BIODIVERSITEIT IN GEUREN EN KLEUREN



Vergelijkbare documenten
leven aan mijn planeet

Wat is biodiversiteit? Hoeveel biodiversiteit is er (wereldwijd en

Werkblad Naut Thema 2: Planten en dieren

Thema 2 Planten en dieren

Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt.

Speluitleg: Gebruik bij de speluitleg het bestand Hoe wordt het spel gespeeld op

BIOLABO. Voorbereiding in de klas

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Natuur In Zicht - Biodiversiteit

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam.

verwerking : wat is een bos?

Naverwerking BosStratEgo s

Opdrachten thema. Veluwe

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

BIOLABO NAVERWERKING

Voorbereiding post 5. Iedere vogel zijn eigen plekje Groep

Werkblad - Les 2 - Waterbouw en ecologie

6+ 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? Opdracht EDUKIT 3

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 4-5-6

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

4-7 jaar Scharrelavontuur. 4-7 jaar Scharrelavontuur. Sterke geuren. Aardegeuren. Pluk een blaadje van een plantje.

4. Hoeveel rupsjes verdwijnen per dag in het opengesperde bekje van een jong koolmeesje?

Kijken! Kijken! Niet kopen!

Rivierenhof. Handleiding. Opgesteld door de domeinwachters. >> Ontdekkingstocht voor het 4, 5 en 6 leerjaar. Tjakkie de specht Ontdekt de Herfst

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

Voedselweb van strand en zee

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 7-8

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde.

Persdossier ikgeeflevenaanmijnplaneet.indeklas.be 28 september 2010

De vier seizoenen in de boomgaard

Opdrachten thema. Veluwe

Oude bomen. Opdracht 1 - Bijzondere bomen. Opdracht 2 De leeftijd van een boom meten. Benodigdheden

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Excursieles Overleven in het bos

Opdrachtkaarten Lente

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen

Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving

Winterslaap. Met filmpjes, werkblad en puzzels. groep 5/6. uitgave januari 2013

Zaadbommen maken. dan langzaam water toe. Totdat het mengsel aan elkaar blijft plakken. Maak het niet te nat! Wat heb je nodig voor 10 zaadbommen?

Voedselweb van strand en zee

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit.

weinig microben vergelijk jouw data

Je onderzoekt de grond in jouw buurt. In de grond zitten miljoenen micro-organismen. Bijvoorbeeld

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Bewoners. Noordzee. Introductie. Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien:

Paddenstoelen De herfst is echt paddenstoelentijd. Vooral als het buiten lekker vochtig is schieten de paddenstoelen als paddenstoelen uit de grond!

Expeditie Boswachterscode

' Educatieve dienst 2010 'Een bos vol leven' EEN BOS VOL LEVEN

Kaartenset gewervelde dieren

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

Bloeiend plantje Spoor van een dier

milieu- en natuureducatie

samenstelling: Afdeling Educatie Paleis Het Loo Apeldoorn mei

De Levende tuin, met een levende omheining. De Levende tuin laat uw tuin leven. Wilt u van uw tuin een groene oase maken?

Arie van der Veer & Ellen Laninga. Luister maar. Met illustraties van Rike Janssen. Boekencentrum

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

Maak van je tuin, een levende tuin!

Inleiding In het najaar worden de dagen steeds korter en de nachten steeds langer. Kun je je voorstellen dat je in de maand november naar bed gaat?

WERKBLAD OPDRACHTEN. Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen

dieren in de dierentuin

groen in de stad BIOTOOPWANDELING BIOTOOPWANDELINGleidraad natuurreservaat bourgoyen-ossemeersen biotoopstudie 1 MO biotoopstudie

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Pedagogische gids (voor leerkrachten)

Uitsterven of wegwezen

Natuur dagboek. Op ontdekking in je achtertuin

Afval Anne en de Sorteerbrigade

Fossiele brandstoffen? De zon is de bron!

TOEN GOD ALLES MAAKTE

Biodiversiteit en netwerken

Hap, slik, weg! SNELLE HAP

Gebruiksaanwijzing leerdagboek

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

Ik weet wat een wintervoorraad is en waarom dieren dit verzamelen. (weinig verse voeding in de winter)

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

Activiteiten o.l.v. Gidsen van Gidsenbureau vanuit het vakantiehuis A l'abri in Brisy

1. Geheimen. 2. Zwammen

Winterslaap. groep 5/6

Lente. groep 3, 4 en 5

Ecologisch Beheer. Speeldernis.nl, Rotterdam

plattegrond Lijntjes trekken

Roodkapje vult haar mandje

Kaartenset ongewervelde dieren

Activiteiten o.l.v. Gidsen van Gidsenbureau

BOOM de kampioen. vertelt over de plek die alle bomen over de hele wereld in ons. Er zijn ontelbaar veel boomsoorten en soms heeft een boom

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

Activiteiten o.l.v. Gidsen van Gidsenbureau

Voedselweb en voedselketen

Zoek allemaal een boomblad. Leg de bladeren bij elkaar. Vergelijk de kleuren en vormen.

Handleiding. Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Lesbrief Slakkenevolutiespel 1

Verschillende voedselketens

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6

In deze lesbrief vindt u lesideeën bij een selectie van onze Klavertjesboeken. - voor groep 3/4 en 5/6

Doe- pad Watertorenweg

Transcriptie:

1 BIODIVERSITEIT IN GEUREN EN KLEUREN Doel: - lln maken kennis met het begrip biodiversiteit - lln ontdekken dat er verschillende soorten planten en dieren zijn - lln ontdekken dat de dieren en planten verbonden zijn aan een bepaald leefmilieu - lln maken kennis met de voornaamste bedreigingen van biodiversiteit - lln beseffen dat de mens vaak oorzaak is van deze bedreigingen - lln zien dat de verschillende soorten planten en dieren afhankelijk zijn van een bepaalde omgeving - lln leren dieren/planten vergelijken en rangschikken - lln leren wat een voedselweb is en kunnen zelf een voedselweb samenstellen - lln leren wat de gevolgen zijn van het wegvallen van een schakel in de voedselpiramide - lln communiceren over biodiversiteit - lln leren campagne voeren rond biodiversiteit STOP1. BIODIVERSITEIT: inleiding 1.a veel soorten Kijk eens rond, wat zien we hier allemaal rondom ons? Doen: de kinderen kijken rond en sommen op wat ze zien. Ze ontdekken heel wat zaken. 1.b levend niet-levend Zien jullie ook voorwerpen die niet leven, die geen plant, dier, zwam of mens zijn? Doen: - de kinderen krijgen willekeurig 2 kaartjes (1 groen= levend + 1 blauw= niet levend). De begeleider noemt een voorwerp uit de omgeving bv. museum, de kinderen steken het blauwe kaartje (= niet levend) in de lucht. De gids roept gras: levend, groen kaartje wordt opgestoken. OF Doen: - de kinderen staan op 2 rijen: 1 rij levende soorten, 1 rij niet-levende soorten. - de begeleider roept een voorwerp (levend/ niet-levend). Bij het roepen van een levend voorwerp lopen de kinderen met een levend voorwerp weg en proberen de anderen hen te tikken. Wie getikt wordt valt er uit. De niet-levende voorwerpen mogen niet bewegen of ze vallen er ook uit. En omgekeerd. 1.c diversiteit = verscheidenheid Tijdens de wandeling trekt de gids de aandacht op verschillende diertjes,( planten): Hé kijk, een vogel, een slak Zijn er nog kinderen die een vogel, een slak op hun kaartje hebben? Jullie zijn samen het groepje van de vogels, van de weekdieren Doen: de kinderen bekijken hun groene kaartje en maken groepjes (vogels, vissen, planten, insecten Binnen elk groepje is er een grote verscheidenheid tussen de dieren/ planten onderling. En toch hebben ze gemeenschappelijke kenmerken. Waarom plaatsen jullie de pissebed, de bosmier in hetzelfde groepje? Doen: de kinderen binnen een groepje bekijken hun kaartjes en sommen gemeenschappelijke kenmerken van hun diertjes/planten op.

Welke naam geven we aan jullie groepje? Sommige dieren zijn vogels, andere insecten, zoogdieren (Een overzicht van de tabel groeperen van de leven/niet-leven kaartjes zie verder). Doen: de gids legt de naamkaarten van de verschillende groepen op de grond en de kinderen gaan bij hun naamkaartje staan. Stel je voor dat in het bos maar 1 soort boom zou groeien, bv. de den Stel je voor dat in het bos maar 1 soort dier zou leven, bv. kraai Stel je voor dat in het bos maar 1 soort Zo n bos is SAAI!! NIET LEEFBAAR! Ons bos is niet saai. We ontdekken er heel wat soorten in alle vormen en kleuren. (bomen, struiken, insecten, vogels ) Al deze variatie aan soorten, kleuren en vormen in de natuur noemen we: BIODIVERSITEIT We stappen verder. Doen (facultatief): in het arboretum de verschillende soorten naaldbomen/loofbomen turven (turfkaartje achterkant inventarislijst). 2 bio = leven diversiteit = verscheidenheid

3 STOP 2. BIODIVERSITEIT: leefgebied (bos) Elk dier, elke plant leeft in een omgeving waar het zich thuis voelt. Een kikker voelt zich prima in (poel), en gaat dood in (zee). Gids toont kaartje van bvb zeehond. Waar hoort de zeehond thuis? Wie heeft nog een kaartje van een dier/plant dat thuishoort in zee? Doen: welke van jullie diertjes horen thuis in het bos? Waar hoort jouw dier thuis? In de zee? Wie hoort daar nog thuis? In de poel? In de woestijn? De kinderen zoeken in welk leefgebied hun dier/plant hoort en steken de gepaste kaartjes omhoog.. Elk dier is gebonden aan een bepaald leefgebied. Het heeft zich ontwikkeld en aangepast aan zijn gebied. Daar voelt het zich in z n nopjes. Doen: welke dieren horen niet thuis in onze bossen, in onze poelen? Hoe noemen we de dieren die hier niet thuis horen? Exoten. Sommige exoten passen zich goed aan, maar de meeste kunnen hier niet leven. Sommige zijn een gevaar voor onze inlandse soorten. Al deze variatie aan soorten, kleuren, vormen, leefomgevingen in de natuur noemen we BIODIVERSITEIT het leefgebied is belangrijk voor de biodiversiteit STOP 3. BIODIVERSITEIT: alles hangt samen Alle soorten zijn waardevol, zijn belangrijk in hun leefgebied. De bosuil is belangrijk want hij eet kleine vogels. Vogels eten regenwormen. En regenwormen eten bladeren. Het ene dier heeft het andere nodig om in leven te blijven. Dit noemen we een levenslijn. Doen: we maken levenslijnen met onze groene kaartjes. De gids helpt en probeert met de kinderen meerdere voedselwebben te maken. Bv.: bosuil -> bosmuis -> regenworm -> gras vos -> brulkikker -> mug -> alg mens -> appel -> bij -> paardenbloem. Het wegvallen van 1 element kan een levensketen* (ecosysteem) in gevaar brengen. Het verdwijnen van 1 soort kan leiden tot dood van een andere soort. Bv. de kikkers worden doodgereden: gevolgen? Bv. de vos wordt neergeschoten: gevolgen? Bv. een soort wordt doodgereden: gevolgen? elke soort is belangrijk binnen zijn leefgebied Soorten zijn belangrijk binnen een leefgebied, en ook niet-levende voorwerpen zijn belangrijk in dat leefgebied. Alles hangt samen. Denk maar aan broed- en schuilplaatsen, gezond water, lucht

4 STOP 4. BIODIVERSITEIT: meten is weten 4.a meten We stoppen op een plek in het bos. Kijk eens kinderen, staan we hier niet op een mooi plekje? Waarom is het hier zo mooi? Omdat er zoveel groeit en leeft rondom ons! Omdat de lucht hier gezond is Doen: gids bakent terrein af waarbinnen de kinderen observeren en turven wat er allemaal leeft. Per groepje van 4-5 krijgen ze een lijst (zie onder) waarin ze de planten, dieren binnen een klein gebied gaan inventariseren. ZOOGDIEREN VOGELS BOMEN INSECTEN + SPINNEN SPINNEN PLANTEN Het bos is rijk aan soorten! We ontdekken er heel wat leven! Stel dat er geen roofvogels meer zijn. De vleermuizen zouden massaal toenemen, de insecten zouden op korte tijd verdwijnen, veel van onze bomen zouden niet meer bestoven worden, deze bomen zouden na verloop van tijd ook verdwijnen onze zuurstof??? Dank zij de biodiversiteit kunnen wij ademen, eten, drinken, hebben wij een dak boven ons hoofd. verdwijnen van soorten = afnemen van biodiversiteit = verdwijnen van leven 4.b belang Via kleine vraagjes kan de gids enkele van de hieronder opgesomde punten ter sprake brengen. Biodiversiteit is belangrijk: 1. voor het welzijn van alle mensen : we genieten van de vogels, planten (geuren en kleuren), wandelen 2. voor onze voeding: sommige soorten halen we rechtstreeks uit de natuur (vissen, everzwijn, bessen...); andere soorten kweken we (fruit, groenten, kippen ) 3. voor onze gezondheid: planten liggen aan de basis van alle geneesmiddelen (aspirine uit de schors van wilg, kruidenthee..) Door het verdwijnen van plantensoorten tegen te gaan (de biodiversiteit te beschermen) kunnen mensenlevens gered worden.

5 4. voor de grondstoffen: de biodiversiteit levert grondstoffen voor het bouwen van huizen, maken van kleding, meubels, rubber... 5. voor onze energie: dankzij steenkool, aardolie kunnen we onze huizen verwarmen, koken, motoren laten draaien 6. biodiversiteit verstrekt een groot aantal diensten: het filteren van water, aanmaken van zuurstof, het vruchtbaar maken van de bodem, het beperken van overstromingen, het bestuiven van fruitbomen 7. en voor de dieren? in stand houden van de voedselketen biodiversiteit is belangrijk voor het bestaan van de mens, dier en plant 4.c gevaren Hebben wij vandaag veel zwammen gezien? Al iemand een vliegend hert, de goudenloopkever of de ijsvogel gezien? Kennen jullie deze dieren? (koesterschijf) De rijkdom aan soorten slinkt. Het uitsterven van soorten is een natuurlijk verschijnsel. Maar door menselijke activiteiten ligt het tempo waarin dit gebeurt hoger dan goed is voor het natuurlijk evenwicht. Verschillende factoren bedreigen de biodiversiteit. Bovendien interageren deze factoren en versterken ze mekaar. We moeten onze soorten beschermen!! Doen. De kinderen zoeken voorbeelden van bedreigingen (grote: overstroming in Pakistan, bosbranden in Rusland... en kleine: vervuilen water ) OF Doen: levensverhalen+vraagjes (zie verder) biodiversiteit is in gevaar

STOP 5. BIODIVERSITEIT: word ambassadeur 6 Word ambassadeur voor de biodiversiteit! Hoe help ik mee aan het behoud van de biodiversiteit? Bv.: - ik koester een bepaald dier/plantsoort (zie affiche koesterburen) - ik gooi geen afval in het bos - ik pluk geen bloemen of paddenstoelen - ik dood geen dieren Hieronder nog enkele ideetjes: - ik sorteer mijn afval - ik verspil geen papier, water - ik plant een boom in mijn school/ thuis - ik composteer keuken- en tuinafval - ik koop geen souvenirs op basis van koraal, zeesterren, zeepaardjes, - ik koop als huisdier geen exoten - ik gebruik geen gif in de tuin - ik leg een vijvertje aan - ik koop producten van gecertificeerd (FSC) hout - ik wandel of fiets zeker één maal per maand in de natuur - ik eet lokaal geproduceerde seizoensgroenten en -fruit - ik bouw nestkasten voor vogels Doen: de kinderen noteren op een blaadje (beuk) hoe zij hun steentje willen bijdragen om de planeet leefbaar te houden. Dit blaadje wordt opgehangen aan een boom in het bosmuseum. Ik word ambassadeur van het leven!