WERKBOEK VOOR DE DALTON-VERSIE De Middeleeuwen Dit werkboek is van:. Ik zit in groep:. 1
Hoi! Ik ben Tim de Wekker! Ik wil graag weten hoe vaak en hoe lang je bezig bent met een taak. Daarom heb ik een opdracht voor je: kijk voordat je begint met de taak eerst naar de tijd rechtsonder in beeld en schrijf deze op in het schema hieronder. Als je stopt met de taak, schrijf dan ook de tijd op. Hieronder zie je een voorbeeld. Als je vragen hebt kun je die ook aan je juf of meester stellen. Als je begint schrijf je de cijfers over die rechts onderin staan, op het plaatje zie je dat bij de rode pijl. Als je stopt kijk je nog een keer en dan schrijf je deze cijfers weer op. Met welke taak ben je bezig? Hoe laat ben je begonnen? Hoe laat ben je gestopt? Heb je de taak af? 2
WERKBLAD BIJ TAAK 1: DE TIJDMACHINE Kun je van elke foto een lijn zetten naar de juiste tijd? 3 Vergeet je niet de tijd op te schrijven als je klaar bent?
WERKBLAD BIJ TAAK 2: DE DRIE STANDEN Je kunt de antwoorden op dit blad invullen. Ben je rijk of arm? RIDDER MONNIK BOER Wat voor kleren heb je aan? Wat voor werk doe je? Hoe ziet je huis er uit? Wat eet je? Ben je weleens ziek? Wat voor dieren zie je vaak? Wat doe je als het oorlog is? Ga je wel eens naar de kerk? Over wie ben je de baas? Waar ga je heen op vakantie? Kijk je veel televisie? Weet je nu ook wat de drie standen betekenen? 4
WERKBLAD BIJ TAAK 3: KASTELEN Om een kasteel te maken, moet je eerst antwoord vinden op de volgende vragen. Je kunt de antwoorden op dit blad invullen Waar moet het kasteel gebouwd worden?. Waarvan moet het kasteel gebouwd worden? Wie moeten het kasteel bouwen? Wat gebeurt er in andere kastelen? Wat gebeurt er als het oorlog is? 5
Wat moeten de boeren doen als het oorlog is? Wat moeten de ridders doen als het oorlog is? Waar worden kastelen nu voor gebruikt? Heb je alle vragen beantwoord? Nu heb je vast wel een idee hoe een kasteel eruit ziet. De tekening maak je op een groot stuk papier 6
WERKBLAD BIJ TAAK 4: BLOEI VAN DE STEDEN Heer Florens wil net als de andere heren een stad hebben. Hij weet alleen niet hoe zo n stad ontstaat. Om hierachter te komen moet je eerst een aantal vragen beantwoorden. De antwoorden kun je op dit blad invullen. Door welke soort mensen ontstonden steden? Op welke plekken ontstonden veel steden? Wat doen kooplieden? Hoe kan een stad zich beschermen? 7
Wat mogen de mensen doen als ze stadsrechten hebben? Als je antwoord hebt gegeven op alle vragen, kun je vast een hele mooie brief schrijven naar Heer Florens. 8
WERKBLAD BIJ TAAK 5: DE STEDELINGEN Om burgemeester te worden moet je onderzoeken wie in een middeleeuwse stad wonen. Probeer er ook achter te komen hoe ze woonden en of ze veilig waren. De antwoorden op de vragen kun je invullen op dit werkblad. Hoe kun je een stad veilig maken? Hoe noem je de mensen die in een stad wonen? Mogen de mensen ook buiten de stad bouwen? Waarom zijn de straatjes in een stad smal? Waarom moeten mensen hun huizen van steen laten bouwen? 9
Waar let je op in een stad als je een van de burgemeesters zou zijn? Wat zijn de verschillen tussen een stad van toen en van nu? (noem er 4) 10
WERKBLAD BIJ TAAK 6: DE SCHOUT Je gaat informatie zoeken over de politieman in de Late Middeleeuwen. Geef antwoord op de volgende vragen. De antwoorden kun je op dit werkblad invullen. Hoe noem je de politie in de middeleeuwen? Van wie krijgt hij hulp? Wat gebeurt er als je straf krijgt? Wat voor werk doen vrouwen in de middeleeuwen? Is er een verschil tussen rijke en arme vrouwen? 11
Moeten de vrouwen hard werken? 12
WERKBLAD BIJ TAAK 7: GILDEN Frans wil weten hoe hij timmerman kan worden. Je kunt hierachter komen door antwoord te geven op de vragen. Gebruik hiervoor de filmpjes en plaatjes. De antwoorden kun je op dit werkblad invullen. Hoe leren kinderen in de middeleeuwen? Hoe vind je dat? Waar gaan jullie naar toe om te leren? Weet je wat een beroep is? Wat is een ambacht? 13
Wat doen ambachtslieden? Kun je voorbeelden van een gilde noemen? 14
WERKBLAD BIJ TAAK 8: SAMENVATTING Om een zo goed mogelijk kinderboek te schrijven moet je eerst goed bedenken wat je gaat schrijven. De vragen hieronder kunnen je verder helpen. De antwoorden op de vragen kun je op dit werkblad schrijven. Hoeveel jaar duurde de middeleeuwen? Waar staan de middeleeuwen op de tijdsbalk? Welke soort mensen leefden er in de vroege middeleeuwen? Wat betekenden de standen voor de mensen? Was godsdienst belangrijk? 15
Waar wonen de mensen in de middeleeuwen? Wat is belangrijk in de late middeleeuwen? Wat is een ambacht? wat zijn Samenvatting? Als je de vragen hebt gemaakt kun je beginnen met het schrijven van een stukje over de Middeleeuwen. 16