Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Leraar Basisonderwijs 2015-2016



Vergelijkbare documenten
Opleidingsprofiel Instituut Theo Thijssen - Kerntaken- en deeltaken in de verschillende fasen van de opleiding

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Basisonderwijs Voltijd

Onderwijsaanbod & Toetsing Flexibele Deeltijdopleiding ITT/HUpabo. Verantwoording

Studiegids. Bacheloropleiding voltijd. Leraar Basisonderwijs

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

Beoordelingsformulieren. Aanpassingen

Studiegids. Deeltijdbacheloropleiding. Flexibele deeltijdopleiding Leraar Basisonderwijs

1 Interpersoonlijk competent

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Aantekenformulier van het assessment PDG

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd:

Pluspunt Een professioneel voorbeeld zijn voor leerlingen en in gesprek blijven over de vraag hoe gaan we met elkaar om.

Studiegids. Bacheloropleiding voltijd. Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs (ALPO)

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

Flexibele Deeltijdopleiding ITT/HUpabo

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Studiegids bacheloropleiding ACADEMISCHE LERARENOPLEIDING PRIMAIR ONDERWIJS (ALPO)

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

Competentievenster 2015

1. Interpersoonlijk competent

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Verkorte studiegids. Bacheloropleiding ACADEMISCHE LERARENOPLEIDING PRIMAIR ONDERWIJS (ALPO)

Zelfevaluatie. Inleiding:

5. Product ontwikkeld binnen het KIGO project Doorlopende Coach Actieve coach ; penvoerder was Edudelta College.

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Thermometer leerkrachthandelen

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

Workshop zelfbeoordelingslijst PARTNERS IN PASSEND ONDERWIJS

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

van, voor en door de leraar Discussienota Uitgangspunten Herijking Bekwaamheidseisen

kempelscan K1-fase Eerste semester

WPL Fase A WPL Fase B WPL Fase C WPL Fase D

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Visie op ouderbetrokkenheid

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

CP Resultaten QuickScan

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

ONDERWIJS EN INNOVATIE OP DE LINDERTE

Op expeditie naar waarde(n)

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Een taakgericht beroepsbeeld van de leraar

1 Interpersoonlijk competent

Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics)

2. Waar staat de school voor?

Informatie werkplekleren

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

Kern van leidinggeven in het nieuwe cluster

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan mijn stagebegeleidster.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

De PLG-bril. De drie capaciteiten

FUNCTIE PROFIELDOCENT LB SCHOLENGEMEENSCHAP BONAIRE

kempelscan P2-fase Studentversie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Samenwerking. Betrokkenheid

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Competenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN

Bekwaamheidseisen leraren

BaLO welkom

Onder de Wieken: altijd in beweging

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

De vijf kerncompetenties van het competentieprofiel beginnend hbo-docent

Reflectie-instrument leerkrachten Het Barlake

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)

Verantwoording gebruik leerlijnen

Leraar basisonderwijs LA FUNCTIEBESCHRIJVING

Wij bieden, op maat, een uitgebreid en intensief begeleidingstraject op de werkplek aan.

Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD

Transcriptie:

Studiegids Bacheloropleiding deeltijd Leraar Basisonderwijs 2015-2016 Hogeschool Utrecht, juli 2014

Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep... 7 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel... 11 2.1.3 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar... 13 2.1.4 Vaardigheden afgestudeerde... 13 2.1.5 Werkveld en functies... 13 2.2 Opleidingsprofiel... 14 2.2.1 Algemeen... 14 2.2.2 Doelstelling opleiding... 21 2.2.3 Het hbo-niveau van de opleiding... 21 2.2.4 Didactische uitgangspunten... 26 2.3 Inrichting opleiding... 27 2.3.1 Opleidingsvarianten... 27 2.3.2 Verkorte en versnelde opleidingsroutes... 28 2.3.3 Getuigschriften... 28 2.3.4 Graden en titulatuur... 29 2.3.5 Opleidingsstructuur... 29 2.4 Propedeuse... 30 2.4.1 Programma... 31 2.4.2 Studieadvies... 33 2.4.3 Overstappen... 35 2.5 Hoofdfase... 35 2.5.1 Toelating hoofdfase... 35 2.5.2 Programma s... 35 2.5.3 Werkplekleren... 39 2.5.4 Profileringsruimte... 42 2.5.5 Excelleren... 43 2.5.6 Afstuderen... 44 2.5.7 Vervolgopleidingsmogelijkheden... 45 2.6 Examencommissie... 46 2.6.1 Instelling en benoeming... 46 2.6.2 Samenstelling... 46 2.6.3 Taken en bevoegdheden... 46 2.6.4 Verzoekschrift... 47 2.7 Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen... 48 2.8 Voorzieningen... 48 2.8.1 Begeleiding... 48 2.8.2 ICT-faciliteiten... 49 2.8.2.1 Algemeen... 49 2.8.2.2 E-mail... 49 2.8.2.3 MijnHU... 50 2.8.2.4 SharePoint... 50 2.8.2.5 OSIRIS Student... 51 2.8.2.6 Wachtwoord... 52 2.8.2.7 Informatiebeveiliging en privacy... 52 2.8.2.8 Registratie studievoortgang... 52 2.8.3 Student Informatie Punt (STIP)... 53 2.8.4 Studievereniging... 53 2.8.5 Opleidingscommissies... 53 2.9 Contactgegevens... 54 3 Cursussen 56 3.1 Cursusdeelname... 56 2/115

3.2 Inschrijving voor cursussen... 56 3.3 Aanwezigheidsplicht... 57 3.4 Ingangseisen... 58 3.5 Cursusbeschrijvingen... 58 4 Tentamens en examens 59 4.1 Introductie... 59 4.2 Vrijstellingen... 60 4.3 Organisatie tentamens... 62 4.3.1 Tentamenvorm en -duur... 62 4.3.2 Tentamenrooster... 63 4.3.3 Inschrijving en deelname (her)tentamens... 64 4.3.4 Voorzieningen in geval van een functiebeperking... 66 4.3.5 Legitimatieplicht bij tentamens... 67 4.3.6 Gang van zaken tijdens tentamens... 67 4.4 Beoordeling... 68 4.4.1 Toekennen resultaat en inzage... 68 4.4.2 Onregelmatigheden / fraude... 69 4.4.3 Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk... 70 4.4.4 Geldigheidsduur resultaten... 71 5 Diplomering 72 5.1 Procedure afgifte diploma... 72 5.2 Aantekening cum laude of met genoegen... 74 6 Roosters 76 6.1 HU-onderwijsjaarrooster... 76 6.2 Vakanties en vrije dagen... 78 6.3 Lesdagen en -tijden... 78 6.4 Openingstijden gebouwen... 78 6.5 Roosterinformatie en -wijzigingen... 79 7 Klachten, bezwaar en beroep 80 7.1 Inleiding... 80 7.2 Bezwaar... 80 7.3 Beroep... 81 7.3.1 Beroep aantekenen... 81 7.3.2 Hoger beroep... 82 7.4 Klachten... 82 7.4.1 Klacht indienen... 82 7.4.2 Herzieningsverzoeken bij klachten... 83 7.5 Ongewenst gedrag... 83 7.6 Schema klachten, bezwaar en beroep... 83 8 Studentzaken 84 8.1 Studiebegeleiding... 84 8.2 Profileringsfonds... 84 8.3 Studentendecaan... 86 8.4 Centrum Studiekeuze... 86 8.5 Vertrouwenspersoon... 87 8.6 Studentenarts... 87 8.7 Bureau Studentenpsychologen... 88 8.8 Mediation... 88 8.9 Studeren met een functiebeperking... 88 8.10 Verbetering taalvaardigheden... 89 8.11 Bibliotheek... 89 8.12 Internationalisering... 89 8.13 Medezeggenschap... 90 8.13.1 Inspraakorganen... 90 8.13.2 Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten... 90 8.14 Studium Generale... 91 8.15 Studentenvereniging... 91 3/115

8.15.1 Algemeen... 91 8.15.2 Bestuursbeurs... 92 8.16 Topsport... 92 8.17 Trajectum... 92 8.18 Sport... 92 8.19 Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren... 93 8.20 Verzekeringen: aansprakelijkheid, ongevallen en reisverzekering... 95 9 Over de HU 97 9.1 Algemene informatie... 97 9.1.1 Onderwijsprofiel HU... 97 9.1.2 Bachelor- en masterstelsel... 98 9.1.3 Hogeschool- en faculteitsregelingen... 99 9.1.4 Orderegels... 100 9.1.5 Kwaliteitszorg... 101 9.1.6 Organogram HU... 102 9.1.7 Locaties HU... 102 9.2 Algemene informatie faculteit Educatie... 102 9.2.1 Algemeen... 102 9.2.2 Organogram faculteit... 103 9.2.3 Contactgegevens... 103 9.2.4 Plattegrond... 104 9.2.5 Praktische voorschriften en aanwijzingen... 104 9.2.6 Faciliteiten... 104 9.2.7 In- en uitschrijven voor de opleiding... 106 9.2.8 Toelatingsonderzoek... 107 9.2.9 Studiekosten, eigen bijdragen en tegemoetkoming... 108 9.2.10 Collegegeld... 108 9.2.11 Kosten voor boeken en leermiddelen... 109 9.2.12 Overige kosten... 109 9.2.13 Financiële tegemoetkoming... 109 10 Bijlagen 110 10.1 Onderwijs- en examenregeling... 110 10.2 Cursusbeschrijvingen... 115 Deze studiegids is op 9 mei 2014 vastgesteld door de instituutsdirecteur gevolgd door een positief advies van de OC en goedgekeurd door de faculteitsdirecteur op 20 juni 2014. N.B. Waar in deze studiegids gesproken wordt over de opleiding wordt bedoeld: B Opleiding tot leraar Basisonderwijs geregistreerd in het crohoregister onder nummer 34808. 4/115

1 Voorwoord Beste student, Voor u ligt de studiegids 2015-2016 van HU Pabo, de opleiding tot leraar basisonderwijs deeltijd, onderdeel van Instituut Theo Thijssen. We hopen dat u bij onze opleiding een prettige en succesvolle studietijd heeft. In deze studiegids vindt u belangrijke spelregels en nuttige informatie over uw studie. Hogeschool Utrecht biedt vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs. Competentiegericht wil zeggen dat u vaardigheden opdoet die aansluiten bij het beroepsleven ( 2.1). Met vraaggestuurd onderwijs streven wij er naar het onderwijs en de ondersteuning eromheen zo in te richten dat u zich tijdens uw studie kunt ontwikkelen op een manier die ú belangrijk vindt en die bij u past. Hieronder vindt u informatie over de belangrijkste aspecten van uw studie. Invloed van de student Veel van onze mogelijkheden zijn ontwikkeld en verbeterd op initiatief van uw medestudenten. De hogeschool beschouwt u dan ook als partner; u maakt deel uit van onze kennisgemeenschap. De HU hecht veel waarde aan uw mening en ideeën. Dat begint al bij de evaluaties van alle cursussen, waar u als student uw oordeel en verbetertips kunt geven. Ook organiseren we op opleidingen en faculteiten onderwijsdialogen, waarin we samen in gesprek gaan over uw opleiding en alles eromheen. De HU ondersteunt actief deelname van studenten in opleidingscommissies en medezeggenschapsorganen (8.12). We vragen u elk jaar de NSE (Nationale Studenten Enquête) in te vullen. En bent u bijzonder tevreden over het onderwijs van die ene docent(e), nomineer hem/haar dan als docent(e) van het jaar! Excelleren De HU waardeert en stimuleert verschillende vormen van excellentie. Als u uitstekende resultaten in uw studie behaalt, ontvangt u bij uw diploma de aantekening cum laude of met genoegen (5.2). U kunt ook uitblinken op aspecten als innovatie en leiderschap en ook dat wil de HU graag bevorderen. Hiervoor hebben we honourstrajecten ontwikkeld. U kunt met het volgen van deze trajecten Ster Verklaringen behalen. Als u vijf verschillende Ster Verklaringen behaalt, krijgt u het Honours Certificaat. Dit is een officieel HU-waardepapier dat u bij uw afstuderen naast uw diploma ontvangt (2.5.5). Verbreden en verdiepen Veel opleidingen kennen afstudeerrichtingen waarmee u zich kunt specialiseren op een onderdeel van uw vakgebied. Daarnaast kennen de meeste opleidingen de zogenaamde vrije profileringsruimte (minor van 30 EC, een half jaar), die u kunt gebruiken om u te verdiepen binnen uw eigen vakgebied of om kennis te maken met een geheel ander vakgebied. Dat kan binnen uw faculteit of binnen een opleiding van een andere faculteit, maar ook een cursus aan een andere instelling is vaak mogelijk (2.5.4). Verder bestaat de mogelijkheid een eigen examenprogramma te ontwikkelen. De examencommissie van uw opleiding () moet daar toestemming voor geven. Voor advies over zo n eigen examenprogramma kunt u terecht bij uw studieloopbaanbegeleider (slb er, 2.8.1). Wat anders? U kunt uw studietijd natuurlijk ook benutten om u zo breed mogelijk te ontwikkelen en extra ervaring buiten uw reguliere studie op te doen. Wilt u een tijdje studeren in het buitenland (8.12)? Of denkt u erover bestuurlijk actief te worden in bijvoorbeeld een studievereniging, een gezelligheidsvereniging of een studentensportclub (8.18)? Of combineert u topsport met een studie (8.16)? Ook kunt u ervaring opdoen in medezeggenschap en opleidingscommissies. Er is van alles denkbaar dat door de HU actief ondersteund wordt. Studievertraging Het kan gebeuren dat uw studie niet verloopt zoals u dat graag zou willen. Als dat komt door bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld ziekte of familieomstandigheden, dan zijn er verschillende regelingen waarop u een beroep kunt doen. Als u door uw persoonlijke situatie tentamens mist, kunt u om een extra herkansing vragen (0). Haalt u te weinig studiepunten en dreigt u een negatief studieadvies te krijgen, dan kunt u hulp krijgen bij het maken van een studieplanning (0). En had u een studiebeurs maar studeert u 5/115

door persoonlijke omstandigheden zo lang dat u er geen recht meer op hebt? Dan is er wellicht een mogelijkheid tot financiële ondersteuning (8). In al deze gevallen geldt: meld het zo spoedig mogelijk aan uw studieloopbaanbegeleider (2.8.1) of uw studentendecaan (8.3)! Het is natuurlijk niet wenselijk dat u (veel) te lang over uw studie doet. Om dat te voorkomen, bieden opleidingen soms inhaaltrajecten aan. Die worden via MijnHU bekend gemaakt. Heeft u een functiebeperking? Mogelijk heeft u dan meer tijd nodig voor uw studie, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. De hogeschool kent een breed scala aan voorzieningen die u in uw studie kunnen ondersteunen (8.9). Problemen en klachten Heeft u problemen die uw studie negatief kunnen beïnvloeden? Bij uw slb er (2.8.1) of een studentendecaan (8.3) bent u daarmee aan het juiste adres; zij kunnen u adviseren of doorverwijzen. Als u klachten heeft over de bejegening door studenten of medewerkers, kunt u ook een vertrouwenspersoon (0) inschakelen. Als er sprake is van een escalerende situatie kunnen onze studentmediators helpen om verdere escalatie te voorkomen en de samenwerking weer te herstellen (8.8). En gaat er binnen de HU iets fout of bent u het niet eens met een besluit? Op elke faculteit of opleiding is een klachtenloket waar u terecht kunt met bezwaren en klachten (7.1). Ook hiervoor is de studentendecaan het eerste aanspreekpunt. Wat verwacht de HU van u? Wij streven ernaar u een opleiding en studieklimaat te bieden waarin u zich optimaal kunt ontplooien. Daarvoor is het nodig dat iedere student zich aan de interne regels houdt (0). Ongewenst gedrag (bijvoorbeeld intimidatie, hatemails, verbaal of fysiek geweld) wordt niet getolereerd. Als u een diploma haalt, moet u dat ook hebben verdiend: fraude (4.4.2) wordt niet getolereerd. Zeker als dit gevolgen heeft voor onschuldige medestudenten, doordat tentamenresultaten ongeldig worden verklaard, zijn de straffen zwaar. Zowel ongewenst gedrag als fraude kan leiden tot verwijdering van de opleiding. Er zijn heel veel mogelijkheden bij de HU om een prettige studietijd te hebben. U vindt het merendeel terug in deze studiegids. Lees de gids goed door voordat u aan uw studie begint. Is iets niet duidelijk of kunt u bepaalde informatie niet vinden, kijk dan op MijnHU of vraag het uw slb er of de onderwijsbalie (0), We wensen u een prettige studietijd en veel succes in dit studiejaar. Mede namens alle collega s die aan uw opleiding bijdragen, Drs. Wichert Duyvendak Directeur Instituut Theo Thijssen 6/115

2 Inrichting van de opleiding 2.1 Beroepsprofiel 2.1.1 Beroep Wanneer u bent afgestudeerd aan de HU Pabo, dan bent u bevoegd om te werken in het primair onderwijs, dat wil zeggen: het basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs 1. Als groepsleerkracht bent u inzetbaar in groep 1 tot en met 8. Het beroep van leraar basisonderwijs is veelzijdig en uitdagend. In uw rol als leerkracht bent u kennisdrager, opvoeder, cultuurdrager, inspirator, organisator, onderzoeker en wereldburger tegelijk. In onze visie op onderwijs en op het opleiden van leraren basisonderwijs in het bijzonder, worden wij als HU Pabo gedreven door de volgende waarden en normen: Zelfontplooiing Elk mens heeft de potentie en het recht om zichzelf (persoonlijkheid, kennis, vaardigheden en attitudes) te ontwikkelen tot een volwaardig individu en een waardevol (wereld)burger. Respect Mensen mogen zijn wie ze zijn, zolang ze een ander diezelfde ruimte gunnen, en hen gelijkwaardig behandelen, ondanks verschillende talenten, religieuze en politieke overtuigingen en levensgeschiedenissen; Duurzaamheid Alles van waarde is weerloos (Lucebert), dus kinderen, gezondheid, talent en liefde, maar ook natuur, kunst en cultuur verdienen het gekoesterd en gevoed te worden; Openheid en integriteit Jezelf (door anderen laten) kennen is een voorwaarde voor spirituele/levensbeschouwelijke, emotionele, mentale en sociale groei en dus voor onderwijs. Verbondenheid Je als individu verbonden weten met het andere, of dat andere nu de medemens is of de maatschappij of de natuur of een hoger wezen. Vanuit bovenstaande waarden concretiseert HU Pabo zijn visie op de leraar basisonderwijs, de lerarenopleiding, de leeromgeving en docenten als volgt. Onze visie: De leerkracht basisonderwijs die je je kind wenst Wij leiden de leerkracht basisonderwijs op die je voor je kind wenst. Binnen HU Pabo werken medewerkers samen met studenten, (leerwerk)scholen en onderzoeksinstellingen in een toekomstgerichte sfeer aan de leerkracht basisonderwijs van de toekomst. Deze samenwerking kent een duurzaam en concreet karakter. Dit blijkt bijvoorbeeld uit convenanten en gezamenlijke projecten. De innovatieve leerkracht die wij nastreven, is inspirator, opvoeder, kennisdrager, cultuurdrager, organisator, onderzoeker en (wereld)burger tegelijk. Wij zien de leerkracht basisonderwijs als een veelzijdig, uitdagend beroep en dragen er met plezier aan bij dat studenten in dit beroep kunnen gaan werken. Tijdens onze opleiding houden we studenten (en onszelf) onderstaand streefbeeld voor en leggen we een stevig en vruchtbaar fundament voor de realisatie ervan, onder andere door zelf het goede voorbeeld te geven. 1 Door het met goed gevolg afleggen van het afsluitend examen van de bacheloropleiding leraar basisonderwijs, voldoet betrokkene aan de bekwaamheidsvereisten zoals vastgesteld in het Besluit Bekwaamheidseisen onderwijspersoneel, titel 2. 7/115

Ons streefbeeld van de leerkracht basisonderwijs HU Pabo draagt de naam van Theo Thijssen. Wij onderschrijven het beeld dat de onderwijzer Theo Thijssen zelf ooit schetste van de gelukkige klas in zijngelijknamige boek: het hechte verbond met de klas, de liefde voor het vak en het begrip dat de leerkracht van de leerlingen heeft. De leerkracht staat midden in de maatschappij, is op de hoogte van actuele vraagstukken (diversiteit, probleemwijken, solidariteit etc.), maakt die voor kinderen toegankelijk en helpt hen eigen standpunten in te nemen, te beargumenteren en uit te dragen. De leerkracht geniet als kennis- en cultuurdrager aanzien bij kinderen, ouders en gemeenschap. De leerkracht is voor kinderen en ouders een rolmodel en maakt hen bewust van de rechten èn plichten van goed (wereld)burgerschap 2. De leerkracht voelt zich deel van de school waar hij of zij werkt. Dit betekent dat hij of zij actief participeert in het ontwikkelen en realiseren van de visie van de school. Dit uit zich in de organisatie van en de deelname aan discussies, projecten, bijscholingsactiviteiten en evaluaties. De leerkracht is een teamspeler: de eigen klas is geen geïsoleerd koninkrijkje, maar deel van de inspirerende leeromgeving die de school voor kinderen wil zijn. De leerkracht werkt graag samen en communiceert uitstekend; ook over moeilijke of weerbarstige onderwerpen. Hij of zij kent de eigen sterkten en zwakten, is loyaal naar teamleden en schroomt niet hen op een positieve manier aan te spreken op hun gedrag of omgekeerd: echt te luisteren als zij hem of haar ergens op aanspreken. De leerkracht combineert een onderzoekende, positief-kritische houding met durf om gebaande paden te verlaten als dit nodig of profijtelijk is. Hij of zij is zich ervan bewust dat kennis beperkt houdbaar is, geeft daar blijk van in contacten met kinderen, ouders en collega s en hecht grote waarde aan het zich blijven ontwikkelen. Hij of zij is in staat om in samenwerking met anderen de resultaten van (wetenschappelijk) onderzoek te benutten voor verbetering van de onderwijspraktijk, zowel in de eigen klas, in de eigen school als in het primair onderwijs als geheel. In dit kader is de leerkracht ook in staat om actief samen te werken met (wetenschappelijk) onderzoekers in de onderwijspraktijk. De leerkracht heeft voor de kinderen verschillende rollen. Hij of zij is voor hen inspirator, kennisdrager, onderzoeker, cultuurdrager en opvoeder tegelijk. Hij of zij inspireert de kinderen tot leerprestaties, draagt de noodzakelijke kennis en vaardigheden over en zorgt voor een rijke leeromgeving die kinderen structuur, veiligheid en inspiratie biedt. In die leeromgeving is ook aandacht voor de explicitering en onderbouwing van de eigen waarden en normen van het kind. De leerkracht ondersteunt de kinderen bij hun leerproces, zowel cognitief, emotioneel als sociaal. Hierbij heeft de leerkracht oog voor de groep (samenwerken, discussiëren, omgaan met conflicten), maar ook voor de specifieke behoeften en talenten van het individu. De leerkracht is zich bewust van diens voorbeeldrol en heeft een positieve grondhouding tegenover de leervermogens van alle kinderen, ongeacht hun aanleg, afkomst, religie of overtuiging. De leerkracht is de opvoedkundige partner van de ouders, betrekt hen bij het leerproces van het kind en fungeert zo nodig als hun gids en inspirator. De pabo die inspireert Onze visie op de opleiding tot leraar basisonderwijs is als volgt: De HU Pabo is een open en transparante organisatie met een heldere visie op de bedrijfsvoering, die gericht is op het verwerkelijken van de hier geschetste inhoudelijke visie. Wij opereren creatief en loyaal binnen de strategische, financiële en bedrijfsmatige kaders van de HU. We koesteren hierbinnen de eigen identiteit en cultuur en benutten verder zoveel mogelijk de faciliteiten en het imago van de Hogeschool en haar Faculteit Educatie. Wij staan voor onze waarden en zijn gemakkelijk benaderbaar voor scholen, maatschappelijke instellingen en onderzoeksinstituten in onze omgeving. Wij communiceren tijdig en direct (korte lijnen), zodat zowel interne als externe belanghebbenden (studenten, HU Pabo-medewerkers, medewerkers van basisscholen, onderzoekers etc.) optimaal worden betrokken in de verdere 2 Zie als kader de canon voor wereldburgerschap op www.venstersopdewereld.nl 8/115

ontwikkeling van het basisonderwijs in de regio Midden Nederland en daarbuiten. Hierbij hebben we steeds ook oog voor de onderwijsketen (voorschools, vroegschools, SO, SBO en VO). Wij staan midden in de maatschappij, waarin wij op basis van onze waarden stelling nemen. Dit betekent onder andere dat wij ons onder de vlag van de HU actief mengen in de maatschappelijke discussie over doelen en inrichting van het basis- en beroepsonderwijs in Nederland. In die discussie kiezen wij voor een weloverwogen balans tussen verworvenheden uit het verleden en vernieuwing. We onderbouwen onze stellingnamen vanuit relevante resultaten van wetenschappelijk onderzoek, onze grondige kennis van de onderwijspraktijk en onze gedeelde waarden. Wij staan in de regio bekend als de pabo die inspireert. We zijn een voortrekker op het gebied van onderwijsontwikkeling. Zowel het werkveld als de wetenschap beschouwen ons daarin als een betrouwbare en waardevolle partner. We werken hiertoe binnen de regio nauw en zoveel mogelijk structureel samen met basisscholen, het kenniscentrum van de FE, maatschappelijke instellingen en universiteiten. Wij fungeren als kenniscentrum voor basisscholen in de regio. We zorgen dat vragen uit de praktijk op de onderzoeksagenda s (komen te) staan en omgekeerd, dat resultaten van wetenschappelijk onderzoek vlot en soepel voor een betere onderwijspraktijk kunnen worden benut. We richten ons als kenniscentrum op een beperkt aantal thema s die sterk in de regio leven en die aansluiten bij onze waarden. Krachtige leeromgeving voor studenten, werknemers basisonderwijs en HU Pabo-medewerkers HU Pabo draagt in zijn uitingen en activiteiten consistent de hier gepresenteerde visie op leraarschap en lerarenopleiding uit. Dit betekent dat wij als HU Pabo (medewerkers, faciliteiten, gebouwen, netwerk met praktijk en wetenschap) een inspirerende en krachtige leeromgeving creëren, waarin men naar elkaar luistert en elkaar ruimte geeft. Die leeromgeving biedt niet alleen studenten en de eigen medewerkers, maar ook basisschoolleerkrachten, schoolleiders en bovenschoolse managers optimale randvoorwaarden voor (academische) vorming, kennisverwerving en vaardigheidsontwikkeling. De leeromgeving fungeert als voorbeeld voor basisscholen en lerarenopleidingen. De organisatie heeft oog voor talenten en benut de specialistische kennis van individuele medewerkers zodanig, dat zowel die medewerker als de organisatie hiervan optimaal profiteren. De talenten worden erkend, gekoesterd en waar nodig actief ondersteund om volledig tot bloei te komen (professionalisering). Het beleid van de organisatie creëert een heldere focus: de collectieve energie wordt goed gericht en gebundeld, zodat er een optimale balans is tussen vernieuwing en kwaliteit en ook tussen werklast en werkplezier. Het functionerings- en beoordelingsbeleid is gericht op persoonlijke groei in lijn met de te realiseren visie en met de standaarden van HU/FE en beroepenveld3. Kennis en didactiek van de basisschoolvakken vormen belangrijke elementen van het initiële curriculum; de verbinding en samenhang daartussen wordt aangebracht vanuit onderwijskunde en pedagogiek. Het curriculum stelt heldere eisen aan onze studenten; eisen waarin de beroepspraktijk zich herkent. De competenties van een leerkracht staan centraal in het curriculum. De studieloopbaanbegeleiding helpt studenten optimaal aan deze eisen te voldoen. Het curriculum kent een opbouw van meer aanbodgestuurd in fase 1 naar meer studentgestuurd in fase 4. Curriculum en docenten bieden studenten voldoende structuur en sturing om een stevige basis op te bouwen en laten gaandeweg meer ruimte voor eigen verantwoordelijkheid en zelfsturing (eigen leerwegen en individuele profilering). We werken met plezier en in een goede sfeer met persoonlijke begeleiding voor studenten. Daarbij bieden we studenten zo veel mogelijk online faciliteiten. In het curriculum is voortdurend aandacht voor de taalvaardigheid van studenten, niet alleen als basisvaardigheid maar als fundamentele leercompetentie (vrijwel alle leren is uiteindelijk talig van aard). Basisschoolleerkrachten, schoolleiders en bovenschoolse managers bieden wij een passend aanbod van na- en bijscholingsonderwijs. Ons streefbeeld van de leerkracht primair onderwijs en de leeromgeving die hij of zij creëert, is hierbij steeds richtinggevend. 3 Zoals die van de VELON, zie: http://www.velon.nl/beroepsstandaard/beroepsstandaard_instituutsopleiders 9/115

10/115

HU Pabo-medewerker De HU Pabo-medewerker draagt de visie van het instituut uit en draagt actief en betrokken bij aan de realisatie ervan binnen het team waarin men opereert, of dit team nu verantwoordelijk is voor een opleiding(svariant) of voor het instituut als geheel of voor een project met externe partners. Hiertoe stimuleert hij of zij een positief kritische, onderzoekende houding bij zichzelf en bij teamleden en reflecteert hij/zij systematisch op het functioneren van zichzelf en anderen. Fouten maken wordt hierbij gezien als opstap naar verbetering en persoonlijke groei. Men heeft goed zicht op elkaars sterkten en zwakten en houdt hier rekening mee binnen het team. Creativiteit en humor vormen de natuurlijke ingrediënten voor effectieve probleemoplossing en (persoonlijke) groei binnen teams. Onze docenten zijn opleidingsdocent, met zowel taken op het gebied van een vakinhoudelijk domein als op het gebied van studieloopbaanbegeleiding en professionele vorming van aanstaande leerkrachten. Zij voelen zich verantwoordelijk voor het geheel en stellen zich in het team coöperatief op. Zij zijn ervan overtuigd dat samenwerking en integratie van deskundigheden een succesfactor voor een rijke leeromgeving vormen. Daarnaast zijn zij zich ervan bewust dat kennis veroudert en verandert. Daarom onderhouden zij hun vakkennis door ontwikkelingen op het vakgebied te volgen en in het eigen werk op te nemen. 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel HU Pabo heeft zich, net als de andere pabo s in Nederland geconformeerd aan de competentiedomeinen zoals die in 2004 beschreven zijn door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL). Het betreft zeven competenties die met elkaar de essentie van het beroep leraar basisonderwijs beschrijven. Deze competenties vormen als het ware het voorbeeld waaraan u tijdens uw studie steeds meer gaat voldoen. In paragraaf 2.2.3. wordt beschreven hoe deze SBL-competenties zijn verwerkt in het opleidingsprofiel. 1. Interpersoonlijk competent De leraar basisonderwijs zorgt ervoor dat in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar basisonderwijs en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken is de leraar interpersoonlijk competent. Een leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding. Zo n leraar schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand. Zo n leraar bevordert de zelfstandigheid van de kinderen en zoekt in zijn interactie met hen een goede balans tussen leiden en begeleiden; sturen en volgen; confronteren en verzoenen; corrigeren en stimuleren. 2. Pedagogisch competent De leraar basisonderwijs bevordert de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van de kinderen. Hij moet hen helpen een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar basisonderwijs en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken is de leraar pedagogisch competent. Een leraar die pedagogisch competent is, creëert een veilige leeromgeving in zijn groep en zijn lessen. Zo n leraar zorgt ervoor dat de kinderen weten dat ze erbij horen en welkom zijn; weten dat ze gewaardeerd worden; op een respectvolle manier met elkaar omgaan; uitgedaagd worden om verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar; initiatieven kunnen nemen en zelfstandig kunnen werken. 11/115

3. Vakinhoudelijk & didactisch competent De leraar basisonderwijs helpt de kinderen om zich de culturele bagage eigen te maken die samengevat is in de kerndoelen voor het basisonderwijs en die elke deelnemer aan de samenleving nodig heeft om volwaardig te kunnen functioneren. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar basisonderwijs en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken is de leraar vakinhoudelijk en didactisch competent. Een leraar die vakinhoudelijk en didactisch competent is, ontwerpt een krachtige leeromgeving in zijn groep en zijn lessen. Zo n leraar stemt de leerinhouden en ook zijn doen en laten af op de kinderen en houdt rekening met individuele verschillen; motiveert de kinderen voor hun leertaken, daagt hen uit om er het beste van te maken en helpt hen om ze met succes af te ronden; leert de kinderen leren, ook van en met elkaar, om daarmee onder andere hun zelfstandigheid te bevorderen. 4. Organisatorisch competent De leraar basisonderwijs draagt zorg voor alle aspecten van klassenmanagement ten behoeve van zijn groep. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar basisonderwijs en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken is de leraar organisatorisch competent. Een leraar die organisatorisch competent is, zorgt voor een overzichtelijke, ordelijke, taakgerichte sfeer in zijn klas en zijn lessen. Zo n leraar zorgt er dus voor dat zijn kinderen weten waar ze aan toe zijn en welke ruimte ze hebben voor eigen initiatief; weten wat ze moeten doen, hoe en met welk doel ze dat moeten doen. 5. Competent in het samenwerken met collega s De leraar basisonderwijs zorgt ervoor dat zijn werk en dat van zijn collega s op school goed op elkaar zijn afgestemd. Hij moet ook bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar basisonderwijs en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken is de leraar competent in het samenwerken met collega s. Een leraar die competent is in het samenwerken met zijn collega s, levert een bijdrage aan een goed pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch klimaat op zijn school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie. Dat wil zeggen dat zo n leraar goed met collega s communiceert en samenwerkt; een constructieve bijdrage levert aan vergaderingen en andere vormen van schooloverleg en aan de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school goed te laten functioneren; een bijdrage levert aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school. 6. Competent in het samenwerken met de omgeving De leraar basisonderwijs onderhoudt contacten met de ouders of verzorgers van de kinderen. Hij zorgt ervoor dat zijn professionele handelen en dat van anderen buiten de school goed op elkaar zijn afgestemd. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar basisonderwijs en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken is de leraar competent in het samen werken met de omgeving van de school. Een leraar die competent is in het samenwerken met de omgeving, levert in het belang van de kinderen zijn bijdrage aan een goede samenwerking met personen en instellingen in de omgeving van de school. Dat wil zeggen dat zo n leraar goede contacten onderhoudt met de ouders of verzorgers van de kinderen; goede contacten onderhoudt met andere personen en instellingen die ook te maken hebben met de zorg voor de kinderen. 12/115

7. Competent in reflectie en ontwikkeling De leraar basisonderwijs ontwikkelt zich voortdurend verder als mens en als professional. Dat is zijn verantwoordelijkheid en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, is de leraar basisonderwijs competent in reflectie en ontwikkeling. Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling, denkt na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionele bekwaamheid. Zo n leraar streeft ernaar zijn beroepsuitoefening bij de tijd te houden en te verbeteren. Zo n leraar weet goed wat hij belangrijk vindt in zijn leraarschap en van welke waarden, normen en onderwijskundige opvattingen hij uitgaat; heeft een goed beeld van zijn eigen competenties; werkt op een planmatige manier aan zijn verdere ontwikkeling; stemt zijn eigen ontwikkeling af op het beleid van zijn school en benut de kansen die de school biedt om zich verder te ontwikkelen. 2.1.3 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar HU Pabo heeft deze SBL-competenties uitgewerkt in een beroepsprofiel bestaande uit kern- en deeltaken. In deze beschrijvingen, die zijn uitgewerkt in 4 opleidingsfasen, staat beschreven wat de student in zijn ontwikkeling tot startbekwaam leraar basisonderwijs moet kennen en kunnen. Zie verder het opleidingsprofiel in 2.2 en 2.2.1 2.1.4 Vaardigheden afgestudeerde Een startbekwaam leerkracht beheerst de kern- en deeltaken op startbekwaam niveau (fase 4) zoals beschreven in het ITT opleidingsprofiel (zie 2.1.3.). Daarnaast beheerst de afgestudeerde student de basisdelen van de kennisbasis en de profieldelen die passen bij het gekozen profiel in de hoofdfase. In de afstudeerfase van de opleiding laat de student zien dat hij zelfstandig de leiding kan hebben over een basisschoolklas en als volwaardig teamlid op de basisschool kan functioneren. In de inductiefase die volgt na de startbekwame fase zal de beginnende leerkracht zich verder ontwikkelen binnen alle competenties. 2.1.5 Werkveld en functies Als leerkracht basisonderwijs bent u inzetbaar in groep 1 tot en met 8 van het basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs. Ook mag u in Nederland lesgeven in het gehele praktijkonderwijs en in de vakken Nederlands en Maatschappijleer in de onderbouw van het vmbo. Al gedurende de opleiding neemt het werkplekleren een belangrijke plaats in. Als opleiding hebben we nauwe contacten met het werkveld via de schoolbesturen waarmee we een partnerschap hebben. 13/115

2.2 Opleidingsprofiel 2.2.1 Algemeen HU Pabo heeft deze SBL-competenties uitgewerkt in een opleidingsprofiel bestaande uit kern- en deeltaken. In deze beschrijvingen, die zijn uitgewerkt in 4 opleidingsfasen, staat beschreven wat de student in zijn ontwikkeling tot startbekwaam leraar basisonderwijs moet kennen en kunnen. Waar een vak leeg is, betekent dat dat die kern- en deeltaken afgerond moeten zijn in de eerdere fases. Kerntaak 1 Pedagogisch adequaat handelen Opbouwen en onderhouden van een ondersteunende relatie met kinderen, leiding geven aan de groep en zorgen voor een goed en pedagogisch adequaat leerklimaat Fase 1 Opleidingsbekwaam Fase 2 Basisbekwaam Fase 3 Gevorderd bekwaam Fase 4 Startbekwaam Kennis hebben van hoe kinderen kunnen leren, zich ontwikkelen en gedragen (K). Kennen van het verloop van cognitieve, sociaalemotionele, morele en motorische leerprocessen en ontwikkeling bij kinderen. Kennen van (fasen in) groepsprocessen en leiderschapsstijlen. Herkennen van het niveau van cognitieve, sociaal-emotionele, morele en motorische leerprocessen en ontwikkeling bij kinderen. Herkennen van (fasen in) groepsprocessen en van passende leiderschapsstijlen. Herkennen van gedrags-, leer- en problemen en mogelijkheden tot groei bij kinderen. Herkennen van complexe groepsprocessen en van passende leiderschapsstijlen. Aandacht en zorg hebben voor kinderen en daarbij tegemoet komen aan hun basisbehoeften. Contact maken met kinderen, empathisch reageren en een relatie met hen opbouwen. Kinderen aanmoedigen en effectieve complimenten geven. Ruimte geven aan kinderen en reageren op hun ideeën en inbreng. Empathisch reageren op kinderen, hen ondersteunen en aanmoedigen. Effectieve feedback geven aan kinderen en deze constructief formuleren. Kinderen uitnodigen om hun eigen ideeën in te brengen. Kinderen ondersteunen op sociaal-emotioneel en moreel gebied en herkennen van signaalgedrag. Responsief communiceren en hoge en realistische verwachtingen uitspreken. Ideeën en inbreng van kinderen een plek geven in de lesactiviteiten. Planmatig passende sociaal-emotionele en morele ondersteuning bieden. Planmatig responsief handelen. Ideeën en inbreng van kinderen een plek geven in het onderwijs en de klas. Een veilig leef- en leerklimaat creëren door duidelijk te zijn over gedragsregels en afspraken. Leiding nemen binnen de groep en afspraken maken met kinderen. Geldende klassenregels herhalen, kinderen aanspreken en het gewenste gedrag positief waarderen. Leiding geven aan de groep en onderlinge verwachtingen uitwisselen. Klassenregels bespreekbaar maken, duidelijke verwachtingen uitspreken en deze consequent hanteren. Geldende schoolregels consequent hanteren binnen en buiten de klas. Leiding geven aan de groep en tegemoet komen aan verschillen tussen kinderen. Kinderen betrekken bij het hanteren en eventueel aanpassen van de klassenregels. School- en klassenregels verbinden en positief en consequent hanteren. School- en klassenregels zo nodig in het team aan de orde stellen en afstemmen. Goede omgang en samenwerking bevorderen en adequaat hanteren van groepsprocessen en de dynamiek daarin. Groepsprocessen, rollen en sociale verhoudingen en de dynamiek hierin herkennen in de groep. Concrete verwachtingen uitspreken over samenwerking en positieve omgang met Groepsprocessen, rollen en sociale verhoudingen (o.a. pestgedrag) bespreken met kinderen. Met kinderen bespreken hoe samenwerking en positieve omgang met elkaar kan verbeteren. Groepsprocessen, rollen en sociale verhoudingen (o.a. pestgedrag) met kinderen bespreken en verbeteren. Kinderen concreet ondersteunen bij het samenwerken en positief Groepsprocessen, rollen en sociale verhoudingen (o.a. pestgedrag) bij kinderen planmatig verbeteren. Planmatig ondersteunen bij het aanleren van samenwerking. 14/115

Kerntaak 1 Pedagogisch adequaat handelen Opbouwen en onderhouden van een ondersteunende relatie met kinderen, leiding geven aan de groep en zorgen voor een goed en pedagogisch adequaat leerklimaat Fase 1 Opleidingsbekwaam Fase 2 Basisbekwaam Fase 3 Gevorderd bekwaam Fase 4 Startbekwaam elkaar. Conflicten tussen kinderen signaleren en erop reageren. Interveniëren bij conflicten tussen kinderen en deze met hen bespreken. omgaan met elkaar. Interveniëren bij conflicten en kinderen ondersteunen bij het oplossen ervan. Waar nodig bij conflicten contact opnemen met collega s en ouders. Zich bewust zijn van en een open houding hebben bij diversiteit en dit bij de kinderen bevorderen. Vriendelijk en constructief reageren op alle kinderen in de groep. Het goede voorbeeld geven in het rekening houden met elkaar. Een open houding laten zien ten aanzien van diversiteit en interculturaliteit. Onderkennen van de invloed van de eigen cultuur op het eigen handelen. Met kinderen bespreken hoe zij rekening kunnen houden met elkaar. Vanuit een open houding diversiteit en interculturaliteit met kinderen bespreken. Herkennen van vooroordelen bij zichzelf en bij kinderen en hier grenzen aan stellen. Kinderen betrekken bij het creëren van een klimaat van rekening houden met elkaar. Verschillen in opvattingen en gedrag met kinderen bespreken en waarderen. Bespreken van waarden en normen gericht op respect voor elkaar. Planmatig creëren van een respectvolle sfeer in de klas samen met de kinderen. Verbinding leggen tussen thuis- en schoolcultuur Waardenontwikkeling, ethisch handelen en moreel gedrag van kinderen stimuleren. 15/115

Kerntaak 2 Professioneel voorbereiden en evalueren van onderwijsactiviteiten Fase 1 Opleidingsbekwaam Fase 2 Basisbekwaam Fase 3 Gevorderd bekwaam Fase 4 Startbekwaam Beheersen van de kennis en vaardigheden in het basisschoolcurriculum (K) Kennismaken met de stof en vaardigheden van het basisschoolcurriculum. Volledig beheersen van de stof wat betreft kennis en vaardigheden. Boven de stof staan en doorgaande leerlijnen kennen en herkennen. Nieuwe ontwikkelingen signaleren en in lessen opnemen. Per schoolvak beschikken over een stevige vakdidactische kennisbasis (K) Ontwikkelen van basiskennis over vakspecifieke leerstofopbouw. Kennen van vakspecifieke instructie en werkvormen. Herkennen van vakspecifieke leerstofopbouw in methodes. Kennen en herkennen van vakspecifieke leerinstructie en werkvormen, ook vanuit de vakdidactische kennis. Inzicht hebben in mogelijkheden tot het verbinden van lesdoelen van verschillende vakken. Herkennen van vakspecifieke leerstofopbouw en de cruciale momenten daarin, in verschillende methodes. Kennen en herkennen van vakspecifieke instructie en werkvormen, ook bij specifieke leerproblemen. (Her)kennen van specifieke mogelijkheden om lesdoelen en werkvormen in diverse vakken te combineren. (Her)kennen van vakspecifieke leerproblemen en mogelijk- heden voor differentiatie. De doorgaande lijn van de school kennen. Beschikken over gespecialiseerde vakdidactische kennis. Relateren van vakdidactiek aan beschikbare kennis en het persoonlijk werkconcept Kennis hebben over toetsen en beoordelen van leerresultaten en diagnosticeren van leerproblemen (K) Kennen van de voornaamste vormen en methoden van toetsen en beoordelen en de registratie van toetsgegevens. Kennen van adequaat gebruik van toetsen en beoordelingen en van resultaten bij evalueren en voorbereiden van onderwijs. Kennen van interpretaties en effecten van cijfers en rapporten bij leerlingen en ouders en voorwaarden voor betekenisvol gebruik. Kennen van kwaliteitseisen bij toetsen en beoordelingen en bestaande toetsen daarop kunnen analyseren en beoordelen. Kennen van de analyses van gegevens in een volgsysteem en het gebruik van de uitkomsten. Kennen van instrumenten en analyses voor diagnosticeren van leerproblemen. Inzicht hebben in de plaats en het belang van toetsen en beoordelen voor de zorgstructuur, kwaliteitszorg, externe verantwoording en schoolontwikkeling. In kaart brengen van en aansluiten bij de beginsituatie van de groep en de verschillen tussen kinderen, en daarbij lesdoelen formuleren met passende inhouden, werkvormen en taken. Observeren van kinderen en signaleren van ontwikkelingsniveaus, onderwijsbehoeften. Overleggen met de praktijk-opleider over kinderen, programma, methode en activiteiten. Kiezen van passende instructie, werkvormen Analyseren en vastleggen van ontwikkelingsniveaus. Conclusies trekken uit hoe het onderwijs is verlopen en de resultaten daarvan. Ontwerpen van instructie vanuit de vakdidactiek op meerdere niveaus. Adequaat analyseren en systematisch vastleggen van gegevens uit toetsen en het volgsysteem. De verzamelde gegevens systematisch gebruiken bij het voorbereiden van lessen. Hanteren van verschillende Toetsgegevens klas- en leerjaaroverstijgend analyseren Resultaten van analyses betrekken bij afstemming tussen leerjaren en werken aan doorlopende leerlijnen. 16/115

Kerntaak 2 Professioneel voorbereiden en evalueren van onderwijsactiviteiten Fase 1 Opleidingsbekwaam Fase 2 Basisbekwaam Fase 3 Gevorderd bekwaam Fase 4 Startbekwaam en taken, ook individueel. instructieniveaus en bedenken van alternatieven. Toets- en beoordelingsvormen kiezen, aanpassen en ontwikkelen Inzetten van toets- en beoordelingsvormen uit de methode. Beoordelen van geschiktheid van toetsvormen en evt. alternatieven zoeken. Aanpassen en ontwikkelen van toets- en beoordelings-vormen. Methoden, materialen en hulpmiddelen functioneel inzetten en inrichten van een betekenisvolle, stimulerende en effectieve leeromgeving Kiezen van leermiddelen en materialen die aansluiten bij het doel van de activiteit (en de beginsituatie). Kiezen en inzetten van leermiddelen en materialen (ook vakoverstijgend) binnen de leeromgeving, gericht op de groep en de individuele kinderen. Ontwerpen van passende leermiddelen en materialen en andere aspecten van de leeromgeving, gericht op de groep en de individuele kinderen. Plannen en organiseren van leeractiviteiten Maken van een lesplanning met het lesvoorbereidingsformulier en overleggen met de praktijkopleider. Voorbereiden van twee opeenvolgende onderwijsactiviteiten. Maken lesplanning, rekening houdend met niveaugroepen en de planning van de praktijkopleider. Voorbereiden van meerdere onderwijsactiviteiten gedurende een dagdeel. Maken van een dagplanning, passend binnen de periodeplanning. Voorbereiden van meerdere onderwijsactiviteiten gedurende een dag. Maken van een adequate organisatorische en inhoudelijke periodeplanning. Voorbereiden van meerdere onderwijsactiviteiten op meer dagen achter elkaar. Systematisch gebruiken van evaluaties bij het voorbereiden van onderwijsactiviteiten. Analyseren van het verloop van de eigen lessen en activiteiten, feedback vragen en lering trekken. Evaluaties gebruiken om vervolgactiviteiten op groepsniveau aan te passen. Evaluaties gebruiken om planning en leeractiviteiten voor individuele kinderen aan te passen. Binnen het team conclusies trekken uit klas- en leerjaaroverstijgende evaluaties. Kerntaak 3 Uitvoeren van onderwijs en begeleiding Professioneel uitvoeren van onderwijsactiviteiten en volgen en begeleiden van kinderen Fase 1 Opleidingsbekwaam Fase 2 Basisbekwaam Fase 3 Gevorderd bekwaam Fase 4 Startbekwaam Met de kinderen een onderwijsactiviteit starten, hen motiveren en aansluiten bij hun voorkennis. Ophalen van voorkennis en lesdoelen expliciteren aan kinderen. Gebruik maken van de belevingswereld, de leefomgeving en de actualiteit bij de keuze van de leerstof. Motiveren van kinderen zodat de betrokkenheid toeneemt en een goede werkhouding stimuleren. Met kinderen ophalen van voorkennis en lesdoelen met hen bespreken. Gericht aansluiten bij de belevingswereld, leefomgeving en actualiteit bij de keuze van de leerstof. Stimuleren van taakgericht gedrag van kinderen zodat de betrokkenheid toeneemt. Structureel rekening houden met de belevingswereld, leefomgeving en actualiteit en kinderen inbreng geven bij de keuze van de leerstof. Op planmatige wijze kinderen motiveren en taakgerichtheid stimuleren zodat de betrokkenheid toeneemt. Deze deeltaak vervullen op achtereenvolgende gehele dagen en dragen van de groepsverantwoordelijkhe id Geven van doelgerichte en gedifferentieerde instructie met gebruik Geven van interactieve klassikale, groeps- en individuele instructie. Geven van interactieve instructie op meer niveaus, lettend op Geven van interactieve instructie en daarbij inspelen op verschillen 17/115

Kerntaak 3 Uitvoeren van onderwijs en begeleiding Professioneel uitvoeren van onderwijsactiviteiten en volgen en begeleiden van kinderen Fase 1 Opleidingsbekwaam Fase 2 Basisbekwaam Fase 3 Gevorderd bekwaam Fase 4 Startbekwaam van vakdidactische kennis. Geven van instructie: presenteren en uitleggen Leergesprekken voeren: open vragen stellen, extra uitleg geven verschillen in niveau, tempo en interesse. Instructie: voorbeelden geven, voordoen (ook van denkprocessen, modeling) Leergesprekken: hardop denken stimuleren, suggesties geven tussen kinderen in niveau, tempo en interesse. Instructie: bij leerlingen stimuleren dat ze een juist mentaal beeld vormen Leergesprekken: uitspraken van leerlingen (samen) evalueren Kinderen aan het werk zetten en houden met taken en werkvormen passend bij de lesdoelen. Uitleggen van taken en werkvormen en benutten van leermiddelen om de betrokkenheid te verhogen Signaleren en benoemen van taakgericht gedrag van kinderen. Zo nodig opnieuw uitleggen van taken en werkvormen tijdens het uitvoeren van de lesactiviteit. Benoemen en eventueel bijsturen van taakgericht gedrag van de groep. Zo nodig bijstellen van taken en werkvormen tijdens het uitvoeren van de lesactiviteit. Taakgericht gedrag afstemmen met de groep en individuele kinderen. Deze deeltaak vervullen op achtereenvolgende gehele dagen en dragen van de groepsverantwoordelijkheid. Volgen en begeleiden van kinderen bij hun leerproces met gebruik van vakdidactische kennis. Individuele kinderen helpen en volgen van de groep. Coachen: volgen van werk-, denk- en leerproces van kinderen. Kinderen hun denken laten verwoorden. Herkennen van leer- en oplossingsstrategieën en kinderen ondersteunen. Coachen: stellen van vragen die kinderen aan het denken zetten. Kinderen laten reflecteren en samenwerkend leren bevorderen. Ondersteunen van meerdere leer- en oplossingsstrategieën. Coachen: geven van hints, aanmoedigingen en feedback. Kinderen laten exploreren en zelfstandig leren stimuleren Kinderen bewust maken van en begeleiden bij hun leer- en oplossingsstrategieën. Afronden en evalueren van de onderwijsactiviteit met de kinderen Het lesverloop en de behaalde lesdoelen met kinderen bespreken. Met de kinderen het lesverloop en de behaalde lesdoelen evalueren en afspreken van vervolgactiviteiten. Samen met de kinderen periodiek evalueren van het onderwijs en bedenken van vervolgactiviteiten en alternatieve aanpakken. Deze deeltaak vervullen op achtereenvolgende gehele dagen en dragen van de groepsverantwoordelijkheid. Behouden van overzicht en flexibel inspelen op de situatie, het lesverloop en verschillen tussen kinderen. De hele groep en de individuele kinderen overzien en reageren op gebeurtenissen. De groep en de individuele kinderen overzien en flexibel inspelen op gebeurtenissen. De groep en de individuele kinderen overzien en anticiperen op gebeurtenissen. Deze deeltaak vervullen op achtereenvolgende gehele dagen en dragen van de groepsverantwoordelijkheid. 18/115

Kerntaak 4 Communiceren en samenwerken Communiceren, overleggen en samenwerken met ouders, collega s en andere professionals Fase 1 Opleidingsbekwaam Fase 2 Basisbekwaam Fase 3 Gevorderd bekwaam Fase 4 Startbekwaam Vanuit een open houding professioneel communiceren met volwassenen, zowel individueel als groepsgewijs Contact leggen met en constructief reageren op anderen in diverse rollen. Open staan voor ideeën en waarden van anderen. Eigen ideeën en waarden inbrengen. De waarden van de school kennen en respecteren. Oog krijgen voor communicatievaardigheden en deze (verder) ontwikkelen Actief interesse tonen in ideeën van anderen. In ontmoeting met anderen eigen waarden meer bewust maken en verwoorden. De waarden van de school in praktijk brengen. Communicatievaardigheden gericht inzetten, zoals een actieve luisterhouding. In dialoog treden met anderen. Uitleggen hoe eigen handelen voortkomt uit waarden. De waarden van de school bespreken en eraan bijdragen. Een presentatie verzorgen in het team. Communicatievaardigheden inzetten om negatieve patronen om te buigen. In dialoog treden met het oog op wederzijds begrip De waarden van de school kritisch bespreken en ze uitdragen naar buiten. Een presentatie verzorgen voor ouders. Overleggen en samenwerken met ouders, collega s en andere professionals Zich oriënteren in het team en de taken en rollen. Eigen handelen bespreken en open staan voor feedback. Zichtbaar zijn in de school. Vragen stellen over kinderen en hun omgeving. Deelnemen aan en hulp aanbieden bij activiteiten buiten de lessen (vieringen, excursies e.d.). Contacten hebben met ouders. Af en toe samenwerken met ouders bij activiteiten binnen de groep. Zich verdiepen in de zorgstructuur op de school. Af en toe bijdragen aan overleg tussen collega s. Vragen om feedback. Komen met suggesties. Over kinderen spreken met respect en begrip. Bij activiteiten buiten de lessen deeltaken op zich nemen en initiatieven nemen. Met ouders over de dagelijkse gang van zaken spreken. Deelnemen aan activiteiten in de school waarbij ook ouders betrokken zijn. De contacten met andere instellingen in kaart brengen. Deelnemen aan overleg en bijdragen aan de uitvoering. Samenwerking aangaan en (helpen) ontwikkelen. Nemen van initiatieven. Over kinderen spreken met inzicht en visie Inzicht hebben in het taakbeleid op de school en deelnemen aan bespreking van taken Zicht hebben op de ontwikkeling van kinderen en een gepland gesprek voeren met hun ouders. Deelnemen aan contacten die de school met ouders onderhoudt. Aansluiten bij gesprekken met externe professionals. Constructieve bijdragen leveren in overlegsituaties. Deelnemen aan collegiale consultatie en feedback. Zaken ter discussie stellen. Anderen bij eigen activiteiten betrekken en leiding geven Inzicht hebben in de schoolorganisatie en verantwoordelijkheid nemen voor activiteiten Een gepland gesprek voeren met de ouders van een kind met specifieke onderwijsbehoeften. Proactief deelnemen aan contacten die de school met ouders onderhoudt. Professioneel handelen in de contacten met externen. 19/115

Kerntaak 5 Werken aan professionele ontwikkeling Blijven werken aan persoonlijke en professionele groei, kritisch, systematisch en gefundeerd Fase 1 Opleidingsbekwaam Fase 2 Basisbekwaam Fase 3 Gevorderd bekwaam Fase 4 Startbekwaam Actief omgaan met informatie en blijven ontwikkelen van eigen kennis, mede op basis van bestaand en eigen onderzoek, en deze kennis gebruiken bij visie ontwikkelen, keuzen maken en zich verantwoorden. Zoeken en selecteren van relevante informatie. Zich verdiepen in beschikbare kennis uit evaluatie en onderzoek. Kleine onderzoeksopdrachten uitvoeren in de praktijk. Met anderen bespreken van relevante kennis. Analyseren en beoordelen van informatie op kwaliteit. Actief kennisnemen van uitkomsten van onderzoek. Oefenen met formuleren van vragen en methoden van gegevensverzameling. Eigen kennis delen met anderen. Eigen handelen verantwoorden op basis van relevante concepten en ervaring. Structureren en effectief gebruiken van informatie. Onderzoeksuitkomsten analyseren op relevantie. Onderzoek doen naar een probleem op een school Kennis uit eigen onderzoek delen binnen de school. Eigen handelen verantwoorden op basis van kennis en visie. Onderzoek doen naar het effect van een nieuwe aanpak. Met zelf ontwikkelde kennis bijdragen aan de kennisontwikkeling op de school. Bij verantwoorden van eigen handelen afwegen tussen meer concepten en visies en in relatie tot algemene en situatiespecifieke kennis. Leren van feedback en reflectie, zowel individueel als gezamenlijk. Reflecteren op de praktijk in de klas, relevante kennis, eigen keuzen en handelen. Diverse vormen van reflectie gebruiken, en daarbij ook beschikbare kennis betrekken. Feedback vragen over eigen handelen en deze feedback bespreken. Reflecteren op het eigen functioneren en de eigen visie. Conclusies en vragen formuleren en inbrengen. Feedback geven, ontvangen en gebruiken om eigen handelen te verbeteren. Eigen leerdoelen afstemmen op het beleid van de school. Relaties leggen tussen praktijk, theorie / kennis en eigen visie en handelen. Voorstellen ontwikkelen en deze inbrengen. Eigen handelen systematisch onderzoeken en evalueren. Deelnemen aan processen van collectief leren in de school. Voor verdere professionele ontwikkeling een eigen leerroute kiezen. Inzicht ontwikkelen in en bijdragen aan collectieve leerprocessen. Ontwikkelen van een persoonlijke visie en een normatieve persoonlijke professionaliteit, in relatie tot de visie en de context van de school. In de school en de omgeving sociale, economische, culturele en morele verschillen herkennen Met belangstelling kennis nemen van de werkwijze en onderwijsvisie in de school. Eigen handelen bespreken en gaan werken aan de eigen beroepsidentiteit. Aan herkende verschillen betekenis geven. De werkwijze in de school koppelen aan achterliggende visie(s) op onderwijs. Eigen handelen bespreken tijdens intervisie en inzichten gebruiken voor reflectie. Sociale, economische en culturele heterogeniteit in en rond de school en divers gedrag daardoor begrijpen. Onderscheid maken tussen diverse werkwijzen en visies, ook van zichzelf. Nieuwe inzichten gebruiken voor verdere ontwikkeling van de beroepsidentiteit. Heterogeniteit in en rond de school waarderen en verbinden met het eigen werkconcept. De visie en werkwijze van de school systematisch analyseren en deze op constructieve wijze verbinden met het persoonlijk werkconcept. De Commissie Kennisbasis Pabo is op 29 juni 2011 ingesteld door de HBO-raad. De centrale opdracht aan de commissie werd als volgt geformuleerd: lever op basis van de aangeleverde kennisbases een concreet overzicht op van die kennis die voor iedere startbekwame leraar (te onderscheiden van de vakbekwame leraar) minimaal noodzakelijk is. De kennisbases die zijn opgeleverd door de commissie Meijerink zijn, naast bovenstaande kern- en deeltaken, verwerkt in het onderwijs. Voor een complete beschrijving van de kennisbases verwijzen we naar www.10voordeleraar.nl. 20/115