Competentiegericht opleiden in de psychotherapie: functionele transparantie of de kleren van de keizer?

Vergelijkbare documenten
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Inhoud. Voorwoord 9. Inleiding 11

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Word ook cognitief gedragstherapeut VGCt Informatie over de opleiding en registratie bij de VGCt

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Registratieregeling Leertherapeut Psychotherapie

Nadere eisen en voorwaarden ten aanzien van supervisie en leertherapie in de specialistische opleiding tot klinisch psycholoog

Kerncompetenties psychotherapeut

Cognitive Behavioral Analysis System of Psychotherapy (CBASP) voor de behandeling van chronische depressie

Een behandeling krijgen volgens de richtlijn. Hoe erg is dat als die behandeling niet je voorkeur heeft.

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk

DOORBRAAKPROJECT ROM. Het begin van het einde. Williams,

Praktijkrichtlijnen groepsbehandeling

Over de behandeling van angst Doen we de goede dingen en doen we de dingen goed? Colin van der Heiden in Dth 2017, nummer 1

Theorie en praktijk van supervisie in de ggz

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik

jongeren. het beste in verdieping en

Geïntegreerde RichtlijnBehandeling Persoonlijkheidsstoornissen

Vereniging EMDR Nederland. Informatie over opleiding en lidmaatschap

Modulaire opleiding cognitieve gedragstherapie

Behandelgids ADHD bij volwassenen, therapeutenhandleiding

Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie

Cognitieve gedragstherapie

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Kosten De kosten voor de registratie voor een periode van 5 jaar bedragen 175,- voor NVP leden en 250,- voor niet NVP leden.

Supershrinks Bestaan ze?

Accreditatiereglement

Samenvatting HOOP 2.0 Mario Braakman

Psychodynamische psychotherapie en paniekstoornis; een reactie op het redactioneel van Hebbrecht

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie

Accreditatie supervisorencursus Versie Toetsingscriteria supervisorencursus

Postmaster opleiding diagnostiek en behandeling (SG)LVB

Samenvatting. Inleiding. Structuur van de opleiding

Post-BIG opleiding seksuologie

Interapy Online Psychotherapie 10 jaar Onderzoek & Praktijk. Bart Schrieken

Word ook cognitief gedragstherapeutisch werker VGCt! Informatie over de opleiding en registratie bij de VGCt

Van praktijk naar wetenschap naar praktijk

Opleiding Psychologie Masterroute KP

Otto Dellemann,

Psychotherapie. Domus Medica 12 april 2017

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

Ontwikkelingen in de opleiding tot klinisch psycholoog. maarten j. m.van son hoofdopleider utrecht

Workshop FIT Congres Van wijk tot wetenschap 2016

Ambulante Mentalisatie Bevorderende Therapie

Vroeg trauma en borderline problematiek: moeilijke patiënten? Relationship management, bejegening en concrete behandelinterventies.

DIT NEDERLAND DYNAMIC INTERPERSONAL THERAPY (DIT) VOOR DEPRESSIE EN ANGSTSTOORNISSEN PERSOONLIJKHEIDSPROBLEMATIEK

Vastgesteld op 3 juni 2004 Goedgekeurd door de Minister van VWS op 20 december 2004, IBE/BO In werking getreden op 1 februari 2005

Dagvoorzitter at Jaarcongres Klinisch Psychologen & Klinisch Neuropsychologen

Een competentieprofiel voor opleiders?

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Registratiereglement voor aspirant, junior, senior en supervisor Register Schematherapie Ingangsdatum: 1 mei 2016

Bevordering van de kwaliteit van supervisie. Najaarscongres Angeline Smeltink & Tonnie Prinsen

De therapeutische relatie met cliënten met een antisociale persoonlijkheidsstoornis.

Herziening Besluit Psychotherapeut: kans voor sprong voorwaarts

Informatie voor supervisanten

Beschrijving van competenties als hulpmiddel bij het beoordelen en accrediteren van onderwijskwaliteit

Basiscursus Cliëntgerichte Psychotherapie

Verbeteren van effectiviteit en efficiëntie van cognitieve gedragstherapie middels cliëntfeedback VGCt najaarsconferentie 2015

Opleiding ouderbegeleiding

Inhoud. Deel I Veranderen 25

Hoofdstuk 4 Leren 41 Ruud Beunderman, Fatima van der Maas, Anton Hafkenscheid, Robert Huls

Guideline-Informed Treatment for Personality Disorders (GIT-PD) in Nederland: verleden, heden en toekomst Congres GIT-PD Altrecht 7 juni 2019

Klinisch Psycholoog. specialistische opleiding Leidseplein PR Amsterdam T (020) F (020)

Aanpak van BPS: over de toekomst van psychotherapie begrepen vanuit de Nieuwe GGZ beweging. Philippe Delespaul. 2de studiedag DGT Vlaanderen

Basiscursus cognitieve gedragstherapie

Modulaire opleiding systeemtherapie

Opleidingsreglement voor de Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie Vastgesteld in de ledenvergadering d.d.

Psychogerontoloog Huub Buijssen over verwaarlozing thuiswonende ouderen: 'We betalen de prijs voor het recht op zelfbeschikking'

persoonlijkheidsstoornissen

Waarom is het nuttig en prettig gezinsleden te betrekken bij uw behandeling?

Supervisorencursus Schematherapie

Debby Gerritsen. Kaf van Koren weten wat werkt

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE

WORK SHOPS [ [ [ [ [ VOOR PROFESSIONALS WERKZAAM IN DE FORENSISCHE PSYCHIATRIE DOOR DR. RUUD H. J. HORNSVELD

ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie

REFLECTIEVE PRACTITIONER WETENSCHAPPELIJKE CLINICUS MISSIE SCIENTIST-PRACTITIONER NISPA. Hoe wordt je een scientist-practitioner?

AANVRAAGFORMULIER VOOR ERKENNING VAN OPLEIDINGEN EN CURSUSSEN

Chairman at Dutch annual conference for Clinical Psychologists & Clinical Neuropsychologists

PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN BIJ ADOLESCENTEN

2. Relevantie Blijkt uit de keuze voor de literatuur de relevantie van de ontwikkeling van kennis van het beroepsveld?

De Braam Psychologenpraktijk. Grote Braamstraat 8D 2220 Heist- Goor Tel 015/

Hoofdstuk 3 De kunst van effectief feedback geven: waarom weten niet altijd tot verbeteren leidt 51 K. de Jong en M.A. Nugter

Post-hbo opleiding cognitief gedragstherapeutisch

Beter behandelen door beter opleiden: competenties voor supervisoren

Psychologische expertise Maarsingh & van Steijn

Implementeren doe je zo, of niet?

Gedragsactivatie GGZ Noord-Holland-Noord

Psychodrama in relatie psychotherapie in Nederland

Postmaster opleiding systeemtherapeut

Basiscursus cognitieve gedragstherapie

Aandachtspunten bij start supervisie

Aanvraagprocedure Erkenning Supervisorschap Versie: 20 juni 2012 AANVRAAGPROCEDURE ERKENNING SUPERVISORSCHAP

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Geïntegreerde RichtlijnBehandeling Persoonlijkheidsstoornissen Lustrumcongres Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen 18 juni 2015

Appendix 3. Attitude - Vragenlijst (B-versie)

Deeltijdbehandeling onbegrepen lichamelijke klachten

Word ook cognitief gedragstherapeut VGCt. Volg de postmasteropleiding

Meer informatie MRS

Opleidingsreglement Nederlandse Vereniging voor Interpersoonlijke Psychotherapie

Transcriptie:

Competentiegericht opleiden in de psychotherapie: functionele transparantie of de kleren van de keizer? Arend Veeninga is als psychiater/psychotherapeut verbonden aan Altrecht, afdeling Brinkveld, deeltijdbehandeling angst- en stemmingsstoornissen in Nieuwegein. Hij is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie. Competentiegericht opleiden heeft in korte tijd veel aandacht gekregen, ook bij psychotherapie opleidingen. Dit is wat merkwaardig daar er nog weinig bewijs is voor de effectiviteit ervan. In onderstaand artikel 1 betoog ik dat competentiegericht opleiden vooral in het opleidingsonderdeel supervisie zou kunnen worden ontwikkeld en getoetst. Binnen de academische beroepsgroepen in de GGZ is in korte tijd grote belangstellig ontstaan voor competentiegericht opleiden. Zelfs indien men nog niet precies op de hoogte is van wat dit inhoudt, wordt toch geïnteresseerd en instemmend gereageerd als het onderwerp aan de orde komt. Het is inmiddels onmogelijk geworden om het als de volgende hype op ons vakgebied te beschouwen die wel weer over zal waaien. Het belang dat er aan toegekend wordt, is op geen enkele wijze te herkennen in de huidige opleidingsprogramma s. De psychiaters zijn koploper en hebben in de nieuwe opleidingvisie de competenties in een nieuw beoordelingsformulier uitgewerkt. Maar de gedetailleerde scoringsmogelijkheden maken het invullen ervan niet bepaald gemakkelijk. In de opleidingsprogramma s van psychologen en psychotherapeuten is er nog weinig over terug te vinden. De activiteiten op het gebied van de psychologische beroepsopleidingen worden momenteel gekenmerkt door het maken van plannen om aan te sluiten bij internationale ontwikkelingen (Bachelor- Master structuur), een trend waarbij beroepsafbakening soms een belangrijker rol lijkt te spelen dan ontwikkelen van competenties. De (specialistische) psychotherapeutische opleidingseisen worden nu nog duidelijk gekarakteriseerd 27 1 Deze bijdrage is een bewerking van een presentatie die gehouden is op de opleidermiddag van de NVGP op 5 februari 2009: De gereedschapskist van de groepstherapeut.

28 door een kruidenierachtige precisie waarmee omschreven moet worden hoeveel uren er besteed zijn aan het volgen van geaccrediteerde cursussen, hoeveel pagina s van welke soort literatuur zijn gelezen en hoeveel uren supervisie en leertherapie zijn gevolgd, zonder dat over de inhoud van deze laatste twee opleidingactiviteiten iets concreets wordt vastgelegd. Hoe is het mogelijk dat competenties zo belangrijk worden geacht, terwijl er in de opleidingseisen nog zo weinig over te vinden is? Voor ik hier nader op in ga, is het goed om eerst te vermelden waar de ideeën over competentiegericht opleiden vandaan komen: kort samengevat, uit het bedrijfsleven en het onderwijs in de hogere beroepsopleidingen. Daar ontstond de behoefte om vast te stellen welke (karakter)eigenschappen en welke gedragingen bepalen dat iemand in de praktijk effectief functioneert. Misschien eensdeels merkwaardig dat een trend uit het HBO zo onvoorwaardelijk wordt omarmd door (post)doctorale opleidingen, aan de andere kant niet zo verwonderlijk daar academische beroepen in de GGZ juist praktijkgerichte beroepen zijn. Wat houdt competentiegericht opleiden nu precies in? Het wordt wel omschreven als een didactisch concept dat erop gericht is om het persoonlijk functioneren van een individu in zijn beroepssituatie te verbeteren met als doel de professionele attitude verder te ontwikkelen. Het gaat daarbij niet eens zozeer om iets nieuws te leren maar vooral om het lerend vermogen in de werksituatie te stimuleren. Een belangrijk uitgangspunt is dat competenties a-priori geformuleerd worden zodat het mogelijk is om tijdens en na de opleiding te toetsen in hoeverre ze ontwikkeld zijn. Met zo n omschrijving kun je in wezen nog alle kanten uit. Is het al niet eenvoudig om te omschrijven wat competentiegericht opleiden precies inhoudt, nog moeilijker wordt het om te concretiseren welke competenties bepalen of iemand zijn beroep effectief uitvoert. Dat zou niet zo n probleem moeten zijn voor diagnostische kennis, psycho-farmacologische kennis en kennis van psychotherapeutische behandelmethoden. Maar hier doet zich al iets merkwaardigs voor, want bij voldoende kennis blijkt er lang niet altijd volgens de protocollen en richtlijnen (evidence based) te worden behandeld. Zo is aangetoond (Veeninga e.a., 2003) dat er irrationele combinaties psychofarmaca worden voorgeschreven die niet berusten op een gebrek aan kennis maar op het onvermogen patiënten (en significante anderen uit de omgeving van een patiënt) te overtuigen dat voorschrijven van zo n combinatie niet bewezen effectief is, zelfs risico s inhoudt. Iets soortgelijks lijkt voor de psychotherapie te gelden. Het komt opvallend vaak voor dat behandelrichtlijnen en adviezen niet toegepast worden. Nu is het toegestaan om hier met redenen omkleed van af te wijken, maar vaak blijft onduidelijk waarom hiertoe besloten is. Een aansprekend voorbeeld voor de lezers van dit tijdschrift zijn de indicaties voor groepstherapie. Voorstellen voor deze therapievorm stuiten

nogal eens op bezwaren van patiënten, en therapeuten lijken dan niet altijd over vaardigheden te beschikken om patiënten te motiveren voor zo n bewezen effectieve behandelmethode. En met de veronderstelling dat, in weerwil van alle theoretische kennis, de praktische vaardigheden in het uitvoeren van behandelingen niet altijd optimaal zijn, komen we bij een ander soort competenties, de persoonlijke kwaliteiten van de behandelaar. Jaren geleden is reeds aangetoond (Blatt et al, 1996) dat interpersoonlijke dimensies en persoonlijke kwaliteiten van therapeuten meer bepalend zijn bij therapieresultaten dan technieken en methoden. Merkwaardig genoeg komt zo n constatering regelmatig terug in de literatuur (zie bijvoorbeeld Baljon, 2008), maar er wordt hieruit nauwelijks lering getrokken voor de opleidingen. Het accent blijft uitgesproken op methodisch-technische vaardigheden liggen terwijl er toch duidelijke aanwijzingen zijn (zie bijvoorbeeld Yager & Bienenfeld, 2003 en Kurshid et al, 2005) dat er geen verband valt te leggen tussen (het arsenaal) methodisch - technische kennis waarover een psychotherapeut beschikt en psychotherapeutische procescompetenties in de praktijk. Maar ja, het concreet formuleren van persoonsgebonden competenties blijkt in de praktijk ook niet gemakkelijk. Het is derhalve ook niet zo verwonderlijk dat er nog geen enkel bewijs bestaat dat competentiegericht opleiden effectief is (Korthagen, 2004; Orlinsky & Rønnestad, 2005, Baljon, 2008). In die zin doet het enthousiasme voor deze ontwikkeling toch denken aan de kleren van de keizer. Voor de psychotherapieopleidingen zou er toch enige hoop kunnen gloren omdat een belangrijk onderdeel van de opleiding, te weten supervisie, mogelijkheden biedt om competenties te ontwikkelen. Hoezeer doelen die in supervisie worden gesteld en het formuleren van persoonlijke competenties gelijkenis kunnen vertonen blijkt uit een puntige omschrijving van supervisie, gegeven door De Boer, Kool en Schoevers (2007). Die luidt: een onderwijsvorm die vooral gericht is op het ontwikkelen van een professionele attitude en het eigen lerend vermogen. Maar de transparantie van dit opleidingsonderdeel is tot nu toe ernstig verwaarloosd. Inhoudelijke omschrijvingen wat er in supervisie dient te gebeuren zijn doorgaans summier, en voor de effectiviteit ervan is geen enkel hard bewijs (Veeninga, 2008). Opvallend is dat dit opleidingsonderdeel doorgaans hogelijk gewaardeerd wordt door supervisandi, maar geschat wordt dat er in bijna de helft van de gevallen ook sprake is van meningsverschillen en conflicten (Orlinsky & Rønnestad, 2005). Het blijft volstrekt onduidelijk hoe dit laatste aangepakt wordt. Al met al voldoende redenen om supervisie grondig te herzien. Daarbij lijkt het belangrijk om onderscheid te gaan maken tussen probleemgerichte, methodische supervisie en persoonsgerichte supervisie. Op het eerste ligt doorgaans een sterk accent en dit zou wel wat minder kunnen ten behoeve van een duidelijker nadruk op de persoonsgerichte supervisie. Want het vermoeden is dat dit aspect 29

30 van supervisie al snel gekenmerkt wordt door weerstand en vermijdingsgedrag, vooral bij kritische feedback. Nu is er misschien wel wat beweging op dit gebied. Cliëntgerichte psychotherapeuten claimen dat hun methode zich bij uitstek leent om persoonlijke psychotherapeutische competenties te verwerven (Baljon, 2008). Maar strikte cliëntgerichtheid is niet altijd voldoende voorwaarde voor het bijsturen van improductieve vast gelopen interacties in het therapieproces (zie Hafkenscheid, 2004). Recent is er vanuit verschillende therapeutische referentiekaders - Safran (2000) vanuit het psychoanalytische referentiekader; Kiesler (2001) vanuit de client centered benadering; Kohlenberg en Tsai (1994) vanuit de leertheoretische opvattingen - expliciet aandacht besteed aan interactieve (interpersoonlijke) aspecten van het therapieproces, waardoor improductieve interacties en haperingen in het therapieproces tijdig kunnen worden opgemerkt en bijgestuurd. Met deze mogelijkheden is het probleem niet direct opgelost,want het moeilijkste komt dan nog. Competenties komen alleen duidelijk in beeld als zij zichtbaar zijn en ook extern toetsbaar worden gemaakt. Assessment procedures met rollenspelen waarbij bijvoorbeeld gebruikt gemaakt wordt van professionele acteurs in de rol van patiënt zijn mogelijkheden om te toetsen of competenties in het effectief hanteren van de psychotherapeutische relatie zich ook ontwikkeld hebben. Overigens moet dit niet alleen voor supervisandi gelden. In wezen zijn psychotherapie en supervisie parallelle interactieprocessen. Derhalve is het logisch dat ook het functioneren van de supervisor getoetst wordt. Op deze manier zouden we van de kleren van de keizer kunnen opschuiven naar functionele transparantie. Maar het ligt voor de hand dat de weerstand hiertegen voorlopig zal groot zijn! Literatuur Baljon, M. (2008). Competentiegericht opleiden, een uitdaging voor de cliëntgerichte benadering. Tijdschrift voor Cliëntgerichte Psychotherapie, 46, 149-165. Blatt, S. J. Stanislow III, C.A., Zuroff D.C. Pilkonis P.A. (1996). Characteristics of effective therapists: further analyses of data from the National Institute of Mental Health Treatment of Depression Collaborative Research Program. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 64, 1276-1284. Boer, J.A. de, Kool, R.A., Schoevers, R.A. (2007). Supervisie en werkbegeleiding in de opleiding tot psychiater vanuit het perspectief van de arts in opleiding en de supervisor. Tijdschrift voor Psychiatrie, 49, 639-702. Hafkenscheid, A. (2004). Hoe rogeriaans is de interpersoonlijke communicatietheorie en -therapie (ICT) van Donald J. Kiesler? Tijdschrift voor Cliëntgerichte Psychotherapie, 42, 267-278.

Khurshid, K.A., Bennet, J.I., Vicari, S., Lee, K.L., Broquet, K.E. (2005). Residency programs and psychotherapy competencies: a survey of chief residents. Academic Psychiatry, 29, 452-458. Kiesler, D.J. (2001). Therapist counter transference: in search of common themes and empirical referents. Journal of Clinical Psychology, 57, 1053-1063. Veeninga, A. (2008). Supervisie in de opleiding tot cognitief gedragstherapeut: omvangrijk in uren maar inhoudelijk onduidelijk. Gedragstherapie, 41, 367-371. Yager, J., Bienenfeld, D. (2003). How competent are we to assess psychotherapeutic competence in psychiatric residents? Academic Psychiatry, 27, 174-181. Kohlenberg, R.J., Tsai, M. (1994). Functional Analytic Psychotherapy: a radical behavioristic approach to treatment and integration. Journal of Psychotherapy Integration, 4, 175-201. Korthagen, F. (2004). Zin en onzin in competentiegericht opleiden. VELON, Tijdschrift voor Lerarenopleiders, 25, 13-23. Orlinsky, D.E., Rønnestad, M.H. (2005). Clinical implications: training, supervision and practice. In: D.E. Orlinsky & M.G. Rønnestad, How psychotherapists develop. A study of therapeutic work and professional growth. American Psychological Association, Washington DC. 181-201. Safran, J.D., Muran, C.J. (2000). Resolving therapeutic alliance ruptures: diversity and integration. JCLP/In Session, 56, 233-243. Veeninga A.T., Broekema W.J., Hafkenscheid A. (2003). 148 redenen voor het voorschrijven van niet logische combinaties van psychofarmaca. Polyfarmacie bij klinisch -psychiatrische patiënten. Farmaceutisch Weekblad, 8, 226-270. 31