ZITTING VAN 8 DECEMBER 2011 AANWEZIG: Paul DE SCHEPPER, voorzitter; Diane DE TURCK, Lutgarde GEEROMS, Renaat RAES, Hubert SOENS, Annita SONCK, Lieven MEERT, Alain TRIEST, Godelieve VAN EECKHOUT, Arlette DIERICKX, leden; Carine COPPENS, secretaris AFWEZIG: Rudy CORIJN, afgevaardigde schepen; Lieven MEERT, lid VERONTSCHULDIGD: Lutgarde VAN DEN BRANDE, lid De Voorzitter opent de vergadering te 20 u. 00. Vervolgens gaat men over tot de behandeling van volgende punten van de agenda: OPENBAAR AGENDA: De notulen van de openbare zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 17 november 2011 worden goedgekeurd met éénparigheid van stemmen. PERSONEEL 1. OPENVERKLARING VAN DE BETREKKING VAN HOOFD BEWONERSZORG/ KWALITEITSCOÖRDINATOR WOONZORGCENTRUM - VASTSTELLING AANWERVINGS- VOORWAARDEN OVEREENKOMSTIG DE RECHTSPOSITIEREGELING - GOEDKEURING AANLEG WERVINGSRESERVE GELDIG VOOR DRIE JAAR De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 16 september 2010 houdende vaststelling van de personeelsformatie
gelet op het schrijven van 13 december 2010 van de heer Provinciegouverneur houdende kennisname van de raadsbeslissing van 16 september 2010 betreffende de nieuwe personeelsformatie; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 22 september 2011 betreffende de rechtspositieregeling van de personeelsgroepen vermeld in artikel 104 van het OCMW-decreet houdende de opdeling van de betrekkingen in gemeenschappelijke, specifieke graden en personeel in specifieke diensten ; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 22 september 2011 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het voltallig OCMW personeel van de specifieke diensten; overwegende dat in de huidige personeelsformatie de betrekking van hoofd bewonerszorg/ kwaliteitscoördinator A1-3 in statutair dienstverband vacant is en dat deze voor de goede werking van het OCMW moet open verklaard worden: gelet op de algemene toelatings- en aanwervingsvoorwaarden, zoals vermeld onder de artikelen 5 en 6 van de rechtspositieregeling; gelet op de bijzondere aanwervingsvoorwaarden zoals vermeld in de bijlage IV van de rechtspositieregeling; gelet op het selectieprogramma zoals vermeld onder artikel 21 van de rechtspositieregeling; overwegende dat artikel 25 van de rechtspositieregeling voorziet dat er bij de vacant verklaring van een betrekking een werfreserve kan aangelegd worden die maximum vastgesteld kan worden op drie jaar, verlengbaar met één jaar; overwegende dat, teneinde niet steeds een examen te moeten inrichten om een vacante betrekking te laten begeven in de personeelsformatie het aangewezen is om een wervingsreserve aan te leggen geldig voor drie jaar, zoals vermeld onder artikel 25 van de rechtspositieregeling; overwegende dat in het meerjarenplan en budget de nodige kredieten voorzien zijn zodat de vacante functie kan open verklaard worden en het aanwervingsexamen kan georganiseerd worden ; overwegende dat alle betrekkingen in de nieuwe personeelsformatie voorzien zijn in voltijdse equivalenten maar dat ze wel halftijds kunnen bezet worden; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 : 1 betrekking van hoofd bewonerszorg/kwaliteitscoördinator woonzorgcentrum A1-3 in statutair dienstverband wordt open verklaard bij aanwerving, overeenkomstig de toelatings- en aanwervingsvoorwaarden zoals bepaald in de rechtspositieregeling onder artikelen 5 en 6. Art. 2 Voor de toelating tot de betrekking gelden volgende:
1/ algemene toelatingsvoorwaarden en algemene aanwervingsvoorwaarden : Om in aanmerking te komen voor een functie moeten de kandidaten: - een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze solliciteren; - Ten minste de volle leeftijd van 18 jaar bereiken in het jaar van de aanwerving; - de burgerlijke en politieke rechten genieten; - medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen functie, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van het personeelslid bij de uitvoering van hun werk. De medische geschiktheid van de kandidaat moet vaststaan op het ogenblik bepaald in de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers op het werk. Het passend gedrag vermeld in punt 1, wordt getoetst aan de hand van een uittreksel uit het strafregister. Het uittreksel mag niet ouder zijn dan drie maanden. Als daarop een ongunstige vermelding voorkomt, mag de kandidaat daarover een schriftelijke toelichting voorleggen. De medische geschiktheid van de kandidaat, vermeld in punt 4, moet in overeenstemming met artikel 27 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op het personeelslid vaststaan voor de effectieve tewerkstelling bij het OCMW. Voor de statutaire functies moeten de kandidaten onderdaan zijn van de EER (België, Cyprus, Duitsland, Denemarken, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, IJsland, Italië, Liechtenstein, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk of Zweden) en de Zwitserse Bondsstaat. Om in aanmerking te komen voor aanwerving, moeten de kandidaten: - voldoen aan de vereiste over de taalkennis opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; slagen voor de selectieprocedure; - voldoen aan de diplomavereiste die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is en in voorkomend geval voldoen aan de diplomavereiste opgelegd krachtens een reglementering van de hogere overheid ; 2/ De bijzondere aanwervingsvoorwaarden zijn de volgende : in het bezit zijn van een masterdiploma in een medische of paramedische richting Art. 3 Het selectieprogramma wordt overeenkomstig artikel 21 van de rechtspositieregeling vastgesteld: Schriftelijk gedeelte 1. Grondige kennis van de functierelevante wetgeving: de regelgeving bejaardenvoorzieningen en RIZIV-reglementering (financieringsbesluit rustoorden, maatregelen eindeloopbaan arbeidsduurvermindering en financiering derde luik) en de regelgeving van de Vlaamse gemeenschap (woonzorgdecreet en kwaliteitsdecreet en de uitvoeringsbesluiten): De kandidaat moet een aantal vragen oplossen in verband met wetgeving die tijdens de uitoefening van de functie aan bod komt.
De kandidaat ontvangt vooraf een gedetailleerde lijst van de wetten, decreten en besluiten die relevant zijn. Bij het oplossen van de vragen zal de kandidaat de ter beschikking gestelde wetgevende teksten mogen raadplegen (openboeksysteem) Beoordeling op 20 punten 2. Functiegericht praktijkgeval: De kandidaat wordt geconfronteerd met een of meerdere situaties die zich tijdens de verdere uitoefening van de functie kunnen voordoen en die verband houden met de in het profiel vereiste relevante kennis inzake bejaardenvoorzieningen en kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen. De context van het probleem of de problemen wordt geschetst en aan de kandidaat wordt de opdracht gegeven een oplossing uit te werken. Beoordeling op 40 punten 3. Opstellen van brieven of teksten: aan de kandidaat wordt de opdracht gegeven om aan de hand van de gegeven instructies een brief of een beslissing op te stellen en/of aan de hand van de ter beschikking gestelde documentatie, reglementen of wetgeving een artikel voor een publicatie (bijvoorbeeld informatieblad, brochure, ) te schrijven. Beoordeling op 20 punten Om geslaagd te zijn voor het schriftelijk gedeelte dient de kandidaat 50% van het totaal te behalen. Mondeling gedeelte: Psychologisch onderzoek: 1. Het psychologisch onderzoek is opgebouwd uit een aantal psychoprofessionele testen, namelijk testen waarmee de intellectuele (cognitieve) capaciteiten en inzichten van de kandidaat gemeten worden. Daarnaast worden tijdens het onderzoek specifieke vaardigheden, competenties en gedragsattitudes onderzocht via persoonlijkheidstesten en vragenlijsten, eventueel aangevuld met simulatieoefeningen. Het psychologisch onderzoek omvat ook een competentiegericht interview via de star-interviewtechniek (situatie, taak, actie, resultaat). Het testprogramma is functie gerelateerd en afgestemd op het uitgeschreven profiel (competenties, vaardigheden, attitudes) van de functie. Het psychologisch onderzoek is adviserend voor de examencommissie, het managementteam en de aanstellende overheid. Een kandidaat die binnen een termijn van zes maanden opnieuw deelneemt aan selectieproeven voor dezelfde functie, behoudt het resultaat van het eerste psychologisch onderzoek voor de volgende selecties voor dezelfde functie. 2. Competentiegericht interview: in deze proef wordt nagegaan in welke mate het profiel van de kandidaat overeenstemt met het profiel van de functie en wordt gepeild naar de competenties voor het werkdomein. Beoordeling op 40 punten 3. Verdedigen van het functiegericht praktijkgeval met desgevallend powerpointpresentatie. Beoordeling op 40 punten Om geslaagd te zijn in de mondelinge proef dient de kandidaat 50% van het totaal te behalen.
Art. 4 De selectie wordt uitgevoerd door een selectiecommissie samengesteld conform de bepalingen van artikel 14 tot 16 van de rechtspositieregeling. Art. 5 Er zal een wervingsreserve aangelegd worden geldig voor drie jaar. Art. 6 De uiterste datum van indiening kandidaturen wordt vastgesteld op 1 februari 2012 en de open verklaarde betrekking te begeven bij aanwerving wordt gepubliceerd conform de bepalingen van artikel 9 van de rechtspositieregeling Art. 7 De proeftijd zal conform artikel 42 van de rechtspositieregeling twaalf maanden bedragen. Art. 8 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtslijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het College van Burgemeester en Schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet). 2. TWEEDE PENSIOENPIJLER: GOEDKEURING GROEPSVERZEKERINGSREGLEMENT De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op het huishoudelijk reglement van de beraadslagende organen van het OCMW, zoals goedgekeurd in zitting van 1 juli 2009; gelet op de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid; gelet op het protocol 148/2 van 18 juli 2005 houdende het sectoraal akkoord voor de federaal gefinancierde gezondheidssectoren publieke sector, meer bepaald punt 9, waar voor de personeelsleden van de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen in specifieke plannen voor een tweede pensioenpijler voor contractuelen werd voorzien; gelet op het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité Cl van 19 november 2008; gelet op het kaderreglement tweede pensioenpijler contractuelen en het model van raadsbesluit die werden goedgekeurd in het Vlaamse onderhandelingscomité Cl van 9 december 2009; gelet op de bespreking in het overlegcomité gemeente-ocmw van 18 mei 2010, met verslag in bijlage met toepassing van artikel 26 bis van de OCMW-wet; gelet op het protocol van akkoord afgesloten met de representatieve vakorganisaties in het bijzonder comité van 26 april 2010;
gelet op het raadsbesluit van 19 mei 2010 houdende de intentieverklaring om een aanvullend pensioen in te voeren en om de RSPPO aan te stellen als opdrachtencentrale; gelet op de toewijzing van 29 juli 2010 van de opdracht door de RSZPPO aan en samenwerking tussen DEXIA verzekeringen en ETHIAS in de vorm van een tijdelijke handelsvennootschap; gelet op het raadsbesluit van 16 september 2010 houdende de definitieve goedkeuring van het aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden: goedkeuring kaderreglement en bestek RSZPPO; gelet op de beslissing van het Vast Bureau van 19 oktober 2010 houdende goedkeuring gunning en toewijzing aan pensioenverzekeraar door RSPPO namelijk de tijdelijke handelsvennootschap DEXIA INSURANCE BELGIUM-ETHIAS LOKALE CONTRACTANTEN; gelet op het schrijven van 30 mei 2011, ontvangen op 14 juni 2011, van DEXIA en ETHIAS verzekeringen waarbij zij ons de nog ontbrekende documenten in verband met het pensioenplan 2 pijler lokale contractanten bezorgden met name : a. het groepsverzekeringsreglement en de winstdelingsreglementen, met technische bijlage over de omzettingscoëfficiënten respectievelijk over het duurzaam beleggingsbeheer b. de protocolovereenkomst tussen enerzijds RSZPPO en anderzijds Dexia Verzekeringen en Ethias; deze wordt als bijlage gehecht aan het groepsverzekeringsreglement c. een nota met enkele verduidelijkingen bij het kaderreglement van 9 december 2009; overwegende dat het groepsverzekeringsreglement een overeenkomst is tussen het bestuur en medeverzekeraars DEXIA Verzekeringen en ETHIAS en dat het beschrijft hoe het pensioenreglement uitgevoerd wordt; overwegende dat de protocolovereenkomst de gegevensuitwisseling beschrijft tussen RSZPPO enerzijds en DEXIA Verzekeringen en ETHIAS anderzijds alsook de modaliteiten van inning van de pensioentoelagen door de RSZPPO; en dat zij dus wezenlijk onderdeel uitmaakt van de uitvoering van het pensioenreglement; overwegende dat deze documenten werden bekrachtigd door het toezichtscomité, opgericht in het kader van deze groepsverzekering en bestaande uit vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers; overwegende dat ETHIAS en DEXIA in hun brief het volgende vragen : het groepsverzekeringsreglement, de protocolovereenkomst en de nota met verduidelijkingen bij het kaderreglement te agenderen op het Basisoverlegcomité; elke pagina van het groepsverzekeringsreglement te paraferen en alle exemplaren terug te bezorgen aan ETHIAS waarbij na tegentekening door ETHIAS en DEXIA Verzekeringen zij ons één exemplaar terugbezorgen; gelet op het gunstig advies van het overlegcomité OCMW/gemeente van 6 december 2011; overwegende dat het punt geagendeerd is op het BOC van 15 december 2011; overwegende dat het ongerechtvaardigd en onbillijk is dat de contractuele personeelsleden een opmerkelijk lager pensioen hebben dan statutaire personeelsleden voor hetzelfde werk; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1. het groepsverzekeringsreglement goed te keuren.
Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet) PATRIMONIUM 3. GOEDKEURING DEFINITIEVE AKTE DEXIA BANK NV BETREFFENDE FINANCIERING MET PROJECTBEHEER De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 10 januari 1824 op het recht van opstal; gelet op artikel 35 van de wet van 16 december 1851 op de voorrechten en hypotheken; gelet op artikel 2, 18 b van het Vlaams decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering; gelet op artikel 64 en 65 van het besluit van 14 december 2007 van de Vlaamse regering houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, afgekort Vlarebo; gelet op de beslissing van de OCMW-raad van 10 maart 2005 houdende vaststelling van de wijze van gunnen en de voorwaarden voor de financiering met projectbeheer voor de realisatie van het woon-en zorgcentrum; gelet op de beslissing van de OCMW-raad van 7 juli 2005 waarbij beslist werd om de opdracht met als voorwerp het aangaan van een financiering met projectbeheer te gunnen aan DEXIA bank NV; gelet op het schrijven van 15 november 2005 waarbij DEXIA BANK N.V. ons in verband met het verlijden van de akte, een ontwerp van akte financiering met projectbeheer bezorgde ; gelet op de beslissing van de OCMW-raad van 8 december 2005 houdende kennisname van het schrijven van 15 november 2005 van DEXIA BANK NV; gelet op de beslissing van de OCMW-raad van 9 maart 2006 houdende goedkeuring ontwerp en raming nieuw woon-en zorgcentrum; gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 18 mei 2006 houdende princiepsbeslissing in verband met de ruil van gronden en gebouwen tussen de Stad Ninove en het OCMW Ninove verlenen van een recht op opstal in de Centrumlaan op gronden waarvan de Stad thans eigenaar is ;
gelet op de beslissing van de OCMW-raad van 15 juni 2006 houdende kennisname van de princiepsbeslissing van de gemeenteraad in verband met de ruil van gronden en gebouwen tussen de Stad en het OCMW Ninove en het verlenen van het recht van opstal aan het OCMW. en waarbij tegelijk ook de ontwerpakte verlenen van het recht van opstal aan het OCMW Ninove en de ontwerpakte DEXIA BANK NV betreffende financiering met projectbeheer voor de oprichting van een woon en zorgcentrum goedgekeurd werd en waarbij ook beslist werd om in een bijkomend artikel de akte houdende verlenen recht van opstal toe te voegen aan de akte financiering met projectbeheer; gelet op de akte houdende verlenen recht van opstal door de stad aan het OCMW op de gronden gelegen Centrumlaan die verleden werd op 7 december 2007; gelet op de beslissing van de OCMW-raad van 3 september 2009 waarbij de ontwerpakte betreffende de financiering met projectbeheer voor de oprichting van het woon- en zorgcentrum goedgekeurd werd; gelet op de beslissing van de OCMW-raad van 15 oktober 2009 waarbij de definitieve akte van DEXIA BANK NV betreffende de financiering met projectbeheer voor de oprichting van een woon en zorgcentrum goedgekeurd werd; gelet op de beslissing van de OCMW-raad van 15 oktober 2009 houdende de definitieve beslissing ruil en goedkeuring ontwerpakte; overwegende dat DEXIA BANK NV ons de definitieve versie ter ondertekening bezorgde ; overwegende dat in het kader van de akte financiering met projectbeheer, het OCMW zonder enige vergoeding een recht van opstal verleent aan DEXIA; overwegende dat dit recht van opstal begint te lopen vanaf de ondertekening van de akte en eindigt op de dag waarop de schuld uit hoofde van deze verrichting volledig terugbetaald is; overwegende dat het vestigen van een opstalrecht een overdracht uitmaakt volgens artikel 2, 18 b van het Vlaams decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering; overwegende dat het besluit van 14 december 2007 van de Vlaamse regering houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming - afgekort Vlarebo - het volgende stelt : Artikel 64 Er hoeft geen nieuw oriënterend bodemonderzoek te worden uitgevoerd als voldaan is aan de twee volgende voorwaarden: 1 sedert de datum van ondertekening van het meest recente verslag van oriënterend bodemonderzoek is of was op de te onderzoeken grond geen risico- inrichting gevestigd; 2 de bestemming van de te onderzoeken grond conform de vigerende plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen is sedert de datum van ondertekening van het meest recente verslag van oriënterend bodemonderzoek niet in die zin gewijzigd dat een bestemmingstype met een lagere bodemsaneringsnorm van toepassing is. Artikel 65 Als sedert de datum van ondertekening van het meest recente verslag van oriënterend bodemonderzoek op de te onderzoeken grond een risico-inrichting gevestigd is of was, hoeft geen nieuw oriënterend bodemonderzoek te worden uitgevoerd als voldaan is aan de twee volgende voorwaarden:
1 de ondertekening van het meest recente verslag van oriënterend bodemonderzoek dateert van minder dan een jaar voor de rechtshandeling of het rechtsfeit dat krachtens het Bodemdecreet de verplichting tot het uitvoeren van een oriënterend bodemonderzoek met zich meebrengt; 2 sedert de datum van ondertekening van het meest recente verslag van oriënterend bodemonderzoek heeft er zich geen schadegeval op de grond voorgedaan. overwegende dat er een keuze dient gemaakt te worden; gelet op het advies van 29 november 2011 van de milieudienst van de stad dat stelt dat artikel 64 van toepassing is; gelet op de e-mail van 8 december 2011 van DEXIA waaruit blijkt dat de akte momenteel nog niet kan goedgekeurd worden; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Er wordt voor artikel 64 gekozen van het besluit van 14 december 2007 van de Vlaamse regering houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, afgekort Vlarebo. Art. 2 De goedkeuring van de akte zal voorgelegd worden na aanpassing door DEXIA. Art.3 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet). Dhr. Voorzitter verzoekt om, bij hoogdringendheid, volgend punt aan de dagorde toe te voegen: " Patrimonium: Vlaamse Wooncode: beslissing tot al dan niet uitoefening voorkooprecht betreffende een woning gelegen te 9400 Ninove Pollarestraat 77. De hoogdringendheid wordt aanvaard met éénparigheid van stemmen. 3.B. VLAAMSE WOONCODE: BESLISSING TOT AL DAN NIET UITOEFENING VOORKOOP- RECHT BETREFFENDE EEN WONING GELEGEN TE 9400 NINOVE - POLLARESTRAAT 77 De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008;
gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 15 juli 1997 - artikel 84 en 87 inhoudende de Vlaamse Wooncode ; gelet op het decreet van 16 juni 2006 houdende het oprichten van een Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen; gelet op de raadsbeslissing van 27 juni 2007 waarbij werd beslist om de overeenkomst met de Vlaamse Grondenbank betreffende het recht van voorkoop in het kader van de wooncode goed te keuren. overwegende dat de overeenkomst op 6 juli 2007 door het OCMW Ninove ondertekend werd; overwegende dat het OCMW Ninove op 1 december 2011 een mail ontving van de Vlaamse Grondenbank; overwegende dat de Vlaamse Grondenbank een aanbod van het recht van voorkoop betreffende een woning ontvangen heeft, waarvan het OCMW Ninove de begunstigde is; overwegende dat de Vlaamse Grondenbank verwijst naar het recht op voorkoop, zoals opgenomen in het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 15 juli 1997 inhoudende de Vlaamse Wooncode; overwegende dat door de Heer Van Asbroeck een eigendom uit de hand verkocht werd en dat de onderhandse verkoop-koopovereenkomst ondertekend werd door koper en verkoper; overwegende dat deze eigendom gelegen is te Ninove, Pollarestraat 77 gekadastreerd afdeling 41362 sectie B nr. 1567 met een oppervlakte van 235 vierkante meter; overwegende dat de verkoopprijs 165 000,00 EUR bedraagt; overwegende dat de beslissing van de Raad moet medegedeeld worden aan de aanbieder de Heer Pierre Vermeulen, notaris te Brussel; overwegende dat binnen de veertien dagen na het al dan niet uitoefenen van het recht van voorkoop, het OCMW ook de Vlaamse Grondenbank moet inlichten; gelet op de hoogdringendheid aangenomen met eenparigheid van stemmen op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Het recht van voorkoop niet uit te oefenen op de eigendom gelegen te 9400 Ninove - Pollarestraat 77. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
Op voorstel van de voorzitter worden de agendapunten van de dienst economaat behandeld vóór de agendapunten van de dienst financiën. ECONOMAAT 6. OPDRACHT VOOR AANKOOP VAN EEN STADSWAGEN VOOR DE SOCIALE DIENST: GUNNING De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en op de Koninklijke besluiten van 08 januari 1996 en 26 september 1996; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende openbaarheid van bestuur; gelet op de raadsbeslissing van 20 oktober 2011 houdende goedkeuring van het lastenboek en de keuze van onderhandelingsprocedure inzake de opdracht voor aankoop van een stadswagen voor de sociale dienst; gelet op het proces-verbaal van opening der offertes in zitting van het Bijzonder Comité voor Patrimonium en Financiën d.d. 15/11/2011 waarbij 6 garagehouders een offerte hebben ingediend, zijnde : 1. Garage De Kimpe BVBA Brakelsesteenweg 255 9406 Outer 2. Garage Marc BVBA Brakelsesteenweg 273 9406 Outer 3. Garage Bauwens BVBA Elisabethlaan 47 9400 Ninove 4. Garage Schokkaert BVBA Brakelsesteenweg 55 9400 Ninove 5. Garage De Geyndt BVBA Brakelsesteenweg 220-9406 Ninove 6. Garage Central BVBA Désiré De Bodtkaai 19-9400 Ninove overwegende dat na doorlichting blijkt dat slecht 3 aanbiedingen voldoen aan de gestelde voorwaarden van het lastenboek zijnde, Peugeot 206+ - Garage Marc; Mitsubishi Colt Pure Garage Bauwens en Citroen C3 Garage De Geyndt en aldus in aanmerking kunnen genomen worden voor de toewijzing; overwegende dat op advies van het Bijzonder Comité voor Patrimonium en Financiën in zitting van 06 december 2011 geopteerd werd voor de stadswagen met de laagste CO2 uitstoot zijnde een Mitsubishi Colt Pure S aan de prijs van. 9.433,88 excl. btw; overwegende dat voor de aankoop van de stadswagen de nodige budgetten voorzien zijn op het investeringsbudget 2011; op voorstel van de voorzitter;
besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 De opdracht voor aankoop van een stadswagen voor de sociale dienst wordt na onderhandelingsprocedure gegund aan Garage Bauwens, Elisabethlaan 47 te 9400 Ninove zijnde een Mitsubishi Colt Pure S wit - aan de prijs van 9.433,88 EUR om reden van: de laagste CO2 uitstoot. De leveringsdatum is voorzien binnen de 90 kalenderdagen na toewijzing van de opdracht. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet) 7. AANKOOP VAN EEN MINIBUS VOOR HET DAGVERZORGINGSCENTRUM: GUNNING Op voorstel van de heer voorzitter wordt de bespreking van dit agendapunt verdaagd teneinde eerst prijs te vragen voor de ombouw voor het vervoer. 8. OPDRACHT VOOR OMBOUWEN VAN MINIBUS VOOR VERVOER EN ROLSTOEL- VERVOER VAN RESIDENTEN VAN HET DAGVERZORGINGSCENTRUM: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN VOORWAARDEN De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 17 2-1 - a; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 en latere wijzigingen betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies van openbare werken; gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 en latere wijzigingen, tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;
overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp ombouwen van een minibus voor vervoer en rolstoelvervoer van residenten van het dagverzorgingscentrum; overwegende dat de prijs van de opdracht geraamd wordt op 9 000 EUR; overwegende dat de nodige budgetten zullen voorzien worden tijdens budgetwijziging 1 op het investeringsproject 2011/5/6 act.8341 art. 241000; gelet op het visum van de heer ontvanger; gelet op het PV van opening der offertes in zitting van het Bijzonder Comite voor Patrimonium en Financiën d.d. 15/11/2011 waarbij 4 garagehouders een offerte voor een minibus hebben aangeboden zijnde 1. Garage Schokkaert - Hyundai H1 People 2. Garage De Geyndt - Citroen Jumper 3. Garage De Kimpe - Volkswagen transporter Combi 4. Garage Central - Opel Vivaro L1H1en Opel Vivaro L2H1, welke zullen worden voorgesteld aan een drietal firma welke vertrouwd zijn met de ombouw van voertuigen en zullen geraadpleegd worden, zijnde 1. Mees Mobility Center 2. Goossens 3. AGBD; overwegende dat na doorlichting van de modellen zal moeten blijken welke voorgestelde minibus in aanmerking komt voor de voorziene ombouw; gelet op het visum van de heer ontvanger; op voorstel van dhr. Voorzitter; na beraadslaging; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Er zal een opdracht worden gegund met als voorwerp "ombouwen van een minibus voor vervoer en rolstoelvervoer van residenten van het dagverzorgingscentrum" waarvan volgende merken en modellen werden ingediend: 1. Garage Schokkaert - Hyundai H1 People 2. Garage De Geyndt - Citroen Jumper 3. Garage De Kimpe - Volkswagen transporter Combi 4. Garage Central - Opel Vivaro L1H1en Opel Vivaro L2H1, Art. 2 De geraamde prijs van de opdracht waarvan sprake in artikel 1 is vastgesteld op 9 000 EUR. Art. 3 De opdracht waarvan sprake is in artikel 1 zal gegund worden na onderhandelingsprocedure en na raadpleging van drie firma s : 1. Mees Mobility Center, Bedrijvenlaan 3 te 9080 Lochristie 2. AGBD, Regina Woutersweg 1A te 8800 Roeselare 3. Goossens, Koeweidestraat 50 B te 1785 Merchtem
en waarvan de voorwaarden werden opgenomen in het bijzonder bestek Art. 4 De nodige budgetten zullen voorzien worden tijdens budgetwijziging 1 op het investeringsproject 2011/5/6 act.8341 art.241000 Art. 5 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet). Dhr. Lieven MEERT raadslid vervoegt de zitting. FINANCIËN 4. VASTSTELLING BUDGETWIJZIGING 2011 De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de besluit van 3 december 2008 van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn waarbij het meerjarenplan 2009-2013 werd vastgesteld; gelet op het besluit van 18 december 2008 van de gemeenteraad van Ninove waarbij het meerjarenplan 2009-2013 van het O.C.M.W. werd goedgekeurd; gelet op de besluit van 24 november 2010 van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn waarbij het budget 2011 werd vastgesteld; gelet op het besluit van 2 december 2010 van de gemeenteraad van Ninove waarbij het budget 2011 van het OCMW werd goedgekeurd; overwegende dat voor alle activiteitencentra het totale bedrag van het exploitatie- en investeringsbudget dient herzien te worden, maar geen verhoging impliceert van de gemeentelijke bijdrage; op voorstel van de voorzitter; besluit met NEGEN JA-stemmen en EEN NEEN-stem
Artikel 1 Het exploitatiebudget codes Budget voor wijziging Wijziging Budget na wijziging I. Werkingsopbrengsten en 70/74 11 464 945 361 155 11 826 100 geproduceerde VA II. Werkingskosten 60/64 16 607 190 242 808 16 849 998 III. Werkingsresultaat 70/64-5 142 245 118 347-5 023 898 IV. Financiële opbrengsten 75 83 350 5 000 88 350 V. Financiële kosten 65 959 670 400 960 070 VI. Resultaat van de gewone 70/65-6 018 565 122 947-5 895 618 activiteiten VII. Uitzonderlijke opbrengsten 76 0 0 0 VIII. Uitzonderlijke kosten 66 0 150 150 IX. Resultaat van het boekjaar 7/6-6 018 565 122 797-5 895 768 Het investeringsbudget De investeringsenveloppen werden aangepast. De financiële stromen De gemeentelijke bijdrage blijft onveranderd. Deze bedraagt 5 092 000 EUR. De correctie van de gemeentelijke bijdrage wordt met 122 797 EUR positiever. Art. 2 Een kopie van dit besluit wordt binnen de 20 dagen na deze zitting gelijktijdig verstuurd naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 255 van het ocmw-decreet) Raadslid Lieven MEERT van de fractie Spa stemde neen. 5. VASTSTELLING BUDGET 2012 De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de beslissing van 3 december 2008 van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn waarbij het meerjarenplan 2009-2013 van het OCMW werd vastgesteld;
gelet op de beslissing van 18 december 2008 van de Gemeenteraad waarbij het meerjarenplan 2009-2013 van het OCMW werd vastgesteld. overwegende dat de gemeentelijke bijdrage voor 2012 deze uit het meerjarenplan niet overschrijdt; gelet op het advies van het overlegcomité OCMW-gemeente van 6 december 2011; op voorstel van de voorzitter; besluit met ACHT JA-stemmen, EEN NEEN-stem en EEN ONTHOUDING Artikel 1 Het budget met beleidsnota 2012 vast te stellen. Art. 2 Het exploitatiebudget vast te stellen als volgt EURO Werkingskosten 17 260 103 Financiële kosten 950 760 Uitzonderlijke kosten 0 Werkingsopbrengsten 12 280 795 Financiële opbrengsten 50 770 Uitzonderlijke opbrengsten 0 Resultaat boekjaar -5 879 298 Art. 3 Het investeringsbudget als volgt vast te stellen Omschrijving Bedrag AC Project Rekening Gebouw De Cooman Wagen 15 000 100 2012/1 241000 Woonzorgcentrum Heraanleg binnentuin 4 000 8341 2012/2 222110 Uitrustingsgoederen WZC 40 300 8341 2012/3 231000 Uitrustingsgoederen Centrale Keuken 1 500 8341/39 2012/4 240000 3 000 8341/39 2012/4 231000 Informatica Informatica* 2 000 100 2012/5 240100 Informatica* 2 000 832 2012/5 240100 Informatica* 2 000 8341 2012/5 240100 Onthaalmodule** 13 000 832 2012/6 211000 Meubilair Aankoop meubilair* 2 000 100 2012/7 240000 2 000 832 2012/7 240000 2 000 8341 2012/7 240000 Noodstroomaggregaat WZC 150 000 8341 2012/8 231000 Aanleg voetpaden WZC 10 000 8341 2012/9 222110 Sociaal Huis 550 000 8321 2012/10 270000 Assistentiewoningen 4 280 000 8342 2012/11 270000 Art. 4
Op de gemeentelijke bijdrage werd er een correctie doorgevoerd van 1 000 000 EUR t.o.v. het meerjarenplan, waardoor deze daalt van 5 336 200 EUR naar 4 336 200 EUR. Art. 5 Een kopie van dit besluit wordt binnen de 20 dagen na deze zitting gelijktijdig verstuurd naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 255 van het ocmw-decreet). Raadslid Lieven MEERT van de Spa-fractie stemde neen, raadslid Renaat RAES van de fractie Vlaams Belang heeft zich onthouden.