Gebiedsplan Noordhollands Duinreservaat 2009-2012



Vergelijkbare documenten
Motivaties in het beheer van de duinen

Verslag Bezoekersavond 2013 Noordhollands Duinreservaat

Beleidsplan

Projectplan Slikken van Flakkee Ontwerpfase quick wins Projectnummer: 16508

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK!

Ruimte om te leven met water

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Bescherm de kust! Duinbehoud voor mens en natuur. Missie en visie

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Dynamisch duin Landschap van de eeuwige jeugd

Inspraakwijzer beheerplannen Natura 2000 Drenthe

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies

VEEL GESTELDE VRAGEN NATURA 2000

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Water nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de

Dynamisch kustbeheer. Erna Krommendijk. Milieufederatie Noord-Holland. Versneller van duurzaamheid

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER

Motivatie wijzigingsplan

Natuurbeleid in Zuid-Holland

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis

Dossier: Samenspraak bij de ontwikkeling van het Beheerplan

HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota

Landschap Waterland AB Agendapunt 5: jaarrekening 2008 BIJLAGE 1: BESTUURSSAMENVATTING JAARREKENING ONDERDEEL WATERLAND

Noordvoort. advies tweede fase strandreservaat. provinciaal adviseurs ruimtelijke kwaliteit zuid-holland noord-holland

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

Programmatische Aanpak Stikstof: PAS

Bosbeheer NHD. achtergronden, visie, beheer. Rienk Slings PWN

1. Streekplan Brabant in balans

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan.

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen

NIEUWE HONDSBOSSCHE DUINEN

Eindexamen biologie pilot vwo I

Plan van Aanpak Natura 2000 Noord-Holland. Hoe gaat de provincie Noord-Holland aan de slag met Natura 2000?

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

Groengebied Amstelland AB Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

NIEUWSBRIEF. Nieuwe aanpak Noordrand Krimpenerwaard: Ruimte voor ondernemen. Oktober Partijen in de Krimpenerwaard en de provincie

Quick scan ecologie AIC te Castricum

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water

De beleidsopgave vanaf 1990

Naar een nieuw Schoonebeekerdiep Denk mee, schets mee

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Dynamisch kustbeheer - Kustveiligheid en natuur profiteren van stuivend zand

Aanbeveling 6: Stimuleer behoud en herstel biodiversiteit in eigen land

DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER

Natuurvriendelijke oevers. Droge voeten, schoon water

Het Diemerbos. fietsen. Wandelen. Paardrijden. Onder de rook van Amsterdam

Relatie recreatie en natuur Veluwe

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen

De Groene Peiler Nationaal Park Hollandse Duinen

Programma van Eisen - Beheerplannen

Missie en visie Landschap Overijssel

1 Natuur in de Krimpenerwaard

gesprek met raadsfracties

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering

Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden

Historisch geografische typering van het landschap op Texel

Programma. Informatieavond Amerdiep 21 januari Welkom. 1. Bestaand beleid Beleidsopgaven in het Amerdiep. Bestaand beleid.

Enquête Provinciale Statenverkiezingen Zuid-Holland 2019

KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE

SAMENVATTING SAMENVATTING

RAADSVOORSTEL EN ON ITWERPBESLUIT

4. Toeristisch landschap

Agenda Groen voor de Stad

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Zandwinputten. Baggernet Thema-ochtend over Zandwinputten. Een overzicht. Afdelingsoverleg Bodem & Water 22 juni John Maaskant.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland.

Themabijeenkomst natuur en landschap. Natuur- en recreatieplan Westfriesland

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal

Mededeling. Datum. Onderwerp Convenant provincie Flevoland en Staatsbosbeheer. Registratienummer

Bermenplan Assen. Definitief

Delen. Beheernota PWN Tekst. Noordhollands Duinreservaat - Kennemerduinen en Kraansvlak - en overige natuurgebieden

Samenvatting Ontwerpbeheerplan bijzondere natuurwaarden Meijendel & Berkheide

Betreft: Alternatief Heerbaanfietsroute voor Trambaanfietsroute Maastricht - Aachen.

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug

: kredietaanvraag restauratie Wetsingerzijl

Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit en Leefgebieden

Monitoring Wat doen we ermee? Het gebruik van gegevens in de praktijk

Het Natura 2000 beheerplan Drentsche Aa-gebied: wat houdt het in, wat gaat er gebeuren? Programma

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Holtingerveld

BIODIVERSITEIT. RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER. ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering

Voorwoord. aanvulling voor de natuur- en recreatiemogelijkheden,

Beheerplan Nimmerdor en Oud Leusden

Het Diemerbos. Onder de rook van Amsterdam

Bewonersvereniging Noordwest

Hatertse en Overasseltse Vennen

PAS herstelmaatregelen en monitoring Wat kan en moet de kleine beheerder daarmee?

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Werkzaamheden in Meijendel en Berkheide van september 2017 tot maart Zorg voor onze duinen

Transcriptie:

Gebiedsplan Noordhollands Duinreservaat 2009-2012 Uitwerking van de Beheernota PWN 2003-2012 : - Noordhollands Duinreservaat - overige natuurgebieden in Noord-Kennemerland PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, maart 2010 1

2

Inhoudsopgave Gebiedsplan NHD 2009-2012 SAMENVATTING 1. INLEIDING 2. KADER GEBIEDSPLAN 2009-2012 2.1. Beheernota en provincie Noord-Holland 2.2. Visie achter Gebiedsplannen 2.3. Beleidskader Gebiedsplan 2009-2012 2.3.1. Natuurwaarden en beleid 2.3.2. Recreatiekwaliteit en beleid 2.3.3. Kustverdediging 2.3.4. Waterwinning 2.3. Beleidskader Gebiedsplan 2009-2012 2.4. Uitvoering van Gebiedsplan 2005-2008 in vogelvlucht 2.5. Evaluatie Gebiedsplan 2005-2008 2.6. Acties Beheernota 2.7. Meningen van derden over onze plannen 3. NIEUWE ONTWIKKELINGEN tov BEHEERNOTA 3.1. Algemeen 3.1.1. Natura 2000 3.1.2. Kader Richtlijn Water: op weg naar een betere waterkwaliteit! 3.1.3. Klimaatbestendig duinbeheer 3.1.4. Historische waarden meewegen per project 3.1.5. Meer samenwerken: meer natuur en meer recreatie 3.1.6. Algemene doelen en projecten 2009-2012 3.2. Natuur in de duinen 3.2.1. Duin nog steeds te droog: TOP projecten 3.2.2. Duinen nog steeds te vastgelegd 3.2.3. Verstruiking en verboming 3.2.4. Naaldbossen sterven af en Esdoornbossen komen op 3.2.5. Akkerbeheer 3.2.6. Algemene natuurdoelen en -projecten 2009-2012 3.3. Recreatie in de duinen 3.3.1. Nationaal: in 2007 minder bezoeken dan 2001 3.3.2. Meer jeugd de natuur in 3.3.3. Meer verhalen vertellen 3.3.4. Omgaan met nieuwe recreatieactiviteiten 3.3.5. Meer evenementen? 3.3.6. Realiseren van recreatiedoelen: meten is weten 3.3.7. Algemene recreatiedoelen en projecten 2009-2012 4. WAT WE GAAN DOEN VAN 2009-2012 4.1. Ruimte geven aan natuurlijke processen 4.1.1. Evalueren en uitbreiden begrazing 4.1.2. Openen van open duin 4.1.3. Grootschalige verstuivingen ook activeren 4.1.4. Doorgaan met valleiherstelprojecten 4.1.5. Bosbeheer 4.1.6. Heidebeheer 3

4.1.7. Exotenbestrijding 4.1.8. Natuurdoelen en projecten 2009-2012 4.2. Natuurgerichte recreant 4.2.1. Fietsers en wandelaars genieten al volop 4.2.2. Trimmers en waterkranen 4.2.3. Ruiters in platform 4.2.4. Gezinnen met kinderen 4.2.5. Mindervaliden en visueel gehandicapten 4.2.6. Fietsregeling onverharde paden 4.2.7. Omgang extreme sporten 4.2.8. Verminderen hindersituaties 4.2.9. Uitzichtspunten e.a.voorzieningen 4.2.10. Recreatiedoelen- en projecten 2009-2012 4.3. Zoneren van natuur en recreatie 4.3.1. Hoofdentrees 4.3.2. Natuurkernen 4.3.3. Verbeteren zonering 4.3.4. Doelen en projecten zonering 2009-2012 5.ONDERZOEK EN MONITORING 5.1. Signalerend en evaluerend onderzoek 5.2. Signalerend onderzoek 5.3. Evaluerend onderzoek 5.4. Projectonderzoek 5.5. Netwerk Ecologische Monitoring 6. PROGRAMMA PROJECTEN 2009-2012 6.1. Inleiding 6.2. Prioritering projecten Gebiedsplan 2009-2012 6.3. Raming en financiering Gebiedsplan 2009-2012 Bijlage Bijlage 1. Noordhollands Duinreservaat Bijlage 2. Status van uitvoering van projecten van Gebiedsplan 1 Bijlage 3. Projectenlijst 4

SAMENVATTING PWN beheert in opdracht van de provincie ruim 7300 ha duingebied en enkele landgoederen in Noord-Holland. PWN stelt elke 10 jaar een Beheernota op om met de provincie op hoofdlijnen afspraken te maken over het natuur- en recreatiebeheer van de gebieden. Voor het Noordhollands Duinreservaat en overige gebieden in Noord-Kennemerland (5500 ha) is de Beheernota uitgewerkt in Gebiedsplannen. Gebiedsplan Noordhollands Duinreservaat 2009-2012 ligt nu voor. Het plan is uitvoeringsgericht en gaat over wat PWN in 4 jaar gaat realiseren aan natuur- en recreatieprojecten binnen de beheerde gebieden. Hart van het plan zijn de achtergronden en overwegingen tot de projecten en de projectenlijst voor de planperiode. De projecten willen we uitvoeren binnen de PWN jaarplancyclus. De financiering doen we met subsidies en met eigen middelen, conform de Beheernota. Het Gebiedsplan is in samenspraak met betrokken burgers, organisaties en overheden tot stand gekomen, net als de Beheernota. Alle deelnemers van de planvorming van de Beheernota en het Gebiedsplan 2005-2008 zijn uitgenodigd voor een evaluatie van het eerste Gebiedsplan en het bespreken van de concrete voorstellen voor Gebiedsplan 2009-2012. Op basis van de reacties zijn voorstellen bijgesteld en alle betrokkenen zijn met een verslag hiervan op de hoogte gebracht. Het Noordhollands Duinreservaat is een natuurgebied van (inter)nationale betekenis en is met 4 miljoen bezoeken per jaar uit vooral de regio van groot belang voor openluchtrecreatie. Met de Beheernota is de nieuwe koers van PWN ingezet om zoveel mogelijk mensen te laten genieten van het duingebied; dit door de gebieden met elkaar te delen. Hiervoor moeten wij voortdurend de balans houden tussen beschermen en delen, beheren en genieten. In de periode van de Beheernota voorzagen wij twee belangrijke ontwikkelingen, te weten de groei in de recreatie en het dichtgroeien van het duin. Om onze doelen te bereiken hebben we met de Beheernota gekozen voor een zo natuurlijk mogelijke manier van beheren, voor rustige natuurgerichte recreatievormen en voor zonering als instrument om een zo duidelijk mogelijke verdeling in ruimte voor natuur en ruimte voor mensen te realiseren. In de periode 2005-2008 hebben we menig natuur- en recreatiedoel gerealiseerd en de belangrijkste zijn de volgende. Het dichtgroeien van het duin is afgeremd door ruim 3000 ha in begrazing te nemen. Er is meer ruimte gegeven aan natuurlijke processen door in diverse duinvalleien de geroerde bovengrond te verwijderen. Er is bosbeheer uitgevoerd om naaldbossen door verjonging om te vormen naar gemengde duinbossen. De ruimtelijke zonering van concentratie van recreatie in de bosrijke oostkant en behoud van rust en ruimte in het westelijk open duin is flink ter hand genomen. Vier van de twaalf hoofdingangen zijn heringericht en een natuurkern is vergroot. Voor diverse doelgroepen zijn speciale voorzieningen aangelegd en/of verbeterd: meer en beter geduide wandelroutes, meer speelbossen en duinpoelen voor kinderen, meer waterkranen voor trimmers, verbeterde ruiterpaden, meer hondenlosloopplaatsen, grotere toegankelijkheid voor mindervaliden en uitbreiding van fietsmogelijkheden op onverharde paden van 6 naar 7 dagen per week. In de periode 2005-2008 is ook de samenwerking met anderen uitgebreid. Dit heeft onder meer geleid tot nieuwe wandelroutes tussen duin en polder en nieuwe verbindingen met boswachterij Schoorl. Ruim de helft van de projecten van Gebiedsplan 2005-2008 was nagenoeg klaar in 2008. PWN is tevreden met deze resultaten, want het eerste Gebiedsplan was ambitieus. De resterende projecten zijn opgenomen in het nieuwe Gebiedsplan. In Gebiedsplan 2009-2012 gaan we verder met het realiseren van natuur- en recreatiedoelen van de Beheernota. We gaan door met het herstellen van duinvalleien, het naaldbosbeheer en het evalueren en uitbreiden van begrazing. Twee hoofdentrees worden onderzocht op de (on)mogelijkheden voor herinrichting en bij meerdere hoofdentrees kunnen kleinschalige 5

voorzieningen de bezoekerstevredenheid en zonerende werking mogelijk nog verbeteren. De natuurkernen staan boven aan de lijst voor noodzakelijke kwaliteitsverbeteringen aan de natuurwaarden. Onderzocht zal worden of de robuust ingezette zonering en de optimalisatiemaatregelen effectief zijn. Voor de verschillende doelgroepen gaan we ook door op de ingeslagen weg: vergroten van de belevingswaarden voor wandelaars, meer waterkranen voor trimmers, voortzetten van jaarlijks ruiteroverleg, kleinschalige aanpassingen en beter communiceren van de toegankelijkheid van het duin voor mindervaliden, verminderen van de hindersituaties en van hinder door groepen racefietsers. Samen met anderen gaan we door met het realiseren van nieuwe natuur in de duinzoom en het vergroten en aantrekkelijker maken van de wandel- en fietsmogelijkheden in aangrenzende gebieden daar waar de natuur het kan dragen. Bij het opstellen van Gebiedsplan 2009-2012 zijn zo n 15 nieuwe, relevante ontwikkelingen in het terrein of de maatschappij geconstateerd sinds het verschijnen van de Beheernota in 2003. Verreweg de belangrijkste is dat er in 2010 een Natura 2000 Beheerplan opgesteld zal worden. Dit Gebiedsplan zal basis zijn voor dit Beheerplan. Onlangs is besloten dat onze duinwateren vallen onder de Kader Richtlijn Water en PWN neemt deel aan de planvorming voor bronnen en duinen. We zullen ons ook bezighouden met het klimaatbestendig maken van ons terreinbeheer. Voor een betere migratie van soorten kunnen we ecologische verbindingen op orde brengen en barrières slechten. Sinds 2007 is het beschermen van archeologische waarden veel beter geregeld en PWN zal zowel de archeologische als andere cultuurhistorische waarden per project meewegen. Onderzoeken hiernaar zullen deel uit gaan maken van de planvorming. Wat we ook constateren is dat de samenwerking met anderen sterk is uitgebreid. Dit zal leiden tot meer natuur en aantrekkelijke recreatiemogelijkheden in de gebieden grenzend aan het duin. Voor het duin is het heel belangrijk dat er een landelijke Taskforce in het leven is geroepen voor de versnelde opheffing van verdroogde natuurgebieden. Vele valleiherstelprojecten in de duinen en duinzoom komen in aanmerking voor 75% subsidieverlening als ze worden uitgevoerd voor 2013. Het afgelopen decennium zijn spectaculaire resultaten geboekt met dynamisch zeereepbeheer en dit beheer zal ook worden voortgezet. Het zeeduin is nog behoorlijk vastgelegd en hier zullen zowel wandelende duinen als kleinschalige verstuivingen in gang worden gezet om zo de biodiversiteit te verhogen. Het dichtgroeien van het duin gaat ondanks de begrazing nog steeds door. Het gaat dan om houtigen. De omvang van de verhouting is zodanig dat in de periode tot 2012 een groot aantal hectaren per jaar zullen worden onthout. Nieuw is ook dat PWN zich op meer locaties in het duin bezig gaat houden met akkerbeheer om zo zeldzame akkeronkruiden en bedreigde vogelsoorten weer een kans te geven. Tijdens het eerste Gebiedsplan is op het bosbeheer gestudeerd en er is met vele betrokkenen over gepraat. PWN legt de nadruk de komende jaren niet op het verwijderen van naaldbospercelen, maar op het beheren van naaldbossen op bosgroeiplaatsen die langzaam volgroeien met esdoorn. Om uniforme esdoornbossen in de toekomst te voorkomen en vermindering van de biodiversiteit tegen te gaan, richt het bosbeheer zich op omvorming van nog geschikte naaldbossen naar duineigen loofbossen. Er is een nieuwe beheermethode voor uitgewerkt. Het bosbeheer is ook vernieuwd omdat het integraal wordt uitgevoerd door ook rekening te houden met belevingswaarden en cultuurhistorie. Ook zullen bosranden natuurlijker worden gemaakt. Op het gebied van recreatie laten landelijk cijfers zien dat er in 2007 minder buitenrecreatie is geweest dan in 2001. PWN gaat met de Beheernota uit van groei, net als vele trendstudies. PWN zal een regionale studie doen naar de toekomstige recreatiebehoefte en recreatieonderzoek naar aantallen bezoeken, gebruik, beleving, waardering en wensen van bezoekers. Ook de recreatiestromen tussen duin en polder zullen betrokken worden. In 2006 hebben diverse natuurorganisatie de handen ineen geslagen om wat te doen aan het 6

verdwijnen van scharrelkinderen. Ook PWN wil haar steentje bijdragen om de jeugd meer de natuur in te krijgen en maakt een speelnatuurplan volgens de nieuwste inzichten. Afgelopen jaren is duidelijk geworden dat er steeds meer soorten recreatieactiviteiten in het duin plaats vinden of hier verzoeken voor komen. Er is een checklist opgesteld om scherper afwegingen te kunnen maken over de wenselijkheid van een nieuwe activiteit in het duin. Voor sommige ontwikkelingen is de checklist echter niet toereikend. Zo zal het parapenten in de zeereep onder de loep worden genomen. Tot slot besteden we aandacht aan het meten van indicatoren voor onze prestaties in het recreatiebeheer: halen we de doelen of moeten we bijsturen? PWN heeft de laatste jaren stevig ingezet op een plan and controlcyclus met vrij veel onderzoek tot gevolg. Er vindt onderzoek plaats om beheer te evalueren, een project voor te bereiden en om te signaleren wat de ontwikkelingen zijn in het terrein, bij de bezoekers en in de omgeving. Er zijn 27 onderzoeksprojecten onderscheiden, dat is eenderde van al de projecten van het Gebiedsplan 2009-2012. De totale kosten van de projecten van dit Gebiedsplan bedragen 4,9 miljoen euro. PWN gaat voor haar plannen, maar rekent wel op het verkrijgen van subsidies. Mochten er geen subsidies verkregen worden dan leidt dit tot bijstelling van de uitvoering van het Gebiedsplan. Projecten met prioriteit 1 zullen sowieso uitgevoerd worden. Dit zijn projecten die belangrijk zijn en met eigen tijdsinspanning gerealiseerd kunnen worden. De kosten ervan zijn divers. Projecten met prioriteit 1 zijn onder andere voortzetten verbindingen maken met de omgeving, onderzoek en herinrichting hoofdentree Kraaiennest, evaluatie effectiviteit zonering, evaluatie begrazing, bosbeheer, bosrandbeheer, akkerbeheerplan, mobiliseren duinen en bezoekersonderzoek. Prioriteit 2 gaat om projecten die we zeker uitvoeren als we subsidie krijgen. Het zijn vooral natuurprojecten, zoals natuurherstel duinvalleien, onthouten, natuurontwikkeling BES. Maar ook realiseren uitzichtspunten, kleinschalige aanpassingen en speelnatuurplan. Er zijn weinig projecten met prioriteit 3. In totaal zijn er 76 projecten opgenomen op de projectenlijst in bijlage 3. 7

8

1.INLEIDING Het Gebiedsplan Noordhollands Duinreservaat 2009-2012 behandelt wat PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland gaat realiseren aan beheer- en inrichtingsprojecten op het gebied van natuur en recreatie. Het gaat hierbij vooral om het Noordhollands Duinreservaat, maar ook om kleinere gebieden die PWN voor de provincie, gemeente, en/of Landschap Noord-Holland beheert (o.a. Landgoed Marquette, Krengenbos en Bergerbos). Het betreft in totaal 5500 ha natuurgebied. De ligging van het Noordhollands Duinreservaat is aangegeven in bijlage 1. Een Gebiedsplan is voor ons een werkplan. Het biedt de basis voor interne jaarplannen. Het eerste Gebiedsplan Noordhollands Duinreservaat 2005-2008 is onlangs verlopen. Een Gebiedsplan is een uitwerking van de Beheernota Delen en Genieten 2003-2012. Elke 10 jaar stelt PWN een Beheernota op om met de provincie afspraken te maken over het natuuren recreatiebeheer van de gebieden, welke PWN in opdracht van de provincie beheert. Naast onze gebieden in Noord-Kennemerland zijn dit ook terreinen in Zuid-Kennemerland, waaronder de Kennemerduinen. Het natuur- en recreatiebeheer voor deze gebieden is verder uitgewerkt in het Beheer- en Inrichtingsplan Nationaal Park Zuid-Kennemerland. In het Gebiedsplan Noordhollands Duinreservaat 2009-2012 worden de hoofdlijnen van de Beheernota stap voor stap uitgewerkt tot een programma van natuur en recreatieprojecten. In hoofdstuk 2 wordt het beleid van de Beheernota en andere beleidskaders geschetst. De evaluatie van Gebiedsplan 2005-2008 en de meningen van derden over onze plannen treft u hier ook aan. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op relevante nieuwe ontwikkelingen sinds de Beheernota. Hoofdstuk 4 vormt het hart van het Gebiedsplan. Het gaat over wat we gaan doen in de periode 2009-2012. Geordend naar beleidskeuzes wordt per item aangegeven waarom we ons er mee bezig houden, wat we er al aan gedaan hebben, of dit nog verbeterd kan worden en wat we gaan doen in de periode 2009-2012. Elke beleidskeuze wordt afgesloten met een rij doelen met bijbehorende projecten. In hoofdstuk 5 is opgenomen wat we gaan doen aan onderzoek en monitoring. In hoofdstuk 6 volgt een programmering van deze projecten en wordt ingegaan op de kostenraming en financiering van de projecten. 9

2. KADER GEBIEDSPLAN 2009-2012 2.1. Beheernota en provincie Noord-Holland De Noord-Hollandse duinen van Zandvoort tot Bergen zijn voor een groot gedeelte eigendom van de provincie Noord-Holland. De provincie heeft PWN het beheer van deze gebieden opgedragen om te zorgen voor: een betrouwbare en veilige drinkwatervoorziening; beheer van het duingebied als natuurgebied; passende vormen van recreatie. Voor het beheer van de zeereep in het kader van de waterstaatkundige veiligheid is Hoogheemraadschap Rijnland, respectievelijk Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier verantwoordelijk. We werken daarbij wel samen. In de Beheernota 2003-2012 geven we in grote lijnen aan hoe we onze beheeropdracht voor tien jaar invullen. De Provinciale Staten hebben in mei 2003 de Beheernota vastgesteld. In 2012 zal een aanzet volgen voor een nieuwe Beheernota. In de Beheernota is aangegeven dat er een uitwerking volgt in een Gebiedsplan en dat dit dan wordt aangeboden aan Gedeputeerde Staten. Het Gebiedsplan voor de periode 2005-2008 is verstreken en het plan voor de tweede periode ligt nu voor u. Het geeft de uitwerking tot natuur- en recreatieprojecten voor onze beheergebieden in Noord-Kennemerland. Voor andere onderwerpen, zoals grondwaterbeheer, omgang met bezoekers, samenwerking, wordt verwezen naar de Beheernota. In paragraaf 2.3. wordt nog kort ingegaan op de vele acties van de Beheernota die naast de Gebiedsplannen uitgevoerd zijn. 2.2. Visie achter Gebiedsplan Om de waarden en de functies van het duingebied van Wijk aan Zee tot Bergen, het Noordhollands Duinreservaat, ook in de toekomst te waarborgen, kiest PWN voor het zo optimaal mogelijk afstemmen van de functies. Met de Beheernota zetten PWN en Provincie een markering bij de wijze van afstemmen van de functies. De duinfuncties zijn soms tegenstrijdig en diverse partijen hebben belang bij die functies van de duinen. Voor PWN betekent beheren met elkaar kiezen en delen, als deelgenoten met een gezamenlijke verantwoordelijkheid. PWN probeert iedereen die een band heeft met de duinen bij het beheer te betrekken en aansluiting te zoeken bij hun wensen. Zo willen we samen met onze omgeving bezoekers, bewoners, belangengroeperingen, ambtenaren en bestuurders oplossingen zoeken en realiseren wat ons gezamenlijk voor ogen staat. Om op die manier ieders betrokkenheid bij en respect voor de duinen te vergroten en draagvlak voor het beheer te creëren. Vandaar dat we de Beheernota en de Gebiedsplannen interactief hebben opgesteld. Het met elkaar kiezen en delen heeft de optimale balans tussen natuur en recreatie ook verlegd, vergeleken met voorheen. In de uitleg van het motto Delen en Genieten van de Beheernota staat deze balans als volgt beschreven: omdat wij graag zien dat zoveel mogelijk mensen van het duingebied kunnen genieten, willen wij de gebieden met elkaar delen. Wij balanceren hiermee voortdurend tussen goed beheren van de waardevolle natuur en zo veel mogelijk mensen laten genieten, tussen natuur beschermen tegen grote recreatiedruk en natuur samen delen om te genieten. Om het doel van de optimale balans te bereiken kiest PWN voor een 1) zo natuurlijk mogelijke manier van beheren en 2) voor rustige, op natuurbeleving gerichte recreatievormen. En voor 3) zonering als instrument om de ruimte optimaal in te richten voor natuur en recreant. Dit zijn de drie items van het Gebiedsplan. 10

PWN stelt ook elke 3 jaar een Ondernemingsplan op. Visie van het Ondernemingsplan 2009-2011 is: Onze hoogste prioriteit ligt bij kwaliteit en volksgezondheid. Dit doen wij op duurzame wijze met zorg voor de omgeving, in het bijzonder voor de natuurgebieden die wij beheren voor de huidige en toekomstige generaties. Speerpunten uit het Ondernemingsplan voor de kernprocessen natuur- en recreatiebeheer zijn: 1) realiseren recreatiedoelen systematiek en 2) vergroten externe inkomsten door de afdeling Natuur en Recreatie. Binnen 5 jaar dient PWN te komen tot een volledig klimaatneutrale bedrijfsvoering. 2.3. Beleidskader Gebiedsplan 2009-2012 2.3.1. Natuurwaarden en -beleid De duinen zijn als natuurgebied uniek. De natuur- en landschapswaarden zijn, zowel nationaal als internationaal gezien van uitzonderlijk belang. De duinnatuur is buitengewoon gevarieerd en rijk. We vinden er ongeveer 60% van alle Nederlandse plantensoorten. Ook is ongeveer de helft van alle Nederlandse broedvogels er vertegenwoordigd. Zo n 200 van alle soorten die hier voorkomen staan op de landelijke Rode Lijsten van met uitsterven bedreigde planten en dieren. Het Noordhollands Duinreservaat is een van de Natura 2000 gebieden, waarvoor een aanwijzing in voorbereiding is. Als het belangrijkste aaneengesloten natuurgebied van het vasteland van Noord-Holland vormt de ruggengraat van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in onze provincie. PWN beheert de duinnatuur met als doel duurzaam behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden. Het beeld waar PWN naar streeft, is een landschap waarin stuivend zand, wind, water, flora en fauna het aanzien bepalen en waarin alle stadia van een compleet duinecosysteem aanwezig zijn. De ontwikkelingen die in 2003 in de Beheernota gesignaleerd worden, zijn enerzijds een toename aan vochtig duinmilieu met kenmerkende flora door uitgevoerde natuurherstelprojecten, een toename aan meer bloemrijke zeedorpengraslanden door begrazing en meer soorten broedvogels in structuurrijkere bossen. Anderzijds constateren we dat spontane verstuivingen ontbreken. Tevens groeien de duinen de laatste decennia steeds verder dicht met struiken en ruige begroeiing. Dit als gevolg van ingrepen in het verleden, luchtverontreiniging en konijnenziekten. Het natuurbeheer van de jaren negentig is niet voldoende om de ontwikkelingen van de laatste jaren in goede banen te leiden. In de Beheernota is aangegeven dat PWN in het grootste deel van het NHD kiest voor een ecosysteemgerichte aanpak en een zo natuurlijk mogelijk manier van beheren. Dit wil zeggen dat we natuurlijke processen weer de ruimte geven en zonodig weer opstarten. Hiertoe bevorderen we verstuiving, vernatting, omvorming van naaldbossen en passen zo nodig begrazing van grote grazers toe. Rond oude zeedorpen en duindorpen, waar dankzij het vroegere agrarische gebruik waardevolle begroeiingen voorkomen, kiezen we voor behoud of herstel van waardevolle patronen door begrazing, kleinschalig gebruik van landjes en - op enkele plaatsen voor vrije toegang tot het gebied buiten de paden. 2.3.2. Recreatiekwaliteit en beleid Mensen komen in de duinen wandelen, fietsen, sporten, paardrijden en spelen. Ze genieten daarbij allemaal op hun eigen manier van de natuur, de rust, de ruimte, de stilte, de vrijheid. Veel regiobewoners beschouwen het duingebied als hun achtertuin en sommige van hen komen er elke dag. In 2000 werden er 4 miljoen bezoeken afgelegd aan het Noordhollands Duinreservaat. Met een gemiddelde van 750 bezoeken per hectare per jaar is het Noordhollands Duinreservaat een van de meest bezochte natuurgebieden van Nederland. De ligging tegen de Randstad en de toegankelijkheid van het Noordhollands Duinreservaat met zijn talloze fiets- en wandelpaden en zo n 110 ingangen dragen daar beslist aan bij. 11

Meer dan driekwart van de mensen die het gebied bezoeken wonen op minder dan tien kilometer afstand van het gebied. Van alle bezoekers komt maar liefst driekwart speciaal voor de rust, ruimte, stilte en ongerepte natuur. In de Beheernota wordt geschetst dat in de noordwestelijke flank van de Randstad, die grenst aan de duinen, de afgelopen jaren veel gebouwd en de bevolking flink gegroeid is. De voorzieningen voor openluchtrecreatie zijn niet gelijk opgegaan met die groei. Er zijn weliswaar recreatiegebieden, zoals Geestmerambacht, bijgekomen om de duinen te ontzien, maar dat is niet genoeg. Naast uitbreiding en groei zijn er ook autonome ontwikkelingen waardoor het aantal bewoners voor rustige vormen van recreatie de duinen blijven opzoeken: mensen krijgen meer vrije tijd; de vergrijzing maakt dat meer mensen door de week gaan recreëren; de toegenomen drukte in het dagelijks leven zorgt voor meer behoefte aan rust. De recreatieaanpak van de jaren negentig lijkt niet voldoende om de geschetste ontwikkelingen aan te kunnen. In de Beheernota zijn daarom de volgende keuzes gemaakt: We sluiten aan bij de wensen van onze primaire doelgroep die komt voor rust, ruimte en ongerepte natuur en een voorkeur heeft voor rustige, natuurgerichte recreatievormen. We richten ons in eerste instantie op onze huidige bezoekers: bewoners van de noordwestflank van de Randstad en toeristen die te gast zijn in deze regio. We vangen de autonome groei op vanuit de regio voor wat betreft de rustige op natuur gerichte recreatie. Andere recreatievormen kunnen beter buiten het duingebied opgevangen worden, omdat deze recreatievormen meestal conflicteren met de natuurbeleving waar onze bezoekers voor komen. Wel zetten we ons in om meer recreatiemogelijkheden in de regio te realiseren. Om natuurgerichte recreatie concreter te maken zijn in de Beheernota doelgroepen onderscheiden op basis van hun activiteit en beleving: wandelaars en fietsers genietend van rust en ruimte; trimmers en ruiters genietend van actief bezig zijn; gezinnen met kinderen die zintuiglijk de natuur ontdekken en vrijwilligers, die helpen bij beheer of onderzoek. Vanuit het deelgenoten concept van de Beheernota wil PWN aansluiting zoeken bij wensen van deze doelgroepen. Om de wensen van onze gasten optimaal te combineren met onze natuurdoelen, gaan we de verdeling van ruimte voor mensen en ruimte voor natuur in het Noordhollands Duinreservaat beter afstemmen op de recreatiebehoefte van verschillende doelgroepen. Dat doen we door zonering. Zoneren is een middel om de grootste stromen bezoekers naar een beperkt aantal ingangen met veel voorzieningen te leiden, zodat de intensieve recreatie zich concentreert rondom deze hoofdentrees. Hoe verder men zich daarvan verwijdert, hoe extensiever het recreatiegebruik. Het open duin blijft daardoor een gebied voor rust- en stiltezoekers en de meest kwetsbare natuur wordt zoveel mogelijk ontzien. 2.3.3. Kustverdediging De buitenste rij duinen (zeereep), het strand en de vooroever van de zee hebben een belangrijke functie bij de kustverdediging. Ook bij een veranderend klimaat moeten ze voldoende bescherming bieden tegen de zee. Tegelijkertijd is dit het meest cruciale gedeelte voor het ecologisch functioneren van het achterliggende duingebied. Zo zijn van oudsher nieuwe, landinwaarts wandelende duinen en in het kielzog daarvan steeds aangroeiende nieuwe natte duinvalleien ontstaan vanuit de zeereep. Het inwaaien van vers kalkrijk zand en veel zoute zeewind is ook essentieel voor het achterliggende duingebied. In de jaren 90 van de vorige eeuw is nieuw beheerbeleid overeengekomen voor de zeereep. Het beleid is met alle betrokken partijen overeengekomen. De rijksoverheid houdt de kustlijn op zijn plaats, zo nodig met extra zand. Met de beheerder van de zeereep, het Hoogheemraadschap, is afgesproken waar de zeereep licht mag verstuiven tot een gekerfde 12

zeereep, waar vorming van nieuwe wandelende duinen mag plaats vinden en waar de zeereep grondig wordt vastgelegd zoals bij dorpen en strandslagen. 2.3.4. Waterwinning De duinen zijn belangrijk voor de drinkwaterproductie, maar we winnen er zo min mogelijk natuurlijk grondwater. Sinds half jaren tachtig hebben we hard gewerkt en veel geld geïnvesteerd om de winning van grondwater te minimaliseren. Dit om verdroging van het duin, deels veroorzaakt door waterwinning, te niet te doen en vochtig duinmilieu terug te krijgen. Vroeger had het Noordhollands Duinreservaat zo n 2000 ha vochtig duinmilieu, heden is er zo n 200 ha. Een groot deel van de vernattingswinst moet nog gerealiseerd worden. Hierover meer in hoofdstuk 3.2.1. Voor de drinkwaterproductie gebruiken we voorgezuiverd oppervlaktewater dat we na infiltratie in de duinbodem na een aantal weken bacterie- en virusvrij oppompen uit de twee infiltratiegebieden. Eind vorige eeuw zijn deze infiltratiegebieden volgens ecologische principes zo natuurlijk mogelijk ingepast. De komende jaren vindt er groot onderhoud plaats. In de Beheernota is als beleid opgenomen dat het minimaliseren van de invloed van de infiltratiegebieden op de duinomgeving wordt voortgezet. Momenteel wordt onderzocht of door een slimmere manier van infiltreren nog zowel voor de drinkwaterproductie als voor de natuur winst te behalen valt. Hiertoe is een MER-procedure in gang gezet. 2.4. Uitvoering Gebiedsplan 2005-2008 in vogelvlucht Het duin is door en onder invloed van de mens nagenoeg helemaal vastgelegd en groeit in hoog tempo dicht. Dit proces kan gedeeltelijk worden afgeremd door begrazing. In Gebiedsplan 2005-2008 waren verspreid over het Noordhollands Duinreservaat begrazingsprojecten voorzien en anno 2009 zijn die bijna allemaal gerealiseerd. Het gaat om ruim 3000 ha die in begrazing is genomen. Ook is er hard gewerkt aan het opstellen van een bosbeheerplan. Dit zal in 2009 het licht zien. In 2008 zijn er twee pilots met nieuw bosbeheer uitgevoerd. Enkele duinvalleien zijn hersteld door de geroerde bovengrond te verwijderen, zodat het vochtige, voedselarme moederzand weer volop gelegenheid biedt aan kenmerkende plant- en diersoorten van de voedselarme duingrond. Het Noordhollands Duinreservaat trekt jaarlijks vele miljoenen mensen en zij komen vooral voor rust, ruimte, natuur en een frisse neus. Om de bezoekers en de natuur elk voldoende ruimte te geven is er een zonering ingesteld en deze is voor een deel gerealiseerd. Vier van de twaalf hoofdingangen zijn heringericht zodat verkeersstromen goed verlopen, er goed geparkeerd kan worden, informatiepanelen en bankjes op de juiste plaatsen staan, horeca beter bereikbaar is, wandel- en fietsroutes er vertrekken en aankomen en kinderen kunnen spelen in speelbossen en bij poelen. Zo vangen we bezoekers op die de hogere graad aan voorzieningen en gezellige drukte waarderen. Daardoor kan het open duin wat rustiger blijven. Ook hebben we een van de vier te vergroten natuurkernen op de grens met de Schoorlse Duinen gerealiseerd. In de afgelopen periode zijn de wandelroutes van nieuwe markeringen voorzien én zijn er nieuwe middellange en lange wandelroutes bijgekomen. Er is een nieuw speelbos en een speelterrein voor kinderen tot stand gekomen en de behoeften van trimmers zijn onderzocht. Op hun verzoek kwam er bij een drukke trim-entree een waterkraan. Bij deze entree is ook een pad verhard zodat met kinderwagen of rolator gemakkelijker bij de horeca is te komen. In overleg met ruiters zijn diverse paden geoptimaliseerd. Er is een hondenlosloopplaats gerealiseerd nabij Castricum en voor het Bergerbos zijn (on)mogelijkheden voor jaarrond met de hond loslopen onderzocht. Er is beleid opgesteld voor mindervaliden. Hinderlijke en 13

gevaarlijke situaties voor wandelaars en fietsers zijn ook onderzocht. En de fietsmaatregel, dat er tot 10.30 uur recreatief gefietst en gemountainbiket mag worden op onverharde paden, is geëvalueerd met belangengroepen en in overleg met de provincie uitgebreid van 6 naar 7 dagen per week. 2.5. Evaluatie Gebiedsplan 2005-2008 In Gebiedsplan 2005-2008 (GP 1) was de hoogste prioriteit gegeven aan zoneringsprojecten. Zonering is het belangrijkste instrument om natuur en recreatie in het Natura 2000 gebied in evenwicht te houden. In bijlage 2 is een tabel opgenomen met de projecten uit GP1 en de staat van uitvoering. De zonerings(deel)projecten hebben de nummers 1 t/m 18. Er zijn 15 van 22 zonerings(deel)projecten voor meer dan 90% gerealiseerd, zoals herinrichten van 4 hoofdentrees en begrazing in de natuurkernen. Wat nog rest is afronden van hoofdentrees met kleinschalige voorzieningen, afronden van de begrazing van het Heemskerkerduin, het realiseren van 2 bosnatuurkernen en het uitvoeren van natuurherstel van het zweefvliegveld als het zweefvliegen uit het duin is geplaatst. Ook zijn we niet toegekomen aan het uitgebreid meten van de effectiviteit van de zoneringsmaatregel. Hiervoor waren 7 evaluatieprojecten benoemd, die we hebben teruggebracht tot 1 evaluatieproject (nr 18) in Gebiedsplan 2009-2012 (GP 2). Voor de doelgroepen zijn vele voorzieningen gerealiseerd en hindersituaties onderzocht en enkele opgelost (projecten nrs 21 t/m 33). Van de 16 projecten hebben we er 8 voor meer dan 75% uitgevoerd en zijn 7 projecten over o.a. hindersituaties opnieuw geformuleerd. Voor GP 2 rest uit GP 1 het afronden van 6 projecten voor mindervaliden, gezinnen met kinderen, trimmers en oplossen van hindersituaties. Voetsporen, dwz gemarkeerde wandelroutes over smalle zandpaadjes, waren voorzien in de natuurkernen. Deze voorzieningen kunnen echter pas aangelegd worden als duidelijk is of en waar verstoringsgevoelige broedvogels zijn teruggekeerd naar de kernen nadat deze door begrazing weer geschikt gemaakt zijn. We voorzien dat de effecten van de begrazing op de broedvogels pas na 2012 merkbaar zijn. De voetsporen zullen dus op z n vroegst pas na GP 2 gerealiseerd kunnen worden. Alle 4 projecten over voetsporen zijn voor GP 1 en GP 2 daarom afgevallen. Om daadwerkelijk ruimte te geven aan natuurlijke processen in de terreinen waren 14 projecten geformuleerd (nrs. 41 t/m 53). Hiervan zijn er 8 voor meer dan 75% gerealiseerd, zoals begrazingsprojecten en natuurherstel aan valleien. Het evalueren van begrazing was niet zinvol in de periode van GP 1 en vindt daarom plaats in de periode van GP 2. Met het opnieuw mobiel maken van vastgelegde duinen zijn we op de valreep van GP 1 gestart en dit zal voor GP 2 een hoge prioriteit krijgen. Het bosbeheerplan ziet in 2009 het licht en gedurende GP2 zullen in meerdere naaldbossen verjongingsgaten worden gemaakt. Tot slot zal het beheerplan voor landgoed Marquette in GP 2 worden afgerond. Er waren vele onderzoeksprojecten geformuleerd in GP1 (nrs. 61 t/m 89). Vele zijn onderdeel van het reguliere signaleringssysteem om de biodiversiteit van het terrein jaar in jaar uit te volgen (nrs. 81 t/m 89). Deze komen in GP2 wederom naar voren. Evaluatie van beheermaatregelen uit GP 1 zal in GP2 plaats vinden (naaldbosbeheer, verstuiving, begrazing, exotenbestrijding, etc). Onderzoek aan recreatie zal in GP2 worden voorgezet cq gestart (bezoekersonderzoek, meten aantallen, doelensysteem). Alles overziend waren in GP1 71 projecten opgenomen. Er waren veel deelprojecten benoemd en deze zijn opnieuw geformuleerd tot 6 projecten. Van de 52 resterende projecten is de helft in 2008 voor zeker 90% gerealiseerd. Zo n 8 projecten zijn in de periode 2005-2008 wel van start gegaan, maar nog niet klaar. Aan 15 projecten zijn we niet toegekomen en die pakken we op in GP2. We hebben dus niet het hele GP1 gerealiseerd, maar we zijn 14

wel tevreden met wat tot stand is gekomen. Het ambitieniveau lag hoog en er was nauwelijks capaciteit om nog meer te doen. Voor GP 2 gaan we realistischer programmeren. Meerdere projecten uit GP1 zijn op hoofdlijnen en snel geëvalueerd. Voorzover relevant voor GP2 zijn deze evaluaties op hoofdlijnen opgenomen in het hoofdstuk over wat we gaan doen in 2009-2012. 2.6. Acties Beheernota In de Beheernota 2003-2012 zijn 95 actiepunten geformuleerd. Met Gebiedsplan 2005-2008 is aan bijna de helft van deze punten inhoud gegeven. Daarnaast heeft PWN Natuur en Recreatie op 40 andere punten actie ondernomen om de Beheernota uit te voeren. 2.7. Meningen van derden over onze plannen Zoals onze gewoonte is betrekken wij derden bij onze planvorming. Wij hebben de volgende maatschappelijke groepen en belanghebbenden over onze plannen geïnformeerd en gehoord: bezoekers en belanghebbenden, de gemeenten Bergen, Castricum, Heemskerk, Beverwijk, de Provincie NH, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en Stichting Duinbehoud, (roof)vogelwerkgroep. Genoemde organisaties worden jaarlijks uitgenodigd voor een (veld)bezoek aan de afdeling Natuur en Recreatie Bezoekers en belanghebbenden, die wij sinds het opstellen van de Beheernota in 2002 jaarlijks uitnodigen voor een bezoekersavond, zijn uitgenodigd om terug te blikken op onze uitgevoerde projecten van Gebiedsplan 2005-2008 (GP1) en vooruit te blikken op de plannen van Gebiedsplan 2009-2012 (GP2). Zo n 60 mensen bezochten de avond en in 3 groepen vonden gesprekken plaats. Er waren ruim 60 opmerkingen gemaakt, waarvan eenderde wensen voor al dan niet bestaande voorzieningen betrof, één op de vijf ging over natuurbeheer, eenvijfde over hinderlijke situaties en één op de tien over begrazingshekken. Van de ruim 60 opmerkingen is eenvijfde op de bezoekersavond afgehandeld en eenderde in de weken erna in het terrein aangepakt. Zo n 40% van de punten (26 stuks) vormde input voor GP2. Het betreft 11 opmerkingen over voorzieningen (meer afvalbakken, rondje met de hond, meer voetsporen, etc). De wensen sluiten al aan bij ons eigen beleid, danwel worden in bezoekersonderzoeken, die tussen 2009-2012 uitgevoerd gaan worden, aan de orde gesteld. De 6 punten over natuurbeheer betroffen vooral instemming met de voorgenomen plannen. Er gingen 5 opmerkingen over hinderlijke danwel gevaarlijke situaties en oplossingen daarvoor. De oplossingen sporen prima met ons beleid (scheiden van verkeersstromen). Nagenoeg alle situaties komen aan de orde bij projecten in GP2. Er waren 3 opmerkingen over extra aandacht voor bepaalde doelgroepen (kinderen, 55+ en 70+) en bij ons doelgroepenbeleid komen we op onze keuzes terug. De plannen voor periode 2009-2012 zijn voorgelegd aan de ons omringende overheden en St. Duinbehoud en de (roof)vogelwerkgroep. De reactie van hen was dat men met interesse kennis nam van de plannen. Er waren geen aanvullende wensen anders dan overleg in de projectfase. Wel willen Stichting Duinbehoud en de roofvogelwerkgroep betrokken zijn bij de uitwerking van een aantal plannen. Dit is ook toegezegd door PWN. 15

3. NIEUWE ONTWIKKELINGEN In de Beheernota zijn de belangrijkste ontwikkelingen in en om het Noordhollands Duinreservaat opgenomen en er is aangegeven hoe wij tegen deze ontwikkelingen aankijken en wat wij er mee doen. De Beheernota is echter al in 2002 opgesteld en sindsdien zijn er een aantal nieuwe zaken gaande in en om het gebied, die de toekomst van het gebied aanzienlijk beïnvloeden. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van deze nieuwe ontwikkelingen. Een aantal van deze ontwikkelingen blijven aandachtspunten waar we mee aan de slag gaan tijdens de looptijd van het Gebiedsplan. Andere worden in hoofdstuk 4 nader uitgewerkt tot doelen en projecten. 3.1. Algemeen 3.1.1. Natura 2000 Het Noordhollands Duinreservaat is in 2006 aangewezen door de minister van LNV als speciale beschermingszone en onderdeel van het Europese netwerk van te beschermen natuurgebieden: Natura 2000. De reden voor aanwijzing is dat het Noordhollands Duinreservaat een van de belangrijkste gebieden in ons land is (en soms zelfs van heel Europa) voor bepaalde habitats en voor bepaalde soorten dieren. Een habitat is een leefgebied van planten en dieren en een erg belangrijk habitat waarvoor het Noordhollands Duinreservaat is aangewezen zijn de zgn. Grijze Duinen, de duingraslanden. In het zgn. Aanwijzingsbesluit zijn globale doelen opgenomen voor elk te beschermen onderdeel. Zo moeten we bijvoorbeeld het habitattype Natte Duinvallei laten toenemen in kwaliteit en de al genoemde Grijze Duinen in zowel omvang als kwaliteit. Voor het Noordhollands Duinreservaat is de planning dat het aanwijzingsbesluit najaar 2010 definitief wordt (Regiegroep Natura 2000, 2009). Hoe deze doelen gerealiseerd moet worden en in welke mate, wordt nader uitgewerkt in het Beheerplan Natura 2000 dat rond 2010 opgesteld gaat worden en dat gaat gelden voor 6 jaar. Dit Beheerplan wordt leidend voor het beheer. Het bevoegde gezag voor Natura 2000 Beheerplan voor het Noordhollands Duinreservaat is de Provincie Noord-Holland. Het plan wordt volgens wettelijke procedures opgesteld met de terreinbeheerder, overheden en andere externe partijen. Wij zien het Gebiedsplan als basis voor het Natura 2000 Beheerplan. De keuzes kunnen tijdens het proces anders uitpakken. Ook kijkt de overheid voortaan nadrukkelijker over onze schouder mee om te zien of de doelen gehaald worden. Van groot belang is de sterke beschermende werking die voor Natura 2000 gebieden wettelijk geldt. Het Beheerplan zal een duidelijker kader bieden waarbinnen nieuwe ontwikkelingen beoordeeld kunnen worden. De verwachting is dat bedreigingen voor de instandhoudingsdoelen van de beschermde natuur beter tegengegaan kunnen worden. Het natuurbeheer heeft er dus een belangrijk instrument bij gekregen. 3.1.2. Kader Richtlijn Water: op weg naar een betere waterkwaliteit! Een goede waterkwaliteit vinden we belangrijk in Nederland. Omdat water zich weinig aantrekt van landsgrenzen, zijn internationale afspraken nodig. Daarom is sinds eind 2000 de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. Die moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in Europa in 2015 op orde is. Met het vaststellen van het Provinciaal Waterplan eind 2009 is besloten de open wateren in de duinen onder de KRW te brengen. 16

Alle lidstaten hebben de opdracht om met een concreet beheersplan te komen voor gronden oppervlaktewater, het zogenaamde stroomgebiedbeheerplan. In dit plan worden de waterkwaliteitsdoelen en de daarvoor benodigde maatregelen omschreven om alle wateren in goede toestand te laten verkeren. Hiermee wordt bedoeld dat het (grond)water geen of weinig schadelijke stoffen bevat en dat het oppervlaktewater een gezonde leefomgeving biedt voor plant, dier en vis. Het eerste beheerplan geldt tot en met 2015, dan wordt er weer een nieuw plan voor de volgende zes jaar opgesteld. Deze internationale aanpak is gunstig voor Nederland dat immers deel uit maakt van vier internationale stroomgebieden (Rijn, Maas, Schelde en Eems) en via deze grote rivieren veel verontreinigingen ons land binnenkomen. Voor PWN als drinkwaterbedrijf is het realiseren van de KRW voor onze bronnen, de Rijn en het IJsselmeer, van hoogste belang. De Nederlandse waterbeheerders, zoals waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat, denken gezamenlijk na over maatregelen om het water meer geschikt te maken voor de leefomgeving van mens, dier en plant. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de volgende dingen: het aanleggen van wateren met flauwe oevers om de strakke, onnatuurlijke inrichting van wateren op te heffen; bepaalde bestrijdingsmiddelen kunnen straks niet meer gebruikt worden; bedrijven zullen gevaarlijke stoffen beter verwerken of afvoeren; de landbouwsector zal extra inspanningen moeten leveren om het wegspoelen van meststoffen naar het gronden oppervlaktewater tegen te gaan. De wateren in de duinen zijn onlangs ook onder de KRW gebracht. Er moeten eerst doelen en dan maatregelen opgesteld worden. Ook moeten deze in overeenstemming met het Natura 2000 Beheerplan gebracht worden. De uitvoering van de KRW vraagt een grote inspanning van verschillende partijen op internationaal, nationaal en regionaal niveau. Bij het opstellen van de stroomgebiedbeheersplannen zijn niet alleen de waterbeheerders betrokken, maar ook vertegenwoordigers van belangenorganisaties uit de landbouw, het bedrijfsleven, de recreatievaart, en van natuur- en milieuverenigingen. PWN neemt deel aan planvorming voor de bronnen en de duinen. 3.1.3. Klimaatbestendig duinbeheer Dat het klimaat snel aan het veranderen is, kan iedereen zien. Deze veranderingen zullen gevolgen hebben voor de duinnatuur. Terreinbeheerders hebben de verantwoordelijkheid om de natuurwaarden van de duinen zo goed mogelijk te beschermen, ook bij grootschalige veranderingen als klimaat veranderingen. Daarom zullen wij ons samen met anderen bezighouden met het klimaatbestendig maken van ons terreinbeheer. Klimaatverandering Voor ons land zijn er een paar duidelijke trends te noemen in de verandering van ons klimaat, waarvan ook verwacht wordt dat die zich zullen doorzetten: 1. De gemiddelde temperatuur zal toenemen. 2. In de zomer komen er langere zeer droge perioden, afgewisseld met intensieve stortbuien, vooral aan de kust 3. De lengte van het groeiseizoen zal nog verder toenemen. 4. De totale jaarneerslag zal toenemen, zeker in de winter. De kust wordt ook nog eens natter dan het binnenland. 5. De zeespiegel zal stijgen Betekenis voor duinnatuur Voor de duinnatuur betekent dit nogal wat. De opwarming leidt tot een volksverhuizing van soorten. Koudeminnaars vluchten naar het noorden, warmteminnaars veroveren ons gebied vanuit het zuiden. Droogtes zullen waarschijnlijk tot een verschuiving van grassen en kruiden naar mossen en korstmossen leiden. Zeer lang aanhoudende droogtes in de zomer leiden tot een toename van kleinschalige verstuiving. Verlenging van het groeiseizoen leidt tot een 17

nog weelderiger begroeid duin. Alleen extreme gebeurtenissen, zoals grote droogte, en daardoor duinbranden kunnen dit weer deels teniet doen. Veranderde neerslag leidt tot meer en gemiddeld nattere valleien en toename van de fluctuaties in de grondwaterstand. De valleien zijn langer echt nat, afgewisseld met langdurige droogten. Dit is nadelig voor kwetsbare soorten en kan het verdwijnen betekenen van zeldzame soorten. Tot slot zal bij een hogere zeespiegel de golfaanval op de zeereep toenemen. De zeereep zal daardoor dynamischer worden. Door toenemende windkracht en zoutsproei op het achterliggend duin, neemt hier de dynamiek ook toe. Dit is gunstig voor duineigen soorten die houden van warmte en droogte. Inspelen met natuurbeheer De vraag voor het beheer is of we deze snelle veranderingen in zulke banen kunnen leiden, dat er een zo klein mogelijke kans is op achteruitgang van de karakteristieke natuurwaarden? Of is er zelfs misschien winst te boeken? We zullen tijdens Gebiedsplan 2009-2012 de laatste inzichten in de klimaatverandering blijven volgen. In overleg met landelijke commissies (o.a. OBN) zullen we ons natuurbeheer op klimaatbestendigheid toetsen en zo nodig aanpassen. En waar moeten we dan aan denken? De volksverhuizing kunnen we faciliteren door onze ecologische verbindingen binnen en tussen de terreinen en de rest van de EHS op orde te brengen en barrières er te slechten. Binnen het duingebied kunnen we hierbij denken aan het weer verbinden van door bosgroei geïsoleerd geraakte stukken open duin. Buiten het duingebied aan het veiligstellen en goed beheren van de bedreigde duinen tussen Wijk aan Zee en de Noordpier en aan het realiseren van de Robuuste ecologische Verbindingszone Van Kust tot Kust die bij Castricum de duinen verbindt met polders en de rest van de ecologische hoofdstructuur (EHS) van ons land. De typische duinorganismen hebben hierbij prioriteit, omdat zij de grootste waarde vertegenwoordigen. De kwetsbare organismen van de duinvalleien kunnen we bedienen door het oppervlak en de verspreiding door het duin aan geschikte natte duinvalleien zo sterk mogelijk uit te breiden. Dan doe je aan risicospreiding. Verder is het zinvol om waar mogelijk de droog nat gradiënt zo uitgestrekt mogelijk te maken. Dan is immers de geschikte oppervlakte bij elke grondwaterstand het grootst. De zeereep en zeeduinen moeten we koesteren. Er is hier een betrouwbare, natuurlijke dynamiekbron: de zee. Zoveel mogelijk dynamiek toelaten, zo min mogelijk permanente menselijke invloed, zonder dat de veiligheid in het geding komt. Niet dicht laten groeien. Hier kunnen de meest karakteristieke duinorganismen een wijkplaats vinden. 3.1.4. Historische waarden meewegen per project Sinds het opstellen van de Beheernota is de bescherming van archeologische en aardkundige waarden veel beter geregeld. Dit heeft veel consequenties voor het uitvoeren van werkzaamheden waarbij de bodem wordt verstoord. Daarom is PWN deze waarden per project vanaf het begin gaan meewegen. De bescherming van andere historische waarden is minder strikt geregeld. PWN weegt deze waarden ook per project mee. In 1992 is in Europa het Verdrag van Malta aanvaard. Het heeft tot doel het behoud van het erfgoed in de bodem. Op 1 september 2007 nam Nederland de Wet op de Archeologische Monumentenzorg aan. Met de wet heeft het kabinet archeologische monumentenzorg de plaats in de samenleving gegeven die deze verdient: duidelijk zichtbaar en niet-vrijblijvend. De wet kent de volgende drie invalshoeken: (1) bepaalde projecten kunnen onder bevoegd gezag van het ministerie van OCW m.e.r.-plichtig worden en inpassingsmaatregelen kunnen getroffen worden; (2) gemeenten kunnen archeologisch vooronderzoek vragen en voorschriften geven bij bouw- en aanlegvergunningen; (3) bij aanvragen van ontgrondingenvergunningen kan archeologisch vooronderzoek verplicht worden en het bevoegd gezag beslist dan welke consequenties aan de uitkomsten van het waardestellende archeologische rapport te verbinden zijn. Met de laatste 2 hebben we al te maken gehad. 18

Over andere historische waarden het volgende. Aardkundige waarden zijn sinds de Beheernota opgenomen in planologische figuren en gemeenten toetsen erop bij vergunningverlening. Belangrijke historische gebouwen zijn al sinds jaar en dag als monument aangewezen. Voor gebieden met waardevolle sporen van menselijk gebruik in het landschap (historisch geografische waarden) geldt nu alleen het Belvedèrebeleid. Het Noordhollands Duinreservaat is een Belvedèregebied en naar de invulling van de provincie van dit beleid met haar Cultuurhistorische Waardenkaart dient PWN de cultuurhistorie van het gebied leesbaar te houden en te maken. De provincie toetst echter alleen nog de gemeentelijke plannen op dit punt. De toets voor landgoederen en buitenplaatsen is strenger: behouden en planologisch veiligstellen. PWN heeft sinds najaar 2007 al enkele projecten aan de hand gehad met de nieuwe wetgeving. Zo is voor een project nabij Egmond-Binnen een Cultuur Historische Effect Rapportage (CHER) opgesteld. In deze CHER hebben we ook de aardkundige en overige cultuurhistorische waarden laten onderzoeken. Uitkomst is dat het project aangepast en ingepast is op de aanwezige archeologische, aardkundige en cultuurhistorische waarden. Het is even wennen en het maakt het voorbereiden en uitvoeren van projecten een stuk ingewikkelder. Desalniettemin is het een goede zaak dat de historische waarden worden veiliggesteld. PWN zal in het vervolg per project deze waarden meewegen. Ook zal er een verkenning worden gemaakt naar de mogelijkheden om een actief cultuurhistorisch beleid te ontwikkelen. Een volgend initiatief is het laten opstellen van een visie op de doelen van voormalige duinlandjes ten zuiden van Egmond aan Zee. We willen hiermee het accent van deze landjes bepalen als leidraad voor inrichting en beheer. Zonder beheer groeien de landjes snel dicht met duindoorn. Andere mogelijkheden zijn ontgraven voor natuur of akkeronkruiden. 3.1.5. Meer samenwerking: meer recreatie en meer natuur Het laatste decennium is het inzicht ontwikkeld dat we via samenwerking beter onze doelen kunnen bereiken. Samenwerking vindt plaats op velerlei gebied en is sterk toegenomen ten opzichte van enkele jaren geleden. Denk aan het NBO (Natuurbeheerdersoverleg Noord- Holland), ILG, met natuurbeheerders als buurman, BES, SWIG, gemeenten, etc. Voor een vruchtbare samenwerking is nodig dat partijen zich niet alleen verdiepen in hun eigen doelen, maar ook in die van de ander. Samenwerking moet ook het gevoel geven dat de doelen evenwichtig kunnen worden bereikt. Via het NBO wordt geprobeerd te komen tot een regionale recreatiezonering. Hiermee wordt beoogd dat de verschillende vormen van recreatie plaatsvinden op daartoe geschikte locaties. Zo bleek uit een bijeenkomst bij Recreatieschap Geestmerambacht dat de drie duinnatuurbeheerders allen last hadden van mountainbikers in hun terreinen. Voor Geestmerambacht was dit mede aanleiding te streven naar een MTB-parcours in het terrein. Voordeel is dat dit pal naast de woongebieden ligt en het duingebied daardoor mede wordt ontzien. Het streven is een dergelijke recreatiezonering binnen de provincie vorm te geven; hiervoor zijn nog veel stappen nodig. Via de Stuurgroep SWIG (Samenwerken in het Groen) zijn al enkele projecten in de binnenduinrand gerealiseerd. PWN was hierbij betrokken, al dan niet als projectleider. Het betreft met name wandelroutes op de grens van duin en polder. In SWIG werken gemeente Castricum, Hoogheemraadschap, provincie, LTO en PWN/LNH samen aan groene doelen. De grondverwerving ten behoeve van natuur laat in dit gebied nog weinig vooruitgang zien. De landinrichting BES (Bergen Egmond Schoorl) is formeel per 1 januari 2009 stopgezet. De uitvoering van groene projecten begint eigenlijk pas. De ILG-commissie speelt daarin nu een bestuurlijke rol. De komende jaren staat er veel nieuwe natuur op stapel. 19

Onder leiding van gemeente Bergen wordt gewerkt aan een plan voor wandelroutes tussen de duinen en Alkmaar, aansluitend op onze hoofdentrees. Diverse partijen in het landelijke gebied werken hieraan mee. De samenwerking met buurman Staatsbosbeheer (Schoorlse Duinen) heeft geresulteerd in uitbreiding van de natuurkern Buizerdvlak, enkele nieuwe verbindingen tussen de beide terreinen, gezamenlijke surveillance, uitwisseling van beheerwetenswaardigheden, etc. 3.1.6. Algemene doelen en projecten 2009-2012 1. PWN participeert in het opstellen van een Natura 2000 Beheerplan voor het Noordhollands Duinreservaat 2. PWN neemt deel aan de planvorming van KRW voor bronnen 3. PWN spant zich in voor het klimaatbestendig maken van haar terreinbeheer. 4. PWN weegt historische waarden per project mee. 5. PWN verkent de mogelijkheden om een samenhangend cultuurhistorisch beleid op te stellen. 6. PWN zet in op continuering en uitbreiding van de samenwerking met bestuurlijke en maatschappelijke partijen. Doel is de hydrologische, ecologische, recreatieve, maatschappelijke en bestuurlijke verbinding tussen het duin en zijn omgeving verder te verbeteren. Projecten 70. Natura 2000 Beheerplan maken 71a. Voortzetting verbindingen buitengebied 71b. Activiteitenkaart Noord-Holland breed 71c. Inzet op regionale zonering 72. Verkenning cultuurhistorisch beleid 3.2. Natuur in de duinen 3.2.1. Duinen nog steeds te droog: TOP projecten De minister van LNV heeft indertijd verzocht om een concrete lijst van natuurgebieden waar provincies en Rijk zich aan verbinden om de komende jaren de verdroging terug te dringen. Op deze zogenaamde TOP-lijst zijn de duinen van Noord-Holland ook opgenomen. De TOP-lijst bevat voldoende areaal, richt zich op de meest kansrijke en kosteneffectieve gebieden, is opgenomen in financieringsafspraken (ILG) en dient aan te sluiten op Natura 2000 en KRW verplichtingen. Er is een Taskforce Verdroging in het leven geroepen. Dit is een bestuurlijk overleg met vertegenwoordigers van rijk, provincies, waterschappen, beheerders van natuurterreinen, LTO en VEWIN. De Taskforce heeft de TOP-lijst verder uitgewerkt. Geselecteerd zijn de gebieden die niet alleen nationaal maar ook internationaal van grote betekenis zijn en die grotendeels samenvallen met de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) gebieden. Het gaat voor Noord-Holland om de duinen en binnenduinrand, het veenweidegebied en het Vechtplassengebied. Karakteristiek voor de duinen en de binnenduinrand zijn de natte en vochtige duinvalleien, duinrellen en bijzondere kwelmilieus. Achteruitgang in duinen en binnenduinrand heeft om verschillende redenen plaatsgevonden. De belangrijkste zijn: grondwaterwinning voor drinkwatervoorziening, ontwatering en peilverlaging aan de duinrand, kustafslag en verandering van vegetatie in het duingebied. Voor herstel gelden de volgende hydrologische voorwaarden: (1) in duinvalleien moet de grondwaterstand in het voorjaar minder dan 20 20