7,1. Werkstuk door een scholier 3944 woorden 15 januari keer beoordeeld INLEIDING

Vergelijkbare documenten
Lesbrief Voor de docent Voor de leerling Inhoud Inleiding De Nigeriaanse olie-industrie in beeld Opdracht 1 Aardolie in Nigeria Niveau

Les Crisis in de olie

Praktische-opdracht door een scholier 1792 woorden 29 januari keer beoordeeld

Olie crisis? 24 juni 2014

DE PIEK KOMT ERAAN 1

5,9. Profielwerkstuk door een scholier 4953 woorden 22 februari keer beoordeeld. Inleiding

Op ontdekkingstocht naar aardolie

D r Thomas Chaize Analyse Strategie Hulpbronnen Prijsontwikkeling van het vat aardolie sinds een eeuw. Mailing n

betreffende de problematiek van de hoge brandstofprijzen

Internationale varkensvleesmarkt

Persinformatie. Uitdagende marktomgeving biedt ook kansen. Nieuwe directievoorzitter wil groei voortzetten

Olieprijs en economische groei zijn richtinggevend

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - December 2015

6,4. Praktische-opdracht door een scholier 6383 woorden 12 november keer beoordeeld ALGEMEEN DEEL.

Bijlage HAVO. economie. tijdvak 1. Bronnenboekje. HA-1022-a-14-1-b

Energiemarktanalyse voor Groenten & Fruit door Powerhouse. Olie

Praktische opdracht Economie Derde Wereld schuld

6,3. Werkstuk door een scholier 2107 woorden 12 juni keer beoordeeld. Hfst: 1 De geschiedenis

DE GRENS BEREIKT. De worsteling van pomphouders in de grensstreek

Olie en opkomende markten: Een tweesnijdend zwaard

De afnemende vrees voor een Amerikaanse interventie in Syrië zorgde voor lagere olieprijzen. Ten opzichte van vorige week is de prijs 1,7 % gedaald.

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

World oil production & peaking outlook. Bio energie in de industrie, 11 mei 2006, Eindhoven

Internationale handel visproducten

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO - Compex. economie 1

Antwoorden Economie Handel

WE KUKELEN DE AFGROND IN

Care IS klantbijeenkomst. Hotel Van der Valk april 2016

Wijnimport Nederland naar regio

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

FACTSHEET FRESH VEGETABLES

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90

Sociaal Economische Trends 2013 De Nederlandse economie. Werkloosheid. Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking.

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juli 2013

Sectorwerkstuk Economie Economische crisis

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

Les Ons gas raakt op

Spirit AeroSystems Holdings Inc.

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - mei 2012

TERUGBLIK OP DE HOGE OLIEPRIJZEN

STEMMING Rusland wil praten over productieverlaging: olieprijs veert op

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - November 2015

6,4. Praktische-opdracht door een scholier 2198 woorden 8 mei keer beoordeeld. Inleiding

Wederom onrust op de beurs: hoe nu verder?

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2012

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Praktische opdracht Economie Wat voor rol heeft de opkomende economie van China in de wereldeconomie?

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

6.7. Praktische-opdracht door een scholier 1921 woorden 23 juni keer beoordeeld. Inhoudsopgave

Olie : korte of lange termijn correctie?

Vraag Antwoord Scores

Werkstuk Aardrijkskunde Irak conflict

INVINCO BENELUX. Chaos in Irak maakt de oliemarkt bloednerveus

Winsten uit Shell s olie- en gaswinning in Nigeria. Een onderzoeksrapport voor Zembla

Tankvaartonderzoek: Overzicht van de tankvloot en het probleem van de drijvende opslag

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Maart 2016

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Juni 2016

Praktische opdracht Economie Conjunctuur

Jos van der Graaf B.V.

Eindexamen economie pilot havo II

economie 1 Compex Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven.

Eindexamen economie 1 vwo 2007-I

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Vertrouwen in Eigen Kunnen

Europa. De plannen van D66 voor Europa Begrijpelijke versie. Tekst: D66 en Merel van Beeren

De Saoedi s deugen niet, integendeel.

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Praktische opdracht Economie Conjunctuurklok

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-I

Energieprijzen voor enkele energiedragers,

USD /

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

ING Investment Office. Dalende olieprijs. Niets nieuws onder de zon. Door Friso Rengers, Investment Manager van het ING Investment Office

De buitenlandse handel van België

Blijvende onrust op de beurs: hoe nu verder?

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

5,8. Praktische-opdracht door een scholier 1585 woorden 12 december keer beoordeeld

Eindexamen economie vwo I

Eindexamen economie havo I

STEMMING 'Wie nog gas wil verkopen, moet het nu doen'

Bijkomende informatie:

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Mei 2016

Werkstuk Economie OPEC

Olie, terreur, afpersing en economie.

Inleiding regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst

Bioethanol in den Niëderlanden

Voorspellingen Peakoil Nederland. Realisten of doemdenkers?

Turbo-abonnement Analyse 20 mei 2006

Transcriptie:

Werkstuk door een scholier 3944 woorden 15 januari 2005 7,1 88 keer beoordeeld Vak Economie INLEIDING Er zijn meerdere redenen waarom wij voor het onderwerp olieprijzen hebben gekozen. Olieprijzen hebben de laatste tijd erg veel aandacht gehad van de media, vanwege de zeer sterke prijsstijging en de oorzaak van deze stijging. Je kunt op internet en in kranten dus erg veel vinden over dit onderwerp. Dit komt mede doordat dit proces een hele tijd voortduurde, en eigenlijk nog steeds voortduurt. Een andere reden waarom we voor dit onderwerp hebben gekozen, is omdat we nog niet veel van dit onderwerp afwisten: in de media wordt dit onderwerp heel breed uitgemeten, maar niemand van ons heeft er eigenlijk echt aandacht aan geschonken. Door het maken van een werkstuk over olieprijzen, zouden we dus veel meer van dit onderwerp te weten komen. De informatie die we opzoeken is voor ons dus nieuw, en dat maakt het natuurlijk ook interessant. Details opzoeken over dingen waar je al meer van af weet is immers lang niet zo leuk. De laatste reden waarom we dit onderwerp hebben gekozen is ook een van de belangrijkste: het onderwerp olieprijzen kun je van meerdere kanten belichten. Er zijn meerdere oorzaken aan te wijzen voor de verandering van de olieprijzen (bijv. OPEC, oorlog), hier valt ook veel goede informatie over te vinden waar je dan ook weer over kunt vertellen. Wij hopen dat dit verslag een goede impressie geeft van het begrip olieprijzen: hoe ze tot stand komen, waardoor ze veranderen, wat er aan valt te doen enz. Veel leesplezier! TOTSTANDKOMING OLIEPRIJZEN Om te begrijpen hoe de basisprijs van olie en olieproducten tot stand komt, moeten we 3 verschillende stadia onderscheiden waarop een (wereld)handelsprijs tot stand komt. 1. raffinage en verkoop van olieprodukten: 'downstream' 2. winning van olie en gas: 'upstream' 3. transport https://www.scholieren.com/verslag/19968 Pagina 1 van 9

1: verkoop Olieraffinaderijen kopen ruwe olie in op de wereldmarkt, voor de prijs die daar geldt. Daarbij maakt het niet uit of zo'n raffinaderij onderdeel is van een oliemaatschappij die ook olie wint. Boekhoudkundig wordt dat binnen een olieconcern gescheiden gehouden, ook al wordt er onderhands geleverd. Al jaren klagen de oliemaatschappijen erover dat er teveel raffinagecapaciteit is in de wereld. Daarmee bedoelen ze dat ze te weinig verdienen aan het verwerken van ruwe olie tot producten zoals benzine, kerosine, diesel en nafta. Dus zijn de laatste jaren over de hele wereld veel raffinaderijen gesloten of verkocht om de prijs van olieproducten te kunnen opvoeren. Het is nu zo dat in de USA zelfs een tekort aan raffinagecapaciteit is, waardoor er producttankers met benzine vanuit Rotterdam naar de USA moeten varen. Want de raffinaderijen in Rotterdam en Antwerpen zijn er niet voor lokaal gebruik. Ze liggen aan havens waar de grootste producttankers kunnen komen. Wat heel opvallend is, is dat pomphouders hun klanten voor een liter witte diesel in Nederland 86 cent berekenen, in Zwitserland omgerekend 83 cent, in Duitsland 68 cent en in Noorwegen 111 cent. Dit verschil heeft alles te maken met hoeveel maatschappijen in een land olieproducten aanbieden en of ze onderling tot prijsafspraken zijn gekomen. Zo is de Zwitserse prijs heel laag voor de lange transportweg door Duitsland vanaf Rotterdam. De lage prijs in Duitsland is ontstaan door de aanwezigheid van grote raffinaderijen in Duitsland, die niet in eigendom zijn van de grote oliemaatschappijen (bv. VEBA en BASF). Slechts een deel van de pompen langs de weg zijn eigendom van oliemaatschappijen, die er dan zetbaasjes in hebben staan. Een ander deel van de pompstations zijn eigendom van particulieren, die via een contract vastzitten aan de oliemaatschappij, die hen als groothandelaar levert. Stunten kunnen pomphouders alleen met snoep, blikjes, bloemen en wat ze maar willen, behalve brandstof. Shell Verkoop Nederland bepaalt in Nederland de prijs. Dit is ook in het belang van de concurrenten, en daar zijn ze allemaal (BP, Texaco, Total-Fina en Exxon) heel tevreden over. Zo proberen ze het rendement op hun vermogen in raffinaderijen op 15% te brengen. Dat is het gemeenschappelijk belang van al deze concurrenten. Of daarbij klanten in Nederland duurder uit zijn dan in Duitsland, is niet hun probleem. 2: winning Niet alle ruwe olie is even goed te gebruiken voor raffinage. Olie uit Saoedi-Arabië, Irak en Libië heeft vaak weinig bewerking nodig. Dit is ook het geval bij olie uit het Brentveld: uit onze eigen Noordzee. De kwalitieit van dit soort olie is hoog, en heeft afgelopen jaar herhaaldelijk per vat opgebracht. Niet overal komt ruwe olie even makkelijk de grond uit. De winning kost in Saoedi-Arabië slechts,50 per vat. Op de Noordzee kost het ongeveer,-. Het gevolg is dat in de jaren dat de ruwe olieprijs bij of onder,- lag, er op de Noordzee door de oliemaatschappijen niet meer in winning geïnvesteerd werd, want ze verdienden er bij die wereldprijs niet aan. Veel scheepswerven en andere ondersteuningsbedrijven in Noorwegen en Schotland zijn daar als toeleveranciers toen aan kapot gegaan. Het verschil tussen de wereldmarktprijs voor ruwe olie van en de winningskosten van,5 is precies wat een oliemaatschappij in Libië verdient. En het verschil tussen en is wat een oliemaatschappij op de Noordzee minimaal verdient. We hebben het hierboven alleen over de winning in Libië en in de Noordzee, maar de winning van ruwe olie gebeurt natuurlijk over de hele wereld door wereldwijd opererende oliemaatschappijen. Daarvoor dragen ze een wisselend percentage van de prijs voor ruwe olie op de wereldmarkt af aan de plaatselijke regering. Royalties heten dat. https://www.scholieren.com/verslag/19968 Pagina 2 van 9

3: transport Het vervoer van olie is niet spectaculair. Vervoer is wel nodig, want oliemaatschappijen doen aan politieke risico spreiding. Ze zullen dus het liefst geen olie raffineren in hetzelfde land als waar ze het winnen. Een raffinaderij is ook nog eens een hele grote kapitaalinvestering. Die komt dus alleen in landen voor waar het politieke klimaat voor de oliemaatschappij erg gunstig is. Daarom varen er olietankers die zo'n 200.000 tot 400.000 ton ruwe olie in een keer meenemen. De oliemaatschappijen zijn zelf slechts deels eigenaar van dit transport, ze huren deels namelijk vreemde schepen in voor hun transport. De tankers waarin de olie wordt vervoerd worden niet altijd gebruikt voor transport: de grootste truc met tankers is om ze juist niet te gebruiken voor transport, maar ze een tijdje zoek te maken op zee à als er veel tankers zoek zijn, dan zal de wereldmarktprijs van olie stijgenà olie kan duurder worden verkocht à meer winst voor de olieraffinaderijen. BESCHRIJVING 1 Januari 2003: Toen werd door de Organisatie van Petroleum Exporterende Landen (OPEC) de eerste spoedvergadering belegd over de hoge stijging van de olieprijs. De olieprijs steeg tot bijna 30 dollar; sinds de vorige vergadering minder dan een maand geleden is de prijs 11% hoger. In Maart 2003, is na topoverleg tussen Bush, Blair en Aznar is de prijs per vat met maarliefst $ 1,25 dollar per vat gestegen. Het is dus duidelijk dat de stijging en/of daling van de olie prijs sterk verband houd met de oorlog in Irak. Zo schommelt de olieprijs de hele tijd tussen dalingen en stijgingen. Olieprijs stijgt In de aanloop naar de oorlog tegen Irak is de prijs van een vat olie namelijk al flink opgelopen, want door onzekerheid stijgt de prijs. Hoge olieprijzen zijn slecht voor de wereldeconomie. Het drijft de kosten op voor bedrijven die olie in hun producten verwerken. Voor consumenten worden de goederen duurder, met inflatie als gevolg. Als we kijken naar de olieprijs die over het algemeen wordt aangenomen is een prijs van 24 tot 28 dollar per vat olie van 159 liter, goed is voor de economie. Maar vooruitlopend op deze oorlog steeg de prijs al naar een niveau boven de 30 dollar. De angst is groot dat nu de oorlog is begonnen, de prijs verder wordt opgedreven naar 40 dollar per vat. Olie als oorlogsbuit? Dus zo op het eerste gezicht is een oorlog slecht voor de grootverbruikers van olie. https://www.scholieren.com/verslag/19968 Pagina 3 van 9

De Verenigde Staten zijn grootverbruikers. De grootste economie ter wereld haalt meer dan de helft van haar olie uit het buitenland. Maar dat negatieve effect geldt waarschijnlijk alleen voor de korte termijn. Op de langere termijn weten de Verenigde Staten er misschien juist van te profiteren en wordt olie de Amerikaanse oorlogsbuit. Irak is nu nog een relatief kleine leverancier van ruwe olie: tot het moment dat de oorlog uitbrak gemiddeld 2,7 miljoen vaten per dag. Ter vergelijking: op de wereldmarkt gaan dagelijks zo'n 80 miljoen vaten om. Toch is de rol van Irak als olieleverancier van groter belang dan zo op het eerste gezicht lijkt. Het land beschikt over gigantische voorraden, mogelijk de grootste voorraad ter wereld. Bovendien is de Irakese olie van hoge kwaliteit en is de oliewinning vrij goedkoop omdat het dicht onder het oppervlak zit. De Olie uit Irak is op dit moment niet nodig, maar op de middellange en lange termijn is Irak als leverancier niet meer weg te denken. Het valt echter nog te bezien of de VS straks het eerste recht hebben om hun positie uit te bouwen. Veel hangt af van hoe de oorlog verder zal verlopen. En er zijn zeker meer gegadigden, zoals Rusland dat nu al gigantische contracten heeft gesloten met Irak, maar ook China, Spanje, Italië en Frankrijk. De olie-installaties in Irak moeten dringend worden gemoderniseerd. Tijdens de vorige Golfoorlog is er veel vernield en er is weinig hersteld. Er moet dus veel gebeuren voordat Irak weer op grote schaal olie kan gaan exporteren. Conclusie Kortom, de beschrijving van hoe het probleem ontstaan is, houdt best een nauw verband met de oorlog in Irak die momenteel gaande was/is. Daar zijn de problemen wat betreft de sterk stijgende olieprijzen ontstaan (import van olie uit irak wordt moeilijker --> minder aanbod --> hogere prijs voor olie). Aangezien Irak een van de grootse leveranciers zal zijn in de toekomst op het gebied van olie, zullen vrijwel alle landen lijden onder het feit dat de import moeilijker wordt. Ook Nederland wordt hierdoor getroffen, met als gevolg onstabiele olieprijzen. Ontstaan situatie Vanwaar deze hoge olieprijzen? Er zijn meerdere redenen te noemen voor de prijzen van vandaag. Allereerst de oliecrisis van 1973. In 1973 was er een wereldwijd tekort aan aardolie. Dit werd veroorzaakt door een aantal acties van de Arabische producerende landen. Deze waren gericht tegen het westen. De reden hiervoor was de Yom Kippur oorlog. Ze verhoogden de olieprijs met 70% en verminderden de olieproductie elke maand met 5%. In veel landen ontstond binnen een paar weken een olietekort, wat grote gevolgen had voor de economie. Als maatregel werden in Nederland autoloze zondagen ingevoerd. Ook werd de benzine gerantsoeneerd. Veel landen kregen te maken met een stijging van de staatsschuld. Nederland werd bijv. op de kosten gejaagd door de groeiende https://www.scholieren.com/verslag/19968 Pagina 4 van 9

werkloosheid. Ook steunde de overheid veel noodlijdende bedrijven om in ieder geval de mensen aan het werk te houden. Het westen wilde maatregelen treffen om de macht van OPEC te breken. Er werd meer geld in onderzoek gestoken naar alternatieve energie. Ook hebben de westerse landen na de crisis geïnvesteerd in de opslag van grotere olievoorraden, zodat bij een nieuwe crisis ze in ieder geval een tijd vooruit konden zonder olie te importeren. Tegelijkertijd startten ze een markt voor olieproducten op, waar voortaan de prijzen van de ruwe olie zouden bepaald worden. De prijs wordt dus nu bepaald door de markt. Op dit moment zijn er 5 grote multinationals die bijna de volledige oliemarkt beheersen, namelijk: Exxon mobil Shell Chevron Texaco Total De multinationals beheersen steeds meer de keten van olie- en gasproductie. Dat wil zeggen, niet alleen de raffinaderijen en het bodemonderzoek maar ook het transport en kleinhandel. Ze verdienen hier miljarden aan. Netto winsten Eerste semester 2004 1.Exxon-Mobil 11,23 miljard $ 2.Shell 8,66 miljard $ 3.BP 8,62 miljard $ 4.Chevron Texaco 6,69 miljard $ 5.Total 4,92 miljard $ TOTAAL 40,12 miljard $ De oliemultinationals bepalen de prijs dmv de grootte van hun productie. Als de prijs volgens hen te laag is verminderen ze de productie om zo de prijs op te krikken. Een andere reden voor de hoge prijs van olie zijn de voorraden. Het verbruik van olie is zeker toegenomen. De olie exploitatie is op alle continenten toegenomen. Maar er is weinig flexibiliteit. Het enige land dat zijn productie echt kan aanpassen is Saudi- Arabië. Het aanbod kan de vraag niet volgen. Dit komt onder meer doordat de laatste 10 jaar te weinig is geïnvesteerd. Er zijn wel oliereserves aanwezig, maar er is geen infrastructuur om ze op te pompen en te raffineren. Productie Reserves Midden-Oosten 29,6 % 63,3 % Europa + Eurazië 22,1 % 9,2 % https://www.scholieren.com/verslag/19968 Pagina 5 van 9

Noord-Amerika 18,2 % 5,5 % Oorlogen De Verenigde Staten proberen zoveel mogelijk olielanden onder hun controle te krijgen. Denk aan de oorlog in Irak, de poging tot staatsgreep in Venezuela, de opmars van de Verenigde Staten op het Afrikaanse continent, de Amerikaanse steun voor de separatisten in Tsjetsjenië. Al deze oorlogen brengen onrust op de markt. Dit zorgt ook weer voor een verhoogde olieprijs. Oorlogen zijn ook heel duur en verspillend. Want een F-16 verbruikt op 1 uur tweemaal zoveel brandstof als een gemiddelde Nederlander met een gemiddelde auto gedurende 1 jaar! De overheid helpt ook mee aan de hoge prijs. Alles wat er op de oliemarkt gebeurd heeft ook duidelijke gevolgen voor de consument. De consument merkt het het meest aan de benzineprijzen. Maar als we kijken naar de verdeling van de prijs van benzine volgens Economische Zaken, bestaat het overgrote deel van de prijs uit belastingen en accijnzen. Dit zijn heffingen van de overheid. We zullen hier later dieper op in gaan. Bijlage: Yom Kippur oorlog De OPEC staat voor Organisation of Petroleum Exporting Countries. In het Nederlands wordt dit vertaald als Organisatie van Olie Exporterende Landen. OPEC bestaat uit elf landen die sterk van de olie-inkomsten afhankelijk zijn. OPEC vormt in feite een kartel dat de prijs van de olie bepaalt. De Arabische leden van de OPEC kondigden in 1973 maatregelen aan tegen het westen naar aanleiding van de Yom Kippur oorlog. Hierdoor ontstond de oliecrisis. Op 6 oktober 1973, dat jaar Jom Kippoer, de heiligste dag van de joodse kalender, deden Syrië en Egypte een gecoördineerde verrassingsaanval op Israël. Het gemobiliseerde aanvalsleger had, inclusief materieelreserve, een omvang vergelijkbaar met de organieke sterkte van de gezamenlijke parate NAVO-troepen die destijds in Duitsland gelegerd waren. Op de Golan hoogvlakte verdedigden zich 180 Israëlische tanks tegenover een overmacht van 1400 Syrische tanks; langs het Suezkanaal moesten minder dan 500 Israëlische manschappen in de Bar-Lev observatielinie het opnemen tegen 80.000 Egyptenaren. De eerste twee dagen moest Israël terrein prijsgeven, maar na het mobiliseren van de reserve dreef het land de aanvallers terug tot diep in Syrië en Egypte. Twee weken na het begin van de oorlog kwam de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in actie (resolutie 339) en voorkwam daarmee een verpletterende militaire nederlaag voor Egypte. Bij de Egyptisch-Syrische coalitie sneuvelden in totaal 35.000 soldaten, meer dan 15.000 raakten gewond, 8300 werden krijgsgevangen genomen. De Egyptische luchtmacht verloor 235 vliegtuigen en de Syrische 135. Aan de Israëlische zijde sneuvelden 2688 soldaten, raakten ongeveer 7000 gewond, 314 Israeliërs werden krijsgevangen genomen, en tientallen Israëliërs raakten zoek (17 zijn tot het jaar 2003 nog niet gevonden). Het Israëlische leger verloor 102 vliegtuigen en ongeveer 800 tanks. Hoewel het Israëlische leger uiteindelijk de overhand had, wordt de oorlog toch aan zowel Arabische als Israëlische https://www.scholieren.com/verslag/19968 Pagina 6 van 9

zijde meestal als een militaire nederlaag voor Israël aangevoeld. BELANG OLIEPRIJS VOOR BELEID VAN BEDRIJVEN & INSTANTIES Er zijn veel bedrijven en instanties die met de stijgende en dalende olieprijzen te maken hebben. Of deze bedrijven profiteren van de stijging en de daling, is natuurlijk erg verschillend. Wel hebben ze bijna allemaal hun beleid aangepast. We hebben een enkele voorbeelden daarvan opgezocht: - Door de stijgende prijs van vliegtuigbrandstof, zijn de prijzen van tickets wereldwijd verhoogd. De belangrijkste boosdoener hiervan is de VS. Zij hebben sinds de aanslagen van 11 september zichzelf verplicht om een nationale oliereserve van maar liefst 700 miljoen vaten te hebben. Zolang de Amerikanen niet meer olie vrijgeven en andere olielanden hun productie niet verhogen, zullen steeds meer luchtvaartmaatschappijen hun prijzen van de tickets moeten verhogen. - Omdat niemand de toekomstige beweging van de olieprijs kan voorspellen, vinden de meeste Nederlandse winningsmaatschappijen het echter te riskant om nu te gaan boren. Hier wreekt zich het feit dat de laatste jaren veel grote buitenlandse oliemaatschappijen zoals Statoil, Chevron, BP, Occidental, en Conoco, uit Nederland zijn vertrokken. Het ministerie van Economische Zaken ziet dit niet als een probleem, want hun activiteiten zijn overgenomen door kleinere oliemaatschappijen die vaak efficiënter en innovatiever opereren. Vooral Clyde Petroleum wordt daarbij vaak als voorbeeld genoemd. "Wij zijn maar in een paar landen actief", licht directeur LeGrow van Clyde toe. "Voor ons staat er hier dus relatief meer op het spel dan voor een grotere oliemaatschappij. Wij zullen dus alles proberen om hier winstgevend te produceren." - Anders dan de NAM, Elf Petroland en Wintershall, een dochter van de Duitse chemie-gigant BASF, hebben veel oliemaatschappijen die nu in Nederland actief zijn geen kapitaalkrachtig moederbedrijf achter zich staan. Zelfs het op beperkte schaal doorgaan met boren, terwijl je het risico loopt dat je die kosten vanwege de lage olieprijs niet zult kunnen terugverdienen, is voor deze bedrijven daarom te riskant. Dat betekent dat overal de exploratie-activiteiten sterk gereduceerd worden, en in de kosten wordt gesnoeid. Eerst vliegen de toeleveranciers eruit, en pas als het niet anders kan de vaste medewerkers. - Statoil is een olieoncern uit Noorwegen. Zij profiteerden dit jaar flink van de stijging van de olieprijzen. De nettowinst steeg dit jaar met maar liefst 36 procent en de omzet groeide 32 procent! MOET DE REGERING INGRIJPEN? De olieprijzen die worden gehandhaafd in een land, zijn van grote waarde voor de samenleving: bijna iedereen verbruikt op een bepaalde manier olie, omdat olie in erg veel producten is verwerkt. We kunnen dus zeggen dat een goede prijsbepaling van olie erg belangrijk is. Olieprijzen blijven natuurlijk niet op een constant prijsniveau, het kan zo zijn dat de prijzen van olie onverwachts erg hoog komen te liggen. Dit kan dan verschillende oorzaken hebben (bijv. oorlog,weinig olievoorraad in een bepaald gebied). Een hoge olieprijs heeft negatieve (economische) gevolgen voor de bevolking. Voorbeelden hiervan zijn: https://www.scholieren.com/verslag/19968 Pagina 7 van 9

hogere kosten stijgende inflatie minder koopkracht Het is dus belangrijk voor de regering van Nederland, dat zij proberen om de olieprijs (en tegelijkertijd dus de prijs van vele andere producten) laag te houden, en niet zorgen dat de olieprijs wordt opgedreven, om op deze manier de vervelende gevolgen die hierboven staan te voorkomen. Maar wordt dit ook gedaan door de Nederlandse regering? Een van de producten die van (aard)olie worden gemaakt, is benzine. Aangezien de regering zich erg bezig houdt met de prijsbepaling van dit product, hebben we deze als voorbeeld genomen: Toen in september 2000 een liter benzine Euro 95 loodvrij f 2,70 kostte aan de pomp, ging f 1,75 daarvan naar de Staat door accijns en BTW heffing. Er bleef slechts 95 cent bij de pomphouder, en die droeg op zijn beurt weer 90 tot 92 cent af aan zijn leverancier. Met de witte dieselolie voor het wegverkeer is het niet veel anders. Een liter kostte begin september 2000, f 1,97 en daarvan was f 1,11 voor de Staat en bleef 86 cent bij de pomphouder. Van wat er in Nederland voor de benzine wordt betaald, heeft 65% helemaal niets met de prijs van olie op de wereldmarkt te maken, maar alles met Haagse belastingpolitiek. Voor witte diesel gaat het om 57% van de prijs. De accijns op benzine is de laatste tien jaar verdubbeld. De accijns op witte diesel is in die tijd verviervoudigd(!) Doordat heffing op brandstof als een soort melkkoe wordt gezien door onze regering, werd in juni 1991 een kwartje extra heffing ingesteld op brandstof om op deze manier de staatsschuld van Nederland terug te dringen. Inmiddels is die staatsschuld door de opbrengst van de vele privatiseringen en de gestage economische groei snel afgenomen. Het kwartje heffing is echter wel gebleven. Om een idee te geven van de omvang van de staatsinkomsten door heffingen op brandstof: in 1999 inde de Staat aan accijns en BTW op benzine en diesel f11.500 miljoen. We kunnen zeggen dat de Nederlandse regering alleen maar baat heeft bij een stijging van de prijs voor olie, aangezien zij dan nog meer belasting kunnen heffen. Een prijsverhoging van per vat, betekent voor de Staat een kleine f 1000 miljoen extra inkomsten uit royalties op gaswinning, accijns en BTW. We kunnen dus concluderen dat hogere olieprijzen voor de regering alleen maar gunstiger zijn, omdat ze hierdoor simpelweg meer inkomsten hebben. Voor de bevolking zelf geldt, hoe hoger de olieprijzen zijn, des te meer worden zij benadeeld. Ook is er bij een stijgende olieprijs steeds meer kans dat de negatieve gevolgen zoals die op de vorige pagina staan, zich zullen voltrekken. Het is dus zaak dat de regering een olieprijs opstelt, waarop de regering wel voldoende belasting kan heffen, om vervolgens dat geld weer uit te geven aan andere doeleinden (gebruik van brandstof is schadelijk voor het milieu, en https://www.scholieren.com/verslag/19968 Pagina 8 van 9

brandstof moet daarom wel financieel belast worden). Maar er moet tevens worden gezorgd dat de regering de olieprijzen niet te veel laat stijgen, om een aantal negatieve gevolgen van olieprijsstijging te voorkomen. Het zal altijd moeilijk blijven om deze prijs precies te bepalen, omdat je rekening moet houden met twee belanghebbenden. Uiteindelijk is de regering toch degene die de meeste invloed kan uitoefenen op de prijsbepaling, en zij zal de hoogte van de prijs niet snel laten dalen mits de overheidsuitgaven aanzienlijk kleiner zullen worden en/of als de staatsschuld op een gewenst niveau is. BRONNEN http://www.asponews.nl/ http://www.energie.nl/ http://www.financenetwerk.nl/financesite/news.php?page=news&newsid=248 http://home2.pi.be/rv100081/info/trends/olieprijzen.htm http://www.lsp-mas.be/lsp/archief/2004/08/21/olie.html http://memo.malmberg.nl/secure/nieuws/k20010/olie.htm http://www.nrc.nl/ http://www.nu.nl/news.jsp?n=319577&c=31 http://www.ptb.be/ http://www.rtl.nl/financien/rtlz/koersen http://www.tijd.be/ http://nl.wikipedia.org/wiki/hoofdpagina/ https://www.scholieren.com/verslag/19968 Pagina 9 van 9