn gezag. Hij voerde een centraal bestuur, hij vormde drie centrale adviesraden: - De Raad van State: belangrijkste Nederlandse edelen zaten hierin, moest advies geven over alle grote en voornaamste zaken. - De Geheime Raad: bestond uit rechtsgeleerden en stelde wetten op en hield toezicht op de gewestelijke en plaatselijke besturen. - De Raad van Financiën: overlegde met de gewesten over belastingen en zag erop toe dat ze betaald werden. Collaterale (naast elkaar bestaande) Raden De stedelijke burgerij Door de bloei van handel en nijverheid in de 15e en 16e eeuw werd de stedelijke burgerij in de Nederlanden sterk. Deze rijke burgers leverden het geld voor de vele oorlogen die Karel voorde. Hij beloofde dan ook de privileges te respecteren die de steden in de Middeleeuwen hadden gekregen in ruil voor het betalen van belastingen. Luther Luther had felle kritiek op de rooms-katholieke kerk. Zijn ideeën werden verspreid via pamfletten en boeken. - De Bijbel moest in volkstaal worden vertaald, zodat iedereen deze kon lezen. - De mens kon niet gered worden door de kerk, maar alleen door het geloof en de genade van God. - Hij ergerde zich aan de rijkdom en macht van de kerk en verwierp de zelfgemaakte kerkelijke wetten. Om de geloofseenheid te redden, riep Karel V in 1521 de belangrijkste Duitse vorsten en edelen bijeen in Worms. Luthers toespraak op deze Rijksdag leidde tot de definitieve scheuring van de kerk. Samen met de katholieke vorsten voerde Karel jaren oorlog tegen de protestantse vorsten. In de Vrede van Augsburg (1555) werd afgesproken dat in Duitsland voortaal de regel cuius regio eius religie (wiens gebied, diens godsdienst) zou gelden. Duitsland was vanaf toen verdeeld in katholieke en protestantse gebieden. De inquisitie Karel V stelde in 1521 een inquisitie in die ketters moest opsporen en berechten. Het protestantisme werd niet https://www.scholieren.com/verslag/85298 Pagina 1 van 5
uitgeroeid, dus maakte Karel strengere wetten, die ook wel het Bloedplakkaat werden genoemd:. - Alle ketters moesten worden gedood. - Bezit van ketterse boeken en het onderdak bieden aan ketters leidde tot doodstraf. Calvinisten In 1560 verspreidde de leer van de Franse kerkhervormer Calvijn. Hij was het op veel punten met Luther eens, maar vond dat gelovigen zonder toestemming van de overheid kerken moesten vormen en desnoods zelfs tegen een goddeloze overheid in opstand moesten komen. Luther vond dat gelovigen altijd de overheid moesten gehoorzamen en zich niet zonder overheidstoestemming mochten organiseren. Stadhouder (plaatsvervanger) Willem van Oranje vroeg Filips om meerdere geloven toe te staan. Filips bleef het bloedplakkaat streng uitvoeren. In 1566 kwam de lage adel in actie. Edelen trokken naar het paleis van Margaretha, waar ze haar in een smeekschrift vroegen de kettervervolging te staken. Margaretha vroeg de inquisitie voorlopig minder hard op te treden. Calvinisten dachten hun gang te kunnen gaan en gingen openlijk bijeenkomsten houden buiten de stadsmuren en vielen ook honderden kerken en kloosters aan (Beeldenstorm). Alva Als reactie op de Beeldenstorm, stuurde Filips een leger onder leiding van Alva naar de Nederlanden. Dit leger stelde een speciale rechtbank in, de Raad van Beroerten, die de schuldigen moest straffen. Oranje vormde een huurlingenleger, waarmee hij in 1568 Nederland binnenviel. Oranje kreeg alleen steun van calvinistische vluchtelingen op schepen (Watergeuzen). Op 1 april 1572 namen de watergeuzen Den Briel in en vanaf toen liepen steeds meer steden over naar de Opstand. In juli 1572 hielden de opstandelingen een Statenvergadering, waarin ze Oranje uitriepen tot hun leider en opnieuw tot stadhouder benoemden. Het ontstaan van de Republiek (1572-1588) Burgeroorlog Alva (Spaanse leger) moest vechten tegen de geuzen en de opstandige steden, het lukte hem niet om de Opstand snel neer te slaan, waardoor er een burgeroorlog ontstond. De opstandelingen keerden zich tegen het Spaanse leger, tegen de bestuurders die trouw bleven aan Filips II en tegen katholieke geestelijken. Ze vochten voor gelijke rechten voor protestanten en katholieken. In 1573 werd de katholieke kerk verboden, omdat zij de vijand zouden steunen. Willem van Oranje koos, omdat hij zoveel mogelijk steun wilde hebben, voor nationale propaganda. Hij riep Nederlanders op hun vaderland te beschermen tegen de vreemde Spaanse troepen. Ontzet van Leiden Het Spaanse leger omsingelde in 1574 Leiden, waarbij het Leiden dwong tot overgave, maar het calvinistische stadsbestuur wilde hier niks van weten. Begin oktober joeg een zware storm het zeewater de riviermondingen in, waar het door de gaten in de dijken stroomde. In de nacht van 2 op 3 oktober 1574 sloegen de Spanjaarden voor het water op de vlucht. https://www.scholieren.com/verslag/85298 Pagina 2 van 5
Na het ontzet van Leiden kreeg het Spaanse leger steeds grotere financiële problemen: - De soldaten kregen maandenlang geen soldij - Kon door de oorlog met het Turks-Ottomaanse Rijk het leger in de Nederlanden niet betalen - Er ontstonden muiterijen, de soldaten van Filips II tot vijand verklaarden en in Gent vredesbesprekingen begonnen met Oranje. De Pacificatie van Gent In 1576 leidden de muiterijen tot de Pacificatie van Gent. - De gewesten die tot dan toe loyaal aan Filips II waren geweest, spraken met Holland en Zeeland af om samen de Spaanse troepen te verdrijven. - Er zou gewetensvrijheid komen: mensen zouden nergens om hun geloof worden vervolgd. - De godsdienstige situatie zou blijven zoals hij was. Tijdens de Alteratie van Amsterdam werden de stadsbestuurders uit hun huis gehaald en op een schip de stad uitgevaren, waarna ze buiten de stadspoorten werden vrijgelaten. Dit zodat Amsterdam zich aan zou sluiten bij de Opstand (Willem van Oranje). De Unie van Utrecht De opstandige gewesten sloten zich in het noorden aaneen in de Unie van Utrecht, ook Gent, Antwerpen en Brussel werden lid. De leden spraken af zelfstandig te blijven, maar militair samen te werken. Ook zou er gewetensvrijheid heersen. Verder zou elk gewest zijn eigen geloofszaken regelen. De breuk tussen Filips en de opstandelingen werd definitief toen de koning in 1580 Willen van Oranje vogelvrij verklaarde. Acte/Plakkaat van Verlatinge. Hierin stelden de Staten-Generaal dat een vorst is aangesteld door God, maar mag worden afgezet als hij zijn onderdanen onderdrukt. Als een vorst de oude privileges van de onderdanen afneemt, dan mogen hun vertegenwoordigers hem afzetten en vervangen door een nieuwe vorst. De Spaanse Armada In 1580 kwam er een einde aan de oorlog tegen de Turken, waardoor Filips het leger in de Nederlanden weer kon betalen. Parma rukte op, waarna de ene na de andere stad zich overgaf. De situatie van de opstandige gewesten leek hopeloos. Ze konden geen nieuw staatshoofd vinden. Na de val van Antwerpen wilde de Engelse koningin geld en troepen leveren aan de Nederlanden. Filips besloot Engeland aan te vallen. Hij rustte een grote vloot uit: Armada. Nederlandse troepen hielden Parma bezig zodat hij geen contact kon maken met de Armada en Engelse oorlogsschepen verjoegen de Armada in augustus 1588 uit het Kanaal. De vloot werd getroffen door zware stormen bij de kust van Ierland en Schotland. Het begin van de Republiek De opstandige gewesten besloten in 1588 niet meer te zoeken naar een vorst en vormden de Republiek der Verenigde Nederlanden. De Republiek kon in de aanval gaan omdat Filips opnieuw op te veel fronten tegelijk vocht. In 1598 gaf hij Parma opdracht zich te mengen in de burgeroorlog tussen calvinisten en katholieken in Frankrijk. Parma viel Frankrijk binnen en kon daardoor de Nederlanden niet goed verdedigen. https://www.scholieren.com/verslag/85298 Pagina 3 van 5
Engeland en Frankrijk waren de eerste landen die de onafhankelijkheid van de Republiek erkenden. Bij de Vrede van Münster werd de internationale erkenning van de Republiek algemeen. De Gouden Eeuw (1588-1648) Een unie van staatjes In elk gewest van de Republiek was het hoogste gezag in handen van de Straten, die de soevereiniteit van de vroegere landsheer hadden overgenomen. De Staten gingen over wetgeving, rechtspraak en belastingheffing. De bestuurders in de Republiek werden regenten genoemd en kwamen uit een kleine groep invloedrijke burgerfamilies, die onderling de macht verdeelden. De Staten-Generaal De Republiek had ook centrale instellingen, waarvan de Staten-Generaal het belangrijkst waren. De Staten- Generaal waren verantwoordelijk voor de buitenlandse en de militaire politiek. Ze beslisten over oorlog en vrede, sloten verdragen en onderhielden contact met het buitenland. Beslissingen konden alleen genomen worden als alle gewesten instemden. De stadhouder en de landsadvocaat In de oorlog tegen Spanje werkten Van Oldenbarnevelt (landsadvocaat/ambtenaar) en Maurits (stadhouder, zoon van Willem van Oranje) goed samen, maar in 1609 kwam aan de oorlog een eind toen Spanje en de Republiek een wapenstilstand voor twaalf jaar sloten (Twaalfjarig bestand). Er ontstonden in de Republiek heftige religieuze en politieke tegenstellingen. Binnen de gereformeerde (calvinistische) kerk brandde een strijd los tussen orthodoxe en minder orthodoxe calvinisten. Van Oldenbarnevelt steunde de minder orthodoxe calvinisten, Maurits de orthodoxe. Van Oldenbarnevelt werd beschuldigd van hoogverraad (omdat hij de rust had verstoord) en landverraad (omdat hij zou hebben samengezworen met Spanje). Op 13 mei 1619 werd hij onthoofd. Economische groei In de Noordelijke Nederlanden begon een lange periode van economische groei en welvaart: de Gouden Eeuw. - Er was in de 16e eeuw een uitgebreide handel ontstaan tussen Holland en het Oostzeegebied. - Uit de landen rond de Oostzee werden steeds meer andere producten gehaald. Later noemden de Hollanders de handel op de Oostzee de moedernegotie, omdat alle andere handel en nijverheid daaruit waren ontstaan. - De Oostzeehandel maakte ook het ontstaan van een gespecialiseerde en commerciële landbouw mogelijk. De boeren waren niet afhankelijk van de adel en konden hun producten verkopen in de vele steden. - De bloei van de commerciële landbouw stimuleerde ook weer de handel en nijverheid, zoals de scheepsbouw. Na de val van Antwerpen Na de val van Antwerpen vluchtten veel kooplieden naar Amsterdam. Antwerpen kon zich niet herstellen omdat de Hollanders en Zeeuwen de Schelde, de verbinding met zee, afgesloten hielden. Voor de Hollandse en Zeeuwse steden was dat een grote economische stimulans. Economisch beleid Handelsbelangen stonden voorop. Regenten hadden nauwe contacten met kooplieden en waren vaak door familiebanden met hen verbonden. Dit leidde tot slagvaardig optreden. Rond 1600 was de onderlinge concurrentie al https://www.scholieren.com/verslag/85298 Pagina 4 van 5
zó hevig, dat de winsten daalden. Daarom lieten de Staten-Generaal alle concurrenten opgaan in één bedrijf, dat het monopolie kreeg op de Nederlandse handel in Azië. Ook waren er veel arbeidskrachten nodig, steden probeerden daarom migranten te lokken. Tot de faciliteiten voor deze migranten behoorden ook religieuze vrijheden. Joden in Amsterdam kregen bijvoorbeeld meer vrijheid dan waar in Europa. Centrum van de wereldhandel De VOC werd het grootste bedrijf ter wereld. De leiding in Azië lag eerst bij rondvarende vloten, maar in 1619 verplaatste gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen het bestuurscentrum naar Batavia. Vervolgens stichtte de VOC handelsposten op alle Aziatische kusten. Batavia werd het aankomst- en vertrekpunt voor alle schepen die tussen Europa en Azië voeren. Luxegoederen De Republiek werd het rijkste en welvarendste land van Europa. Dankzij die welvaart ontstond in de commerciële economie van de Republiek een markt voor luxegoederen (boeken, drukwerk en schilderkunst). Het einde van de Gouden Eeuw Mede door de kostbare oorlogen kwam geleidelijk een eind aan de Gouden Eeuw. Na de Tachtigjarige Oorlog kwamen Engeland en Frankrijk als grote mogendheden op en bedreigden de positie van de Republiek steeds meer. https://www.scholieren.com/verslag/85298 Pagina 5 van 5