Influenza Varicella
Influenza Orthomyxovirus Oppervlakte glycoproteïnes: hemagglutinine H neuraminidase N Humane Influenza stammen: Influenza A (H1-2-3 en N1-2) Influenza B: enkel antigene drift in H Epidemiologisch patroon: veranderende natuur AG kenmerken virus Antigene drift Antigene shift
Kliniek: - koorts - vermoeidheid - hoesten - spierpijn (gepaard met verhoogd CK) - hoofdpijn, keelpijn - anorexie Behandeling: - symptomatisch: paracetamol, NSAID - antibiotica bij bacteriële surinfectie (OMA, pneumonie) - antivirale medicatie: hoog risico patiënt, binnen 48u start symptomen Oseltamivir (Tamiflu) of Zanamivir (Relenza) Complicaties: 10% - luchtwegen (bronchitis, pneumonie, OMA) - fatale afloop
Risicogroepen ernstige complicaties op griep 1. Kind jonger dan 2j 2. Volwassene ouder dan 65j 3. Onderliggende ernstige chronische aandoening (asthma, diabetes, cardiovasculaire pathologie, neuromusculaire ziekte, ) 4. Immuunsuppressie (ziekte of medicatie) 5. Zwangeren 6. Verblijf rusthuis 7. Morbiede obesitas BMI > 40
WHO: 5-20 % populatie Influenza infectie Influenza confirmed case: 285 000/jaar Helft hiervan: consultatie huisarts 3 vragen: welke bevolkingsgroep? Grootste incidentie -> kinderen Ziekenhuisopname -> kinderen Mortaliteit -> ouderen
In 2014/15 the United Kingdom experienced circulation of influenza A(H3N2) with impact in the elderly. Mid-season vaccine effectiveness (VE) shows an adjusted VE of 3.4% (95% CI: 44.8 to 35.5) against primary care consultation with laboratory-confirmed influenza and 2.3% (95% CI: 56.2 to 33.0) for A(H3N2). The low VE reflects mismatch between circulating viruses and the 2014/15 northern hemisphere A(H3N2) vaccine strain. Early use of antivirals for prophylaxis and treatment of vulnerable populations remains important.
Influenzavaccin geïnactiveerd influenza vaccin trivalent A (H1N1 en H3N2) en B wanneer: 15/10-15/11 IM toediening jaarlijks effectief? daling morbiditeit 30-70% reductie complicaties 20-50% contra indicatie: ernstige anafylaxie op ei febriele ziekte
HGR aanbevelingen griepvaccinatie Groep 1: personen die het risico lopen op ernstige complicaties als ze griep hebben: zwangere vrouwen die in het tweede of derde trimester van hun zwangerschap zijn op het ogenblik van het griepseizoen. Zij worden gevaccineerd vanaf het tweede trimester van hun zwangerschap; patiënten vanaf de leeftijd van 6 maanden die lijden aan een onderliggende chronische aandoening personen van 65 jaar en ouder; personen die in een instelling verblijven; kinderen tussen 6 maanden en 18 jaar die een langdurige aspirinetherapie ondergaan Groep 2: het personeel van de gezondheidssector. Groep 3: personen die onder hetzelfde dak wonen als of die tijdens hun werk in contact komen met: personen die tot risicogroep 1 behoren; kinderen jonger dan 6 maanden Groep 4: bepaalde beroepsgroepen met risico van virale reassorting
Kinderen en griepvaccin? IM griepvaccin kinderen: wijze toediening - 6m tot 3j: ½ dosis - 6m tem 7j nooit voordien gevaccineerd: 2x dosis met min 1m interval (2 e dosis bij voorkeur voor december) Waarom kinderen vaccineren? Frequente hospitalisatienood Grote verspreiders van ziekte: indirecte bescherming
Intranasaal griepvaccin? Fluenz Tetra (Astra) Levend verzwakt Influenzavirus (Quadrivalent type A-H1N1, type A-H3N2, type B Victoria lineage and type B Yamagata lineage) Doelgroep: kinderen 2-18j Toediening intranasaal Nevenwerking: neusloop of neusobstructie Werking: nasopharyngeale replicatie van virusstammen induceert immmuunrespons (mucosaal IgA, serum IgG en Influenza specifieke T cellen) Contra indicatie: Jonger dan 2j Ernstig asthma Actief wheezing Immuundeficiëntie (leukemie, hoge immuunsuppressie, HIV infectie) Europa sinds 2013 op de markt
As part of the introduction and roll-out of a universal childhood live-attenuated influenza vaccination programme, 4 11 year-olds were vaccinated in seven pilot areas in England in the 2013/14 influenza season. This paper presents the uptake and impact of the programme for a range of disease indicators. End-of-season uptake was defined as the number of children in the target population who received at least one dose of influenza vaccine. Between week 40 2013 and week 15 2014, cumulative disease incidence per 100,000 population (general practitioner consultations for influenza-like illness and laboratory-confirmed influenza hospitalisations), cumulative influenza swab positivity in primary and secondary care and cumulative proportion of emergency department respiratory attendances were calculated. Indicators were compared overall and by age group between pilot and non-pilot areas. Direct impact was defined as reduction in cumulative incidence based on residence in pilot relative to non-pilot areas in 4 11 year-olds. Indirect impact was reduction between pilot and non-pilot areas in <4 year-olds and >11 year-olds. Overall vaccine uptake of 52.5% (104,792/199,475) was achieved. Although influenza activity was low, a consistent, though not statistically significant, decrease in cumulative disease incidence and influenza positivity across different indicators was seen in pilot relative to non-pilot areas in both targeted and non-targeted age groups, except in older age groups, where no difference was observed for secondary care indicators.
Varicella Herpesviridae Tranmissie via direct contact letsels/vocht of aerogeen Incubatie 10-20d Besmettelijkheid: 1-2d voor eerste blaasjes, tot na korsten alle letsels Hoge incidentie jonge leeftijdsgroep: belang sociale interactie in transmissie 1/200 kinderen met windpokken gehospitaliseerd 15-20% later zona (reactivering van latente virus)
Complicaties: 2-6% Secundaire bacteriële infectie van huidletsels Neurologische verwikkelingen (meningoencefalitis, cerebelllaire ataxia) Pneumonie (viraal of bacteriëel) Hepatitis, thrombocytopenia, meer zeldzaam Risicogroepen: Volwassenen Immuungecompromiteerd Zwangere Pasgeborene CDC. Prevention of Varicella 2007 Clin Microb Rev
Varicella vaccin Levend verzwakt varicellavirus OKA stam Monovalent: Varilrix - Provarivax Quadrivalent MMRV: Priorix tetra Subcutaan toe te dienen 2 dosissen Minimum interval 6-8w
Hoge werkzaamheid en doeltreffendheid? > Heel goede bescherming tegen ernstige infectie (99%) > Vaccin 1 dosis: doeltreffend 85% ALS 80% dekkingsgraad > 2 doses schema van varicella vaccin > Betere werkzaamheid, minder doorbraakinfecties > randomised controled trial > 2d MMRV vs 1d MMR 1d V vs 2d MMR (controlegroep) > Eindunt: bevestigde varicella > schema 1d: 65,4% (alle) 90,7% (matig-ernstig) > schema 2d: 94,9% (alle) 99,5% (matig ernstig) Prymula et al, Lancet 2014
Nevenwerkingen/veiligheid? Lokale reactie (roodheid, pijn, rash) Varicelliforme eruptie in 2% Mazelenachtige rash na tetravalent vaccin in 3-6% Koorts tussen d5-12 Hoger risico op koortsconvulsies in 7-10d na toediening eerste dosis op 12-23m bij tetravalent vaccin: advies AAP: 1 e dosis voorkeur voor 2 afzonderlijke vaccins Immuunstoornis: gedissemineerde infectie in casuïstiek (5 gevallen in postlicensure study) Contra indicaties: zwangerschap, cellulaire immuunstoornis
Postexposure profylaxis Varicella vaccin aangewezen bij gezonde personen zonder immuniteit binnen 3-5 dagen na contact met varicella 90% effectief in preventie varicella wanneer binnen 3d contact ~ 70% effectief in preventie varicella en ~100% effectief in ernstig verloop wanneer binnen 5d van contact Varicella Zoster Immune Globulin (VariZIG ) aanbevolen voor personen met hoog risico op ernstige ziekte binnen 10d na contact met VZV CDC. Prevention of Varicella. MMWR 2007 CDC. Updated Recommendations for Use of VariZIG United States. MMWR 2013
Vragen rond varicella vaccinatie? Invloed van vaccinatie op incidentie herpes zoster? Amerikaanse studie 2013: incidentie zona tot 80% lager bij gevacc kinderen Mathematisch model: exogene boosting hypothese herhaalde blootstelling aan wild type virus activeert cell immuniteit en vermindert risico op zona > Systematic review (Ogunjimi Plos One 2013): We conclude that exogenous boosting exists, although not for all persons, nor in all situations. Its magnitude is yet to be determined adequately.. > Modeling data: universal varicella vaccination will cause HZ to increase in the medium-long term (up to 30 75 years after vaccination)- with decrease thereafter
Duur van bescherming? HGR 2004: bescherming 10-20j volgens studies VS en Japan Pediatrics 2013: prospectieve studie over 14j Vaccinatieregime aangepast 2006: nog geen studies beschikbaar over doeltreffendheid huidig schema over termijn van meer dan 10j Kosteneffectief? Prijs vaccin Medische kosten varicella casus lager dan zona casus Varicellavaccinatie: stand van zaken S. Maebe et al, Tijdschr. voor Geneeskunde 2015
Universele toepassing? WHO 1998-2014: vaccinatie universeel te overwegen als ziekte relatief belangrijk gezondheids- en socio economisch probleem vaccin betaalbaar bereiken van hoge vaccinatiegraad > 80% Varicella vaccinatie Verenigde Staten: universeel - start 1995-2006 2 e dosis -> 88% daling mortaliteit na start vaccinatie
KCE 2005: geen aanbeveling universele vaccinatie onduidelijkheid duur bescherming mogelijke verschuiving in leeftijd van piekincidentie wijziging in incidentie zona Wie wel: risicogroepen, adolescenten en jong volw. zonder antecedenten van varicella KCE 2010: Hypothese natuurlijke exogene boosting: Na doormaken varicella, telkens prikkeling afweersysteem wanneer nieuw contact met varicella waardoor onderdrukken zona tot hoge leeftijd -> wegvallen prikkel (door vaccinatie geen circulatie varicellavirus meer): toename zona
Varicella hospitalisaties in België S. Blumental,IDSA 2014
En nu? 1. Varicellavaccin veilig, immunogeen en werkzaam 2. MMRV tussen 12-23m: hoger risico op koortsconvulsies 3. Prima bescherming tegen ernstige ziekte 4. Betere werkzaamheid na 2 dosissen 5. Universele varicellavaccinatie leidt tot sterke afname morbiditeit en mortaliteit door ziekte 6. Duur van bescherming is nog ongekend 7. Impact op zona is nog ongekend 8. Kosteneffectief vanuit standpunt samenleving, maar niet vanuit gezondheidszorg op lange termijn 9. Heel hoge dekking (>80%) nodig om shift naar ouderen te voorkomen 10. Nood aan surveillance systeem!