Samenvatting door L. 717 woorden 19 juni 2013 4,8 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Biologie Thema 4: Zintuig Ligging Prikkel Waarneming Gezichts~ In de ogen Licht Zien Gehoor~ In de oren Geluid Horen Reuk~ In de neus Geur Ruiken Smaak~ In de tong Smaak Proeven Warmte~ In de huid Warmte Voelen Koude~ In de huid Kou Voelen Druk~ In de huid Druk Voelen Tast~ In de huid Lichte aanraking Voelen Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels Prikkel = invloed uit het milieu op een organisme Opperhuid: hoornlaag en kiemlaag Hoornlaag à beschermen tegen beschadiging, uitdroging en bacteriën Kiemlaag à aanvullen slijtende hoornlaag door cellen te delen Eelt à erg dikke hoornlaag Haar met haarzakje en talgklieren à talg houdt haren en hoofdhuid soepel Lederhuid: zintuigen, zenuwen, pijnpunten, haarspiertjes, bloedvaten, zweetklieren Zintuigen à warme-, koude-, druk- en tastzintuigen. Tastknopjes onder opperhuid, drukzintuigen liggen dieper Pijnpunten à uiteinden zenuwen, nemen pijn waar, overal in lichaam Zweetklieren à produceren zweet, door verdamping zweet koelt lichaam af Onderhuidse bindweefsel à vet opslaan als isolatie en reservevoedsel https://www.scholieren.com/verslag/78648 Pagina 1 van 5
In de tong à smaakknopjes Aparte smaakknopjes voor à zoet, zuur, zout, bitter Andere smaken proef je doordat je neus ook geuren waarneemt Oorschelp à vangt geluiden op Gehoorgang à leidt geluiden naar trommelvlies Oorsmeerkliertjes à oorsmeer houdt trommelvlies soepel Trommelvlies à wordt door geluiden in trilling gebracht Trommelholte à holte achter trommelvlies Gehoorbeentjes à geven trillingen trommelvlies door aan slakkenhuis Slakkenhuis à bevat vloeistof en zintuigcellen, cellen worden door trilling vloeistof geprikkeld en maken impuls aan Gehoorzenuw à geleidt impuls naar hersenen Buis van Eustachius à verbindt trommelholte met keelholte, zorgt voor gelijke druk aan beide kanten trommelvlies Wenkbrauwen à vocht loopt langs je ogen en niet erin Wimpers à beschermen ogen tegen vuil en fel licht Traanklieren à produceren traanvocht, beschermt tegen uitdroging en spoelt kleine, prikkelende stofjes weg Oogleden à verspreiden traanvocht over ogen, beschermen tegen vliegjes Traanbuizen à overtollig traanvocht gaat naar neusholte Oogspieren à draaien oog in goede richting Harde oogvlies (wit) à stevig, beschermt binnenste van oog Hoornvlies (doorzichtig) à voortzetting harde oogvlies voorkant oog Vaatvlies à veel bloedvaten, voeding groot deel van het oog Iris (gekleurd) à voortzetting vaatvlies voorkant oog Pupil à opening in de iris Lens à achter pupil en iris, zorgt voor scherp zicht Netvlies à bevat zintuigcellen, onder invloed van lichtstralen ontstaan impulsen Gele vlek à plaats in netvlies, het scherpste zicht https://www.scholieren.com/verslag/78648 Pagina 2 van 5
Oogzenuw à geleidt impulsen naar hersenen Blinde vlek à oogzenuw verlaat oog, geen zintuigcellen, niets zien Glasachtig lichaam à houdt netvlies op zijn plaats Pupilreflex à beschermt zintuigcellen tegen te fel licht Iris bevat kringspieren en straalsgewijs lopende spieren Fel licht à kringspieren trekken samen à pupil kleiner Zwak licht à straalsgewijs lopende spieren trekken samen à pupil groter Centrale zenuwstelsel à hersenen en ruggenmerg Zenuwen à verbinden alle delen lichaam met ruggenmerg Functies zenuwstelsel: - Verwerken impulsen vanaf zintuigen - Werking van spieren en klieren regelen Gevolgen alcohol korte termijn: - loskomen - aangeschoten - dronken - bewusteloosheid - kater Gevolgen alcohol lange termijn: - steeds meer alcohol nodig voor zelfde effect - verslaafd - geestelijke afhankelijkheid - lichamelijke afhankelijkheid - lever, hersenen, maag en hart kunnen beschadigen - geheugen kan verdwijnen https://www.scholieren.com/verslag/78648 Pagina 3 van 5
Hormoonklieren à geven hormonen af aan bloed, regelen werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn, invloed op voortplanting, stofwisseling, groei en ontwikkeling Hypofyse à onder tegen de hersenen aan, tussen twee helften in Schildklier à in de hals, voor het strottenhoofd, tegen luchtpijp aan Eilandjes van Langerhans à in alvleesklier Bijnieren à als kapjes op de nieren Eierstokken à in de buikholte Teelballen à in de balzak Eilandjes van Langerhans à produceren insuline en glucagon Insuline en glucagon regelen bloedsuikerspiegel (glucosegehalte) van het bloed, wordt ± gelijk gehouden Meer insuline à glucosegehalte daalt Meer glucagon à glucosegehalte stijgt Suikerziekte (diabetes) à te weinig insuline, glucosegehalte wordt te hoog, glucose uitscheiden met urine Zenuwcel à Cellichaam met celkern Uitlopers naar cellichaam toe Uitlopers van cellichaam af Zenuw à bundel uitlopers met stevige, beschermende laag eromheen. Om iedere uitloper een isolerende laag Gevoelszenuwcellen à Cellichamen vlakbij centrale zenuwstelsel Impulsen van zintuigen naar centrale zenuwstelsel Eén uitloper leidt impulsen naar cellichaam Bewegingszenuwcellen à Cellichamen in het centrale zenuwstelsel Eén lange uitloper van cellichaam af Impulsen van CZ naar spieren/klieren Schakelcellen à In geheel in centrale zenuwstelsel Leiden impulsen binnen centrale zenuwstelsel https://www.scholieren.com/verslag/78648 Pagina 4 van 5
A = Gehoorbeentjes B = Gehoorzenuw C = Slakkenhuis D = Buis van Eustachius E = Trommelvlies F = Oorsmeerkliertjes G = Gehoorgang H = Oorschelp A = Oogzenuw B = Harde oogvlies C = Vaatvlies D = Netvlies E = Hoornvlies F = Lens G = Gele vlek H = Pupil I = Iris J = Blinde vlek https://www.scholieren.com/verslag/78648 Pagina 5 van 5