Deze krant is het overzicht van het dierenrijk zoals we het in klas 6 zagen. Ze werd gemaakt naar aanleiding van de tentoonstelling en de uitstap naar het natuurhistorisch museum van Doornik! De indeling van het dierenrijk zie je hieronder in de mindmaps van Brent, Guus en Febe! Daarna volgen de bladzijden met informatie en foto s gemaakt door iedereen uit klas 6. Veel kijkplezier!
Sponzen zijn heel eenvoudige dieren die in het water leven en zich vastzetten op harde dingen. De meeste leven in de zee. Ze vangen hun voedsel door water te filtreren. Ze hebben stekeltjes in hun lichaam vol met holten. Ze werden vroeger opgevist om mee te poetsen. Sponzen zijn de oudst bekende dieren. Dodemansduim uit de Noordzee!
Wormen zijn ongewervelde dieren. Hun grootste vijanden zijn de mol en de meeuw. Er zijn ongeveer 35 soorten in Europa en 2200 op de hele we- reld. Er zijn gelede, ronde en platte wormen. Ze paren 3 tot 4 uur lang. Ze leggen eieren in een co- con. Die cocon lijkt op een klein nootje. Ze eten afval en compost.
*Ze hebben meestal 5 armen. Zonnesterren hebben er meer. *Ze eten mossels en kleine schelpjes. *Ze hebben meerdere vijanden, zeevogels, vissen, *In sommige landen eten mensen ze op. *Zelf eten zeesterren op een heel speciale manier. Ze trekken met hun zuignapjes de mossel open en hun maag komt dan uit de zeester en eet de mossel op. * Als ze een arm verliezen, dan groeit hij terug! gewone zeester een zonnester zuigvoetjes kamster lekkere zeesterren
Zeeappels: *leven op stenen en daar schrapen daar dan zeewier af. *Ze hebben een bolrond lichaam dat dicht bezet is met scherpe paarse stekeltjes die ze kunnen bewegen. *Tussen de stekels zitten zuignapjes. Die kun je goed zien. Een zeeappel heeft een mondapparaat: de lantaarn van Aristoteles. Zee hebben een diameter van 3-10 cm.
Zeeklit of hartegels: *Deze zee-egels zijn niet zo rond als de zeeappels. *Soms spoelen ze met duizenden aan. :( *Ze leven ingegraven in het zand, tot 15cm diep. *In het Engels noemt men ze zeeaardappels omdat ze daar op lijken. Zeeboontje : Het is een kleinste zeeegel ter wereld. Ze hebben een diameter van minder dan 1 cm. Ze hebben een sterk skelet. Ze leven ingegraven in het zand tot 15 cm diep. Ze eten algen. Zijn vijanden zijn de schar en de schelvis.
Holtedieren noemt men ook neteldieren. Ze hebben een holte in hun buik. Ze verzamelen hun eten door de prooien te netelen. De bekenste groepen zijn de kwallen en de zeeanemonen. Alle kwallen leven in water. De meeste soorten in zeewater. Kwallen eten dieren; plankton, visjes,... Kwallen worden zelf opgegeten door schildpadden en sommige vissoorten (ook door mensen). Zeeanemonen eten vissen, zee-egels, garnaaltjes,... Ze hebben netelcellen op hun tentakels. Met sommige vissoorten en schaaldieren werken ze samen.
Weekdieren Je hebt 6 soorten weekdieren: 1 Koppotigen: poten aan hun kop (zeekat, ) 2 Buikpotigen: slakken (huisjes en naakt) 3 Armpotigen: staan op een steeltje (niet bij ons) 4 Tweekleppigen: hebben 2 schelpen (mossel, ) 5 stoottanden: lange buis met slak in 6 Keverslakken: hebben 8 schelpjes 3 4 1 2 6 5
Een sprinkhaan is een insect en een geleedpotige. Ze hebben een onvolledig gedaanteverwisseling. Een sprinkhaan heeft 6 poten. Ze vliegen soms. Er zijn meer dan 25 000 soorten sprinkhanen. Er zijn 600 soorten sprinkhanen in Europa. Veldsprinkhanen leven overdag en ze eten planten. Sabelsprinkhanen leven s nachts en eten alles. Ze hebben ook een legboor en daar mee leggen ze de eitjes mee in de grond. De sprinkhaan heeft 2 springpoten en in die poten zitten zijn oren. Hij heeft 4 vleugels. De voorste vleugels zijn zacht en de achterste zijn ste- vig. Leon
Lieveheersbeestjes hebben een volledige gedaanteverwisseling. Het vrouwtje zet de eitjes rechtop. Daaruit komt een larve. Die verpopt zich dan tot een lieveheersbeestje. Maar die heeft wel geen stippen en is ook niet rood. Na verloop van tijd wordt dat wel zo. Je vindt lieveheersbeestjes in de tuin en in struiken. Lieveheersbeestjes eten o.a. bladluizen.
Libellen zijn insecten met een volledige gedaanteverwisseling. Een hele gedaanteverwisseling betekent dat een volwassen libelle eitjes legt. Uit die eitjes komen larven. Die larven worden volwassen libellen. Dit gaat zo weer van het begin tot het einde. Van eitje tot libelle duurt zo n 3 jaar. Er bestaan wel 5858 soorten libellen over de hele wereld. In België 64 soorten in.
Duizendpoten en de miljoenpoten zijn alle 2 geleedpotigen. Ze bestaan uit segmentjes. Bij de miljoenpoot heb je per segmentjes 2 paar poten, bij een duizendpoot 1 paar. De duizendpoot leeft onder schors. De miljoenpoot leeft onder bladeren en in compost. De duizendpoot is een roofdier met gifkaken. De miljoenpoot is een planteneter.
Spinnen Spinnen zijn geleedpotigen. Ze hebben 8 poten. Ze bestaan uit 2 stukken: een kopborststuk en een ach- terlijf. Het zijn roofdieren (vleeseters). Sommigen maken een web, andere bouwen een val of springen op of achtervolgen hun prooi. Sommige spinnen zijn heel goed gecamoufleerd en wachten op een plaats tot er een prooi passeert. Spinnen leggen eitjes in een eicocon. Om te groeien vervellen ze.
Teken zijn geleedpotigen en spinachtigen. Ze drinken alleen bloed van gewervelden. Teken kunnen 10 keer hun eigen gewicht aan bloed opdrinken. Eén soort kan dat wel 624 keer. Als ze zich éénmaal hebben vol gezogen, kunnen ze wel tot 5 jaar zonder bloed. Ze kunnen 23.000 eitjes leggen in 1 keer. Ze leggen die in de grond. Hun poten bestaan uit stukjes. Als ze jong zijn hebben ze 6 poten. Volwasen teken hebben er 8. Er bestaan veel soorten tekenzoals de hondenteek, kattenteek, schapenteek en zo verder Weetje: Teken zijn de gevaarlijkste beesten van België. Je kunt er erg ziek van worden.
Het zijn allebei geleedpotigen. Dat betekend voor de krab dat als je hem aan zijn poot vasthoud, dat die afbreekt en dat de krab kan vluchten. De scharen werken allebei hetzelfde. Er is een stuk bot dat niet beweegt en een stuk dat hij wel kan bewegen. Daarmee kan hij hard knijpen. De scharen van de noordzeekrab zijn altijd zwart, en ze hebben een breed rugschild met stompe tanden. De kreeft is donkerblauwzwart en pas als je ze kookt zijn ze rood.
Vissen Vissen leven in water. 1 Ze hebben levende schubben met een slijmlaag. 2 Hun eieren hebben ook een slijmlaag of hoornschaal. 3 Het zijlijnorgaan die dient om te voelen. Ze ademen met kieuwen. Ze zijn koudbloedig. 1 3 2
Amfibieën zijn koudbloedig. Ze hebben dus dezelfde temperatuur als hun omgeving. Ze leven in de buurt van water. Hun eieren leggen ze altijd in water. De eieren hebben een geleischaal. Uit de eieren komen larven. Die larven ademen met kieuwen. Bij kikkers noemen we de larven dikkopjes. De larven krijgen pootjes. Vanaf dan ademen ze met longen en door hun huid. Amfibieën hebben een naakte huid.
De reptielen zijn koudbloedig. Ze zijn afstammelingen van de dino s. Ze leggen eieren met een lederschaal. Ze hebben dode schubben en ze vervellen. Ze ademen met longen. Ze zijn gewerveld. Ze leven voornamelijk op het land in het water Schubben van reptielen
Vogels zijn nauw verwant aan de reptielen. Ze hebben schubben op de poten en een lichaamsbedekking met veren. De meeste vogels kunnen vliegen. Vogels ademen met longen. Ze zijn warmbloedig. Dat is nodig om hun spieren te kunnen gebruiken bij het vliegen. Hun eieren die ze in een nest leggen, hebben een kalkschaal. Sommige soorten vogels zijn vleeseters, andere eten vis, zaden, nectar, planten,...
Zoogdieren warmbloedig zogen hun jongen (melk drinken) baren hun jongen levend hebben een vacht Er zijn er die kunnen vliegen (vleermuizen), in zee leven (zeezoogdieren) maar de meeste leven op het land. Mensen horen bij de zoogdieren.