Voedingswaarde van planten Gewichtstoename van rupsen



Vergelijkbare documenten
Plantenhormonen Effect op plantengroei

Wij willen eten! Statistische analyse van de voedselselectie door rupsen

Wij willen eten! -Voedselselectie door rupsen-

De onderwaterwereld Watervlooien: anatomie en voortplanting

Koolwitjes in de klas!

Wist je dat?... Overwintering van vlinders. Vragen. De vlinder. De levenscyclus..

Lekker: rot of vers? De keuze van de fruitvlieg Drosophila

Koolwitjes in de klas! (Groep 7 & 8)

Koolwitjes in de klas!

Koolwitjes in de klas! (Groep 5 & 6)

Stripverhaal.. De vlinder.. De vleugels van een vlinder... De levenscyclus.. Vlinderlied en dans. Verstopte vlinders.. Opvallen of niet..

Vlinderpakket Middenbouw

Sensoriek: kinine Bepaling van de drempelwaarde van kinine

Wilcoxon twee steekproeven toets -Het toetsen van verschillen-

De buxusmot: Glyphodes perspectalis (syn. Diaphania perspectalis)

Vlinders. Tijdstip: op een mooie zonnige dag in mei, juni of juli

Van eitje tot vlinder

Levenscyclus dieren vmbo-b12

Levenscyclus dieren vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Wilcoxon twee steekproeven toets -Het toetsen van verschillen - Wilcoxon twee steekproeven toets: - Het toetsen van verschillen - - Lesbrief

Aftekenlijst. Naam:

Nematodenproef bestrijding dennenprocessierups Thaumetopoea pityocampa

Een midden- en bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem najaar 2015

Bijlage VMBO-GL en TL

Cellulomonas knipt! Aantonen van cellulose afbraak door Cellulomonas sp.

Lesbrief Vlinderkids 1

Vlinderpakket. Bovenbouw

Moleculaire Gastronomie: Gluten

KOOLWITJES IN DE KLAS. Maak kennis met het koolwitje...

Vraag 1. Waarom moet je goed voor de rupsen zorgen als je vlinders wilt hebben?

VOORBEELD WETENSCHAPPELIJK VERSLAG

inhoud blz. Vlinders 3 1. Insecten 4 2. De kop 5 3. De vleugels 6 4. Van ei tot vlinder 7 5. Dag en nachtvlinders 8 6. Voedsel 9 7. Vijanden 10 8.

Buxusmot Herkennen en bestrijden

ZAAI- GOED DEZE LESBRIEF IS VAN..

Thema 4 Voortplanting

Pilobolus. sporenkanon

De filosofie van het voeren

Borrelhapjes met energie

Een basisschool project van het IVN Veldhoven / Vessem voorjaar 2012

WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK. Wat is dat? Eva van de Sande. Radboud Universiteit Nijmegen

INSECTEN. werkboekje

Praktische opdracht Biologie Voeding

Praktische Opdracht Biologie. Voedingswaarden. Door: Isabelle De Marco Jeroen van Leerdam Huib Donkers Joery den Hoed

DE DAPPERE REIZIGER WERKBLAD DE STEKELBAARS: 1. DE STEKELBAARS IN BEELD 2. DAPPERE REIZIGER. De stekelbaars is een veelvoorkomend visje in Nederland.

SPREEKBEURT Chinese vuurbuiksalamander

VRUCHTWISSELING OP KINDERTUINEN BIJ SCHOOL EN BIJ HUIS

2. Vetten in je voeding

Sensoriek: koekjes Het proeven en beoordelen van koekjes

Werkblad. LES 7: Hygiëne. GROEP 5-6. Namen groepje:

De Boer op! Bodemdiertjes

Lesbrief Vlinderkids. Doelgroep: Groep 5 t/m 8. Lesduur: ± 30 minuten. Leerstofgebied: Wereldoriëntatie, Kunstzinnige oriëntatie. Werkvorm: Tweetallen

Hier zien jullie alweer de zesde uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

Verterende bodembacteriën? Aanwezigheid van amylase producerende bacteriën in de bodem

Bijlage VMBO-GL en TL

Wat eten slakken graag? 3-5. Auteurs: Giselle Theuma, St. Paul s Missionary, Malta. jaar

Voorbereiding post 3. Oei, ik groei! Groep 1-2-3

BIOLABO. Voorbereiding in de klas

Bestrijding bladwespen bij rode bes in kassen en tunnels.

Verslag Biologie Fruitvliegjes

Levenskenmerken vmbo-b34

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs

Micro evolutie In een populatie huisjesslakken

Lespakket over verantwoorde voeding voor mens, dier en milieu. Lerarenhandleiding Groep 7 & 8

Wild. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Haarwild. Indeling van wild. Haarwild: haas en wild konijn.

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 13 mei Beste natuurliefhebber/- ster,

Vlinderpakket Onderbouw

WEET IK WIL IK WETEN GELEERD

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

Lekker: rot of vers? -De fruitvlieg als fijnproever: een statistische analyse-

WERKBLADEN VOOR DE LEERLINGEN

Dagpauwoog Hoe ziet hij eruit? Wanneer vliegt hij? Waar kun je hem vinden? Waar leven de rupsen? Atalanta

Bacteriën als hulpje. Yoghurt maken. Benodigdheden. Werkwijze

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 oktober Beste natuurliefhebber/-ster

2. Vetten in je voeding

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 22 augustus Beste natuurliefhebber/-ster,

Schoolkamp en Teken Beatrixschool Haarlem

VWO-gymnasium. VWO gymnasium practicumboek. natuurkunde

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren.

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT LACHDUIF VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

Nachtvlinders. Glasvleugelpijlstaart. De sint-jansvlinder is een dagactieve nachtvlinder

Lesbrief: Het belang van hygiëne Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Eiken komen op veel Nederlandse golfbanen voor. Iedereen kan genieten van deze

5. Hoe komt het dat de brulkikker niet meer in Nederland voorkomt?

Samen maken we het groen!

Veldwerkweek opdracht

Werkstuk Biologie Vlinders

Uitbreiding erkenning Coragen

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 21 augustus 2018

Handleiding. Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Korte uitleg van twee veelvoorkomende statistische toetsen Veel wetenschappelijke hypothesen kunnen statistisch worden getoetst. Aan de hand van een

Getsie...bedorven! Bederf. Micro-organismen en hygiëne. Kies de juiste namen bij de tekeningen

SPREEKBEURT MAANVIS VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Ontdek je mee het leven in vijver en sloot? Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Visinitiatie en Visdeterminatie voor de 3 de graad

vlinders infoblad Meer informatie van de afdeling NME (Natuur en Milieu Educatie) van Carmabi is te vinden op:

opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 Beweging en voeding Leven en waarnemen Welke woorden horen bij elkaar?

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën

Werkstuk groep 7 Een dier

Transcriptie:

Inleiding De voedingswaarde van eten staat in het algemeen vermeld op een label op de produkten. De voedingswaarde van een produkt wordt bepaald door alles wat er in zit aan voedingstoffen. Mensen hebben vaak een voorkeur voor energierijk zoet en/of vet eten. Deze voorkeur wordt tegenwoordig als ongewenst beschouwd vanwege gezondheidsaspecten, maar is in tijden van schaarste belangrijk om de overlevingskansen te vergroten. Deze koppeling van nuttigheid en behoefte is wel aanwezig bij rupsen. Rupsen eten plantaardig voedsel. Planten bevatten per gewichtseenheid weinig eiwitten, veel minder dan dieren. Rupsen bevatten meer eiwitten dan planten en ze groeien ook nog snel. Er is dus veel eiwit nodig. Rupsen hebben vaak een voorkeur voor eiwitrijkere planten en groeien slecht op planten die weinig eiwit bevatten. In deze proef kijken we naar het effect van verschillende soorten voedsel op de gewichtstoename van rupsen gedurende een bepaalde tijd. Het is de bedoeling om te kijken of er verschillen zijn en of die te koppelen zijn aan ideeën over de voedingswaarde. De rupsensoort die we gebruiken voor dit experiment heeft als wetenschappelijke naam Pieris brassicae, maar wij noemen hem in deze handleiding bij zijn Nederlandse naam: het Groot Koolwitje. De rupsen van deze vlindersoort eten in de natuur voornamelijk koolplanten, zoals witte kool en spruitkool, en familieleden daarvan, zoals zwarte en gele mosterd. We gaan meten hoe rupsen groeien op witte kool, rode kool en op sla. Sla gebruiken we als voorbeeld van een gewas met een laag eiwitgehalte. Een bijkomend voordeel van sla is dat het door de veredeling door mensen ook de meeste afweerstoffen die planten bevatten om zich te verdedigen tegen insecten kwijt is en daardoor door veel insecten als voedsel kan worden gebruikt. Daardoor spelen effecten van afweerstoffen (waarschijnlijk) geen rol. De rode en witte kool geven de mogelijkheid om te kijken of de rupsen van alle koolsoorten houden (is er een verschil tussen rode en witte kool?). Doel Het doel van dit experiment is het bepalen van het effect van voedseltype op gewichtstoename. Om zo n effect vast te stellen op een wetenschappelijke manier, worden de gegevens geanalyseerd met de Wilcoxon tweesteekproeventoets.

Theorie De levenscyclus van vlinders Vlinders hebben een levenscyclus met een complete gedaanteverwisseling. Ze zetten hun eieren alleen of in groepjes op de waardplant af. Een waardplant is een plant van een soort waarvan de rupsen eten en waarop ze goed kunnen groeien. Uit een door een vlinder gelegd eitje komt een rupsje, het eerste larvenstadium van de vlinder. De voornaamste bezigheden van rupsen zijn eten en groeien. Ze maken een aantal larvenstadia door. Na de laatste vervelling verpoppen ze zich. Gedurende het popstadium wordt in het inwendige van de rups een verbouwing ingezet, zodat er uiteindelijk een vlinder uit de pop kan kruipen. De mannelijke en vrouwelijke vlinders paren en na deze geslachtelijke voortplanting leggen de vrouwtjes eipakketjes. Zo is de cirkel weer rond (zie figuur 1). Figuur 1: de levenscyclus van een vlinder De groei van de rups verloopt in stadia, omdat rupsen een huid hebben die niet meegroeit. Als de rups wil blijven groeien, zal hij moeten vervellen. De stadia zijn dus afgebakend door het afstoten van de oude huid. In het algemeen zijn er vijf rupsenstadia. De rupsen waarmee wij werken zijn in het vierde stadium waardoor zij goed te verplaatsen en te meten en niet te kwetsbaar zijn. In dit experiment worden de rupsen van het Groot Koolwitje gebruikt. Jaarlijks zijn er twee generaties: van eind april tot midden juni en van begin juli tot half oktober. Het Groot Koolwitje komt overal in onze omgeving voor. Echter, je kunt hem ook aantreffen in o.a. Noord Afrika, Siberië, Mongolië, China en Japan. Bij uitbraken van het Groot Koolwitje worden plantensoorten van het geslacht Brassica, dat zijn koolsoorten en hun verwanten, getroffen. Dan heeft het leuke vlindertje zich tot een plaaginsect in landbouwsystemen ontwikkeld. Statistische verwerking: de twee steekproeventoets van Wilcoxon Voordat je resultaten statistisch kan verwerken is het noodzakelijk om hypothesen op te stellen. Één van de eerste vragen bij de uitwerking is dan ook welke hypothese er getoetst moet gaan worden. De Wilcoxon twee steekproeventoets is een voorbeeld van een statistische toets om significante verschillen aan te tonen. De resultaten uit twee (steek)proeven waarin verschillende behandelingen plaatsvinden worden met elkaar vergeleken. Door alle waarnemingen van deze twee steekproeven in oplopende volgorde te zetten en dan rangnummers aan de waarnemingen toe te kennen, wordt de toetsingsgrootheid van beide steekproeven bepaald. Hoe dat gebeurt en hoe daaruit een conclusie wordt getrokken, staat beschreven in de lesbrief: Wilcoxon twee steekproeven toets: het toetsen van verschillen.

Uitvoering Materialen - 0 rupsen van het Groot Koolwitje Pieris brassicae - Sla, witte kool en rode kool (hierop kan gevarieerd worden, bijvoorbeeld: sla en één koolsoort; deze kunnen bij een groenteboer of supermarkt worden gekocht) - Petri schaaltjes (diameter 9 1 cm) - Filtreerpapiertjes (diameter 9 1 cm) - Milligramweegschaal - Verenstaalpincet (Leonardpincet) Veiligheid Dit experiment dient altijd uitgevoerd te worden onder begeleiding van een docent of toa. Wageningen University aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit het verrichten van dit experiment buiten de campus van Wageningen University. Beschrijving Begin met het klaarzetten van de petrischaaltjes. Plaats in elk petrischaaltje een filtreerpapiertje. Vervolgens moeten de kroppen sla en kool voorbereid worden. Verwijder eerst van alle drie de buitenste bladeren. Voor elk van de rupsen moet een redelijk stuk sla of kool aanwezig zijn, dat toch gemakkelijk in de petrischaaltjes past. Was voor gebruik de bladeren van de sla en de kool, die je aan de rupsen gaat voeren, met lauw water (maximaal 0 C). Maak nu van elk blad 10 stukjes en laat deze drogen. Terwijl ze drogen moeten de rupsen verdeeld en gewogen worden. Eerst moeten de rupsen willekeurig in drie groepen verdeeld worden. Eén groep komt op slablaadjes en de andere twee groepen op de witte respectievelijk rode kool. Het verplaatsen van de rupsen moet uiterst voorzichtig gebeuren met behulp van het verenstaalpincet (niet te hard knijpen!). Het pakken en verplaatsen kan door de rupsen als een aanval ervaren worden en soms gaan ze dan spugen; dit is niet gevaarlijk voor jou en voor de rups. Nadat de rupsen in drie groepen verdeeld zijn, is het handig om ze alvast afzonderlijk in petrischaaltjes te doen en die te nummeren. Op deze manier krijg je bijvoorbeeld petrischaaltjes w1 t/m w10 met daarin de rupsen die witte kool te eten krijgen, s1 t/m s10 voor sla en r1 t/m r10 voor rode kool. Vervolgens bepaal je het gewicht van elk van de rupsen en dat noteer je in tabel 1. Stop na weging de rups weer terug in zijn eigen petrischaaltje. Na het wegen van alle rupsen doe je de stukken kool en sla in de petrischaaltjes. De proeven zijn nu ingezet. Het is nodig om het voedsel dagelijks te verversen en de petrischaaltjes schoon te maken, omdat rupsen aardig wat uitwerpselen produceren (wat zal gaan schimmelen). Na twee of drie dagen is de tijd aangebroken om de rupsen nogmaals te wegen. De gewichtsverandering is dan goed meetbaar. Tijdens de proef kan je de rupsen bij de verschillende voedselsoorten observeren en noteren of ze actief bezig zijn of niet.

Na afloop van de proef heb je de rupsen over. Het is leuk om deze op te kweken tot vlinders. De nodige kennis hiervoor kun je vinden in een boekje over vlinderkweken van de Vlinderstichting (Halder, 1989). Resultaten De meetresultaten kunnen worden ingevoerd in tabel 1. Tabel 1. Weegresultaten van de rupsen van het Groot Koolwitje aan het begin en einde van de proef en het berekende verschil. Nummer Voedsel Begin Eind Verschil= Eind Begin W1 witte kool W witte kool W witte kool W witte kool W witte kool W witte kool W witte kool W8 witte kool W9 witte kool W10 witte kool R1 rode kool R rode kool R rode kool R rode kool R rode kool R rode kool R rode kool R8 rode kool R9 rode kool R10 rode kool S1 sla S sla S sla S sla S sla S sla S sla S8 sla S9 sla S10 sla

Wilcoxon toets uitvoeren Voer de Wilcoxon twee steekproeventoets uit volgens het stappenplan (zie de lesbrief). Gebruik hiervoor onderstaande tabellen. In elke tabel noteer je de verschillen in gewicht tussen het begin en het einde van de proef. Toets op verschillen tussen de groepen rupsen. Tabel. Het bepalen van de rangnummers van de behandelingen. waarneming witte kool rangnummers rode kool rangnummers 1 8 9 10 waarneming witte kool rangnummers sla rangnummers 1 8 9 10 waarneming sla rangnummers rode kool rangnummers 1 8 9 10

Vragen 1. Waarom zijn de rupsen aan het begin van het experiment willekeurig in drie groepen verdeeld? Welke aanname over de drie groepen rupsen heb je gedaan?. Welke hypothesen heb je aan het begin van je experiment geformuleerd betreffende de groei van de drie groepen rupsen? Motiveer jouw antwoord.. Wat zijn jouw conclusies op basis van de proefresultaten?. Zijn de uitkomsten volgens je eigen verwachting? Wat zou een oorzaak kunnen zijn als dit niet zo is? Waar zijn je verwachtingen op gebaseerd?. Is er een verschil in de activiteit van de rupsen van de verschillende groepen (hoeveel beweging neem je waar)? Zo ja, is het in overeenstemming met de gewichtstoename?

Suggesties voor verder onderzoek Verder onderzoek kan bestaan uit variaties op deze proef met andere gewassen, bijvoorbeeld biologische sla tegenover sla uit gangbare teelt, savoje kool, spruitkool enz. Op www.mijnwageningenuniversity.nl/pws staan ook nog andere experimenten die bij dit experiment aansluiten. Documentatie - Lesbrief over de statistische toets Wilcoxon twee steekproeven toets. Deze is te downloaden bij deze handleiding: Handleiding_wilcoxon_leerling.pdf. - Schoonhoven LM, Jermy T, van Loon JJA (1998) Insect plant Biology: from physiology to evolution. Chapman & Hall, London. - Halder, I. van. (1989). Vlinders kweken: een handleiding voor het kweken van vlinders in de kas. Wageningen: Vlinderstichting. Oriëntatie op vervolgonderwijs Het onderwerp van dit experiment kom je ook tegen in de volgende opleidingen van Wageningen University: - Biologie - Bos en natuurbeheer - Dierwetenschappen - Milieuwetenschappen - Plantenwetenschappen - Voeding en Gezondheid Kijk voor meer informatie op www.wageningenuniversity.nl/bsc.