Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid

Vergelijkbare documenten
Hoe ondersteunde AgODi het werkveld bij de verhoogde instroom van vluchtelingen? Hasselt 29 april 2016 Sara De Meerleer

3. Kan de minister meedelen welk aandeel van de asielzoekers daadwerkelijk een taalcursus start?

Knelpuntennota NBMV. Sluiting 30 asielcentra: welke gevolgen voor niet-begeleide minderjarigen?

Ondersteuningsaanbod vanuit AgODi

Welkom! infoavond Zedelgem

Studiedag. Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk. 27 november 2017

Vluchtelingen. Standpunt van de Gezinsbond

Asielzoekers CONTEXT Peter Vd Gucht, CM, Rode Kruisopvangcentrum Sint-Niklaas

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van

Vluchtelingencrisis: gisteren, vandaag, morgen VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

Wegwijs in het Europees Vluchtelingenfonds

onze opdracht Ons Agentschap coördineert ook de vrijwillige terugkeer van migranten uit België naar hun land van herkomst.

Van opvang naar samenleven Inspirerende beleidsverhalen en praktijken voor de lokale integratie van vluchtelingen

Het OCMW en de vluchtelingencrisis

Vluchtelingen: traject, statuut, sociale rechten..? in samenwerking met:

Verhoogde instroom van kinderen van vluchtelingen in het onderwijs

MAANDRAPPORT - april 2017

Welk traject legt een asielzoeker af?

Ronde van Vlaanderen 2016

Vluchtelingencrisis - Van integratie naar wintegratie

Asielaanvragen en beschermingsgraad januari 2016

Niet-begeleide minderjarigen. Johan Vangenechten

Verhoogde instroom van vluchtelingen. September Afdeling basisonderwijs, DKO en CLB. Scholen en Leerlingen

Betreft : Gevolgen voor het recht op maatschappelijke dienstverlening van de opheffing van code 207 «opvangstructuur» op vrijwillige basis

MAANDRAPPORT - oktober 2016

Aantal aanvragen asielzoekers blijft hoog, beschermingsgraad ook

Knelpuntennota. Onderwijs Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Staatssecretaris voor Asiel en Migratie

dienst Communicatie

Asiel in België Aangepaste opvang. Directeur Beleidsondersteuning, Fanny François

4Fiche. tzitemzo... als je een minderjarige vreemdeling bent in België. Opvang van minderjarige vreemdelingen.

Minderjarige nieuwkomers: wie zijn ze en hoe leiden we ze toe naar vrije tijdsinitiatieven?

MOTIE TOEVLOED ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET ONDERWIJS VAN TURNHOUT

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS

FAQ. Opheffing op vrijwillige basis van de code 207. Fedasil, Dienst Voorbereiding Opvangbeleid >> augustus ²² Thema s:

Op zoek naar kwalitatieve opvang

demografische en sociale impact van migratie in Eeklo burgemeester Koen Loete eeklo stad van inwoners

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS

Diploma-erkenning NARIC - Erkende asielzoekers, vluchtelingen en subsidiairbeschermden

Informatiesessies De asielcrisis in de lokale context. 26 november 2015

6Fiche. tzitemzo... als je een minderjarige vreemdeling bent in België. Recht op medische verzorging van minderjarige vreemdelingen.

Opvang en onderwijs voor vluchtelingen. Uitwisselingsmoment Brussel, vrijdag 16 maart 2018

Minderjarige vreemdelingen: statuten - rechten - plichten

Omzendbrief betreffende de nieuwe asielprocedure en zijn gevolgen voor de maatschappelijke dienstverlening.

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.4 - Januari

Monitoring asiel: profiel asielzoekers in het opvangnetwerk van Fedasil op 31 maart 2016

RECHT OP ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING (= ZIV) VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING

Advies. Beleidsnota Integratie en Inburgering: vanuit kinderen bekeken

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

Vragenformulier datum:

Dienst Vreemdelingenzaken Departement Internationale bescherming Het doen en registreren van een verzoek om internationale bescherming

PROVINCIE WEST-VLAANDEREN ARRONDISSEMENT VEURNE OCMW DE PANNE UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN HET OCMW.

VR DOC.0952/2BIS

Voor ik naar hier kwam, heb ik nog even een kijkje genomen op de. organisaties, vzw s die al dan niet dringend op zoek zijn naar

Toelichting op het voorstel

Bereiken van nieuwkomers via inburgeringcursussen. Dr. Rik Baeten Domus Medica

Hervestiging van vluchtelingen in Nederland

Informatiesessie Asielcrisis - Spreidingsplan. Februari 2016

organisaties instellingen lokale overheden diversiteit

Materiële hulp voor kinderen die illegaal verblijven

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Deze vorm van begeleiding is beperkt in tijd (3 jaar), maar niet in het aantal begeleidingen.

fedasil FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE OPVANG VAN ASIELZOEKERS

POZAH PSYCHIATRISCHE ONDERSTEUNING EN ZORGTRAJECT VOOR ASIELZOEKERS AAN HUIS

MEMORANDUM 2014 VLAAMSE GEMEENSCHAP. Aanbevelingen van Child Focus, Stichting voor Vermiste en Seksueel Uitgebuite Kinderen

nota Toepassing van het decreet Integrale Jeugdhulp voor voogden van niet begeleide minderjarige vreemdelingen

Monitoring asielzoekers, erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden

3. Opvang en begeleiding van vluchtelingen

Profiel van de asielzoekers in opvang op 31 december 2015

De Sociale plattegrond

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2018;

Taskforce Vluchtelingen bekroond als URBACT Good Practice

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS

Betreft: zorgen over alleenstaande kinderen in Nederland (agendapunt 1 van het AO op 12 november 2015)

European Migration Network

NAAR EEN INTEGRALE AANPAK IN SINT-PIETERS-LEEUW Inspiratiedagen AG I&I VVSG Gent 5/9/2016 Leuven 26/9/2016

Geachte heer kinderrechtencommissaris, beste Bruno,

Bed, bad, brood en spelen Over vluchtelingen en vrije tijd

CAW Oost-Vlaanderen. Sociale Plattegrond meerderjarige asielzoekers 19 april 2016 Gent

4. Wat zijn de rechten en plichten van een asielzoeker in België?

Het Belgische asielbeleid

Huisvesting vergunninghouders in Nijmegen

Welk traject legt een asielzoeker af? Welke rechten heeft een vluchteling of subsidiair beschermde?

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 13 oktober 2017

uitgave april als je vreemdeling bent in België

Veel gestelde vragen huisvesting en begeleiding statushouders

PROGRAMMA 2015 VOOR DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN. DE OCMW S ALS PARTNERS BIJ DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN: FAQ

ONTWERP VAN DECREET. tot wijziging van het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid AMENDEMENTEN

KINDEREN ZONDER PAPIEREN: FEITEN EN RECHTEN

POLITIEKE EISEN. 1. Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen

sociaal centrum Plein Expertise centrum ondersteuning precair verblijf

Aantal asielaanvragen

DE INHOUD, VOORWAARDEN EN DE PROCEDURE OM DE MEDISCHE KOSTEN VIA DE ZIEKTEVERZEKERING TE LATEN BETALEN

Wat is het verschil tussen een vreemdeling, vluchteling, asielzoeker en statushouder?

ONTWERP VAN DECREET. tot wijziging van het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten

Verblijfsstatuten & Gezondheidszorg voor niet-eu-burgers

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.5 - Februari

Transcriptie:

Advies DATUM 8 september 2015 VOLGNUMMER 2015-2016/01 COMMISSIE Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid Kinderen op de vlucht: van crisis naar nieuwe toekomst De toestroom van vluchtelingen uit Syrië en Irak naar Europa dwingt Europese landen om hun asielbeleid en aanpak onder de loep te nemen. Experts spreken over de grootste vluchtelingenstroom wereldwijd sinds de tweede wereldoorlog. Het Vlaams Parlement organiseert op vrijdag 11 september een gedachtewisseling met de Vlaamse Regering over de aanpak van de vluchtelingenproblematiek in Vlaanderen. Het Kinderrechtencommissariaat vraagt al jaren aandacht voor kinderen op de vlucht. Ook onze Klachtenlijn ontvangt elk jaar klachten van kinderen op de vlucht. Hoewel het nu gaat over heel wat meer asielzoekers, blijft het kinderrechtenkader een belangrijke kapstok om kinderen op de vlucht van de nodige zorg en omkadering te voorzien. Het gaat over een zeer kwetsbare groep kinderen die bijzondere bescherming nodig heeft. Volgens cijfers van Fedasil gaat het over 19.000 asielzoekers die nu al in België worden opgevangen. Een op drie is minderjarig. Daaronder zowat 1.000 niet-begeleide minderjarigen. Vlaams minister van Inburgering Homans schat dat er dit jaar in Vlaanderen 20.000 erkende vluchtelingen zullen bijkomen. Vlaams minister van Onderwijs Crevits rekent op een instroom van 7.000 anderstalige nieuwkomers in het Vlaamse onderwijs. Behalve opvang en onderwijs zal er ook psychologische zorg nodig zijn.

De problemen en noden die er al vóór die grote nieuwe instroom waren, blijven ondertussen ook bestaan. Meer nog: de nieuwe instromers zullen er ook mee geconfronteerd worden en ze nog scherper stellen. Het Kinderrechtencommissariaat juicht het initiatief van het Vlaams Parlement toe en wil graag een bijdrage leveren. We formuleren een aantal concrete aandachtspunten voor de aanpak op korte termijn: 1. Stem plaats van opvang, zorg en onderwijs op elkaar af 2. Verruim de inhoud van het onthaalonderwijs 3. Bied meer gespecialiseerde psychologische zorg 4. Ondersteun de pleegzorg voldoende 5. Meer voogden, maar ook buddy s 6. Zorg voor aanbod in sport, spel en vrijetijdsbesteding 7. Bevorder participatie en informeer 1. Positieve signalen Dat de grote toestroom Vlaanderen voor grote uitdagingen stelt, lijdt geen enkele twijfel. We noteren ook positieve signalen die ons hoopvol stemmen: Pleegzorg Vlaanderen meldt dat 400 Vlaamse gezinnen zich spontaan aanboden om een kind, jongere of gezin op de vlucht op te vangen. 130 mensen boden zich spontaan als kandidaat-voogd aan bij de Dienst Voogdij (Federale overheidsdienst Justitie). Steden, gemeenten en OCMW s bieden de federale staatssecretaris voor Asiel en Migratie aan om de opvang van de vluchtelingen te helpen organiseren. Verschillende scholen lieten al weten op korte tijd extra leerkrachten te kunnen mobiliseren. Minister Crevits kondigde aan de regels voor het onthaalonderwijs aan anderstalige nieuwkomers te versoepelen. Ze denkt er onder meer aan om ook voor kleuters van 3 en 4 jaar onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers mogelijk te maken. De Vlaamse Regering richtte een ministerieel comité op om zijn aanpak te coördineren. 2. Aandachtspunten 2.1. Stem plaats van opvang, zorg en onderwijs op elkaar af We hopen en verwachten dat niet-begeleide minderjarigen maar ook gezinnen met minderjarige kinderen snel van de federale collectieve opvangplaatsen (de opvangcentra van Fedasil en van het Rode Kruis Vlaanderen) naar de meer kleinschalige lokale opvang zullen doorstromen. Dat wil zeggen: nog voor hun asielprocedure bij het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen volledig doorlopen is. Die kleinschalige opvang kan overal in Vlaanderen zijn. Doorgaans speelt het lokale OCMW hierin een belangrijke rol, in overleg met Fedasil. Kleinschalige opvang, bijvoorbeeld in gezinswoningen, biedt kinderen een betere omgeving om de nare ervaringen in hun thuisland en op vlucht naar hier achter zich te laten. Het maakt het ook mogelijk om de nodige inspanningen zoals voor onderwijs, zorg en vrijetijdsaanbod beter te spreiden. 2

De gebruikelijke gang van zaken is dat er eerst een opvangplek gezocht wordt en dat vervolgens gekeken wordt waar de kinderen en jongeren naar school kunnen. In het belang van het kind pleit het Kinderrechtencommissariaat ervoor om vooruit te kijken en de verschillende noden tegelijk in beschouwing te nemen. Hou rekening met bestaande capaciteitsproblemen in onderwijs Het is belangrijk dat nieuwe instromers ook naar school kunnen gaan. Als het inderdaad om 7000 extra kinderen en jongeren gaat, zoals de minister van Onderwijs aankondigde, houdt men bij het kiezen van de opvangplek best rekening met de bestaande capaciteit van scholen in bepaalde regio s. De capaciteitsproblemen in onderwijs doen zich vooral in de grotere steden voor. We moeten voorkomen dat veel van de nieuwe instromers geen school vinden of dat kinderen veel te grote afstanden moeten afleggen om op school te raken (met alle risico op minder onderwijsparticipatie). Vlaanderen kan het federale niveau vragen hiermee rekening te houden. En moet de nodige informatie kunnen verschaffen. Daarom is het belangrijk om al vanaf het prille begin (nu dus) aan steden en gemeenten te vragen te inventariseren hoeveel vrije plaatsen de scholen op hun grondgebied (en in sommige gevallen: in gemakkelijk te bereiken scholen in naburige gemeenten) hebben. Hou rekening met verschillen tussen basis- en secundair onderwijs De meeste kinderen en jongeren onder de nieuwe asielzoekers/vluchtelingen zullen door onderwijs als anderstalige nieuwkomer (AN) erkend te worden. Voor jongeren vanaf 12 jaar zijn er de OKAN (OnthaalKlassen voor Anderstalige Nieuwkomers) die in sommige (niet alle) scholen voor secundair onderwijs worden ingericht. Dat zijn aparte klassen. Er kan snel geteld worden hoeveel vrije plaatsen daar nog zijn en hoeveel er nog bij gecreëerd kunnen worden. In het basisonderwijs komen anderstalige nieuwkomers al meteen (of al vrij vlug) in reguliere klassen terecht. Met de extra lestijden AN worden die kinderen extra ondersteund, in de reguliere klas of daarbuiten. Basisscholen kunnen maar hoeven geen capaciteit voor anderstalige nieuwkomers te bepalen. Bepalen ze geen specifieke AN-capaciteit dan moeten ze elke anderstalige nieuwkomer die zich aandient, inschrijven zolang de capaciteit voor de leeftijdsgroep of het leerjaar waarin die leerling terecht komt niet overschreden wordt. In het basisonderwijs komen anderstalige nieuwkomers dus in competitie met andere leerlingen voor een plaats op school. Dat maakt het iets minder makkelijk om tellen hoeveel plaats er nog is. Bovendien stelt de capaciteitsproblematiek zich op sommige plaatsen wel al voor het basisonderwijs maar nog niet voor het secundair onderwijs. Daar houdt men dus best ook rekening mee. De uitkomst zou dan bijvoorbeeld kunnen zijn dat sommige grote steden wel nog best gezinnen met oudere kinderen kunnen opvangen (omdat daar nog plaats is in het secundair onderwijs), maar dat gezinnen met jongere kinderen beter naar kleinere gemeenten toegeleid worden. 3

Activeer en deel expertise De jongste jaren was er een daling van het aantal AN in Vlaanderen. Er is dus vermoedelijk wel expertise voorhanden die nu terug geactiveerd kan worden. Maar de algehele capaciteitsproblematiek (zeker in het basisonderwijs) is er niet op verminderd. Dat roept een aantal vragen op: Is die reserve aan expertise en leerkrachten er ook in het basisonderwijs? Of alleen voor het OKAN-onderwijs in het secundair onderwijs? Bevindt die reserve aan expertise als ze er is - zich op de plaatsen waar die 7000 kinderen en jongeren en hun gezinnen best naartoe gaan? Zo niet, hoe kunnen we die dan best inzetten? 2.2. Verruim de inhoud van het onthaalonderwijs Het huidige onthaalonderwijs in Vlaanderen focust op twee elementen: de verwerving van Nederlandse taalkennis en sociale integratie of inburgering. Dat is een prima benadering voor gewone anderstalige nieuwkomers die geen zware problematiek met zich meezeulen en er vrij zeker van zijn dat hun toekomst in Vlaanderen ligt. Maar dat geld niet voor iedereen. Eerder al pleitte het Kinderrechtencommissariaat voor meer aandacht voor de diversiteit binnen het doelpubliek van het onthaalonderwijs. Dat maakt een verruiming van de inhoud van het onthaalonderwijs noodzakelijk. In het bijzonder voor kinderen op de vlucht is het noodzakelijk dat scholen ook aandacht kunnen besteden aan: Wegwerken van grote schoolse achterstanden Sommige kinderen op de vlucht hebben door de omstandigheden in hun land van herkomst weinig of zelfs geen school gelopen. Zij hebben grote schoolse achterstand opgelopen. De opvang van die kinderen stelt scholen voor extra grote uitdagingen. Psychisch welbevinden van de leerlingen Kinderen op de vlucht brengen vaak een heel beladen verleden met zich mee. De school is voor velen onder hen een plek waar ze die dingen kunnen vergeten en tot rust kunnen komen. Toch moeten leerkrachten er oog voor hebben dat er momenten zijn waarop die kinderen juist wel hun verhaal willen brengen. De band met de taal en de cultuur van het land van oorsprong onderhouden Dit is belangrijk voor hun identiteitsontwikkeling. Maar ook een puur praktische noodzaak voor hen die na een tijdje willen of moeten terugkeren. We kunnen er niet steeds op rekenen dat de ouders wel voldoende kunnen instaan voor die band met de taal en cultuur van het land van oorsprong. Allerlei andere beslommeringen, het eigen opleidingsniveau en nog zoveel andere factoren kunnen hierin een hindernis vormen. Ondersteuning van buitenaf is vaak nodig. Uiteraard kan het Vlaamse onderwijs daar niet volledig zelf voor instaan. 4

Maar de Vlaamse overheid zou hierover kunnen overleggen met de betrokken migrantengemeenschappen en in samenwerking met scholen en schoolbesturen faciliterend kunnen optreden voor de organisatie van aanvullende etnisch-culturele onderwijsinitiatieven. 2.3. Meer gespecialiseerde psychologische zorg nodig in alle fasen van de opvang Van de 761 kinderen en jongeren die in 2014 als niet-begeleide buitenlandse minderjarige in een federaal onthaal-, oriëntatie- en observatiecentrum aangemeld werden, bleek 36% om verschillende redenen bijzonder kwetsbaar te zijn. Dat zijn jongeren met een dringende nood aan aangepaste psychologische begeleiding, zo vernemen we van Fedasil. Ook bij de vluchtelingenkinderen die hier met hun gezin zijn, is er veel nood aan psychologische begeleiding. Afstemmen tussen Fedasil, cggz en RIZIV We vernemen dat Fedasil de kosten voor ambulante psychologische hulp enkel nog terugbetaalt voor bewoners van de opvangcentra van FEDASIL en partners zoals het Rode Kruis, Caritas of Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Het gevolg is dat kinderen en -jongeren die elders opgevangen worden (waaronder zij met een erkenning als vluchteling op zak) voor psychologische hulp aangewezen zijn op de reguliere hulpverlening. De praktijk leert dat dat allesbehalve probleemloos loopt. Die reguliere hulpverlening is voor hen weinig toegankelijk en niet voldoende gespecialiseerd in de problemen waarmee zij kampen. In vergelijking met andere doelgroepen vraagt het meer tijd en kost het ook meer om kinderen en jongeren op de vlucht psychologische hulp te bieden. De centra voor geestelijke gezondheidszorg (cggz), die onder Vlaamse bevoegdheid vallen, nemen ze vaak niet op. Bij het RIZIV (federale bevoegdheid) kunnen de kinderen en hun gezinnen ook niet aankloppen, want dat betaalt kosten voor psychotherapie niet terug. Tegelijk melden experten ons dat veel kinderen en jongeren op de vlucht vaak juist pas na die moeilijke, onzekere periode waarin ze nog op hun erkenning wachten, in staat zijn om de psychische trauma s te verwerken die ze als vluchteling opliepen. Dus precies in de fase waarin psychologische hulp voor het afsluiten van een moeizaam proces en het begin van een nieuw leven zou kunnen zorgen, is ze het minst beschikbaar. Spreiding van expertise nodig Die gespecialiseerde psychologische hulp is momenteel geconcentreerd in een beperkt aantal centra. Wanneer vluchtelingengezinnen en niet-begeleide minderjarigen meer verspreid opgevangen worden (wat we dus eigenlijk hopen en verwachten), schept dat wel een extra drempel om die hulp te krijgen. Dat stelt ons voor een dilemma. Voor het vinden van een oplossing kan misschien een beroep gedaan worden op de expertise en de netwerken van organisaties zoals TEJO (Therapeuten voor Jongeren), dat ondertussen al in verschillende steden een afdeling heeft. 2.4. Ondersteun de pleegzorg voldoende Dat vele honderden Vlaamse gezinnen zich aanbieden om kinderen en jongeren op de vlucht een thuis te bezorgen, stemt hoopvol. 5

Maar we moeten durven leren uit de ervaringen in het verleden. Kinderen en jongeren op de vlucht hebben niet alleen een warm nest met veel liefde nodig. Hun verblijfsstatuut moet ook geregeld worden. Anders wacht hen, ook na jaren van pleegzorg en stevig verankerd in Vlaanderen, na hun 18 e verjaardag de confrontatie met een bijzonder onzekere toekomst. Kinderen en jongeren die het statuut van niet-begeleide minderjarige vreemdeling kregen, krijgen normaliter een voogd toegewezen door de Dienst Voogdij (Federale overheidsdienst Justitie). Dat vormt geen garantie dat ze hier ook na hun 18 e kunnen blijven, maar het behoort tot de taken van de voogd erop toe te zien dat de nodige procedures ingezet worden en dat voor de jongere de beste oplossing gevonden wordt. Maar ook kinderen die met hun gezin op de vlucht zijn, kunnen in de pleegzorg terechtkomen. Bijvoorbeeld als de bevoegde instanties oordelen dat de kinderen zich in een verontrustende opvoedingssituatie bevinden of hun ouders niet langer voor hen kunnen zorgen. Uit klachten bij de Klachtenlijn weten we dat de verblijfssituatie in zulke gevallen lang niet altijd goed geregeld is. Soms omdat het verblijfsrecht dat hun ouders krijgen, wegens de plaatsing niet meer vanzelf ook voor het kind geldt. Of omdat de pleegouders er niet in slagen de nodige papieren uit het land van herkomst te bekomen. Het agentschap Jongerenwelzijn van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin stelde vast dat in de periode april juni 2014 zo n negentig kinderen en jongeren in de Vlaamse pleegzorg geen of een precair verblijfsstatuut hadden. Dat leidt soms tot hallucinante situaties waarbij jongeren op hun 18 e worden uitgewezen naar een land dat ze nooit hebben gekend. Niet alle pleegouders kunnen de taak opnemen om ook het verblijfsstatuut van hun buitenlands pleegkind te regelen. Hierover moeten duidelijke afspraken gemaakt. Er moet een duidelijk toezicht zijn. Zonodig door een voogd. Maar we pleiten er vooral voor dat buitenlandse kinderen en jongeren die bij wijze van beschermingsmaatregel in de pleegzorg of een andere opvang binnen de Vlaamse jeugdzorg opgenomen worden, automatisch een verblijfsvergunning krijgen. Die moet minstens gelden voor de duur van de beschermingsmaatregel. 2.5. Meer voogden, maar ook buddy s Van de Dienst Voogdij vernemen we dat ze in 2015 tegen eind augustus al 900 nieuwe voogdijschappen toekenden. Dat is al een pak meer dan 780 nieuwe voogdijschappen die in heel 2014 toegewezen werden. Voor heel 2015 gaan we wellicht een stuk boven 1000 uitkomen. Daarmee zal ook het totaal aantal lopende voogdijschappen flink toenemen. Dat bedroeg in 2014 zo n 1700. Voor 2015 komt dat wellicht op ruim 2000. Dat is meer dan de bestaande pool van voogden aankan. Onder de 130 nieuwe kandidaten die zich spontaan aanboden, wordt nu vooral gezocht naar mensen met het juiste profiel. Voogden moeten niet alleen begaan zijn met het lot van kinderen en jongeren, ze moeten ook over de nodige technische bagage (onder meer kennis van het vreemdelingenrecht) beschikken of in staat zijn die snel te verwerven. Lokale initiatieven aanmoedigen Voor wie op een andere manier met het lot van kinderen op de vlucht begaan is, zijn er andere mogelijkheden om een bijdrage te leveren. Interessant zijn bijvoorbeeld de lokale initiatieven om met buddy-gezinnen te werken. 6

Dat zijn gezinnen die zich engageren om af en toe bij vluchtelingengezinnen langs te gaan, hen op bezoek te vragen, hen te helpen met kleine dingen. De Vlaamse overheid zou zulke lokale initiatieven kunnen aanmoedigen. 2.6. Aanbod spel, sport en vrije tijd Spel, sport en andere vormen van vrijetijdsbesteding zijn belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen en voor hun sociale integratie. Daar tijd en ruimte voor krijgen en kunnen participeren aan wat onze samenleving op dat vlak aanbiedt, behoort tot hun rechten als kind. Het Kinderrechtencommissariaat krijgt van clubs, verenigingen en organisaties vaak de vraag of ze kinderen en jongeren op de vlucht aan hun activiteiten mogen laten deelnemen. De Vlaamse overheid zou die clubs, verenigingen en organisaties kunnen informeren dat kinderen en jongeren in procedure zonder problemen aan die activiteiten kunnen deelnemen. En die clubs, verenigingen en organisaties aanmoedigen die kinderen en jongeren actief uit te nodigen. 2.7. Participatie en informatie De groep mensen op de vlucht is heel divers. Naar gezinssamenstelling, achtergrond, geschiedenis. In de zoektocht naar hoe deze verschillende groepen mensen een (tijdelijke of permanente) plek in onze samenleving kunnen verwerven, zal het een grote uitdaging zijn om met deze diversiteit ten volle rekening te houden. Om dit te realiseren zal het ontzettend belangrijk zijn om de mensen op de vlucht goed en tijdig te informeren in een aangepaste taal en via aangepaste (sociale) media. Over de te volgen procedures, de toekomstverwachtingen, en de wegen naar de verschillende vormen van maatschappelijke dienstverlening. Ook de groep kinderen en jongeren is divers. Ook zij hebben het recht op een kwaliteitsvolle en aan hun leeftijd aangepaste informatie. Uit ons ombudswerk leren we dat angsten en bekommernissen van kinderen en jongeren op de vlucht onder meer voortkomen uit het niet of onvoldoende zicht hebben op wat hen te wachten staat. Betrek ook gezinnen, kinderen en jongeren maximaal in het zoeken naar oplossingen voor problemen waarmee zij vandaag geconfronteerd worden. Kinderen op de vlucht zijn in de eerste plaats kinderen. Hou rekening met hun perspectief en met hun verwachtingen. In het versterken van het recht op informatie en participatie is het belangrijk om te steunen op de expertise van diverse organisaties (Rode Kruis, Vluchtelingenwerk Vlaanderen, Caritas Internationaal) die al jaren voor hulp, ondersteuning en begeleiding van mensen op de vlucht instaan. 7