LEREN LEREN LEREN. een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden. Hieronder kun je lezen over het leren/maken van:



Vergelijkbare documenten
LEREN LEREN LEREN. een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden. Hieronder kun je lezen over het leren/maken van:

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Spreekbeurt, en werkstuk

Beoordeling power-point groep 5

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

HUISWERKBELEID BS DE TWEESPRONG SCHOOLJAAR

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Informatieboekje. Spreekbeurt, leeskring en nieuwskring / 2016 groep 8

De Huiswerkgids beschrijft de doorgaande lijn van het huiswerk dat we geven en de aanbevolen aanpak.

Werkwijzer Verslagkring:

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Uitleg boekverslag en boekbespreking

GOEDE STUDIEGEWOONTEN DE PLAATS

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Het houden van een spreekbeurt

In groep 8 gaan we een aantal dingen door het jaar heen doen, namelijk het maken van een:

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR

Basisschool de Triangel. Het houden van een spreekbeurt.

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

1. Ga naar de bibliotheek. 2. Kies twee of drie boeken uit over jouw onderwerp. 3. Denk je ook aan de junior-informatieboekjes?

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd

Boekje voor: spreekbeurt, boekenkring en werkstuk

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / SG Schiedam Tel.: /

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

Werkstukken en presentaties

Voorbereidingsblad boekbespreking

Spreken - Presenteren HV 1. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Uitleg Werkwijzers Bovenbouw Dit zijn de beschrijvingen van alle presentaties die je moet doen en het werkstuk dat je maakt.

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties

Team 6: Zonnepanelen. Onderzoek naar het gebruik van zonnepanelen

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Hoe stel je prioriteiten?

Stappenplan voor je spreekbeurt in groep 3/4

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Juf Sabine en juf Maaike

Wat ga je schrijven: een verhaal over een held die een uitdaging aangaat

De volgende onderdelen moeten in het verslag worden verwerkt:

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

Titel Wat is de titel van het boek? Geeft de titel aan waar het verhaal over gaat? Kun je uitleggen waarom er voor die titel is gekozen?

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Tuesday, February 8, Opleiding Interactieve Media

Boekbespreking: Kies een boek wat je zelf ook echt leuk vindt!! Weet je niet zeker of het boek mag van school, overleg dan even met je juf.

Nucleair materiaal uit ziekenhuis verdwenen

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

lesmateriaal Taalkrant

leer-actief werkboek Naam: 1

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

WOORDEN VERANDEREN. grap. glas. kras. grijs NIEUWE WOORDEN MAKEN. sterk - kers. ster. Kies een woord uit het woordpakket. gras -

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Boekverslag & presentatie

Het maken van een werkstuk

Spreekbeurtpakket over KAISZ-ziekten Basisonderwijs

Hoe maak je een werkstuk?

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

1 Wat is het probleem? 3.1 Kies ik de goede manier van leren? Hoofdstukken

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Help, ik moet een werkstuk maken!

1 Kies je onderwerp Samen met je buurman of buurvrouw. Ons onderwerp: Voorbeeld: Michael Jackson was de beste artiest ooit! Nu jullie!

Bijlage W2 groep 7 1

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?

In tien stappen een goede spreekbeurt en zonder stress

Leren als een expert!

Kraanwater, je hebt het elke dag nodig. Om te drinken bijvoorbeeld, maar

Leren leren : geschiedenis

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Let op! Alles graag getypt in lettergrootte 12, lettertype mag je zelf kiezen.

2.1 FaVoriete leestips

Stappenplan: een spreekbeurt maken

Hoe maak je een werkstuk?

NAAM: GROEP: SCHOOL:

Stappenplan voor het maken van een presentatie

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Hoe maak ik een werkstuk?

Inhoudsopgave 1. Waarom maak je een werkstuk? 2. Zo begin ik met mijn werkstuk 2. De onderdelen van het werkstuk 3

Een boek presenteert a.d.h.v. een boekendoos; Een samenvatting maakt; Een mening vormt (met argumenten).

Werkstuk, spreekbeurt en boekverslag

opdracht 1 instructie telefoongesprek speech opdracht 2 boekbespreking poëziepresentatie sollicitatie

Huiswerkboekje Huiswerkboekje

Een spreekbeurt houden

Uitleg boekverslag en boekreclame

Dit verhaal. Een Goede Lezing. Voorbereiding. Overzicht. Waar moet ik op letten als ik een lezing geef Voldoet deze lezing aan wat hij zelf zegt?

Bijlage interview meisje

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Hoe moet je een prachtige presentatie maken?

Gebruiksvriendelijkheid: Gebruiksaanwijzing:

Woordjes leren Vergelijk het leren van een taal eens met het bouwen van een huis

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Dit stappenplan is ingevuld door:

Wedstrijd Digitale Week de graad: Poster jezelf. op (de leerkracht maakt best een account aan voor de klas)

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Maak samen een glossy groep 8

Transcriptie:

LEREN LEREN LEREN een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden Hieronder kun je lezen over het leren/maken van: 1. DICTEE 2. TAFELS 3. VRAGEN EN OPDRACHTEN 4. STUKKEN TEKST (bijv. hoofdstuk geschiedenis) 5. TOPOGRAFIE 6. ENGELS 7. GEDICHTEN 8. BOEKBESPREKING 9. SPREEKBEURT 10. DE KRANT IN DE KLAS

1. DICTEE 1. Lees alle woordjes aandachtig over. 2. Onbekende woordjes vragen of opzoeken. 3. Schrijf alle woorden over. 4. Oefen de moeilijke woorden extra. 5. Horen sommige woorden bij elkaar? Zet ze dan ook bij elkaar. 6. Bekijken - bedekken - opschrijven. 7. Oefen de woorden niet steeds in dezelfde volgorde. 8. Laat je overhoren. 9. Overhoor jezelf door het dictee in te spreken op een ipod/tablet of smartphone en dan af te spelen. 2. TAFELS. 1. Schrijf de tafel helemaal op een blaadje. 2. Zie je iets bekends in de antwoorden? 3. Leer de uitgangspunten: 1 x.. = / 5 x.. = / 10 x.. 4. Leer nu de eerste drie, tot je ze weet. 5. Nu de volgende drie en de laatste drie. 6. Kriskras door elkaar. 7. Streep door welke je al kent. 8. Probeer een ezelsbruggetje te vinden. 9. 5x4 = 4x5 10. laat iemand je overhoren. 11. Overhoor jezelf door gebruik te maken van online oefensites op de computer of apps op ipad/tablet. 3. VRAGEN EN OPDRACHTEN. 1. Probeer alle vragen te beantwoorden. 2. Noteer de moeilijke vragen. 3. Lees van die vragen de antwoorden aandachtig door, kijk of je ze begrijpt. 4. Streep steeds door welke je al weet. 5. Leer daarna de overgebleven vragen... enz. 6. Oefen de tweede dag alleen de moeilijke vragen. 7. Leer de dag voor de overhoring alle vragen nog een keer. 4. STUKKEN TEKST. ( hoofdstukken aardrijkskunde, geschiedenis of biologie) 1. Lees de tekst aandachtig door 2. Leer de bijbehorende vragen. 3. Noteer de kernwoorden. 4. Vertel met die kernwoorden de les na. 5. Streep aan welke delen je daarbij moeilijk vindt. 6. Delen van de les vergeten te vertellen? Maak dan extra kernwoorden. 7. Je kunt ook kernzinnen in plaats van kernwoorden maken. Hou het wel kort. 8. Leer de aangestreepte delen op een later tijdstip nog een keer.

9. Verdeel de tekst in stukken, leer niet alles in één dag 5. TOPOGRAFIE 1. Leer de eerste zes plaatsen: wijs ze aan op het blinde kaartje. 2. Schrijf de moeilijkste ervan op. 3. Neem dan de volgende zes plaatsen. 4. Schrijf daarvan weer de moeilijkste op. Enzovoort. 5. Oefen ten slotte de namen van je briefje met moeilijk te onthouden plaatsen. 6. Oefen ook andersom, dus net als bij het proefwerk gevraagd gaan worden. 7. Doe hetzelfde met Gebieden en Wateren. 8. Oefen vooral de moeilijkste dingen. 9. Bedenk iets om die gemakkelijker te onthouden. 10. Oefen de spelling. ( zie ook bij 1. DICTEE ) 11. Overhoor jezelf met het online oefenprogramma Topotour (topotour.nl) 6. ENGELS 1. Gebruik voor het leren de Word Window en de Help Desk in het tekstboek. 2. Lees woordjes en/of zinnen aandachtig door. 3. Bekijken, bedekken opschrijven. 4. Controleer goed wat je hebt opgeschreven, let op de woordvolgorde in de zin en op de kleine woordjes zoals and, a / an, to, at, or en the. 5. Let op hoofdletters. Sommige woorden in het Engels worden met een geschreven.(ik I, dagen van de week, maanden) 6. Ook in het Engels begint een zin met een hoofdletter. 7. Je plaatst ook een leesteken aan het eind van elke zin. 8. Maak een moeilijke woorden of zinnenlijst en leer die extra. 9. Oefen vaak en hardop. Het liefst met iemand samen. 10. Oefen met de gesprekjes en oefeningen uit het werkboek. In English, please en Talk it over ). 11. Let op de grammar-oefeningen. 12. Het werkboek is de leidraad, volg die stap voor stap! 13. Overhoor jezelf m.b.v. het gratis online oefenprogramma Wrts (wrts.nl) 7. GEDICHT 1. Kies een gedicht dat bij jou past. 2. Lees het hardop. 3. Leestempo zonodig afwisselen in langzaam - snel. 4. Afwisseling hard - zacht. 5. Zware stem - hoge stem. 6. Verdraai je stem om het leuker te maken. 7. Bedenk bijpassende gebaren. 8. Zoek bijpassende voorwerpen of kledingstukken. 9. Let op je mimiek. 10. Let op je articulatie zodat je goed te verstaan bent.

11. Overdrijf flink met alles. 12. Leer couplet voor couplet uit je hoofd. 13. Zeg het versje op zonder hapering. 14. Het gedicht is minstens 25 regels lang. Het mogen ook twee kortere gedichten zijn. 15. Geef de laatste regel nadruk. 16. Gebruik een recorder bij het oefenen. 17. Wat is de titel? Wie is de schrijver? 18. Kijk ook bij 10. SPREEKBEURTEN 8. BOEKBESPREKING Vooraf: 1. Neem een boek dat je leuk vindt, ( geen stripboek) 2. Vraag vooraf aan je meester of juf of het een geschikt boek is. 3. Noteer het op de klassenlijst. Inleiding: Vertel voordat je het verhaal aan de klas gaat vertellen over: 1. titel + schrijver (zet ze op het bord) 2. Ken je nog andere boeken van deze schrijver? 3. Laat enkele illustraties zien 4. Hoeveel bladzijden zitten er in het boek? 5. Ingebonden of geplakt? 6. Is er een korte inhoudsbeschrijving bij? 7. Kun je al aan de buitenkant van het boek zien waar het verhaal over gaat? 8. Is het een ik-verhaal? 9. Zou het verhaal echt gebeurd kunnen zijn? (waarom wel/niet?) 10. Waar speelt het verhaal zich ongeveer af? Ergens Nederland of in het buitenland? In welke stad of streek ongeveer? 11. Is het verhaal spannend, grappig, avontuurlijk, historisch, griezelig? 12. Wie is of wie zijn de hoofdpersonen? 13. Hoe oud is de hoofdpersoon aan het begin van het boek? En aan het eind? 14. Wordt het verhaal chronologisch verteld? (tijdvolgorde) Kern: ( dit is het belangrijkste deel). 1. Vertel het verhaal na in ongeveer 10 minuten 2. Je hoeft niet te vertellen hoe het verhaal afloopt. Slot: 1. Je mag een zelf gekozen stukje voorlezen, ongeveer één bladzijde. Oefen dat stukje dan wel van tevoren, dat is prettiger om naar te luisteren. 2. Vond je het een leuk boek? Kun je uitleggen waarom? 3. Wil je nog iets zeggen over het boek? Beantwoord aan het eind de vragen van je klasgenoten.

9. SPREEKBEURT 1. Voorbereiding Kies een onderwerp dat je zelf ook leuk vindt. Bedenk dat ongeveer 4 weken tevoren. Neem niet een te "breed" onderwerp, zoals "vogels". 2. Houd nooit tweemaal dezelfde spreekbeurt, bijv. In groep 5 en weer in groep 6 3. Schrijf je naam met datum en onderwerp op de klassenlijst. 4. Verdeel je spreekbeurt in "blokken" of hoofdstukken. (maar maak altijd duidelijk waar je over gaat vertellen) zo voorkom je een lawine van informatie en tekst. 5. Een spiekbriefje gebruiken is toegestaan. Noteer dan wel alleen steekwoorden of kernzinnen. Zo wordt het geen voorleesverhaal. 6. Zorg voor materialen om je spreekbeurt te verlevendigen. Leg ze overzichtelijk neer. 7. Zet de Powerpoint in de pauze klaar. Je kunt een dag tevoren kijken of het goed op het digitale bord komt door een usb-stickje alvast uit te proberen. Je mag natuurlijk ook Prezi gebruiken of een Google Presentatie. 8. Leg bladwijzers in de boeken die je wilt gebruiken. Bij voorkeur memoblaadjes. 9. Filmpjes moeten gaan over wat je eerder al verteld hebt. 10. Heb je hulp nodig? Thuis oefenen door het op te nemen met een webcam kan ook. 11. Doe zonodig ontspanningsoefeningen. 12. Je kunt een vragenlijstje maken voor je klasgenoten, het hoeft niet. Presentatie 1. Vertel informatie die voor je klasgenoten nieuw of onbekend is. 2. Maak een enthousiaste indruk en niet zo "verplicht". 3. Let op je articulatie. 4. Begin pas als het helemaal stil is. 5. Kijk recht de klas in. 6. Let op je houding 7. Let op het tempo. 8. tijdsduur: 10-15 minuten ( kort en bondig ) 9. Maak er geen leesles van. Gebruik je eigen woorden en niet die uit een boekje. 10. Laat plaatjes en andere zaken kort zien tijdens de spreekbeurt.(tijd) laat ze aan het eind beter bekijken. Een tentoonstellinkje maken mag ook. 11. Bij powerpoint: alleen kernwoorden op de dia's zetten. Geen grote stukken tekst. Het gaat om jouw verhaal. Bij elk steekwoord kun je dan vertellen. Bij een spreekbeurt gaat het om het vertellen, de dia's of powerpoint helpen daarbij.als je plaatjes als achtergrond hebt, zorg dan dat de tekst goed leesbaar is. Geen blauwe letters op een zwarte achtergrond zetten bijvoorbeeld. 12. Filmpjes pas laten zien nadat je erover hebt verteld. Houd de filmpjes zo kort mogelijk.

Slot 1. Geef een korte samenvatting. 2. Stel de vragen van je lijstje en beantwoord de vragen van je klasgenootjes.als je een antwoord niet weet, is dat geen ramp. Ga nooit zomaar een antwoord verzinnen. 10. DE KRANT IN DE KLAS. Voorbereiding 1. Bekijk een week lang ( 6 dagen) de landelijke kranten en de regionale kranten. 2. Verzamel 6 artikelen. Schrijf direct achterop uit welke krant en van welke dag het is. 3. Die artikelen plak je verspreid op een vel papier. 4. Voor de kinderen in de klas houd je dan op 5. vrijdag, na jouw week, je presentatie. Je hebt dus een kleine week om je presentatie te maken. 6. Jouw presentatie hangt die week in of bij de klas, totdat de volgende een presentatie houdt. 7. De koppen van de hoofdartikelen zijn vaak moeilijk van taalgebruik en van het artikel eronder is ook niet altijd alles even duidelijk. Je mag daarom hulp vragen ( aan bijvoorbeeld je ouders) Presentatie: 1. Leg kort uit wat de artikelen inhouden. 2. Je moet kunnen uitleggen waarom je deze artikelen hebt gekozen. 3. Probeer de vragen uit de klas te beantwoorden.