HOOFDSTUK 4 Invoer 1 BASISBEGRIPPEN. 1.1 Het Enig Document



Vergelijkbare documenten
(de bank/borgmaatschappijen hebben de keuze of zij enkel het totaalbedrag opnemen of dat zij dit uitsplitsen per douaneregeling/vergunning)

Kopen in het buitenland: vrijstellingen voor reizigers Federale Overheidsdienst FINANCIEN

De bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters

Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

CIRCULAIRE AAFISC Nr.25 /2013

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

2 Levering van goederen

CIRCULAIRE AOIF nr. 3/2010 DIENSTEN. Belastbaar feit. Inhoudstafel

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

Federale Overheidsdienst FINANCIEN

BTW BIJ IN- en UITVOER. Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

'Vooraf erkend persoon' : (soms) ontheven van zijn hoofdelijkheid

Uw bericht van Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) D.C

Mededeling nr. 18. Kolenbelasting. Douane Belastingdienst

Wijziging van de declaratieve btw-verplichtingen met ingang van 1 januari 2010

De nieuwe btw- regels Factuur

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Hoe een btw- vraagstuk oplossen?

5814/17 CS/bb DGG 3B. Raad van de Europese Unie. Brussel, 16 februari 2017 (OR. en) 5814/17. Interinstitutioneel dossier: 2016/0330 (NLE) UD 16 SPG 7

Beslissing ET van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen

Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven

INHOUDSOPGAVE. Lijst van afkortingen / XIII. Inleiding / XV

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN

BTW EN INTERNATIONALE OPTREDENS

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar.

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

Tarieven Europa: staffel 1

TRACTATENBLAD VAN HET

De invloed van de btw op uw werkkapitaal

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE


Federale Overheidsdienst FINANCIEN

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank

Niet-binnenlandse handelingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

TRACTATENBLAD VAN HET

BIJLAGE BIJLAGE VIII

Geconsolideerde versie van het Btw-Wetboek en het koninklijk besluit nr. 1. Btw-Wetboek

Onderzoek gunstige prijsligging.

Niet-binnenlandse handelingen

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

D.I Omdeling door de gewestelijke directeurs aan:

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN INLEIDING...1

Nieuwsbrief Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

Speaking Notes. e-invoicing: Juridisch luik

Algemene inhoud. Belgische wetgeving. Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde. Koninklijke besluiten

Inhoudsopgave BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE. BTW-Wetboek. Uitvoeringsbesluiten. Inhoudsopgave

Overzicht. 1. Wat is BTW?

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

~ :-.~? 'J~ ~ Vlaamse Regering. DE VLAAMSE MINISTER VAN WEL2;IJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZI1ir

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PROTOCOL. Zijn het volgende overeen gekomen:

BIJLAGE. bij het Gewijzigd voorstel. voor een Besluit van de Raad

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Administratieve verplichtingen. Marja van den Oetelaar

Aan al de ambtenaren van de sector BTW en DB

TIPS. Internationaal zaken doen en BTW (deel 2)

Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari Art. 4. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Datum van inontvangstneming : 16/02/2018

Tarieven Europa: staffel 1

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Regionale werkgroep van het Nationaal Forum 9 mei 2017

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Data Only Tarieven en voorwaarden

2 Leveringen van goederen naar

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2008 (22.09) (OR. fr) 12940/08 LIMITE FISC 112


BTW Pakket. Accountemps Maart Bart Beheydt BDO Belastingconsulenten. BTW pakket Page 1

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1988 Nr. 49

INHOUD DEEL I TECHNISCHE UITLEG... 8 I. WETTELIJKE BEPALINGEN... 9 II. ALGEMENE BEPALINGEN... 10

Gebruikershandleiding DHL Express Export zending

Circulaire nota. DE VERSCHILLENDE DOCUMENTEN VOOR VRIJSTELLING VAN B.T.W. (28 augustus 2013)

HRo - Omzetbelasting -- Deel 6

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

14072/14 roe/lep/hh DG C 1

Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad, tot vaststelling van het communautair douanewetboek (CDW) Titel I. Algemene bepalingen

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. R S Z Kwartaal:

HRo - Omzetbelasting -- Deel 6

BASISREGELING TERUGKERENDE GOEDEREN ALLE SECTOREN

NIEUWE BTW FACTURATIERICHTLIJN

Belastingwijzer btw. Ragheno Business Park

Algemene administratie van de DOUANE en ACCIJNZEN

Transcriptie:

Almanak BTW 2015.book Page 123 Thursday, April 9, 2015 5:08 PM 1 BASISBEGRIPPEN 1.1 Het Enig Document Het Enig Document, dat vóór 1 januari 1993 als basisdocument werd gebruikt voor de in- en uitvoer van goederen, de landen van de EEG inbegrepen, wordt vanaf vermelde datum gebruikt voor de in- en uitvoer van goederen in en uit het fiscaal grondgebied van de Gemeenschap (wijziging in de noties in- en uitvoer van goederen). In algemene zin moet bij invoer van goederen in België een aangifte voor het in verbruik stellen van die goederen worden gedaan op een douanekantoor. De aangifte moet gebeuren op een formulier Enig Document. Samen met de aangifte moet in principe een kopiefactuur betreffende de ingevoerde goederen worden ingediend. De wijze waarop het Enig Document moet worden ingevuld en gebruikt, wordt omstandig omschreven in de Instructie Enig Document 1999 (D.I. 530.11) van de Administratie der douane en accijnzen, ter beschikking op www.fisconetplus.be. De douanediensten zijn thans overgegaan tot een paperless -administratie (PLDA-aangiftesysteem), waardoor de aanwending van het Enig Document als bewijsmiddel een andere toepassing krijgt. Voor de nieuwe opstelling van het Enig Document en de verdere evolutie in de paperless -douaneadministratie wordt verwezen naar de website van de Administratie www.fiscus.fgov.be en de helpdesk plda.helpdesk@minfin.fed.be. Om aangiften via PLDA te kunnen insturen, moet de betrokken aangever daartoe voorafgaandelijk geregistreerd worden door de Administratie der douane en accijnzen. Een PLDA-aangifte wordt op elektronische wijze met gebruikmaking van het PLDA-systeem ingezonden naar het enig kantoor der douane en accijnzen. Dit bericht moet door elektronische ondertekening door de aangever authentiek gemaakt worden. De Administratie der douane en accijnzen heeft twee manieren voorzien om douaneaangiften elektronisch in te zenden: ofwel via de PLDA-informaticatoepassing die op de computer van de aangever is geïnstalleerd, wat toelaat de gegevens op gestructureerde wijze (EDI) tussen de Administratie en de aangever uit te wisselen, ofwel via de applicatie van de PLDA-informaticatoepassing die zich op de server van de douane bevindt (PLDA-web). Dit verschil in gebruik heeft gevolgen voor de wijze waarop de aanvaarde aangifte aan de aangever wordt toegestuurd. De goederen zelf moeten worden aangeboden op het bevoegde hulpkantoor van het enige kantoor. De aangifte wordt voor douanedoeleinden geacht te zijn ingediend op laatstgenoemd kantoor. Bij de aanvaarding van de aangifte wordt dat hulpkantoor dan ook vermeld in vak A van dat document. Wat betreft de aftrek van de btw geheven van de invoer van goederen, voorziet artikel 18 van Verordening 1777/2005 van 17 oktober 2005 dat de lidstaten de aftrek moeten toestaan wanneer die lidstaat een elektronisch systeem voor het vervullen van douaneformaliteiten toepast. Aftrek van Belgische btw is bijgevolg principieel mogelijk op grond van een PLDA-aangifte ten verbruik wanneer die op de voorziene wijze werd aanvaard. De douanewetgeving is gesteund op communautaire wettelijke bepalingen opgenomen in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 (PB. EG, L 302 van 19 oktober 1992) en Verordening (EEG) nr. 2454/ 93 van de Commissie van 2 juli 1993 (PB. EG, L 253 van 11 oktober 1993). Deze verordeningen zijn rechtstreeks bindend voor alle lidstaten van de Europese Unie. De waarde die als maatstaf van heffing voor de invoerrechten wordt genomen is in principe de aankoopprijs, vermeerderd met alle kosten (bijvoorbeeld commissielonen, verpakkosten, kosten van vervoer en van verzekering) tot op de plaats van binnenkomen in het douanegebied van de Europese Unie. Bij invoer is eveneens btw verschuldigd. De maatstaf van heffing is de douanewaarde vermeerderd met de invoerrechten en alle kosten (bijvoorbeeld rechten, belastingen, taksen en heffingen, kosten van douaneformaliteiten, kosten van vervoer en van verzekering in België) tot de plaats van levering. De invoerrechten en de btw zijn in principe opvorderbaar op het ogenblik van de aangifte van de goederen. Bij invoer van sommige goederen is een invoervergunning vereist. Het Enig Document wordt gebruikt bij elk goederenvervoer waarvoor een schriftelijke aangifte vereist is, uitgezonderd in de volgende vier gevallen: 1. goederen die vervoerd worden onder dekking van een internationaal document (carnet T.I.R., carnet A.T.A., vrachtbrieven, vrijstellingsdocumenten enz.); 123

Almanak BTW 2015.book Page 124 Thursday, April 9, 2015 5:08 PM 2. diplomatieke vrijstellingen (formulieren 136 F); 3. vereenvoudigde procedures bij invoer, uitvoer en doorvoer (voorlopige aangifte, afgifte van kopie van factuur enz.); Exemplaar 1 Exemplaar 2 Exemplaar 3 Exemplaar 4 Exemplaar 5 Exemplaar 6 Exemplaar 7 Exemplaar 8 Nummer 4. vervoer van goederen onder het accijnsstelsel (Benelux 40, begeleidingsdocument). Het formulier Enig Document omvat acht exemplaren. Bestemming Exemplaar voor het land van uitvoer/verzending Statistiek-exemplaar land van uitvoer/verzending Exemplaar voor de uitvoerder/verzender Exemplaar voor het kantoor van bestemming Exemplaar van terugzending communautair vervoer Exemplaar voor het land van bestemming Exemplaar voor de statistiek land van bestemming Exemplaar voor de bestemmeling Het Enig Document wordt bijgevolg aangewend naargelang de goederenbewegingen waarvoor het dienstig is: de exemplaren 1, 2 en 3 worden gebruikt bij de uitvoer van goederen; de exemplaren 1, 4, 5 en 7 worden gebruikt bij doorvoer; de exemplaren 6, 7 en 8 worden gebruikt bij de invoer van goederen. Op het Enig Document moet de juiste beschrijving van de ingevoerde goederen voorkomen (rubriek 31: beschrijving van de goederen). Voor de toepassing van de btw wordt onder goederen verstaan de lichamelijke goederen. Bijgevolg is de btw niet toepasselijk op de invoer van goederen die niet als lichamelijke goederen worden aangemerkt, zoals kredietbrieven of rentebrieven, aandelen of obligaties van vennootschappen. Bovendien stelt artikel 36 van het KB nr. 7 van 29 december 1992, met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de btw, een vrijstelling in voor de invoer van bepaalde lichamelijke goederen zoals: publicaties van buitenlandse regeringen en publicaties van internationale, officiële instellingen die bestemd zijn om gratis te worden verspreid; drukwerk van officiële aard dat aan de centrale banken van de lidstaten wordt gezonden; rapporten, verslagen, inlichtingenbladen, prospectussen, inschrijvingsformulieren en andere documenten die zijn opgesteld door maatschappijen die in een derde land of in een derdelandsgebied zijn gevestigd en bestemd zijn voor houders van of inschrijvers op door deze maatschappijen uitgegeven effecten. Alle bepalingen die inzake invoer in het W.Btw en in de ter uitvoering ervan genomen besluiten zijn opgenomen, zijn toepasselijk op de btw-eenheid. De btw-eenheid wordt als één enkele belastingplichtige aangemerkt, zowel vanuit het oogpunt van de goederen die haar door derden worden geleverd, als vanuit het oogpunt van de levering van goederen tussen haar leden onderling. Daaruit volgt onder meer dat de invoer van goederen verricht door een lid, geacht wordt door de btw-eenheid zelf te zijn verwezenlijkt, ongeacht of die invoer plaatsvindt naar aanleiding van een aankoop bij derden of bij andere leden, dan wel voortvloeit uit een overbrenging van goederen uit een inrichting die een van de leden buiten de Gemeenschap heeft. Die btw-eenheid moet derhalve worden aangemerkt als geadresseerde voor de invoeren die in België worden verricht door een lid, die als geadresseerde van de ingevoerde goederen zou worden aangemerkt, mocht het niet tot die eenheid zijn toegetreden. In vak 8 van het Enig Document moet het individueel btw-identificatienummer, de naam en het adres worden vermeld waaronder het lid is geregistreerd dat de invoer verricht of voor wiens rekening de invoer wordt verricht. De geadresseerde is schuldenaar van de btw bij invoer, zijnde de btw-eenheid, voor de invoeren verricht door een lid van de eenheid. 1.2 Bewaren in- en uitvoeraangiften Principieel moeten btw-belastingplichtigen die goederen invoeren in België in het bezit zijn van een origineel invoerdocument, geviseerd door de Douaneadministratie, teneinde hun recht op aftrek te kunnen uitoefenen. Vermits douane-expeditieurs vanaf 4 februari 2008 de douaneaangiften moeten opmaken en indienen via het PLDA-systeem, zal er geen origineel invoer- of uitvoerdocument meer bestaan. 124

Almanak BTW 2015.book Page 125 Thursday, April 9, 2015 5:08 PM De belastingplichtige kan kiezen: 1 Ofwel bewaart hij een elektronische versie van het PLDA-document, samen met de digitale handtekening van de verzender en het certificaat waarop die handtekening is gebaseerd. Ofwel wordt een afdruk van het elektronisch document bewaard. Bij die bewaarmethode is het niet toegestaan de afdrukken in te scannen om ze vervolgens alleen in die digitale vorm te bewaren. De papieren afdruk moet dan mee bewaard worden. Douane-expediteurs zullen hun klanten in het bezit moeten stellen van de digitale douaneaangiften en/of een papieren afdruk ervan. Bij digitale bewaring zal de btw-belastingplichtige de PLDA-documenten met de digitale handtekening en het certificaat moeten bewaren op een informaticadrager naar keuze. Bij een eventuele controle moeten die documenten digitaal worden voorgelegd. Wanneer men voor het vervullen van de douaneformaliteiten nog geen gebruik moet maken van het PLDA-systeem, zullen de gegevens met betrekking tot de in- en uitvoer die op de papieren aangifte zijn vermeld, door de Douaneadministratie ingegeven worden in het PLDA-systeem. Vervolgens zal aan de aangever een papieren afdruk uit het PLDA-systeem worden afgeleverd die voor btw-doeleinden bewaard zal moeten worden als bewijs van de aanvaarde aangifte. De bewaartermijn is zeven kalenderjaren te rekenen vanaf de eerste dag van het jaar volgend op hun datum. 1.3 Invoer Zie artikel 23, 1, van het W.Btw Onder invoer van een goed moet worden verstaan: 1. het binnenkomen in de Gemeenschap van een goed dat niet voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 9 en 10 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap of dat, als het onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal valt, zich niet in het vrije verkeer bevindt; 2. het binnenkomen in de Gemeenschap van een goed, afkomstig uit Ceuta, Melilla, de Canarische Eilanden, de overzeese departementen van Frankrijk, de Berg Athos, de Kanaaleilanden, Gibralter, Livigno, Campione d Italia, de nationale wateren van het meer van Lugano, het eiland Helgoland, het grondgebied van Büsingen. Deze gebieden zijn uitgesloten van de EEGlidstaten op het stuk van de btw. 1.4 Btw-gebied België Bulgarije Cyprus Lidstaten Met inbegrip van... Met uitzondering van... Akrotiri en Dhekelia, zijnde de zones die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk vallen De zones van Cyprus die niet onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk vallen Denemarken 1. Faeröer-eilanden 2. Groenland Duitsland 1. Helgoland 2. Büsingen Estland Finland De Åland-eilanden Frankrijk Monaco De overzeese departementen (Guyana en de eilanden Guadeloupe, Martinique en Réunion) Griekenland De berg Athos Groot-Brittannië + Noord-Ierland 1. De Kanaaleilanden Gibraltar 2. Het eiland Man Hongarije Ierland Italië San Marino 1. Livigno 2. Campione d Italia 3. Nationale wateren van het meer van Lugano Letland 1. Zie bericht Btw-administratie nr. 08/04-04. 125

Almanak BTW 2015.book Page 126 Thursday, April 9, 2015 5:08 PM Litouwen Luxemburg Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovakije Slovenië Spanje Tsjechië Zweden Lidstaten Met inbegrip van... Met uitzondering van... 1. Ceuta 2. Melilla 3. De Canarische eilanden We merken op dat het eiland Jersey, afhangend van de Britse kroon, deel uitmaakt van de Europese Unie in de mate dat Groot-Brittannië er de buitenlandse betrekkingen van bevestigt. Jersey bezit een bijzonder statuut, vermits artikel 26, 3, en artikel 27, d) van de Overeenkomst met betrekking tot de voorwaarden van aanhechting aan de Gemeenschap van Denemarken, Ierland en Groot-Brittannië-Noord-Ierland, respectievelijk artikel 299 van het EG- Verdrag en artikel 198 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Atoomenergiegemeenschap, een nieuwe paragraaf heeft toegevoegd die luidt als volgt: De beschikkingen van dit verdrag zijn slechts van toepassing op de Kanaaleilanden en op het eiland Man in de mate dat ze noodzakelijk zijn om het voorziene stelsel toe te passen voor deze eilanden, met betrekking tot de aanhechting van nieuwe lidstaten aan de Europese Unie en aan de Europese Atoomenergie, getekend op 22 januari 1972. Het bijzonder stelsel, voorzien voor de Kanaaleilanden en het eiland Man, is dit, ingesteld door het protocol nr. 3, bijgevoegd aan de aanhechtingsakte, die, volgens artikel 158 van vermelde overeenkomst, er integraal deel van uitmaakt. Met betrekking tot de btw maakt het eiland Jersey geen deel uit van het fiscale territorium, zoals gedefinieerd in artikel 3, 2, van de Zesde Richtlijn (vanaf 1 januari 2007: artikel 5 tot 8 van de Richtlijn 2006/112/EG). De ondernemingen van Jersey beschikken bijgevolg niet over een btwidentificatienummer van de Europese Unie. Toch maken de leveringen, verricht aan de Kanaaleilanden, een uitvoerverrichting uit, die vrijgesteld is ingevolge artikel 33 van vermelde Zesde Richtlijn (vanaf 1 januari 2007: artikel 278 tot 280 van de Richtlijn 2006/112/EG). 1 2 PLAATS VAN DE DOUANERING BEGRIP VAN VRIJE EN DUBBELE KEUZEMOGELIJKHEID Het begrip invoer is slechts toepasselijk op goederen afkomstig uit landen en gebieden die specifiek uit de territoriale werkingssfeer van de btw zijn uitgesloten. 2 Het binnenkomen van de goederen in de EU is in principe bepalend. De binnenkomst van de goederen gaat gepaard met het in het vrije verkeer en in het verbruik brengen. Zowel de invoerrechten als de btw dienen tegelijkertijd vereffend te worden, in principe in de lidstaat van binnenkomst van de goederen. De goederen die aldus in het vrije verkeer en in het verbruik worden gebracht zijn vervolgens in vrije omloop in de Gemeenschap. 3 1. Schriftelijke vraag nr. P-3620/02 van Wolfgang Ilgenfritz (Nl) aan de Commissie, 04.12.2002. 2. Cf. Memorie van Toelichting, Kamer, gewone zitting 1992-1993, 14.10.1992, p. 25. 3. Cf. Memorie van Toelichting, Kamer, gewone zitting 1992-1993, 14.10.1992, p. 25. 126

Almanak BTW 2015.book Page 127 Thursday, April 9, 2015 5:08 PM Uitzonderingen Niet in het verkeer gebrachte goederen (geplaatst onder een regeling van opschorting) Voorbeeld: tijdelijke invoer a, tijdelijke opslag, extern douanevervoer, actieve veredeling, douane-entrepots In het vrije verkeer gebrachte goederen en vervoerd onder dekking van een document voor intern communautair douanevervoer (T2) De invoer wordt verplaatst naar de lidstaat op het grondgebied waarvan het goed aan de opschortingsregeling wordt onttrokken b (= in het vrije verkeer gebracht) De invoer heeft plaats in de lidstaat op het grondgebied waarvan het goed aan die regeling wordt onttrokken c a Artikel 137 van het Communautair Douanewetboek PB. nr. L 302 van 19 oktober 1992. b Artikel 23, 4, van het W.Btw. c Artikel 23, 5, van het W.Btw. Het in het vrije verkeer brengen is het toekennen van het douanestatuut communautaire goederen aan niet-communautaire goederen waarbij een aantal formaliteiten bij invoer, alsmede de bepaling van de wettelijk verschuldigde invoerrechten, vervuld dienen te worden. De aangifte tot verbruik veronderstelt het vervullen van nationale formaliteiten, zoals betaling van eventuele accijnsrechten en de btw, voor niet-communautaire goederen. 1 3 VRIJGESTELDE INVOER IN HET KADER VAN HET OVERGANGSSTELSEL VRIJSTELLING INGESTELD BIJ ARTIKEL 40, 1, 1, D) VAN HET W.BTW hij gelijktijdig een levering van die goederen verricht die is vrijgesteld bij toepassing van artikel 39bis van het W.Btw (vrijgestelde intracommunautaire levering), is vrijgesteld. 2 De invoer van goederen, die in een bepaalde lidstaat worden binnengebracht, maar bestemd zijn voor een andere lidstaat, kan bijgevolg vrijgesteld worden. Deze vrijstelling kan ingeroepen worden bij een aangifte ten verbruik, zowel voor goederen die tegelijkertijd in het vrije verkeer worden gebracht als voor goederen in entrepot, andere dan douane-entrepot. 3.1 Basisvoorwaarden voor de vrijstelling De invoer van goederen, waarvoor de geadresseerde op het tijdstip van de aangifte voor het verbruik kan aantonen dat 1. Hoedanigheid van de bestemmeling Belastingplichtige, bij de btw geïdentificeerd 2. Hoedanigheid van de medecontractant van de bestemmeling Belastingplichtige of niet-belastingplichtige rechtspersoon, in een andere lidstaat voor btw-doeleinden geïdentificeerd 2bis. Bij overbrenging (geen medecontractant) Belastingplichtige zelf voor btw-doeleinden in een andere lidstaat geïdentificeerd 3. Verplichting voor de bestemmeling Bij de invoer tegelijkertijd een vrijgestelde intracommunautaire levering (bij toepassing van art. 39bis van het W.Btw) verrichten 4. Verplichting voor de medecontractant van de bestemmeling 4bis. Verplichting voor de belastingplichtige zelf (overbrenging) 5. Datum van het contract tussen de bestemmeling en zijn medecontractant dat de overdracht van de macht om als een eigenaar over het goed te kunnen beschikken vaststelt Een belastbare intracommunautaire verwerving in de lidstaat van aankomst verrichten Een met een belastbare intracommunautaire verwerving gelijkgestelde verwerving verrichten in de lidstaat van aankomst Vóór de aangifte ten verbruik Deze laatste voorwaarde geldt uiteraard niet bij een overbrenging zoals bedoeld in artikel 12bis van het W.Btw. Het artikel 39, 1 van het KB nr. 7 van 29 december 1992 werd vervangen waardoor de volgende aanvullende voor- 1. Memorie van Toelichting, Kamer, gewone zitting 1992-1993, 14.10.1992, p. 25. 2. Artikel 39, 1 lid, van het KB nr. 7. 127

Almanak BTW 2015.book Page 128 Thursday, April 9, 2015 5:08 PM waarden voor toepassing van de vrijstelling noodzakelijk worden: De aangifte voor verbruik moet, naast de andere verplichte vermeldingen, het btw-identificatienummer vermelden dat in een andere lidstaat werd toegekend aan de klant aan wie de goederen worden geleverd door de geadresseerde of het btw-identificatienummer, toegekend aan de geadresseerde in de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen. Wanneer de douaneverplichtingen inzake de aangifte van de goederen niet worden nageleefd, vindt de vrijstelling geen toepassing. Het recht op vrijstelling vervalt bijgevolg wanneer de goederen worden ingevoerd zonder aangifte bij de douane, maar ook wanneer de goederen aan het zicht van de douane worden onttrokken vooraleer ze worden vrijgegeven. Zo kan bv. de invoer in België naar aanleiding van een niet-aangezuiverde zending onder communautair transitverkeer (T1) niet genieten van bedoelde vrijstelling, zelfs al beschikt de invoerder over het btw-identificatienummer van zijn klant in een andere lidstaat en het vervoer buiten België kan aangetoond worden. De geadresseerde is op het ogenblik van de aangifte voor het verbruik gehouden, op vraag van de bevoegde autoriteiten, het bewijs te leveren dat de ingevoerde goederen bestemd zijn om vanuit België te worden vervoerd of verzonden naar een andere lidstaat. Dit bewijs kan worden geleverd door een geheel van overeenstemmende handelsstukken zoals bestelbons, betalingsstukken, vervoerfacturen en vervoercontracten, zoals voor elke vrijgestelde intracommunautaire levering. 1 Voorwaarde nr. 5 geldt uiteraard niet bij een overbrenging zoals bedoeld in artikel 12bis van het W.Btw. We kunnen nog vermelden dat de Administratie der douane en accijnzen toelaat dat de levering in de lidstaat van aankomst van de goederen geschiedt kort na de aangifte ten verbruik. 2 Daarenboven aanvaardt zelfde Administratie dat de goederen, vóór de levering, verzonden worden naar de winkels van de belastingplichtige teneinde aldaar verschillende handelingen voorafgaand aan de levering te ondergaan, zoals een nazicht van de kwaliteit van de goederen. 3.2 Vormvoorwaarden Het Enig Document (aangifte van verbruik) moet alle elementen, noodzakelijk voor de vrijstelling, vermelden. Daarom dient het Enig Document de volgende onderdelen te omvatten: in vak 8 betreffende de geadresseerde: het btw-identificatienummer van de in België gevestigde belastingplichtige (of dat van de aansprakelijke vertegenwoordiger) maar ook het btw-identificatienummer dat aan de verkrijger van de goederen werd toegekend door de lidstaat naar dewelke de goederen worden verzonden; 3 in vak 44 betreffende o.a. de vergunningen: de vermelding Vrijstelling van btw artikel 40, 1, 1, d van het W.Btw. 4 BELASTBAAR FEIT GELIJKTIJDIGHEIDSPRINCIPE Zie artikel 24 van het W.Btw. 4.1 Inleidend schema PRINCIPE Bij binnenkomst van de goederen in het grondgebied van de Gemeenschap, waar het intracommunautaire btw-systeem toepasselijk is AFWIJKING Als de goederen geplaatst worden onder een opschortende douaneregeling: op het tijdstip van de onttrekking aan die regeling De btw is verschuldigd op het ogenblik van de betaling van de communautaire rechten (gelijktijdigheidsprincipe). Ingevolge de harmonisatie van de fiscale en douaneprocedures voor de invoer van goederen afkomstig uit derde landen werd er niet alleen naar gestreefd de plaats maar ook het tijdstip van de belastingheffingen bij invoer in dezelfde lidstaat te situeren. Daartoe legt het aangepaste artikel 10, 3, van de Zesde Richtlijn (vanaf 1 januari 2007: artikel 70 en 71 van Richtlijn 2006/112/EG) de lidstaten de verplichting op om het belastbaar feit en de verschuldigdheid van de btw te laten samenvallen met het tijdstip waarop het belastbaar feit en het verschuldigd worden van de invoerrechten, landbouwheffingen of andere communautaire heffingen van gelijke werking, ontstaan. Het tijdstip van ontstaan van het belastbaar feit en van het verschuldigd worden van de communautaire rechten bij invoer worden bepaald overeenkomstig de criteria opgesomd in de artikelen 2 en 3 van de Verordening nr. 2144/87/EEG van de Raad van 13 juli 1987 inzake de douaneschuld. 1. Informaties en mededelingen, AOIF van 25.01.2011. 2. Cf. bijlage 1 van 18.01.1993 bij de Aanschrijving van 01.01.1993, nr. D.L. 1/16.950 C.D. 581.02 van de Administratie der Douane en Accijnzen. 3. Artikel 39, 2 lid van het KB nr. 7. 128

Almanak BTW 2015.book Page 129 Thursday, April 9, 2015 5:08 PM Bovendien dienen die douanebepalingen ook te worden toegepast wanneer de ingevoerde goederen om welke reden ook niet aan communautaire rechten onderworpen zijn. 1 De betaling geschiedt in principe aan de bevoegde ontvanger van het enig ontvangkantoor of van een hulpkantoor (indien de betaling in speciën is), die op het Enig Document een vermelding aanbrengt met het elektronisch systeem PLDA dat de Administratie der douane en accijnzen gebruikt om aangiften voor het verbruik te aanvaarden. Een van de navolgende vermeldingen wordt op de aangifte voor het verbruik aangebracht: 2 de vermelding contant betaald gevolgd door het totaalbedrag van de betaalde belastingen, wanneer de belasting contant wordt betaald; de vermelding uitstel van betaling gevolgd door het totaalbedrag van de betaalde belastingen, wanneer de betaling wordt uitgesteld met toepassing van artikel 5, 2, van het KB nr. 7 (douanevergunning). 4.2 Tijdstip van voldoening van de btw Het stelsel van de verlegging van de heffing bij invoer Wanneer de ingevoerde goederen worden aangegeven voor het verbruik op het tijdstip van de invoer, is de btw opeisbaar en dient te worden voldaan, in principe op het tijdstip van de aangifte. 3 Inzake btw kan men echter, mits aan de voorwaarden te voldoen, de bij invoer verschuldigde btw voldoen via de periodieke btw-aangifte, zodat bij de douane geen btw voldaan moet worden. Deze regeling wordt hierna uiteengezet. Principe Artikel 5, 3 van het KB nr. 7 van 29 december 1992 inzake de invoer van goederen machtigt de minister van Financiën of zijn afgevaardigde, aan belastingplichtigen die een periodieke btw-aangifte indienen, met uitsluiting van de belastingplichtigen bedoeld in artikel 55, 1, laatste lid van het W.Btw, een vergunning te verlenen om onder de daarin gestelde voorwaarden de wegens invoer verschuldigde btw niet te voldoen op het tijdstip van de aangifte ten verbruik, mits die btw als verschuldigde btw wordt opgenomen in de in te dienen periodieke aangifte. Er wordt bijgevolg een regeling ingesteld waarbij de betaling van de bij invoer van goederen verschuldigde btw wordt verlegd naar de periodieke btw-aangifte zodat die btw niet meer aan de douane moet worden betaald. De volledige uitleg inzake bedoelde vergunning is terug te vinden in de Circulaire nr. AOIF 1/2008 (E.T.675.10) van 2 januari 2008. Toepassingsvoorwaarden Om een bijzondere wijze van betalen te mogen toepassen, moet de belastingplichtige een aanvraag richten aan de centrale Administratie van de AOIF gevestigd op het volgende adres: Federale Overheidsdienst Financiën, Administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit, Centrale diensten Sector Btw, Dienst I Directie 10, North Galaxy, Koning Albert II-laan 33 bus 25, 1030 Brussel. De belastingplichtigen die een vergunning wensen, moeten vooraf, als btw die over hun invoeren wordt vooruitbetaald, een bedrag storten dat gelijk is aan één vierentwintigste van de btw die ze het voorgaande jaar volgens de normale wijze van betalen van deze btw bij invoer hebben voldaan. De belastingplichtige moet de verschuldigde btw bij invoer voldoen via het rooster 57 van de periodieke btw-aangifte. Dit bedrag stemt overeen met het bedrag van de btw dat voorkomt op de invoerdocumenten die tijdens die maand of dat kwartaal werden gevalideerd voor de invoeren die in de loop van die periode werden gedaan. De belastingplichtigen die de verlegging van betaling toepassen moeten ieder jaar het vooruitbetaalde bedrag herzien. Die herziening gebeurt op basis van de btw die ze hebben voldaan voor de invoeren gedaan tijdens het voorgaande kalenderjaar. Geeft die herziening een bedrag dat groter is dan hetgeen effectief bij wijze van vooruitbetaling werd gestort, dan moet een bijkomende betaling worden gedaan. In het tegenovergestelde geval wordt het te veel betaalde teruggegeven via de btw-aangifte. Wanneer, om gelijk welke reden, een einde wordt gesteld aan de bijzondere wijze van betalen, moet de belastingplichtige de btw bij invoer voldoen volgens de normale regeling, namelijk door de voldoening ervan aan de douane. Hij kan evenwel teruggaaf bekomen van de btw die hij als vooruitbetaling heeft gestort. 5 MAATSTAF VAN HEFFING Met het oog op de harmonisatie van de fiscale en douaneprocedures bij invoer legt het aangepaste artikel 11 B van de Zesde Richtlijn (vanaf 1 januari 2007: artikel 85 en volgende van Richtlijn 2006/112/EG) de lidstaten de verplichting op de douanewaarde te hanteren als maatstaf van heffing voor de berekening van de bij invoer verschuldigde btw. 1. Zie Memorie van Toelichting van het wetsontwerp, Kamer, gewone zitting 1992-1993, 14.10.1992, p. 26. 2. KB nr. 24, artikel 15, 1, in voege vanaf 04.02.2008 (B.S., 11.07.2008). 3. Artikel 5, 1, van het KB nr. 7. 129