Streptococcus agalactiae

Vergelijkbare documenten
Streptococcus agalactiae

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae

Haemophilus influenzae

Nationaal Referentiecentrum Streptococcus agalactiae

Surveillance van de pneumokokkeninfecties in België. Verslag voor 2017 (finaal)

Surveillance van de pneumokokkeninfecties in België. Verslag voor 2013.

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Listeria monocytogenes. Straat: Wytsmanstraat 14

Surveillance van Yersinia enterocolitica en Yersinia pseudotuberculosis in België

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Instelling: WIV-ISP Straat: Wytsmanstraat 14 Stad: 1050 Brussels

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties

Surveillance van de pneumokokkeninfecties in België. Verslag voor 2016.

Preventie van groep B-streptokokken infectie

Streptococcus pyogenes

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2013.

GBS. Inhoud. GBS algemeen GBS epidemiologie Early onset GBS /late onset GBS Preventie richtlijnen 2003 Wat is nieuw? NVKVV. Kristien Roelens UZ Gent

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012.

Neisseria meningitidis

Haemophilus influenzae

VSV-Samen protocol GBS, Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties.

Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

Groep B streptokokken en zwangerschap

Groep B-streptokokken en zwangerschap

Regionaal Protocol Preventie van perinatale GBS ziekte bij à terme zwangerschap

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j. 4 5 j j j j j j j j. 88 > 65 j.

Evaluatie van surveillance hemoculturen bij hematologische patiënten onder immunosuppressiva

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j j j j j j j j j. 96 > 65 j.

NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP

Ribotype BR027 zet de langzame daling van zijn incidentie voort terwijl andere ribotypes zoals BR014, BR020, BR002 en BR078 in grote mate toenemen.

Groep B Streptokokken en Zwangerschap Gynaecologie

Staphylococcus aureus (MRSA)

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV- INFECTIE IN VLAANDEREN Toestand op 31 december 2009

European Antimicrobial Resistance Surveillance Network. Belgische deelname (EARS Net) M. Goossens IPH/EPI REPORTS D/2011/2505/45

Groep-B-streptokokken en zwangerschap. Poli Gynaecologie

Streptococcus pyogenes

Groep-B-streptokokken (GBS) en zwangerschap

VSV Preventie groep B streptokokken ziekte neonaat september 2011

Epidemiologische surveillance van invasieve meningokokkeninfecties

1. Welke groep A-streptokokkeninfecties moeten worden gezien als invasief?

Groep B streptokokken en zwangerschap

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING

Zwangerschap en groep-bstreptokokken

antibiotica in vitro : Welke eigenschappen moeten in acht worden genomen om de therapiekeuze te optimaliseren?

NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP

Zorgprotocol GBS bij de pasgeborene

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

Groep B streptokokken en zwangerschap

SKP NL versie Clindabuc 200

APRIL Pagina 1 van 9

Groep-B streptokokken en zwangerschap

Handleiding. Uitvoeren gevoeligheidstesten melkmonsters

in vergelijking met 2001, lichte stijging van het aantal laboratoria die ten minste 1 infectie registreerden (tabel 2).

DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN. EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS en HIV INFECTIE IN BELGIË

Tuberculose in Vlaanderen 2002

Borrelia burgdorferi. Gegevens van de Referentielaboratoria. Inleiding. Voornaamste epidemiologische karakteristieken

Chlamydia trachomatis

Chlamydia trachomatis

Samenvatting van de evaluatie van het Nationaal Referentie Centrum voor invasieve Groep A Streptokokken

Oostende Waremme

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Groep-B-streptokokken en zwangerschap. rkz.nl

Arrondissement N % N % N % N % N % N % N % N % N % Antwerpen

groep-b-streptokokken en zwangerschap

Hoge Gezondheidsraad PREVENTIE VAN PERINATALE GROEP B STREPTOKOKKENINFECTIES

Patiënteninformatie. Groep-B-streptokokken en zwangerschap

7 Streptococcen surveillance Rubriekhouder: Mw. dr. E. E. Stobberingh, SWAB ( )

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Groep-B-streptokokken en zwangerschap

Antibioticaprofylaxe bij hysterectomie. % verblijven voor een hysterectomie waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen

Obstetrie. Groep B streptokokken en zwangerschap

Gynaecologie / obstetrie Groep-B-streptokokken en zwangerschap

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar)

Groep-B-streptokokken en zwangerschap

Persconferentie MRSA in de rusthuizen, WIV, vrijdag 27/5/2005

Groep-B-streptokokken en zwangerschap

Respiratoir Syncytiaal Virus

Pneumokokkenepidemiologie bij de volwassenen

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

Groep B streptokokken en zwangerschap

Arrondissement N % N % N % N % N % N % N % N % N % N %

De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008

in vergelijking met 2002, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden in Wallonië (2002 : N=19, 2003 : N=14; tabel 2).

COLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA. HIV/AIDS IN BELGIE Toestand op 31 december 2008

in vergelijking met 2002, stabilisatie van het aantal laboratoria die ten minste één geval diagnosticeerden (tabel 2).

ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË

Respiratoir Syncytiaal Virus

groep-bstreptokokken en zwangerschap patiënteninformatie Inleiding Wat zijn Groep-B-streptokokken Hoe vaak komt GBS voor bij zwangere vrouwen

De superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen?

Antibioticaprofylaxe bij implantatie van een (permanente) pacemaker

SURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Listeria. Listeria stammen afgezonderd in België in 2013

Transmuraal protocol GBS en zwangerschap

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 01/01/ /10/2012

Antibioticaprofylaxe bij het plaatsen van een totale heupprothese

Respiratoir Syncytiaal Virus

Suïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( )

Transcriptie:

Inleiding In hebben 33 Belgische laboratoria 11 stammen van de groep B streptokokken (GBS) naar het referentielaboratorium (C.H.U. Liège) verstuurd. De stammen werden geïsoleerd uit bloed, C.S.V. of normaal steriele sites. In en 23 verstuurden respectievelijk 33 en 3 laboratoria 126 en 7 stammen. Door de jaren heen blijven deze aantallen veeleer stabiel. Voor alle stammen is de biochemische identificatie bevestigd evenals de vaststelling dat alle stammen behoren tot de groep B van Lancefield. De kapsulaire serotypes werden bepaald met behulp van een specifieke coagglutinatietest op de antigenen Ia, Ib, II, III, IV en V. Dit activiteitenrapport van bevat omvat ook de activiteitenrapporten van en 23. Populatie en diagnose De ontvangen stammen zijn in functie van de leeftijd van de patiënten en van een eventuele obstetrische context in drie groepen ingedeeld. Neonatale infecties In werden 38 stammen (3,1% van de stammen ontvangen in ) geïsoleerd uit hemoculturen en/of cerebrospinaal vocht van baby s met sepsis of neonatale meningitis. In 23 waren 23 stammen (21,%) afkomstig van hetzelfde type stalen en in was dit het geval van 26 stammen (22,6%). Vroegtijdige infectie : in ontwikkelden 28/38 baby s een vroegtijdige infectie gekarakteriseerd door een septische toestand en in gevallen werd de infectie al met een meningitis in verband gebracht. In 23 en waren 17 neonatale stammen afkomstig van pasgeborenen met een vroegtijdige infectie. In 23 werd 1 geval van meningitis gerapporteerd, in twee gevallen. De vroegtijdige infectie werd gekarakteriseerd door het snel optreden van tekenen van infecties, met name in de eerste 24 levensuren in de meeste gevallen, 8% in en 9% in 23 en. De geslachtsverhouding M/V bedraagt 1 voor de gevallen in, van,9 voor 23 en 1,1 voor. Laattijdige infectie : in werden stammen geïsoleerd bij kinderen die een laattijdige infectie ontwikkelden. Vijf van deze kinderen (%) vertoonden een meningitis. De gemiddelde leeftijd bedroeg 1 dagen (7-1 dagen). In 23 waren 6 stammen afkomstig van laattijdige neonatale infecties, waaronder 2 meningitisgevallen (33%); de gemiddelde leeftijd bedroeg 47 dagen (21 dagen tot maanden). In waren 9 stammen afkomstig van laattijdige neonatale infecties, waarvan 4 meningitisgevallen (44%); de gemiddelde leeftijd bedroeg 48 dagen (13-9 dagen). In waren alle gevallen van het mannelijke geslacht; voor de gevallen van 23, was de geslachtsverhouding M/V,66 en voor de gevallen van bedroeg die 1. In vergelijking met de 6 voorgaande jaren, zou de verhouding tussen vroeg- en laattijdige infectie de neiging hebben om toe te nemen van,16 in 1999 en 2 tot,4 in 21;,36 in ;,3 in 23 en,2 in. Het lijks aantal stammen afkomstig van laattijdige infectiegevallen blijft relatief stabiel terwijl het lijkse aantal stammen afkomstig van vroegtijdige infectiegevallen veeleer in dalende lijn gaan. Deze vaststelling werd verwacht en zou moeten worden bevestigd in 2 : sinds 2 à 3 zijn de preventiestrategieën van vroegtijdige neonatale infecties ingevoerd in de meeste kraamafdelingen van België. Deze strategieën zouden moeten leiden tot een daling van het aantal gevallen van vroegtijdige infecties maar ze zouden het aantal gevallen van laattijdige infecties niet mogen aantasten. De evolutie van de kinderen wordt zelden gerapporteerd, het mortaliteitspercentage van de infecties werd niet bepaald. Overlijden in utero, miskraam : Naast de vroeg- en laattijdige neonatale infecties, werden elk ontvangen stammen geïsoleerd in een infectieuze context geassocieerd met een overlijden in utero of een miskraam. Dit aantal gevallen blijft stabiel : 4 in, 3 in 23 en 3 in. Infecties bij vrouwen in een obstetrische context In werden 1 stammen geïsoleerd bij zwangere vrouwen of in de peripartale periode, waaronder 7 gevallen van puerperale koorts en gevallen van postpartumwondinfectie. In 23 waren 6 stammen afkomstig van hetzelfde type patiënten onder wie gevallen van puerperale koorts. In werden slechts 3 stammen geïsoleerd uit stalen afkomstig van hetzelfde type patiënten : 2 gevallen van puerperale koorts en 1 geval van postpartumwondinfectie. De dalende trend van het aantal gevallen van puerperale koorts kon worden verwacht en zal nog moeten worden bevestigd in de komende jaren. De invoering van preventiestrategieën voor vroegtijdige neonatale infecties draagt immers bij tot de preventie van puerperale bacteriëmieën met streptokokken van groep B. 1

Referentielaboratorium Infecties bij kinderen of volwassenen buiten de zwangerschap om Tabel 1 toont de verspreiding van de diagnoses geassocieerd met de 69 stammen ontvangen in, de 7 stammen ontvangen in 23, de 83 stammen ontvangen in, evenals de gecumuleerde resultaten van de 3 stammen ontvangen tussen 199 en 21. Door de jaren heen blijft deze verspreiding redelijk stabiel. In bedroeg de geslachtsverhouding M/V voor alle infecties samen,76, in 23 :, en in :,82. Tabel 1 : : verdeling van de diagnoses van infecties bij kinderen en volwassenen buiten de zwangerschap om (N, %; 199-21,, 23 en ) Diagnoses 199-21 23 N % N % N % N % Sepsis 48 69,6 3 7,7 6 72,3 Oorsprong onbekend of niet gespecificeerd 166 3, 34 49,3 36 48, 49 9, Gelokaliseerde infecties (met of zonder sepsis) Infectie van de huid/ weke weefsels/ osteïtis/ septische artritis 98 31,6 29 42, 23 3,7 24 28,9 Infectie van de huid en weke weefsels / osteïtis Septische artritis 8 18 2,8,8 Osteïtis / septische artritis Infectie van de huid en weke weefsels 24 7,2 34,8 6 17 8, 22,7 3 21 3,6 2,3 Longontsteking 12 3,9 2 2,9 2 2,7 3 3,6 Meningitis 3 1,, 7 9,3 2 2,4 Infectie van de urinewegen 2 6,, 3 4, 4 4,8 Andere 8 2,6 2 2,9 2 2,7 1 1,2 Endocarditis 3 1, 2 2,9 2 2,7, Totaal 3, 69, 7, 83, De verspreiding van infecties in functie van de leeftijdsgroepen wordt voorgesteld in figuur 1. Figuur 1 : : verspreiding van het lijkse aantal stammen per leeftijdsgroep van de patiënten (N; -) Sagala_tab1 N 3 2 N=117 23 N=98 N=6 2 1 - dagen 6 dagen - 1 2-18 19-29 3-39 4-49 leeftijdsgroep -9 6-69 7-79 > 79 Deze krommen lopen veeleer parallel. Na de neonatale periode, ontwikkelen kinderen en adolescenten slechts uitzonderlijk een streptokokkeninfectie van groep B en vaak zijn deze zeldzame gevallen geassocieerd met een of meerdere risicofactoren zoals een kankeraandoening of immunodepressie. In de grote groep van volwassen patiënten wordt regelmatig de aanwezigheid van cofactoren gerapporteerd. De frequentste zijn diabetes, een oncologische pathologie (hematologische inbegrepen) en cirrose. Diabetes werd geassocieerd met ten minste,1% van de gevallen in ; 14,7% in 23 en 8% van de gevallen in. Een onderliggende oncologische pathologie was aanwezig bij 11,6%;,3% en 16% van de gevallen, respectievelijk voor dezelfde jaren. Onder deze patiënten leed 7,2% in ; 2,7% in 23 en 4% in aan cirrose. 2

Serotype van de GBS-stammen Het serotype van de GBS-stammen werd bepaald (tabel 2). Net zoals voorgaande jaren, blijft onder pasgeborenen in, 23 en serotype III het frequentste serotype onder de invasieve infecties : 66 à 9% van de stammen onder de laattijdige neonatale infecties en 32 à 8% onder de vroegtijdige neonatale infecties. Bij de vroegtijdige infecties volgen de serotypes Ia, V, Ib en II. Het aantal stammen van serotype V neemt toe (figuur 2). Onder volwassenen is de situatie anders : alle serotypes, met uitzondering van serotype IV, worden regelmatig geïsoleerd. Tabel 2 : : lijkse verspreiding van de serotypes van GBS-stammen verantwoordelijk voor infecties bij pasgeborenen en bij volwassenen buiten de zwangerschap om (N; -) Serotypes Pasgeborenen Volwassenen - dagen 6 dagen - 1 23 23 23 Ia 3 2 2 1 1 13 14 Ib 3 2 1 13 12 8 II 1 1 2 1 7 11 III 9 8 9 4 6 7 21 8 IV 2 1 1 2 2 2 V 2 2 1 14 17 11 NT 1 11 6 Totaal 28 17 17 6 8 67 77 6 Sagala_tab2 Figuur 2 : : lijkse verspreiding van de serotypes van de stammen verantwoordelijk voor vroegtijdige neonatale infecties (%; 1998-) % 7 6 1998 N=32 1999 N=41 2 N=28 21 N=22 N=28 23 N=17 N=17 4 3 2 Ia Ib II III IV V NT serotype 3

Referentielaboratorium Figuur 3 : : lijkse verspreiding van de serotypes van stammen verantwoordelijk voor infecties bij volwassenen buiten de zwangerschap om (%; 1998-) % 3 3 1998 N=48 1999 N= 2 N=3 21 N=79 N=67 23 N=77 N=6 2 2 1 Ia Ib II III IV V NT serotype Antibioticagevoeligheid De minimale remmingconcentraties (MIC) werden bepaald door de diffusiemethode Etest (ABbiodisk), met gebruik van criteria aanbevolen door het National Committee for Clinical Laboratory Standards (NCCLS), voor 187 stammen van groep B streptokokken verstuurd door het referentielaboratorium tussen januari 21 en maart 23. De volgende antibiotica zijn getest : penicilline G (antibioticum voor de behandeling en als profylaxe), erytromycine en clindamycine (alternatieve antibiotica voor de behandeling en als profylaxe). De bestudeerde stammen zijn verdeeld in 3 groepen, volgens hun afkomst : 73 stammen geïsoleerd uit vroeg- en laattijdige neonatale infecties, 2 stammen geïsoleerd uit ernstige infecties bij volwassenen en postpartum bij zwangere vrouwen en tot slot 62 stammen afkomstig van genitale kolonisatie bij zwangere vrouwen. Voor alle stammen wordt voor penicilline G de MIC maar ook de minimale bactericide concentratie (MBC) bepaald. Voor de stammen resistent tegen macroliden, zijn de resistentiefenotypes gekarakteriseerd door de dubbele diskdiffusietechniek (Dtest) gebruik makend van papierschijfjes met erytromycine (1 µg) en clindamycine (2 µg) op 18-2 mm afstand van elkaar aan de oppervlakte van een Muller Hinton gelose verrijkt met % schapenbloed, vooraf geënt met entstof, McFarland. Na een nacht van incubatie op 3 C in aerobiose, bepalen de remmingzones rond de schijfjes het resistentiefenotype van de stam. Tabel 3 : : gevoeligheidsprofiel voor penicilline G, erytromycine en clindamycine van 187 stammen van GBS geïsoleerd in verschillende groepen van patiënten (%; januari 21-maart 23) Antibiotica Pourcentage de résistance par groupe de patients MIC9 Pasgeborenen Volwassenen Colonisation TOTAAL Range (mg/l) vaginale Penicilline G,,,,,6 (,3-,9) Erythromycine 11, 3,8 19,3 19,2 32, (,12- >26) Clindamycine 8,2 19,2 6,,7,7 (,9- >26) Sagala_tab3 Alle stammen waren inderdaad gevoelig voor penicilline G met een MIC 9 van,6 mg/l (,3 tot,9) (tabel 3). Met de verhoudingen MBC/MIC < aan 2, is geen enkele vorm van tolerantie voor penicilline vastgesteld. In vergelijking met de resultaten van voorgaande jaren blijft penicilline actief tegen streptokokken van groep B en blijft dit het keuze-antibioticum. Globaal beschouwd is 19,2% van de stammen resistent tegen erytromycine met een CMI 9 van 32 mg/l (,12 à > 26). Het resistentiepercentage tegen erytromycine was al toegenomen van 3 tot % in de jaren 199 maar net zoals voor andere streptokokken blijft dit resistentiepercentage significant stijgen. Het maximale resistentiepercentage, met name 3,8% is waargenomen bij de stammen afkomstig van infecties bij volwassenen inclusief zwangere vrouwen. Voor de stammen geïsoleerd uit neonatale infecties bedraagt het resistentiepercentage 11% en onder de stammen van genitale kolonisatie is dit percentage 19,3%. Het hoogste resistentiepercentage is vooral aangetroffen voor de stammen van serotype V : %. Het resistentiepercentage tegen clindamycine bedraagt,7% : 19,2%, 8,2% en 6,% voor de stammen die respectievelijk zijn geïsoleerd bij volwassenen, neonatale infecties en genitale kolonisatie. 4

Zoals eerder vastgesteld, heeft de meerderheid van de stammen, 8%, een fenotype getoond van resistentie tegen MLS, met andere woorden van een kruisresistentie tussen de macroliden, de lincosamiden en de streptograminen. Voor 34% van de stammen resistent tegen erytromycine, is de kruisresistentie tegen clindamycine induceerbaar en voor 46% van de stammen is zij constitutief. Fenotype M werd waargenomen bij 2% van de stammen (geen kruisresistentie met de lincosamiden). Tabel 4 : : fenotypes van 36 stammen van groep B streptokokken resistent tegen erytromycine. Fenotype van R Kruisresistentie met % stammen clindamycine erythromycine-r Constitutief MLS B + 46 Induceerbaar MLS B + 34 M - 2 Sagala_tab4 Besluit Bij pasgeborenen blijft het aantal vroegtijdige infecties hoger dan het aantal laattijdige infectiegevallen maar het aantal vroegtijdige infecties zou dalen terwijl het aantal laattijdige infecties veeleer stabiel blijft. Laattijdige neonatale infecties blijven vaak gekarakteriseerd door meningitis en de isolatie van een stam van serotype III. In vergelijking met voorgaande jaren blijft de verspreiding van diagnoses van infecties bij volwassenen gelijkaardig. In tegenstelling tot stammen geïsoleerd uit neonatale infecties zijn alle serotypes met uitzondering van IV goed vertegenwoordigd in de stammen geïsoleerd bij volwassenen. Penicilline blijft het antibioticum dat de voorkeur geniet voor de profylaxe en behandeling van streptokokkeninfecties van groep B. Het opduiken van erytromycineresistentie en de karakterisering van het fenotype wijzen op een risico van ondoeltreffendheid bij de empirische behandeling of bij profylaxe met erytromycine of clindamycine, momenteel aanbevolen bij patiënten allergisch tegen penicilline. Deze evolutie rechtvaardigt de routineuze bepaling van de gevoeligheid met erytromycine en clindamycine voor de stammen die klinisch significant zijn, in het bijzonder in geval van klinisch falen. Zo nodig zal het resistentiefenotype MLS worden gekarakteriseerd. Referenties P. Melin, G.Verschraegen, L. Mahieu, G. Claeys and P. De Mol «Towards a Belgian concensus for prevention of perinatal group B streptococcal disease». Indian J Med Res 119 (supll) May, pp 197-2 Recommandations du Conseil Supérieur d Hygiène, 23 (CSH 7721): Prévention des infections périnatales à streptocoques du groupe B. http://www.health.fgov.be/csh_hgr/francais/brochures/gbs_23.pdf P. Melin, D. Keke, B. Campo, MP. Hayette, G. Christiaens and P. De Mol «Serotype distribution of clinical isolates of group B streptococci (GBS) in Belgium : isolates from neonatal infection compared to isolates from infection in adult or colonization in pregnant women.», 42 d Interscience Conference on Antimicrobial Agents and Chemotherapy (ICAAC), G- 1461, septembre, San Diego, USA P. Melin, J. Maquet, G. Rodriguez Cuns, MP. Hayette, G. Christiaens and P. De Mol «Antimicrobial susceptibilities of recent clinical isolates of group B streptococci (GBS) from Belgium.», 43 rd Interscience Conference on Antimicrobial Agents and Chemotherapy (ICAAC), C2-81, 14-17 septembre 23, Chicago, USA