Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de raad AGENDAPUNT 7

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp : Procedure administratieve onteigening t.b.v. gronden rondweg Buitenpost. Raad. 6 maart Status.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Bunschoten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ONTEIGENING TEN BEHOEVE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET BEDRIJVENTERREIN BPMAA

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 27 februari 2013 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsvoorstel. Onderwerp:

Onderwerp Start administratieve onteigeningsprocedure ten behoeve van realisatie bestemmingsplan 'Neptunus' te Kessel.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van de onteigeningswet

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: BEC Onteigening Wijksestraat 3, Heusden 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Heerhugowaard Stad van kansen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Apeldoorn

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Denekamp

Onteigening in de gemeente Amsterdam

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsbijlage Voorstel tot het bekrachtigen van het besluit inzake het instellen van beroep in cassatie (bestemmingsplan PIROC Strij psche Kampen)

ontwerpvoorstel aan de raad

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onteigening in de gemeente Lingewaard

Onteigening in de gemeente De Bilt

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding Ag. nr.: 10 Reg. nr.: Datum:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Hilversum VROM

Onteigening in de gemeente Utrecht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Leeuwarden VROM

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gemeente Aalten. Bestemmingsplan. Buitengebied. Groot Deunkweg Aalten 6

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Onteigening Lisbloemstraat 9 t/m 19 (Kleiwegkwartier) (nr. 604)

pikiekw,en O 3 NOV Paraaf Provinciesecretaris h-- Onderwerp start onteigening t.b.v. verlegging N456 en aansluiting A20 in de gemeente Zuidplas

Onteigening in de gemeente Amsterdam

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

Onteigening in de gemeente Utrecht

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Onteigening in de gemeente Doetinchem

Onteigening in de gemeenten Culemborg en Geldermalsen

Onteigening in de gemeente Zoetermeer VW

G E N N E P. : Verzoek aan Kroon tot onteigening. Geachte raad,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Vestiging voorkeursrecht plangebied "Ten noorden van de Nieuwe Maasdijk" in Heusden

Onderhandelingen voorafgaand aan de onteigeningsprocedure

Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk

Grondverwerving; een introductie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening. Hoofdstuk 1

Onteigening in de gemeente Arnhem

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783

CONCEPT-OMGEVINGSVERGUNNING

Datum vergadering: Nota openbaar: Ja ŷ. Onteigening van gronden ten behoeve van de aanleg van de Noordzuidverbinding.

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

Eerste Kamer der Staten-Generaal

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Voorstel. (2003) nummer 103

Ons kenmerk

Procedureverordening tegemoetkoming in planschade gemeente Tiel

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De raad van de gemeente Lansingerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 augustus 2013 en 15 oktober 2013

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 24 januari 2018

Vaststelling bestemmingsplan Overteylingen, partiële herziening Campo terrein

Transcriptie:

STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2057 25 februari 2011 Besluit van 12 februari 2011 no. 11.000371 tot gedeeltelijke goedkeuring van het besluit van de raad van de gemeente Zuidplas van 1 juni 2010, nummer R10.000117, tot onteigening krachtens artikel 77 van Titel IV van de onteigeningswet Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 10 november 2010, nr. BJZ 2010028820, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Gelezen de brieven van het college van burgemeester en wethouders van Zuidplas van 11 juni 2010, kenmerk U10.005605 en van 3 september 2010, kenmerk U10.008067. Gelet op Titel IV van de onteigeningswet, Titel V van de Gemeentewet. Titel 10.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.4 van de Crisis- en herstelwet. De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 januari 2011, (no. W14.10.0515/IV). Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 11 februari 2011, nr. BJZ 2011036930, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Beschikken bij dit besluit over de goedkeuring van het besluit van de raad van de gemeente Zuidplas van 1 juni 2010, nummer R10.000117, tot onteigening ingevolge artikel 77, eerste lid, aanhef en onder 1, van de onteigeningswet, ten name van die gemeente, van de bij dat besluit aangewezen percelen, kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie A, nos. 7239 (ged.), 5541, 7274, 6687, 5543 (ged.), 6781, 6782, 5564, 7419 en 7420, onderscheidenlijk de grondplannummers 1 tot en met 10. Overwegingen Het raadsbesluit tot onteigening Op grond van artikel 77 van de onteigeningswet kan onteigening plaatsvinden onder meer ten behoeve van de uitvoering van een bestemmingsplan. De ter onteigening aangewezen gronden zijn begrepen in het door de raad van de voormalige gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel op 27 oktober 2009 vastgestelde bestemmingsplan Sportpark Kleine Vink 2009 (verder te noemen: het bestemmingsplan). Omdat het bestemmingsplan ten tijde van het nemen van het raadsbesluit nog niet onherroepelijk van kracht was, heeft de raad aan zijn besluit de voorwaarden verbonden dat: a) niet tot dagvaarding zal worden overgegaan voordat onherroepelijk is beslist over het bestemmingsplan ten aanzien van de ter onteigening aangewezen percelen; b) het onteigeningsbesluit vervalt indien en voor zover in hoogste instantie goedkeuring wordt onthouden aan het bestemmingsplan ten aanzien van de ter onteigening aangewezen percelen. Noodzaak en urgentie In verband met de toekomstige dorpsuitbreiding met woningen op het bestaande sportpark Dorrestein / Britse Zoom en het niet meer voldoen van de huidige locaties van de sportverenigingen elders binnen de gemeente heeft de gemeente Zuidplas gekozen voor de ontwikkeling van een geheel nieuw sportpark Kleine Vink. Daarmee kunnen de lokale sportverenigingen weer beschikken over voldoende capaciteit voor de sportuitoefening en kan ook ruimte worden verschaft aan een jeu de boulesclub. Op het nieuwe sportpark is ook voorzien in de bouw van een sporthal met horecavoorzieningen en in de aanleg van de noodzakelijke infrastructuur, waaronder parkeergelegenheid. Op de in de onteigening begrepen gronden rusten de bestemmingen Gemengd, Groen, Verkeer en Water, als ook de dubbelbestemmingen Waterstaat en Leiding-Drinkwater. 1 Staatscourant 2011 nr. 2057 25 februari 2011

In de door de gemeente Zuidplas voorgestane wijze van planuitvoering wordt inzicht verschaft door het bestemmingsplan met de daarbij behorende regels, kaart en toelichting. Uit het raadsbesluit blijkt dat de in de onteigening begrepen gronden bezwaarlijk kunnen worden gemist bij de uitvoering van het bestemmingsplan. Met de uitvoering van het bestemmingsplan wenst de gemeente zo spoedig mogelijk een aanvang te kunnen nemen. Bedenkingen Het raadsbesluit tot onteigening van 1 juni 2010, nummer R10.000117, heeft overeenkomstig artikel 84, eerste lid, van de onteigeningswet, met ingang van 11 juni 2010 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen binnen de gemeente Zuidplas. De openbare kennisgeving van het raadsbesluit heeft op 9 juni 2010 plaatsgevonden in de lokaal verschijnende Hart van Holland. Belanghebbenden is van het raadsbesluit mededeling gedaan bij brief van 8 juni 2010. Tegen het raadsbesluit tot onteigening zijn bij Ons tijdig schriftelijk bedenkingen naar voren gebracht door de volgende reclamanten: 1) Y.A. de Boer, namens L. van den Heuvel te Nieuwerkerk aan den IJssel, verder te noemen: de reclamant onder 1); 2) Y.A. de Boer, namens D. Wursten en J. Wursten-van der Gaag te Nieuwerkerk aan den IJssel, verder te noemen: de reclamanten onder 2); 3) R.L.C. van Cromvoirt, namens Riserva Vastgoed B.V. te Alphen aan den Rijn, verder te noemen: de reclamante onder 3); 4) Bennink namens A. Reijm en F. Reijm te Nieuwerkerk aan den IJssel en M.W. Reijm te Zevenhoven, verder te noemen: de reclamanten onder 4). 5) Mr. H.A. Bravenboer namens DREAS B.V., A.F. Sprengelmeijer, H.A. Sprengelmeijer en Sprengelmeijer Trucks B.V., allen te Nieuwerkerk aan den IJssel, verder te noemen de reclamanten onder 5). Overeenkomstig artikel 86, tweede lid, van de onteigeningswet zijn de reclamanten in de gelegenheid gesteld zich te doen horen. De reclamanten hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Overwegingen naar aanleiding van de bedenkingen De reclamant onder 1) is eigenaar van de mede in de onteigening begrepen percelen, kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie A, nos. 5541, 7274 en 6782 (grondplannummers 2, 3 en 7). Op de percelen met de grondplannummers 2 en 3 oefent hij een autoschadebedrijf uit. Op het perceel met grondplannummer 7 weidt hij schapen. Van de reclamanten onder 2) is D. Wursten eigenaar van het mede in de onteigening begrepen perceel, kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie A, no. 6687 (grondplannummer 4). Op dit perceel oefent hij een autoherstel- en onderhoudsbedrijf uit en staat een door de reclamanten onder 2) bewoonde vrijstaande woning. De reclamant onder 1) en de reclamanten onder 2) voeren, onder verwijzing naar hun bij de raad naar voren gebrachte zienswijzen, in hun nagenoeg gelijkluidende bedenkingen aan, dat de noodzaak tot onteigening niet vast staat. Er is geen serieus en constructief minnelijk overleg gevoerd. Zo is er vóór de terinzagelegging van het ontwerp onteigeningsbesluit geen serieus bod gedaan. Het bod van 28 april 2010 kan als zodanig dan ook geen betekenis hebben. Daarnaast voeren beide reclamanten aan dat hun bedrijven sterk plaatsgebonden zijn en niet eenvoudig kunnen worden verplaatst. Daarmee heeft de gemeente onzorgvuldig gehandeld. Ten aanzien van de onderdelen van de bedenkingen van de reclamant onder 1) en de reclamanten onder 2) die zich richten tegen het minnelijk overleg overwegen Wij in het algemeen dat artikel 17 van de onteigeningswet bepaalt, dat de onteigenende partij hetgeen onteigend moet worden éérst bij minnelijke overeenkomst in eigendom tracht te verkrijgen. Dit artikel heeft betrekking op de gerechtelijke fase van de onteigeningsprocedure. Het minnelijk overleg in de daaraan voorafgaande administratieve fase van de onteigeningsprocedure is echter één van de criteria waaraan door Ons kan worden getoetst bij de beoordeling van de noodzaak tot onteigening. Omdat onteigening als uiterste middel is bedoeld, zijn Wij van oordeel dat pas van dit middel mag worden gebruikgemaakt, als vóór het begin van de onteigeningsprocedure langs minnelijke weg niet of niet in de gewenste vorm tot overeenstemming is te komen. Aan deze voorwaarde is naar Ons oordeel in het kader van onteigeningen ingevolge Titel IV van de onteigeningswet in beginsel voldaan, indien vóór de terinzagelegging van het ontwerp-raadsbesluit tot onteigening is begonnen met de onderhandelingen over de minnelijke verwerving en op het moment van het nemen van het raadsbesluit tot onteigening voldoende aannemelijk is dat die onderhandelingen voorlopig niet tot de eigendomsoverdracht zullen leiden. Daarbij moet sprake zijn van een serieus minnelijk overleg. Doet zich deze situatie voor, dan 2 Staatscourant 2011 nr. 2057 25 februari 2011

kan een gemeente tot onteigening besluiten om daarmee een tijdige uitvoering van het bestemmingsplan zeker te stellen. In het bijzonder overwegen Wij, dat Ons uit de overgelegde stukken en uit het ingestelde onderzoek is gebleken dat de gemeente (voorganger Nieuwerkerk aan den IJssel) met beide reclamanten sinds december 2002 in gesprek is over bedrijfsverplaatsing. Op dat ogenblik was ter plaatse voorzien in de ontwikkeling van een bestemmingsplan met als doel de verwezenlijking van een hoogwaardig bedrijventerrein. Omdat voor de bedrijven van de beide reclamanten daarin geen plaats zou zijn, is een aantal jaren geprobeerd om tot verplaatsing te komen. Het goedkeuringsbesluit met betrekking tot vorenbedoeld bestemmingsplan is in mei 2007 door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigd. De gemeente heeft daarna besloten af te zien van de ontwikkeling van het bedrijventerrein en in plaats daarvan over te gaan tot de aanleg van een sportpark. Daartoe heeft de gemeente het ontwerpbestemmingsplan Sportpark Kleine Vink 2009 in procedure gebracht. Vanaf november 2007 zijn de onderhandelingen met de beide reclamanten voortgezet, vooruitlopend op het ontwerpen van dat bestemmingsplan. Ook voor de realisering van het nieuwe bestemmingsplan zouden de percelen van beide reclamanten door de gemeente in eigendom moeten worden verworven ter verwezenlijking van de daarop gelegde bestemmingen. Dit is door de gemeente op 19 november 2007 ook duidelijk aan beide reclamanten uitgelegd. Naast het voortgezet overleg over bedrijfsverplaatsing is uiteindelijk ook gestart met de vaststelling van de hoogte van de koopsom c.a. In september 2009 kon daartoe na overleg een opname en taxatie plaatsvinden. Op basis daarvan is op 28 april 2010 aan beide reclamanten een schriftelijk bod uitgebracht. Gelet op deze feiten en omstandigheden kan naar Ons oordeel niet worden staande gehouden dat geen sprake zou zijn geweest van voldoende serieus minnelijk overleg. Dat het bod van 28 april 2010 dateert van na de datum van terinzagelegging van het ontwerp onteigeningsplan, te weten 5 november 2009, kan daaraan ook niet af doen. Uit hetgeen hiervoor in het algemeen wordt overwogen, vloeit immers niet dwingend voort, dat een dergelijk bod moet zijn gedaan, voorafgaand aan de terinzagelegging. Het aanbieden van vervangende gronden behoort tot de mogelijkheden om er in onderling overleg uit te komen, maar is op voet van de onteigeningswet niet verplicht. Nu het ten tijde van het raadsbesluit voldoende aannemelijk was dat de onderhandelingen voorlopig niet tot eigendomsoverdracht zouden leiden, mocht de raad in zoverre tot onteigening besluiten. Evenmin is er naar Ons oordeel reden om aan te nemen dat de gemeente onzorgvuldig zou hebben gehandeld. Ten overvloede merken Wij in dit verband nog op, dat de in het bestemmingsplan aan de percelen van de beide reclamanten gegeven bestemmingen van een andere economische orde zijn dan de aanvankelijk gedachte bestemmingen in de sfeer van een hoogwaardig bedrijventerrein. Terzake kunnen de reclamanten hun bezwaren hierover echter inbrengen in de bestemmingsplanprocedure op voet van de Wet ruimtelijke ordening. Hun planologische belangen worden in de onteigeningsprocedure beschermd door de door de gemeenteraad aan het onteigeningsbesluit verbonden opschortende en ontbindende voorwaarden. De hoogte van de volledige schadeloosstelling bij onteigening kan in deze administratieve goedkeuringsprocedure evenmin aan de orde komen. Deze bevoegdheid komt op voet van artikel 40 van de onteigeningswet uitsluitend toe aan de burgerlijke rechter in de gerechtelijke fase van de onteigeningsprocedure. De bedenkingen van de reclamant onder 1) en de reclamanten onder 2) geven Ons dan ook geen aanleiding om aan het raadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden. De reclamante onder 3) is eigenares van het mede in de onteigening begrepen perceel, kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie A, no. 6781 (grondplannummer 6). Dit perceel grasland heeft de reclamante verworven met het oog op de toekomstige ontwikkeling van een bedrijventerrein. De reclamante onder 3) voert in haar bedenkingen aan, dat de gemeente nodeloos heeft nagelaten om na vernietiging van het goedkeuringsbesluit van het eerdere bestemmingsplan (bedrijventerrein) dit plan alsnog zo aan te passen dat dit wel onherroepelijk zou kunnen zijn goedgekeurd. De wijziging van de bestemming heeft nadelige financiële gevolgen. Het op 28 april 2010 gedane bod op basis van het huidige bestemmingsplan (sportpark) acht de reclamante onder 3) dan ook niet serieus. De noodzaak tot onteigening acht de reclamante niet aangetoond. De bedenkingen van de reclamante onder 3) geven ons aanleiding tot de volgende overwegingen. Voor zover de bedenkingen betrekking hebben op het gevoerde minnelijk overleg, verwijzen Wij naar hetgeen Wij hiervoor in het algemeen hebben overwogen bij de bespreking van de bedenkingen terzake van de reclamant onder 1) en de reclamanten onder 2). In het bijzonder overwegen Wij dat Ons uit de overgelegde stukken en uit het ingestelde onderzoek is 3 Staatscourant 2011 nr. 2057 25 februari 2011

gebleken dat een eerste aanbieding al door de gemeente is gedaan op 27 maart 2006, op basis van de bestemming tot bedrijventerrein. Vooruitlopend op de wijziging van de bestemming in die van een sportpark, zijn op basis van die nieuwe bestemming vanaf oktober 2008 diverse contacten geweest tussen de gemeente en de reclamante onder 3), waarin geen overeenstemming kon worden bereikt over de te hanteren prijs per vierkante meter. In oktober 2009 heeft een opname en taxatie plaatsgevonden. Op 28 april 2010 is een schriftelijk bod uitgebracht. (geschrapte zin). De bedenkingen van de reclamante onder 3) geven Ons in zoverre geen aanleiding om aan het raadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden. Voor zover de bedenkingen van de reclamante onder 3) betrekking hebben op de gevolgen van de gewijzigde planologische situatie, overwegen Wij dat de reclamanten hun bezwaren hierover kunnen inbrengen in de bestemmingsplanprocedure op voet van de Wet ruimtelijke ordening. Hun planologische belangen worden in de onteigeningsprocedure beschermd door de door de gemeenteraad aan het onteigeningsbesluit verbonden opschortende en ontbindende voorwaarden. Ook dit onderdeel van de bedenkingen van de reclamante onder 3) geeft Ons geen aanleiding om aan het raadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden. De reclamanten onder 4) zijn ieder voor een derde gedeelte gerechtigd in de eigendom van het mede in de onteigening begrepen perceel, kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie A, no. 5564 (grondplannummer 8). Het perceel is in gebruik als grasland. In hun bedenkingen voeren de reclamanten onder 4) in de eerste plaats nagenoeg dezelfde bezwaren aan tegen de planologisch gewijzigde situatie als de reclamante onder 3). In de tweede plaats betwisten zij dat er sprake is van voldoende minnelijk overleg. Er zou geen enkele serieuze verwervingspoging zijn gedaan en het uitgangspunt van een overall-deal, inhoudende een koppeling tussen de aankoop van gronden ten behoeve van de realisatie van het bestemmingsplan Sportpark Kleine Vink 2009 met de verplaatsing van het bedrijf aan de Albert van t Hartweg, zou geen recht zijn gedaan. Voor zover de reclamanten hun bedenkingen richten tegen de gewijzigde planologische situatie verwijzen Wij naar hetgeen Wij hiervoor hebben overwogen bij de bespreking van de bedenkingen terzake van de reclamante onder 3). In zoverre geven de bedenkingen van de reclamanten onder 4) Ons dan ook geen aanleiding om aan het raadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden. Voor zover de bedenkingen van de reclamanten onder 4) zien op het gevoerde minnelijk overleg, verwijzen Wij naar hetgeen Wij hiervoor in het algemeen hebben overwogen bij de bespreking van de bedenkingen terzake van de reclamant onder 1) en de reclamanten onder 2). In het bijzonder overwegen Wij dat Ons uit de overgelegde stukken en uit het ingestelde onderzoek is gebleken dat tussen de gemeente en de reclamanten -zoals zij zelf in hun bedenkingen ook aangevenal sedert geruime tijd wordt onderhandeld. Na het bekend worden in 2007 van het voornemen van de gemeente om de bestemming te wijzigen in die van sportpark hebben de reclamanten in het minnelijk overleg vastgehouden aan de koppeling aan de mogelijkheid van verplaatsing van het bedrijf aan de Albert van t Hartweg. Uiteindelijk heeft de gemeente op 21 oktober 2009 overleg geëntameerd over de aankoop van de te verwerven gronden van de reclamanten op basis van de voorgenomen nieuwe bestemming en is verder gesproken over een te betalen vergoeding. Ook na de terinzagelegging van het onteigeningsplan op 5 november 2009 zijn deze besprekingen voortgezet. Op 28 april 2010 is een schriftelijk bod uitgebracht. Mede onder verwijzing naar hetgeen Wij hiervoor in het bijzonder hebben overwogen bij de bespreking van de bedenkingen terzake van de reclamant onder 1) en de reclamanten onder 2), geven de bedenkingen van de reclamanten onder 4) Ons in zoverre geen aanleiding om aan het raadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden. Van de reclamanten onder 5) zijn A.F. en H.A. Sprengelmeijer ieder voor de helft gerechtigd in de eigendom van het mede in de onteigening begrepen perceel, kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie A, no. 7419 (grondplannummer 9). DREAS B.V. is eigenares van het mede in de onteigening begrepen perceel, kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie A, no. 7420 (grondplannummer 10), op welk perceel de heren Sprengelmeijer het bedrijf Sprengelmeijer Trucks B.V. uitoefenen. In hun bedenkingen voeren de reclamanten onder 5) door middel van verwijzing ook al datgene aan, dat zij in het kader van de lopende bestemmingsplanprocedure hebben aangevoerd tegen de 4 Staatscourant 2011 nr. 2057 25 februari 2011

onderliggende planologische keuzes van de gemeente. Daarnaast stellen zij dat er onvoldoende minnelijk overleg is gevoerd. De bedenkingen van de reclamanten onder 5) geven Ons aanleiding tot de volgende overwegingen. Voor zover de reclamanten hun bedenkingen richten tegen de gewijzigde planologische situatie verwijzen Wij naar hetgeen Wij hiervoor hebben overwogen bij de bespreking van de bedenkingen terzake van de reclamanten onder 4). In zoverre geven de bedenkingen van de reclamanten onder 5) Ons dan ook geen aanleiding om aan het raadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden. Voor zover de bedenkingen van de reclamanten onder 5) zien op het gevoerde minnelijk overleg, verwijzen Wij naar hetgeen Wij hiervoor in het algemeen hebben overwogen bij de bespreking van de bedenkingen terzake van de reclamant onder 1) en de reclamanten onder 2). In het bijzonder overwegen Wij dat Ons uit de overgelegde stukken en uit het ingestelde onderzoek is gebleken dat in ieder geval vanaf november 2007 met de reclamanten is onderhandeld over bedrijfsverplaatsing, c.q. aankoop van hun gronden, op basis van de nieuwe (voorgenomen) bestemming tot sportpark. De reclamanten bleven daarbij vasthouden aan een vervangende locatie voor hun bedrijf. Uiteindelijk heeft de gemeente op 26 oktober 2009 getracht het minnelijk overleg toe te spitsen op de aankoop van de van hen benodigde grond. Op 28 april 2010 is een schriftelijk bod uitgebracht. Mede onder verwijzing naar hetgeen Wij hiervoor in het bijzonder hebben overwogen bij de bespreking van de bedenkingen terzake van de reclamant onder 1) en de reclamanten onder 2), geven de bedenkingen van de reclamanten onder 5) Ons in zoverre geen aanleiding om aan het raadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden. Overige overwegingen Op 3 september 2010 hebben burgemeester en wethouders van Zuidplas Ons schriftelijk te kennen gegeven dat in verband met de stand van zaken in het minnelijk overleg niet langer prijs wordt gesteld op voortzetting van de goedkeuringsprocedure met betrekking tot de grondplannummers 1 en 5. Om die reden zullen Wij voor die grondplannummers aan het raadsbesluit tot onteigening de goedkeuring onthouden. Het moet in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Zuidplas worden geacht, dat de gemeente de eigendom verkrijgt van de overige in het raadsbesluit ter onteigening aangewezen gronden. Ook overigens zijn er geen redenen om aan het raadsbesluit geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden. Beslissing Wij hebben goedgevonden en verstaan: Met inachtneming van de onteigeningswet zoals deze luidde vóór 31 maart 2010, het besluit van de raad van de gemeente Zuidplas van 1 juni 2010, nummer R10.000117, goed te keuren, behalve voor zover dit ziet op de gedeelten van de percelen, kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie A, nos. 7239 en 5543 (grondplannummers 1 en 5), aan welke onderdelen van het raadsbesluit Wij de goedkeuring onthouden. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit, dat door toezending daarvan aan de gemeente zal worden bekendgemaakt. Dit besluit zal met het raadsbesluit in de Staatscourant worden geplaatst. Den Haag, 12 februari 2011 w.g. BEATRIX De Minister van Infrastructuur en Milieu, w.g. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, w.g. J.P.H. Donner. 5 Staatscourant 2011 nr. 2057 25 februari 2011

Raadsbesluit registratienummer R10.000117 De raad van de gemeente Zuidplas; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de Collegevergadering d.d. 20 april 2010 ; gehoord het advies van de Commissie Ruimte van 18 mei 2010; gelet op artikel 77 Onteigeningswet en artikel 3:44, eerste lid, onder a, Algemene wet bestuursrecht juncto artikel 84 Onteigeningswet; Besluit: 1. Ten name van de gemeente Zuidplas, in het belang van de ruimtelijke ontwikkeling (artikel 77 van de Onteigeningswet), ter uitvoering van het bestemmingsplan Sportpark Kleine Vink 2009, ter verkrijging van het eigendom, vrij van alle rechten en lasten te onteigenen de onroerende zaken,kadastraal bekend als gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel sectie A nummers 7239, 5541, 7274, 6687, 5543, 6781, 6782, 5564, 7419 en 7420 of gedeelten daarvan, één en ander zoals vermeld op de bij dit besluit behorende grondplantekening en lijst van onroerende zaken waarop zijn vermeld het grondplannummer, de kadastrale nummers en de grootte van de te onteigenen onroerende zaken alsmede de naam van de kadastrale eigenaar, volgens de kadastrale registratie- ;onder de voorwaarde dat niet tot dagvaarding overeenkomstig artikel 18 Onteigeningswet zal worden overgegaan alvorens het bestemmingsplan Sportpark Kleine Vink 2009 onherroepelijk is geworden en onder de voorwaarde dat dit besluit vervalt indien en voor zover aan het bestemmingsplan Sportpark Kleine Vink 2009 in hoogste instantie goedkeuring wordt onthouden. 2. Ten aanzien van de (vijf) ingediende zienswijzen tegen het ontwerp onteigeningsbesluit te besluiten dat deze ontvankelijk zijn en dat behoudens een geringe tekstuele aanpassing van de omschrijving zoals vermeld op de Lijst van te onteigenen percelen kadastrale gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, de inhoud daarvan geen aanleiding heeft gegeven om het ontwerp raadsbesluit aan te passen. In de bijlage Nota Zienswijzen wordt nader ingegaan op deze zienswijzen. 3. Te bepalen dat indien en voor zover de in dit besluit bedoelde onroerende zaken niet c.q. niet tijdig door de gemeente Zuidplas bij wege van minnelijke verwerving vrij van alle lasten en rechten in eigendom zijn verkregen, in rechte de (vervroegde) onteigening wordt gevorderd. Dat dan namens de gemeente een rechtsgeding wordt gevoerd in eerste aanleg en zonodig in hoger beroep en in cassatie, zowel eisende als zonodig werende partij, het instellen van bijzondere rechtsmiddelen en procesgangen ter uitvoering van dit besluit daaronder begrepen, waaronder in het bijzonder het ten name van de gemeente in rechte verzoeken van benoeming van derden als bedoeld in artikel 20 van de Onteigeningswet. 4. Tevens te bepalen dat gedurende de gehele onteigeningsprocedure door de gemeente getracht zal blijven worden de in dit besluit bedoelde onroerende zaken minnelijk te verwerven 5. Dit besluit bekend te maken overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:44, eerste lid, onder a, Algemene wet bestuursrecht juncto artikel 84 Onteigeningswet. 6. De uitvoering van dit besluit (terinzagelegging, publicatie en kennisgeving) op te dragen aan het college van burgemeester en wethouders Aldus besloten in de openbare vergadering van 1 juni 2010 De raad voornoemd, de griffier, P. van Vugt. De voorzitter, A.F. Bonthuis. 6 Staatscourant 2011 nr. 2057 25 februari 2011

Lijst van te onteigenen onroerende zaken behorend bij Raadsbesluit R10.000117 van gemeente Zuidplas dd 01-06-2010 Grondplan nummer Te onteigenen grootte Van de onroerende zaken, kadastraal bekend Als ter grootte van Kadastrale Gemeente ha a ca ha a ca Sectie en nummer Ten name van 1 00 98 84 Weiland 02 21 70 NWK 03 A 7239 Gemeente Rotterdam 2 00 02 25 Werkplaats 00 02 25 NWK 03 A 5541 L. van den Heuvel 3 00 02 50 Werkplaats 00 02 50 NWK 03 A 7274 L. van den Heuvel 4 00 07 00 Bedrijvigheid met wonen 00 07 00 NWK 03 A 6687 D. Wursten 5 00 18 43 Watergang 00 58 84 NWK 03 A 5543 Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard 6 00 55 30 Weiland 00 55 30 NWK 03 A 6781 Riserva Vastgoed B.V. 7 00 55 30 Weiland 00 55 30 NWK 03 A 6782 L. van den Heuvel 8 00 98 40 Weiland 00 98 40 NWK 03 A 5564 1/3 A. Reijm, 1/3 F. Reijm, 1/3 M.W. Reijm 9 00 38 10 Weiland 00 38 10 NWK 03 A 7419 ½ A.F. Sprengelmeijer, ½ H.A. Sprengelmeijer 10 00 52 30 Grond 00 52 30 NWK 03 A 7420 Dreas B.V. 7 Staatscourant 2011 nr. 2057 25 februari 2011