7,1. Samenvatting door een scholier 2305 woorden 31 maart keer beoordeeld

Vergelijkbare documenten
Samenvatting door een scholier 1969 woorden 29 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 6.

keer beoordeeld 4 maart 2018

Samenvatting Biologie voor Jou VMBO 3 Thema 3 Voortplanting

Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd.

Samenvatting Biologie Biologie Thema 3; Voortplanting

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 t/m 10

Biologie Samenvatting H11+12

Geslachtelijke voortplanting: de kernen van twee geslachtscellen (eicel en zaadcel) versmelten. Dat het bevruchting. Ze vormen samen een nieuwe cel.

Primaire geslachtskenmerken

VOORTPLANTING BIJ DE MENS

van een muskiet weer? Leg je antwoord uit.

Waar alle onderdelen van het voortplantingsorgaan van de man en de vrouw zitten:

6,8. Samenvatting door B. 999 woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. H3 Voortplanting

Samenvatting Biologie H3+8

7,1. Antwoorden door Een scholier 1903 woorden 23 mei keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie Samenvatting Thema 4 Voortplanting

Bevruchting : het versmelten van de kern van een eicel + zaadcel - door bevruchting ontstaat een bevruchte eicel : nieuw individu

Samenvatting Biologie hf 5 par 1t/m 5

Paragraaf 6.1 Primaire en secundaire geslachtskenmerken

Begrippen H6+ H7 + H8 6.1 De Volgende stap.

7,3. Samenvatting door een scholier 1948 woorden 9 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou

1 Bespreek de tekening tijdens de les 2 D 3 C 4 B 5C 6 A 7 C 8 B. Open vragen

zweet stinkt schaam haar ongesteld brede heupen borst groei schaamlippen groeien groeispurt

Samenvatting Biologie Voortplanting

Voortplantingshormonen

Verslag Biologie Biologie dossier

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4: Voortplanting

Voortplanting. Hoofdstuk 6

samenvatting doelstelling 1. doelstelling 3. doelstelling 2. doelstelling 4.

6,6. Werkstuk door een scholier 1905 woorden 13 juli keer beoordeeld

Een man kan vanaf de puberteit tot op hoge leeftijd zaadcellen maken.

De leraar legt dit eerst uit, daarna maken de leerlingen deze vragen

Normale cyclus. Gynaecologie

Samenvatting Biologie voortplanting

H2.1 voortplantingsstelsel van de man

Voortplanting en ontwikkeling

Normale cyclus. Poli Gynaecologie

DEEL 3 THEMA 1 RELATIES EN SEKSUALITEIT BASISSTOF 1

7,3. Samenvatting door een scholier 2182 woorden 15 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,8. Samenvatting door B woorden 4 januari keer beoordeeld

Biologie Voortplanting en ontwikkeling Havo

Voortplanting bij dieren

5,5. Samenvatting door een scholier 2004 woorden 30 maart keer beoordeeld. Hoofdstuk 5: Seksualiteit

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie voortplanting 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn

7,7. Samenvatting door een scholier 2258 woorden 15 januari keer beoordeeld. H6 Voortplanting

1: Jongens en meisjes

De geslachtsontwikkeling, zoals het meestal gaat 1

Balzak (scrotum) huidplooi waarin de teelballen liggen. Temperatuur +/- 2 C lager dan in de buikholte (gunstiger voor de ontwikkeling

Biologie Samenvatting Hoofdstuk 2 Voortplanting Basisstof 1 t/m 10 Basisstof 1: Het voortplantingsstelsel van een man

Aantekeningen hoofdstuk 3 Voortplanting BBL

Samenvatting Biologie H4. Begrippen Hoofdstuk 4 5,6. Samenvatting door E woorden 27 oktober keer beoordeeld

Samenvatting Biologie Voortplanting

Oefen Repetitie KGT thema Voortplanting

Biologie 2HAVO/VWO VOORTPLANTING Thema 4

Begrippen Hoofdstuk 4

auteurs ARTEUNIS BOS MARIANNE GOMMERS ONNO KALVERDA RUUD PASSIER THEO DE ROUW GERARD SMITS BEN WAAS RENÉ WESTRA

6,9. Samenvatting door M woorden 10 juni keer beoordeeld Puberteit. Hoe noem je de verschillen tussen jongens en meisjes?

thema 3 Voortplanting en ontwikkeling basisstof basisstof 1 Het voortplantingsstelsel van een man

Huiswerkopdrachten. over seks, SOA en anticonceptie. love-control.nl. Opdracht 1

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 Voortplanting en ontwikkeling

Samenvatting Biologie Thema 3 - Voortplanting 1 t/m 9

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie ALGEMENE INFORMATIE NORMALE CYCLUS. Versie 1.3. Datum Goedkeuring Verantwoording

Hormoonklieren zijn klieren die sappen afgeven aan het bloed. Deze sappen zijn de hormonen. De

Aantekeningen Hoofdstuk 3 Voortplanting 3 VMBO KGT

Biologie hoofdstuk 1:

Enkele afspraken: We luisteren met respect naar elkaars verhaal. We lachen niet voortdurend met nieuwe woorden.

HOOFDSTUK 6: VOORTPLANTING. 1: Embryonale ontwikkeling

Samenvatting Biologie Thema 3 Voortplanting

adoloscere dat opgroeien betekend, deze periode vindt plaats na de puberteit rond het 20 e tot 25 e levensjaar.

normale cyclus patiënteninformatie Inleiding Wat is een normale cyclus

3. Hormonale regeling van de menstruele cyclus bij de vrouw

Normale cyclus. Patiënteninformatie Normale cyclus

5.6. Samenvatting door een scholier 3491 woorden 31 mei keer beoordeeld

primaire geslachtkenmerken Geslachtskenmerken die al bij de geboorte aanwezig zijn

Samenvatting door een scholier 1790 woorden 8 maart keer beoordeeld

normale cyclus patiënteninformatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

7,3. Samenvatting door R woorden 25 juni keer beoordeeld. Samenvatting biologie. Hoofdstuk 1. Organisatieniveaus: Bacteriële cel:

Kinderen groeien op tot volwassenen in verschillende fasen. Iedereen groeit. Maar ons lichaam maakt heel ons leven kleine of grote veranderingen mee.

Antwoorden Biologie Thema 4

Opwekken van de eisprong (ovulatie-inductie)

Voortplanting. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.

Informatiefolder. Zwangerschap en kinderwens

4.9. Boekverslag door N woorden 24 november keer beoordeeld. Biologie voor jou. Voortplanting:

Morning-afterpil. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Informatie. Opwekken van de eisprong (ovulatieinductie)

Samenvatting Biologie Doelstellingen Blok 5: Seksualiteit en voortplanting

4 HAVO thema 3 Voortplanting EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN

In zintuigcellen (receptoren) ontstaan onder invloed van prikkels impulsen, zenuwcellen conductoren) geleiden en verwerken impulsen.

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 t/m 7

Jongetje of meisje? hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Wat is gezondheid? 5.2 Overal bacteriën. Boekverslag door M woorden 7 april keer beoordeeld

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 2 voortplanting

Samenvatting Biologie Boek 4 thema 2 Voortplanting en ontwikkeling.

5,9. Antwoorden door Een scholier 1981 woorden 11 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

1,6. Samenvatting door CÃ line 3247 woorden 5 juli keer beoordeeld. Bio P3

6.3. Boekverslag door Sevde 3877 woorden 26 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie

Menstruatiecyclus vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

7,6. Samenvatting door een scholier 2687 woorden 12 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 Seksualiteit en voortplanting!

Antwoord op veelvoorkomende vragen

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 2305 woorden 31 maart 2012 7,1 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 6 6.1 De volgende stap. Tussen je 10de en 18de levensjaar ontwikkelen onder invloed van geslachtshormonen de secundaire geslachtskenmerken. (dan start de puberteit) Het begint in de hypofyse. Daar worden FSH( follikel stimulerend hormoon) en LH (luteïniserend hormoon) geproduceerd. Deze hormonen stimuleren de geslachtsklieren. De eierstokken en zaadballen gaan de eicellen en zaadcellen maken, de geslachthormonen komen dan ook op gang. Eistokken produceren eicellen en de vrouwelijke geslachtshormonen oestrogenen en progesteron. De Zaadballen produceren zaadcellen en het mannelijk geslachtshormoon testosteron. De primaire geslachtskenmerken, de geslachtsorganen, zijn al voor de geboorte ontwikkeld, maar in de puberteit verandert er van alles aan. Meisjes: Binnenste en buitenste schaampillen groeien. Eicellen rijpen. Geslachtshormonen maken de binnenwand van de baarmoeder dikker en rijker aan bloedvaatjes. Zolang er geen bevruchting plaats vind stoot de baarmoeder dit maandelijks af. Verandering van hormoonspiegel rond de mestruatie (H7) en het afstoten van het baarmoederslijmvlies kunnen vergezeld gaan van rugpijn, buikpijn, hoofdpijn, vermoeidheid en een gevoel van irritatie. Jongens: Penis,zaadballen en balzak groeien. Productie van zaadcellen start. (elke dag worden er miljoenen zaadcellen opgeslagen in de bijballen) 6.2 Seksualiteit is... Normen en waarden zijn regels hoe je moet omgaan met seksuele gevoelens. Bij zaadlozing komt ongeveer 3 ml sperma vrij dat tot 350 miljoen zaadcellen bevat. De zaadcellen nemen 1% van hun volume voor hun rekening, 95% prostaatvocht en 4% vocht uit het zaadblaasje. Seksuele opwinding heeft invloed op de geslachtsorganen. Je culturele achtergrond, religie en opvoeding geven waarden en normen over seksualiteit. Seksueel misbruik schaadt de persoonlijkheid van mensen. 6.3 Allemaal anders. Nurture theorie is de theorie die zegt dat verschillen ( zoals taalvaardigheid, ruimtelijk inzicht) zijn aangeleerd door opvoeding en gewoonten. De nature theorie is dat de verschillen tussen mannen en vrouwen vooral erfelijk zijn. 5 a 10 procent is homoseksueel, zij voelen zich aangetrokken tot het eigen geslacht. Je 'roots': iedereen heeft zijn eigen opvattingen in het leven ook over seks. Die denkbeelden zijn ontstaan tegen de achtergrond van de cultuur en religie https://www.scholieren.com/verslag/72612 Pagina 1 van 6

waarin je bent opgegroeid. 6.4 Je vrijt niet alleen. HIV ( Human Immunodeficiency Virus) tast het afweersysteem aan. Het virus gaat in de witte bloedcellen zitten (lymfocyten) en in die cellen gaat het zich dan vermeerderen. Aan de antistoffen is te zien dat iemand besmet is (seropositief). Na vermeerdering infecteren de vrijgekomen virussen opnieuw afweercellen. Die cellen heb je juist nodig om het virus efficiënt te kunnen bestrijden. Gelukkig ontstaan er ook nieuwe afweercellen en lange tijd blijft tussen indringers (HIV) en opruimingsdienst (afweercellen) alles in balans. Op het moment dat de baans doorslaat krijg je de ziekte aids. Het afweersysteem is dan zo erg verzwakt dat onschuldige ziekteverwekkers dramatische gevolgen kunnen hebben. Het virus bevindt zich in lymfe(knopen), bloed, sperma(voorvocht) en vaginale vocht. Een soa kan pijn,onvruchtbaarheid, ernstige ziekte en dood tot gevolg hebben. Tegen bacteriële infecties zoals chlamydia, gonorroe en syfilis helpen antibiotica. 6.5 Kiezen voor kinderen? Een zwangerschap kan voorkomen worden door anticonceptie. De pil is het meest gebruikte middel. Methoden zonder middel zijn erg onbetrouwbaar. In de pil zit een hoeveelheid kunstmatige geslachtshomonen (oestrogeen en/of progesteron) binnen die haar normale maandelijkse cyclus beïnvloedt. Deze hormonen remmen de productie van hypofysehormonen. Zonder deze hypofysehormonen rijpt er geen eicel en kan er geen eisprong plaatsvinden. Ook word het baarmoederhalsslijmvlies steviger waardoor de zaadcellen er moeilijker doorheen kunnen zwemmen. Eenfasepil: elke pil bevat dezelfde hoeveelheden oestrogeen en progesteron.--> bv je slikt 21 dagen de pil met dezelfde hormonen, en dan 7 dagen geen pil. Oestrogeen en progesteron verminderen, het instant houden van je baarmoederslijmvlies lukt niet meer--> je word ongesteld. (sub-30 en sub-50) Meerfasenpillen: zijn aangepast aan de hormoon toestand in het bloed tijdens de normale cyclus van een vrouw. Tweefase\ sequentiepil: 22 pillen 7 oestrogeen 15 oestrogeen+progesteron. Driefasepil: verhouding van de hormonen oestrogeen en progesteron verschilt per kleur, 3 verschillende kleuren. Minipil: als je teveel last van bijwerkingen hebt van de andere pillen kan dit een oplossing zijn. --> bevat een lage concentratie van progesteron --> moet op een bepaald tijdstip ingenomen worden --> blokkeert rijping van de eicel. Nuvaring: voor als je het pillen slikken vergeet. Deze ring scheid vanzelf hormonen af. Na 3 weken krijg je een sms, en moet je een nieuwe ring aanbrengen. Morningafter-pil: als het toch per ongeluk misgaat dan kun je voor 36 uur de morningafter-pil nemen. --> bevat hoge concentraties geslachtshormonen die het baarmoedervlies beïnvloeden. En het eitje niet makkelijk kan innestellen. Overtijdbehandeling: na 1 of 2 weken van het uitblijven van de menstruatie --> onder verdoving word het baarmoederslijmvlies weggezogen. Als mensen definitief geen kinderen meer willen krijgen kunnen ze besluiten zich te steriliseren. Bij mannen worden dan de zaadleiders vlak bij de zaadballen doorgesneden en afgesloten. Bij vrouwen gebeurd dit bij de eileiders. Sterilisatie heeft geen invloed op de productie van de geslachtshormonen en dus ook niet op de secundaire gelsachtskenmerken. Hoofdstuk 7 7.1 waarom seks? Als de omstandigheden gelijk blijven, is ongeslachtelijke voortplanting gunstig. Omdat de eigenschappen dan het zelfde blijven en het kost weinig tijd. https://www.scholieren.com/verslag/72612 Pagina 2 van 6

Geslachte;ijke voortplanting levert nakomelingen op met nieuwe combinaties aan erfelijke eigenschappen. Dat is voordelig voor een soort in een steeds veranderende omgeving. 7.2 De cellen waar het om draait. Per dag onstaan er zo n 30 miljoen zaadcellen. Als er ongeveer 12 dagen lang geen zaadlozing plaatsvinds, ruimen witte bloedcellen de zaadcellen op doormiddel van fagocytose.sommige zaadcellen hebben een afwijkende vorm of missen een zwemstaart. Soms mist een zaadcel een acrosoom aan het topje van de zaadcel. Dit organek bevat eiwitafbrekende enzymen die belangrijk zijn om de eicel binnen te dringen. De productie van de zaadcellen werken het beste bij 33 graden celcius. Strakke spijkerbroeken verstoren het koelmechanisme. Bij de geboorte heeft een meisje ongeveer 2 miljoen voorlopercellen. Aan het begin van de puberteit zijn er nog maar zo'n 400 000 over. Tijdens de vruchtbare periode van een vrouw groeit slechts 400 tot 500 van de voorlopercellen tot eicel uit. Een voorlopercel van een eicel vormt elke maand, (meestal 1), samen met een laagje hulpcellen een follikel--> meiose. Meiose: Voor de productie van zaadcellen en eicellen is een speciaal type celdeling nodig. Waarom?: Zaadcellen en eicellen zijn haploïd er is een deling nodig die er voor zorgt dat de paren uit elkaar gaan Doel: uit een moedercel 4 dochtercellen vormen die een gehalveerd aantal chromosomen hebben (diploïd haploïd) 2n n + n + n + n Voor het vormen van geslachtscellen uit voorlopercellen mitose: Doel: 2 dochtercellen vormen die identiek zijn aan de moedercel (diploid diploid) 2n 2n + 2n Voor groei, vervanging, herstel en ongeslachtelijke voortplanting. Via meiose ontstaan uit voorlopercellen geslachtscellen die de helft van het oorsprongelijke aantal chromosomen hebben. 7.3 In de baarmoeder. Als er bij een bevruchting de kern uit een zaadcel de eicel binnen dringt ontstaat er tegelijkertijd een ondoordringbare laag om de bevruchte eicel, het bevruchtingsmembraan. Dit membraam zorgt ervoor dat er geen andere zaadcel de eicel kan binnen komen. De bevruchte eicel (zygote) begint al in de eileider te delen. De eerste delingen ( klievingsdelingen) vinden plaats binnen het bevruchtingsmembraam. Na 3 dagen is er een bolletje van ongeveer16 cellen ontstaan. Trilhaarcellen in de wand van de eileider transporteren het ontstane klompje cellen in enkele dagen naar de baarmoeder. Het bevruchtingsmembraam verdwijnt. Het klompje bestaat uit ongeveer 100 cellen als het in de baarmoeder is aangekomen. Het klompje cellen groeit uit tot een blaasje waarvan de buitenste cellaag uitsteeksels gaat vormen. Deze komen in contact met het slijmvlies van de baarmoeder en kruipen tussen de slijmvliescellen in. Dit proces heet innesteling. in de tweede week van het prille leven ontwikkelt zich een vaste verbinding tussen moeder en kind: de placenta. Vruchtvliezen en vruchtwater beschermen de foetus. Een embryo heeft alleen mond,ogen,oren,hersenen,zenuwstelsel en bloedvatenstelsen. Een foetus heeft alle organen. Bevalling: eerst krijg je de indaling, het kind gaat dan met zijn hoofd naar de richting van de baarmoederhals. Later trekken de spieren steeds sterker samen (weeën) vlak voor of rijdens de weeën scheuren de vruchtvliezen en loopt het vruchtwater weg. Wanneer de baarmoedermond zo n 10 cm groot is (volkomen ontsluiting) kan de baby de baarmoeder uit. Daarna komt de placenta naar buiten ( nageboorte). https://www.scholieren.com/verslag/72612 Pagina 3 van 6

7.4 Hormonen regelen. Als de eicel uit de follikel barst word dat de ovulatie genoemd. Na deze ovulatie kan de bevruchting plaatsvinden. Dit moet binnen een dag gebeuren anders sterft het eicel af. De resterende cellen van de follikel leven langer, na de ovulatie nemen zij veel vetachtige stoffen op en vormen zij het geel lichaam. Hypofyse zorgt ervoor dat er FSH gemaakt word, om de follikel in de eierstok te laten ontwikkelen. ( follikel stimulerend hormoon). Follikel groeit en produceert oestrogeen ( voor activering van het baarmoederslijmvlies). Heeft de grootste follikel ongeveer een diameter van 17-20 mm dan zal de hypofyse luteïniserend hormoon (LH) produceren LH stimuleerd de ovulatie en de vorming van het geel lichaam. De cellen van de follikel maken diverse oestrogenen (oestron en oestradiol). Hierdoor groeit groeit er in de baarmoeder aan het begin van de cyclus een nieuw baarmoederslijmvlies. Het geel lichaam produceerd behalve oestrogenen vooral progesteron. Progesteron verandert de bouw van het baarmoederslijm vlies: extra bloedvaten. als er geen innesteling plaatsvind sterven de cellen van het geel lichaam af. De hoeveelheden vrouwelijke geslachtshormonen dalen, met het gevolg het afsterven en afstoten van het baarmoederslijmvlies (menstruatie). Ook bij mannen produceert de hypofyse FSH en LH. Samen met testosteron regelen zij de vruchtbaarheid bij de man. Progesteron vervult een centrale functie tijdens een zwangerschap. Het stimuleert de doorbloeding van het baarmoederslijmvlies en de groei van de borstklieren. Het remt de hypofyse in de aanmaak van de hormonen FSH en LH. 7.5 Grenzen aan de vruchtbaarheid. Ongewenste kinderloosheid is soms op te lossen met: IVF (Vitro infertilisatie) * eicel(len) wordt uit de eierstok gehaald en in chaal gedaan zaadcellen worden toegevoegd samen met kweek vloeistof. Goeide embryo s worden in de baarmoeder gedaan. Erfelijkheidsadvisering: je kunt via een DNA test bepalen of het embryo een erfelijke aandoening heeft (vlokkentest) nadeel: de punctie kan soms lijden tot een spontane abortus. Karyorgram= een chromosomen portret. De geslachtshormonen zijn X en Y. Vrouw: XX man:xy. Trisomie= van chromosoom 21 veroorzaakt het syndroom van Down. Hooftstuk 8 8.1 De eerste ontmoeting Signalen: communicatievorm waar mee soortgenoten met elkaar kunnen communiceren, zoals: geluiden, gebaren, opvallende kleuren, vormen etc. Dieren doen vaak een vaste serie handelingen om te kijken of ze concurrentie zijn of niet. Zoiets word een ritueel genoemt. Een speciaal type ritueel gedrag is de balts. Via de balts toont een dier aan dat hij van het andere geslacht is én de geschikte partner. De functies van baltsgedrag zijn het sussen van agressie en het uitwisselen van informatie over elkaar kwaliteiten als partner en ouder. Prikkel: gedrag is het resultaat van prikkels uit de omgeving. Sleutelprikkel: prikkel waar waltijd hetzelfde gedrag op volgt. Supernormale prikkel: een overdreven sleutelprikkel. Motivatie: de bereidheid om bepaald gedrag te vertonen. Drempelwaarde: motivatie hoog genoeg. https://www.scholieren.com/verslag/72612 Pagina 4 van 6

8.2 Effe luisteren! Waar meerdere dieren samenwerken is communicatie onmisbaar. Communicatie bestaat uit een combinatie van signalen en handelingen. Doordat een signaal verschillende filters passeert en blootstaat an ruis, kunnen misverstanden onstaan. De taakverdeling tusen mensen is in rolpatronen vastgelegd. Wanneer een maatschappij snel verandert, kunnen rolpatronen inde weg komen te liggen. 8.3 Leren loont! Imitatie: nadoen van anderen. Inzicht: je neemt iets waar, waar je dan op inspeelt. Trial-and-error: als iets lukt gaat ie er mee door en als het niet lukt probeert hij iets anders. Gewenning: dat je aan iets went en daardoor anders reageert Conditionering: -klassiek: wanneer je 2 prikkels met elkaar in verband brengt - operante: toevallig gedrag belonen/straffen Inprenting: tijdens de gevoelige periode iets leren bv. Wie je moeder is. 8.4 Gedrag in delen. Gedragselementen: De bouwstenen van gedrag. Meerdere gedragselementen vormen een gedragsketen. Bijv: bij een wolf dreigen. Kleinste eenheid van gedrag. Gedragsketen: Min of meer vaste opeenvolging van gedragselementen - het effect van een handeling leidt tot de volgende handeling bijv: bij een wolf dreigen, blazen oren naar achter. Gedragssysteem: combinatie van samenhangende gedragsketens en losse gedragselementen bij een bepaald gedrag. Zo bestaat het gedragssysteem voor territoriaal gedrag bij de wolf onder andere uit: het regelmatig bezoeken van de territoriumgrenzen, markeren met urine en uitwerpselen, geluiden, dreiggedrag. Hiërarchisch: er zijn verschillende rangen\ volgorde. Zoals: Gedragselementen gedragsketen -- gedragssysteem ''het gedrag''. Gedrag: iedere waarneembare activiteit van mens of dier. Etnologen: gedragsonderzoekers. Ethogram: Opsomming en beschrijving van de gedragselementen van een dier. Ethologie: gedragsonderzoek. 8.5 Over de drempel. Prikkels\informatiedrager: Een signaal uit de omgeving of vanuit het eigen lichaam waardoor een bepaald gedrag kan optreden. Via zintuigen en zintuigjes neem je die prikkel waar. Inwendige( die in het eigen lichaam ontstaat) en uitwendige( uit de omgeving) prikkels vormen een basis voor nieuw gedrag. Sleutelprikkel: Prikkel waarmee een bepaald gedrag word uitgelokt. Voorbeeld: een stekelbaarsmannetje dat zijn nest verdedigt, is agressief tegen andere mannetjes (die een rode buik hebben). Omdat de rode kleur daarbij de sleutelprikkel is, reageert hij niet alleen op andere mannetjes, maar ook op allerlei andere voorwerpen met een rode kleur. Belangrijke motiverende prikkels. Supernormale prikkels: Prikkel die de normale prikkel overtreft om het juiste resultaat te bereiken. Drempelwaarde: Minimale sterkte van een prikkel die effect heeft Motivatie: de bereidheid om een bepaald gedrag te vertonen. Combinatie van in- en uitwendige prikkels. Wanneer de motivatie hoog genoeg is, en over de drempelwaarde, word het gedrag uitgevoerd. Antropomorf: dieren gedrag word per ongeluk met menselijke eigenschappen\gedrag vergeleken, en word verkeert https://www.scholieren.com/verslag/72612 Pagina 5 van 6

opgevat. '' zoals mensen dat zouden doen''. Menselijke eigenschappen toewijzen aan dieren. Biologische klok\ bioritme: gedrag dat zich steeds herhaald. Bijv: ( winter)slaap. In en uitwendige factoren hebben hier invloed op. https://www.scholieren.com/verslag/72612 Pagina 6 van 6