Resultaten BTO. Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek. BRZO inspectiejaar Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring

Vergelijkbare documenten
Belanghebbenden tevredenheids onderzoek BTO 2014

Monitor Colofon. Dit rapport is opgesteld door Werkgroep Monitoring in opdracht van het LAT BRZO. Datum 6 oktober 2009.

Aan MO Brzo-OD Z-H en Zld. Kopie aan. Onderwerp Jaarverslag 2017 Z-H en Zeeland (Brzo) Samenvatting

Samen vooruit kijken. Kennisdag BRZO+ 23 april 2015

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Monitor Dit rapport is opgesteld door Werkgroep Monitoring in opdracht van het LAT. Datum 14 juni Definitief. Status

BelanghebbendenTevredenheidsOnderzoek inspectiejaar Dit rapport is opgesteld door Het LAT Bureau. Datum 23 juni Kenmerk.

Jaarverslag LAT BRZO 2009

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

*Inkomende post 3368 %PAGE%

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/ /2012

Ontwikkeling leerlingaantallen

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Inhoud. 1. Inleiding Doorstroming Wegwerkzaamheden Informatie Aangeven maximumsnelheid Goede en slechte voorbeelden 16

Tenzij anders staat aangegeven, bevat het rapport gemiddelde scores (schoolcijfer).

Resultaten Kwaliteitsmonitor Dienstverlening Archieven Instelling: (17) Regionaal Archief Leiden

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Monitor Dit rapport is opgesteld door Werkgroep Monitoring in opdracht van het LAT RB. Datum 27 augustus Definitief.

Rapportage. PR onderzoek - Press Affairs meewind.nl. Amsterdam, Standaard rapportage. Gesloten vragen

Jaarverslag 2010 Brzo Regio Midden-Oost

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

Bijlagen hoofdstuk 8 Mobiliteit Lucas Harms

Nationale Tuinvogeltelling 2010

Persoonlijke gegevens raadsleden

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

2005 Monuta Uitvaartzorg en -verzekeringen

Woonwagenstandplaatsen in Nederland. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 10 oktober Eindrapportage

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

Diversiteit in de Provinciale Staten

Managementoverleg INGEBRACHT DOOR: 0 AGENDA.D.D.: 0 AGENDAPUNT:

Factsheet Schorsingen en Verwijderingen Trends, analyses en wetenswaardigheden

Pietendiscussie. Peiling CNV Onderwijs en Algemeen Dagblad

Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Samenvatting van de monitor en de volgmodules najaar 2015

pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer N datum 21 februari 2012

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar

Leenonderzoek Het autolening onderzoek 2017

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Factsheet Varkensverbetering 2016

Persoonlijke gegevens van wethouders

Financiering in het MKB

Resultaten Enquête Campagne verbetering regionale wegen (TNS-NIPO in opdracht van Bouwend Nederland )

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2017 vs 2016

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Factsheet Open Teelten Bloembollen 2016

Factsheet Open teelten Tuinbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Factsheet Paddenstoelen 2016

De Stemming van 9 juni 2019

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016

Analyse NVM openhuizendag

Woningtransacties per maand, Nederland

Jaarverslag SCCM 2017

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen

Onderzoek naar het gebruik van FSC- producten onder Nederlandse gemeenten

ILT EV-ranking risicobedrijven 2018

Melden ongewone voorvallen Wm 17.2

Tabel B.1 Gevoeligheid van de organisatie voor schommelingen in de economische conjunctuur naar sector, 2013 (in procenten van het aantal bedrijven)

Belevingsonderzoek Inspectie Jeugdzorg. Onderzoek onder geïnspecteerden naar de beleving van het contact met Inspectie Jeugdzorg

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies

Factsheet Groothandel in Bloembollen 2016

Drechtstedendinsdag 2015

Tevredenheidsonderzoek schooljaar 2011/2012: een inspectiebreed beeld

Factsheet Bedrijfsverzorging 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Persoonlijke gegevens van Wethouders

Inspectieresultaten Rookvrije Horeca; juli t/m november 2008

(* *) (* WAARDEN GEVEN AAN VARIABELEN DIE NODIG ZIJN BIJ BEREKENEN DYNAMIEK LTV (GEBEURT IN MODEL) *) (* *)

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Factsheet Open Teelten Boomkwekerij 2016

Schorsingen en verwijderingen in het funderend onderwijs

BESTUURLIJKE VERNIEUWING?

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Factsheet persbericht. Studenten: stagebegeleiding scholen schiet tekort

KvK-Bedrijvendynamiek

Maatschappelijk jaarverslag

Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011)

Opslag brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks. Resultaten plan van aanpak implementatie PGS 29

Enquête Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Feiten NVM Open Huizen Dag 5 oktober 2013

ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

Als eerste is gevraagd in hoeverre de Cito Eindtoets Basisonderwijs een reëel beeld oplevert van

Transcriptie:

Resultaten BTO Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek BRZO inspectiejaar 11 Colofon Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring Datum 4 juli 12 Status Eindversie

Samenvatting De aanpak van LAT Risicobeheersing Bedrijven richt zich op de verbetering van het toezicht bij majeure risicobedrijven, zoals bedrijven die onder de werkingssfeer van het Besluit risico s zware ongevallen 1999 (Brzo) vallen. Één van de instrumenten om de kwaliteit van het toezicht op het Brzo in beeld te brengen is het Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek (BTO). Het doel van het BTO is inzicht te krijgen in de mening van de bedrijven over de kwaliteit van het toezicht. Het BTO is voor het eerst uitgevoerd in 7. In 11 is wederom een BTO uitgevoerd onder de in 11 geïnspecteerde Brzo-bedrijven. In totaal hebben 143 bedrijven meegedaan aan het onderzoek. Dit komt neer op een representatieve respons van ca. 4%. Op diverse aspecten worden de inspecties in 11 beter beoordeeld dan in 7. De toename in de tevredenheid van bedrijven betreft vooral de afhandeling van de inspectie. De kwaliteit van het inspectierapport en de termijn waarbinnen het inspectierapport wordt verzonden scoren beduidend beter dan voorheen. De beschikbaarheid van het standaard inspectierapport in de Inspectieruimte en de nadrukkelijke aandacht van de LAT RB voor naleving van de termijnen hebben een positieve uitwerking gehad. Ten aanzien van de deelname van de diensten aan inspecties laat het BTO een ander beeld zien dan in 7. Bij de Brandweer/Veiligheidsregio en het bevoegd gezag Wabo is de deelname toegenomen. Bij de Inspectie SZW is het aantal inspecties in absolute getallen toegenomen, maar er is procentueel een afname. Het deelnamepercentage is conform het door de inspectie SZW gehanteerde (risico)model. De deskundigheid van de inspecteurs scoort in het algemeen redelijk tot goed. Onderling zijn er verschillen. In vergelijking met 7 zijn deze verschillen kleiner geworden. Hoewel het deskundigheidsniveau van de inspectiediensten dichter bij elkaar ligt, blijft voortzetting van de inzet op deskundigheidsbevordering nodig. Er zijn ook aandachtspunten. Een deel van de bedrijven geeft aan dat de inhoud van het inspectierapport afwijkt van datgene wat in de close out is gepresenteerd. Na een close out mag het inspectierapport geen verrassing meer zijn. Daarnaast vraagt de landelijke uniformiteit en eenduidigheid van de inspecties bij bedrijven met meerdere vestigingen de nodige aandacht. De werkgroep Monitoring heeft de LAT Regiegroep aanbevelingen gedaan om opvolging te geven aan de uit het BTO voortkomende verbeterpunten. 2

Inhoudsopgave 1.Inleiding...4 2. Resultaten van het onderzoek...5 2.1 Voorbereiding inspectie... 5 2.2 Uitvoering inspectie... 6 2.3 Afhandeling van de inspectie... 11 2.4 Overig... 12 3. Conclusies...13 BIJLAGE... 14 Bijlage 1: Vragenlijst BTO... 14 3

1.INLEIDING De LAT RB heeft de ambitie te komen tot een optimale risicobeheersing bij bedrijven op het gebied van veiligheid, arbeidsomstandigheden, milieu en water. Vanuit overheidszijde zal het toezicht op deze bedrijven efficiënter en effectiever worden ingezet, zodat bedrijven afgestemd en eenduidig toezicht ervaren. De aanpak van de LAT RB richt zich op majeure risicobedrijven. Meer dan 9% van deze bedrijven valt onder de werkingssfeer van het Besluit risico s zware ongevallen 1999 (Brzo 99). Al sinds 7 wordt de uitvoering van het Brzo-toezicht gemeten en in beeld gebracht via de LAT-monitor. Eén van de onderdelen van deze monitor is het uitvoeren van een tevredenheidsonderzoek onder de belanghebbenden via een Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek (BTO). Het BTO wordt tweejaarlijks uitgevoerd. Het doel van het BTO is inzicht te krijgen in de mening van de bedrijven over de kwaliteit van het BRZO-toezicht. Aan de hand van de resultaten kan de LAT RB gerichter ondersteuning bieden in de verdere verbetering van het toezicht. Het BTO is voor het eerst uitgevoerd in 7; deze wordt gezien als een nulmeting. Het BTO dat in 9 is uitgevoerd, is vanwege een te lage respons niet als rapport uitgebracht. Werkwijze In totaal zijn 369 BRZO-inspecties in 11 uitgevoerd. De werkgroep Monitoring van LAT RB heeft een online enquête (zie bijlage 1) opgesteld die via de inspectieleiders onder de geïnspecteerde bedrijven is uitgezet. De inspectieleiders is gevraagd de enquête kort na de verzending van het inspectierapport neer te leggen bij het bedrijf. Deze aanpak kent een aantal voordelen. De enquête volgt direct op de inspectie, de inspectiebeleving is dan nog vers. Bovendien komt de enquête bij de juiste persoon terecht. In totaal hebben 143 bedrijven de vragenlijst ingevuld en geretourneerd. Dit komt neer op een representatieve respons van ca. 4%. De bedrijven is gevraagd aan te geven in welke provincie de betreffende bedrijfslocatie is gelegen. Dit levert onderstaand beeld op. Van de bedrijven die hebben deelgenomen, is het grootste aandeel afkomstig uit de provincies Zuid-Holland en Noord- Brabant. 25 ` 15 5 Gr Fr Dr Ov Ge Ut NH ZH Ze NB Li Fl 5,63 2,82 2,11 8,45 9,15 4,93 7,4 22,54 5,63,42 9,86 1,41 Figuur 1: Aandeel deelgenomen bedrijven per provincie De vragenlijst van de enquête is opgenomen in bijlage 1. De resultaten van de enquête zijn in grafieken weergegeven in hoofdstuk 2. Daar waar mogelijk zijn de resultaten vergeleken met die van het BTO 7. Deze vindt u terug in de tabellen. De werkgroep Monitoring heeft conclusies opgesteld. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 3. 4

2. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK 2.1 Voorbereiding inspectie Ten aanzien van de voorbereiding van de inspectie zijn vragen gesteld over de tijdigheid van communicatie, de inhoud van de inspectieagenda en de organisatie als geheel. Hoe beoordeelt u de tijdigheid van de communicatie rondom de inspectie (vooraankondiging en toezending inspectieagenda)? 8 6 4 Vooraankondiging Toezending agenda Figuur 2 : Tijdigheid van de communicatie: vooraankondiging en toezending van de inspectieagenda Beoordeling 11 Tijdigheid vooraankondiging (%) 79,58 16,9 2,82,7 Tijdigheid toezending inspectieagenda (%) 77,7 17,27 5,4 Beoordeling 7 Tijdigheid van communicatie - vooraankondiging + agenda (%) 52,68 3,36,71 6,25 Hoe beoordeelt u de inhoud van de inspectieagenda? 6 5 4 3 Figuur 3: Inhoud inspectieagenda Inhoud inspectieagenda Beoordeling 11 (%) 58,45 35,21 3,52 2,82 5

Hoe beoordeelt u de voorbereiding/organisatie van de inspectie als geheel? 7 6 Percen tag e 5 4 3 Figuur 4: Voorbereiding/organisatie van de inspectie als geheel Voorbereiding/organisatie van de inspectie als geheel Beoordeling 11 (%) 58,16 33,33 6,38 2,1 Beoordeling 7 (%) 45,13 42,48,62 1,77 2.2 Uitvoering inspectie Ten aanzien van de uitvoering van de inspectie zijn vragen gesteld over de deelname van de verschillende diensten, de samenwerking, de rolverdeling en de deskundigheid van de inspecteurs. Welke instanties/bevoegde gezagen namen deel aan de inspectie? 8 Percen tage 6 4 Inspectie SZW BG Wabo Brandweer BG Water Figuur 5 : Deelname van de verschillende diensten aan BRZO- inspecties Deelname van de diensten Inspectie SZW BG Wabo Brandweer BG Water Deelname 11 (%) 78,17 97,89 97,18 8,45 Deelname 7 (%) 91,96 95,54 96,43 12,5 Het bevoegd gezag Wabo en de Brandweer/Veiligheidsregio maken vrijwel altijd deel uit van het inspectieteam. De deelnamepercentages liggen boven de 97%. In vergelijking met 7 is dit percentage licht gestegen. De Inspectie SZW neemt deel aan 78% van de inspecties. Procentueel is er een afname ten opzichte van de aanwezigheid in 7. In absolute aantallen is het aantal 6

inspecties waaraan de inspectie SZW deelneemt, toegenomen. Dit geldt overigens ook voor het bevoegd gezag Wabo en de Brandweer/Veiligheidsregio. Ten aanzien van de deelname van de inspectie SZW kan verder worden opgemerkt dat deze conform het door SZW gehanteerde (risico)model is. Ook bij de deelname van de waterbeheerder aan BRZO-inspecties is een lichte afname te zien ten opzichte van 7. De waterbeheerder heeft alleen een rol voor zover risico s voor het oppervlaktewater en de rioolwaterzuivering aan de orde zijn. Hoe beoordeelt u de samenwerking tussen de deelnemende diensten? 7 6 5 4 3 Figuur 6 : Samenwerking tussen de verschillende diensten. Samenwerking tussen de verschillende diensten Beoordeling 11 (%) 57,86 3 6,43 5,71 Beoordeling 7 (%) 45,45 38,18 14.55 1,82 Over het algemeen beoordeelt men de samenwerking tussen de diensten als redelijk tot goed. Als verbeterpunten worden onder andere genoemd: het delen van informatie tussen de teamleden, samen controleren op een gezamenlijk inspectieonderwerp, afstemming van controle van de vergunning en de BRZO-inspectie, gezamenlijke inspectiedoelstelling. 7

Hoe beoordeelt u de mate waarin de inspectieagenda is gevolgd? 7 6 5 4 3 Figuur 7 : Mate waarin de inspectieagenda is gevolgd. Mate waarin inspectieagenda is gevolgd Beoordeling 11 (%) 68,31 27,46 2,82 1,41 Beoordeling 7 (%) 64,46 28,93 5,79,83 Hoe beoordeelt u de deskundigheid van de inspecteurs van Inspectie SZW (MHC), het bevoegd gezag Wabo, de Brandweer/Veiligheidsregio en het bevoegd gezag Waterwet? De percentages die in de figuren 5, 8, 9, en 11 zijn gebruikt zijn gebaseerd op het aantal ingevulde enquêtes zoals in onderstaande tabel vermeld. Bevoegd gezag Aantal ingevulde enquêtes Inspectie SZW 117 Wabo 14 Brandweer 139 Water 19 a. Ten aanzien van de houding? 8 6 4 Inspectie SZW BG Wabo Brandw eer BG Water Figuur 8 : Beoordeling deskundigheid ten aanzien van de houding. 8

b. Ten aanzien van de vakinhoudelijke kennis? 8 6 4 Inspectie SZW BG Wabo Brandw eer BG Water Figuur 9: Beoordeling deskundigheid ten aanzien van vakinhoudelijke kennis. c. Ten aanzien van auditvaardigheden? 8 6 4 Inspectie SZW BG Wabo Brandw eer BG Water Figuur : Beoordeling deskundigheid ten aanzien van auditvaardigheden. Beoordeling 11 Houding Inspectie SZW (%) 72,7 19,82 4,5 3,6 BG Wabo (%) 63,4 28,26 7,97,72 Brandweer (%) 68,38 27,94 2,94,74 BG Waterwet (%) 52,63 21,5,53 15,79 Vakinhoudelijke kennis Inspectie SZW (%) 76,36 19,9 3,64,9 BG Wabo (%) 55,88 36,76 5,88 1,47 Brandweer (%) 66,91 22,6 9,56 1,47 BG Waterwet (%) 63,16 21,5 15,79 Auditvaardigheden Inspectie SZW (%) 61,18 25,46 6,36 6,36 9

BG Wabo (%) 52,24 37,32,45 Brandweer (%) 53,68 34,56 8,82 2,94 BG Waterwet (%) 42,11 26,32 21,5,53 Beoordeling 7 Deskundigheid algemeen Inspectie SZW (%) 8 16 4 BG Wabo (%) 51 33 13 3 Brandweer (%) 58 21 17 4 BG Waterwet (%) 27 4 27 6 Over het algemeen scoort de vakinhoudelijke kennis van de inspecteurs hoger dan de houding en auditvaardigheden. Zoals in de grafieken en de tabel is terug te zien verschillen de scores op de onderscheiden deskundigheidsaspecten per dienst. De inspectie SZW scoort het vaakst de kwalificatie goed. Echter, in vergelijking met 7 zijn de onderlinge verschillen kleiner geworden. Het deskundigheidsniveau van de inspectiediensten komen dichter bij elkaar te liggen. Ten aanzien van het BG Waterwet kan worden gesteld dat de cijfers i.v.m. het lage aantal ingevulde enquêtes (19) niet als representatief kunnen worden beschouwd. Was de rol van de afzonderlijke diensten tijdens de inspectie duidelijk? Rol van diensten duidelijk Ja Nee Beoordeling 11 (%) 88 12 Beoordeling 7 (%) 86 14 Indien u meerdere vestigingen heeft in Nederland: hoe beoordeelt u de inspecties? 6 5 4 3 Uniformiteit Optreden Deskundigheid Eenduidigheid in het team Figuur 11: Beoordeling inspecties door bedrijven met meerdere vestigingen. Beoordeling door bedrijven met meerdere vestigingen Uniformiteit (%) 8,33 44,44 33,33 13,89 Optreden (%) 11,43 54,29 28,57 5,71 Deskundigheid (%) 25,71 45,71 25,71 2,86 Eenduidigheid in team (%) 17,14 4 31,43 11,43

De inspecties bij bedrijven met meerdere vestigingen worden op alle deelaspecten uniformiteit, optreden, deskundigheid en eenduidigheid in het team grotendeels als redelijk gekwalificeerd. Bedrijven merken dat beoordelingen van hetzelfde VBS verschillend uitvallen. Ook worden verschillen in houding, diepgang, inhoudelijk kennisniveau en de handhaving ervaren. Het ontbreekt aan afstemming van de inspectieagenda s. Er is te weinig sturing op een eenduidige beoordeling. 2.3 Afhandeling van de inspectie Was het inspectierapport binnen 8 weken verzonden? In ruim 8% van de gevallen is het inspectierapport binnen de gestelde termijn van 8 weken verzonden. Dit is een sterke verbetering ten opzichte van de beoordeling in 7. Hoewel in het BTO 7 niet specifiek naar de termijn was gevraagd gaf destijds meer dan 4% van de bedrijven aan de termijn waarop het inspectierapport was verzonden matig of slecht te vinden. Hoe beoordeelt u de kwaliteit van het inspectierapport? 8 7 6 5 4 3 Leesbaarheid Eenduidigheid Lay out Overeenkomstig close out Figuur 12: Beoordeling kwaliteit inspectierapport Beoordeling 11 Leesbaarheid (%) 66,92 25,38 6,15 1,54 Eenduidigheid (%) 56,59 33,33 7,75 2,33 Lay out (%) 55,81 34,11 8,53 1,55 Overeenkomstig close out (%) 49,61 37,21 8,53 4,65 Beoordeling 7 Leesbaarheid (%) 41,82 41,82,91 5,45 Eenduidigheid (%) 42, 44.4,9 3,67 Lay out (%) 47,12 41,35 7,69 3,85 Overeenkomstig close out (%) 41,75 44,66 7,77 5,83 De kwaliteit van het inspectierapport is beduidend beter beoordeeld dan in 7. Dit geldt met name voor de leesbaarheid en eenduidigheid van het rapport. Het gebruik van het standaard format voor het inspectierapport zoals dat beschikbaar is in de Inspectieruimte heeft in die zin zijn vruchten afgeworpen. De overeenkomstigheid met de close out scoort in minder dan 5% 11

van de gevallen goed. Hoewel ook dit vlak een verbetering is gerealiseerd in vergelijking met 7 kan hieruit worden geconcludeerd dat een deel van de rapporten nog steeds afwijkt van datgene wat in de close out is gecommuniceerd. 2.4 Overig Welk cijfer (van 1 tot 5) zou u geven voor de toegevoegde waarde van de inspectie binnen uw bedrijf? 6 5 4 3 1 2 3 4 5 Figuur 13: Cijfer voor toegevoegde waard van inspectie (1 = geen toegevoegde waarde, 5 = veel toegevoegde waarde) De meeste bedrijven beoordelen de toegevoegde waarde van de inspectie aan de performance van het bedrijf als redelijk tot goed (= cijfer 4). Bedrijven geven aan dat een kritische blik van deskundigen van buiten ervoor zorgt dat het bedrijf scherp blijft. Anderzijds is opgemerkt dat het steeds meer over administratieve zaken gaat, waarbij niet gekeken wordt naar de feitelijke relevantie voor veiligheid. 12

3. CONCLUSIES Op diverse aspecten worden de inspecties beter beoordeeld dan in 7. Deze verbetering is vooral gerealiseerd in de afhandeling van de inspectie. De kwaliteit van het inspectierapport en de termijn waarbinnen het inspectierapport wordt verzonden scoren beduidend beter dan voorheen. De beschikbaarheid van het standaard inspectierapport in de Inspectieruimte en de nadrukkelijke aandacht van de LAT RB voor naleving van de termijnen hebben een positieve uitwerking gehad. Ten aanzien van de deelname aan inspecties zijn er verschillen met 7. Het deelnamepercentage van de verschillende diensten is enigszins uiteengelopen. Wabo bevoegd gezag en Brandweer/Veiligheidsregio nemen deel aan vrijwel alle inspecties, de Inspectie SZW hanteert hiervoor een risicomodel. In absolute aantallen is het aantal inspecties waaraan de inspectie SZW deelneemt, toegenomen. Dit geldt overigens ook voor het bevoegd gezag Wabo en de Brandweer/Veiligheidsregio. Op regiegroepniveau zullen afspraken over de deelname van de diensten moeten worden gemaakt. De deskundigheid van de inspecteurs scoort in het algemeen redelijk tot goed. Op het aspect vakinhoudelijke kennis scoren de inspecteurs hoger dan op houding en auditvaardigheden. Onderling zijn er verschillen. Echter, in vergelijking met 7 zijn deze verschillen kleiner geworden. Het deskundigheidsniveau van de verschillende inspectiediensten komt dichter bij elkaar te liggen. Ook de landelijke uniformiteit en eenduidigheid van de inspecties bij bedrijven met meerdere vestigingen wordt als minder goed beoordeeld. Hier ligt een verbeterpunt. De aansluiting van het inspectierapport op de close out is een aandachtspunt. Een deel van de bedrijven geeft aan dat het rapport afwijkt van datgene wat in de close out is gecommuniceerd. Het uiteindelijke inspectierapport dat een bedrijf ontvangt na afloop van een inspectie mag geen verrassing zijn na een close out. De meeste bedrijven geven aan dat de inspectie toegevoegde waarde heeft voor de veiligheidsperformance van het bedrijf. Een onafhankelijke deskundige blik van de overheid houdt het bedrijf scherp. 13

BIJLAGE Bijlage 1: Vragenlijst BTO Vraag 1: In welke provincie is uw bedrijf gevestigd? Friesland Groningen Drenthe Noord-Holland Zuid-Holland Utrecht Overijssel Gelderland Flevoland Zeeland Noord-Brabant Limburg Vraag 2: Hoe beoordeelt u de tijdigheid van de communicatie rondom de inspectie n.v.t. Tav de vooraankondiging Tav de toezending van de agenda Vraag 3: Hoe beoordeelt u de inhoud van de inspectie-agenda? Goed Redelijk Matig Slecht Vraag 4: Hoe beoordeelt u de voorbereiding/organisatie van de inspectie als geheel? Goed Redelijk Matig Slecht Vraag 5: Welke instanties/bevoegde gezagen namen deel aan de inspectie? Inspectie SZW Bevoegd gezag Wabo Brandweer Bevoegd gezag Waterwet Vraag 6: Hoe beoordeelt u de samenwerking tussen de deelnemende overheidsdiensten? Goed Redelijk Matig Slecht Vraag 7: Hoe beoordeelt u de mate waarin de inspectieagenda is gevolgd? 14

Goed Redelijk Matig Slecht Vraag 8: Hoe beoordeelt u de deskundigheid van de inspecteurs van Inspectie SZW (MHC)? n.v.t. Houding Vakinhoudelijke kennis Auditvaardigheden Vraag 9: Hoe beoordeelt u de deskundigheid van de inspecteurs van het bevoegd gezag Wabo? n.v.t. Houding Vakinhoudelijke kennis Auditvaardigheden Vraag : Hoe beoordeelt u de deskundigheid van de inspecteurs van de brandweer? n.v.t. Houding Vakinhoudelijke kennis Auditvaardigheden Vraag 11: Hoe beoordeelt u de deskundigheid van de inspecteurs van het bevoegd gezag Waterwet? n.v.t. Houding Vakinhoudelijke kennis Auditvaardigheden Vraag 12: Was de rol van de afzonderlijke diensten tijdens de inspectie duidelijk? Ja Nee Vraag 13: Indien u meerdere vestigingen heeft in Nederland: hoe beoordeelt u de inspecties t.a.v. de volgende aspecten:? n.v.t. Uniformiteit Optreden Deskundigheid Uniformiteit van het gehele team Vraag 14: Was het inspectierapport binnen 8 weken verzonden? Ja Nee 15

Vraag 15: Hoe beoordeelt u de kwaliteit van het inspectierapport? n.v.t. Leesbaarheid Eenduidigheid Lay out Vraag 16: Hoe kwam het inspectierapport overeen met de verwachting op basis van de close-out? Goed Redelijk Matig Slecht Vraag 17: Welk cijfer zou u geven voor de toegevoegde waarde van de inspectie binnen uw bedrijf (1 = geen toegevoegde waarde, 5 = veel toegevoegde waarde) tav de veiligheidsperformance? n.v.t. Leesbaarheid Eenduidigheid Lay out 16