Navigatie in een kano op het Wad. wadkanovaren.nl



Vergelijkbare documenten
Navigatie op het Wad

wadkanovaren.nl waterdiepten a.h.v. de kaartdiepten

wadkanovaren.nl pdf versie

Reisvoorbereiding. Ivar ONRUST

wadkanovaren.nl Het Wad en zeekanoën

Het Wad en zeekanoën: Kanotochtengids voor het Wad. wadkanovaren.nl. Overzicht mogelijke kanotochten op het Wad

Deel A Vraag Versie BB Versie SB Punten 1 D A 2 Zie Kaart 1, symbool IQ130.4

wadkanovaren.nl Overzicht vaarroutes

Toetsmatrijs Navigatie 2

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

De Waddenzee. Lezing Door leden voor leden. Cees Spaanderman

Navigatiereader. 9 e editie 14 oktober tot en met 19 oktober Versie: Definitief

Navigatiereader Race of the Classics

Duitse en Nederlandse wad Woudschoten 30 januari 2011 Holten 5 feb 2011

Examen versie: NWG :00VBA Handmatig pagina 1 ( ) Antw.Pnt. VBA. Ministerie van Verkeer en Waterstaat AANVULLEND EXAMEN

Voorwoord bij de Afbakening examens Klein Vaarbewijs als samengesteld door de Examencommissie van de Stichting Vaarbewijs- en Marifoonexamens (VAMEX)

Stroom informatie U4 Roompot 2014

Vraag Versie BB Versie SB Punten

STROOMATLAS BENEDEN ZEESCHELDE VAK PROSPERPOLDER - KRUISSCHANS

Toetsmatrijs Navigatie 2

INLEIDING GETIJTAFELS

Toetsmatrijs Navigatie 2

Navigatie, Logboek en Marifoonreader

Tochttechnieken Cursus Coördinatie Bijlage cursus 5

-21- GETIJDEN (2) De veelvormigheid van het getij: de Noordzee

Errata/Aanvullingen 10 e druk Kustnavigatie, handboek voor instructie en praktijk. Auteurs: Toni Rietveld, Adelbert van Groeningen en Janneke Bos

Examen Theoretische Kust Navigatie 20 april 2013 versie 29 april 2013

Koers- en plaatsbepaling (1)

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2009

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam L.A.T.

Reader oriëntatietechnieken

Examen Beperkt stuurbrevet

Genieten na een oversteek

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge en Zeebrugge

Roeien op Zee.. Hoe begin je ermee? Presentatie voor roeileden KWV Loosdrecht Gehouden op 8 april 2018 door Paul Klönhammer

wadkanovaren.nl pdf versie

W A NAVIGATIE D E Handleiding

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2) versie 1 juni 2016

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 MEI 2008

Hoofdstuk 3. Getijden- en Stromingsleer. - Jonathan Devos -

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Deel A. 7 4 Tijdstip = 04:15 uur, is HW HvH (= 04:42) ½ uur. Verval = 2.1 m, dus Springtij (zie grafiek) Stroom = 265 / 2.9 kn.

Het Wad en zeekanoën: Vereiste vaardigheden. wadkanovaren.nl

De bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding)

Getijboekje voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge en Zeebrugge.

Bijlage 7. IALA Betonningssysteem (zone "A")

wadkanovaren.nl De veiligheid tijdens het zeekanovaren

Stormvloedflits van 13 en 14 januari Noordwesterstorm veroorzaakt hoge waterstanden langs de kust

2 C A (g in sourcediagram) 3 B A 2 Zie de titel van de kaart. 4 D C 2 Een S-cardinaal (kaart 1 symbool Q 130.3)

Landkaarten en coördinaten

Hoofdstuk 3. Getijden- en Stromingsleer. Algemene inhoud 27/09/2012. Topografie, kennis van zee & strand. Getijdenleer.

Examen Maart 1999 BEPERKT STUURBREVET

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

Navigatie. Ivar ONRUST

U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs Aanvullend (VBA).

VAARREGELS DE BELANGRIJKSTE

Samen door de bocht(en) Editie

ROEIEN OP OPEN WATER. Guus van Wechem KNRB Roei Congres 30 Jan 2016

Meten in de Waddenzee

De vectorroute bestaat er in twee varianten: Met een vaste noordpijl en met een draaiende noordpijl.

Kaart: Newhaven Calais. P. 2: Herhalingsoefeningen P. 31: Koppelkoersen. P. 36: Layline. P. 41: Opkruisen. P. 50: Peiling met verzeiling

Algemene getijtheorie

BPR. Betonning. Kardinale Betonning. Laterale Betonning. Splitsingen. Hoe herken je de betonning? Betonning. Om aan te geven waar je kan varen

Getijboekje. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge en Zeebrugge

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut.

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam L.A.T

1 A 1 De Mercator-kaart heet ook wel een wassende kaart : de staande randdelen worden groter ( wassen ) met toenemende breedte.

Bijlage bij Studiewijzer Klein Vaarbewijs 1 en 2. Nieuwe leerstof Klein Vaarbewijs 2 per 1 januari 2013

Vaarbewijsopleidingen (VBO) PROEFEXAMEN WATERSPORT CERTIFICAAT

Tochtvoorbereiding en de kunst van gps navigatie voor zeekayakkers

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam L.A.T.

Vaarreglement RV de Waal

NAVIGATIEREADER. 28 e Studenteneditie

Overgang van GLLWS naar LAT

2015 Noordzeetocht, Oostende, Ramsgate, Blankenberge 24 juni 28juni

Getijboekje. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge en Zeebrugge

Kijken naar de sterren

Getijtafels. Voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam L.A.T

Examen Juni Wat betekent het volgende verkeersteken (de arcering is rood) (CEVNI)?

Praktische kennis voor zeekajakvaren in Nederland

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam

Samenvatting ongeval Jason, 11 maart Ongeval Jason Looveer 11 Maart 2017 Samenvatting. Jason Arnhem, juni

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE

Rondje Noord-Holland 2016

Examen November 2007

Examen Juni Welke van de onderstaande beweringen is voor de getekende situatie juist? Er bestaat gevaar voor aanvaring (CEVNI).

Vaurien op getijde water

Examen November 2005

wadkanovaren.nl pdf versie

Activiteitenprogramma 2009

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009

DEEL 1 - VRAGEN 1-20

1. Bij welk type behoren de afmetingen van 67 meter lang en 8.20 meter breed?

KPBT = Kachelotplate Boot; MWEST = Memmert West; MNW = Memmert Noordwest

Transcriptie:

pagina 1 van 5 wadkanovaren.nl Navigatie op het Wad Inleiding Navigatie op het Wad houdt meer in dan met een kompas of GPS je positie en koers bepalen. Er zijn tal van zaken waar je mee te maken kunt krijgen en waar je op voorbereid moet zijn als je het Wad op wilt. In dit artikel krijg je eerst in vogelvlucht waar je op het Wad mee te maken kunt krijgen en vervolgens volgt een kort overzicht van hulpmidlen die zeekanoër voor varen op het Wad ter beschikking staan. Daarna volgt een uitgebreire behanling per onrwerp. Het weer is erg belangrijk in verband met temperatuur, wind (en dus golven), onweer en het zicht (mist). Je moet je daarom van tevoren op hoogte stelen van weersverwachting en als die te ongunstig is: niet gaan! Boeien, prikken, stokken en bakens Ten behoeve van scheepvaart - dus ook t.b.v. kano's - zijn er boeien, prikken, stokken en bakens op het Wad geplaatst om aan te geven waar geulen lopen of om anre informatie te geven. Er zijn verschillen soorten boeien (betonning), die elk verschillen informatie geven. Soorten boeien De belangrijkste boeien zijn boeien die vaarroutes aangeven: gezien vanuit zee op weg naar haven staan groene rechts (stuurboord) van geul en zijn oneven genummerd; ro staan links (bakboord) en zijn even genummerd. Richting haven lopen nummers op. Waar twee vaarwegen samen komen staan scheidingstonnen (rood-groen-rood of groen-rood-groen, waarbij dubbele kleur hoofdgeul aangeeft en kleur in het midn zijgeul). Tonnen voor vaarwaters van gelijk belang hebben rood/groen/rood/groen. Kardinale tonnen (geel, geel/zwart met 2 zwarte driehoeken bovenaan) zijn om obstakels aan te geven. De stand van driehoeken bovenaan geeft aan aan welke kant het obstakel gepasseerd moet worn (2 omhoog =noord, 2 omlaag =zuid, bovenste omhoog, onrste omlaag =oost, bovenste omlaag, onrste omhoog =west). Markering van een afzonrlijk gevaar gebeurt met 2 bollen op een rood-zwarte paal. De markering voor veilig vaarwater gaat d.m.v. een vertikaal rood-wit gestreepte boei (uiterton = aanloopton). De boeien zijn genummerd met een bij vaarroute behoren letterco (niet bij Eems). De kleuren, nummer-cos van boeien en hun knipperfrequentie en knipperpatroon staan op zeekaarten aangegeven. Als het donker is, heeft elke boei een licht dat volgens een eigen patroon knippert, zodat je boeien ook in het donker kunt herkennen. Lichten op het water hebben altijd een bepaal flikkerfrequentie, lichten op het vaste land knipperen niet, ook havenlichten niet. Een uitgebrei behanling van betonning is te vinn op Wikipedia Stokken Bij ondiepe en smalle geulen, die bij hoogwater voor pleziervaart bevaarbaar zijn, worn vaak stokken of prikken gebruikt in plaats van boeien, omdat die bij laagwater droog vallen. Stokken worn ook wel krib- of oever-bakens genoemd. Als je naar haven vaart, hebben stokken aan stuur-boord (rechts) bovenin een groene driehoek (punt omhoog) en stokken aan bakboord (linkeroever) een ro rechthoek De groene prikken (stuurboord) hebben een bovenaan samengebonn bunl takken (/\ = kerstboomvorm = groen). Ro prikken hebben geen bunl takken maar vaak bovenin zijtakken of een naar boven uitstaan bos takken. Bakens Op het vaste land, op eilann en soms in het water staan objecten die je kunt gebruiken om je positie en vaarroute me mee te bepalen: vuurtorens, bakens, grenspalen, hoge gebouwen, kerktorens en bijv. hoge duinen Kompas en GPS Op zee, dus ook op het Wad is een kompas onontbeerlijk om je koers te bepalen en aan te houn en om eventueel je positie mee te bepalen via een peiling (zie onr). Een kompas geeft alleen vaarrichting aan, maar dat is niet altijd route die je werkelijk vaart. Dat doet een GPS wel. Die geeft je positie aan en je werkelijke vaarrichting, die door zijwaartse stroming en/of zijwind kan afwijken van je kompaskoers. Een GPS geeft bovendien vaarsnelheid aan, zodat je kunt inschatten hoe lang je onrweg zult zijn - als

pagina 2 van 5 je te varen afstand weet. Meting van zijwaartse verplaatsing zonr GPS Als je door wind naar opzij wordt weggezet, is sprake van "drift". Ook komt het vaak voor dat je door een stroom van opzij zijwaarts wordt verplaatst, bijv. als je een vaargeul oversteekt. In bei gevallen vaar je niet koers die het kompas aangeeft. Om toch gewenste koers te varen moet je corrigeren voor zijwaartse afwijking. Als je weet hoe sterk stroomsterkte en je eigen vaarsnelheid is, kun je inschatten voor hoeveel gran je moet corrigeren. Als je beschikt over een vast baken of een anr punt recht voor je in het water kun je afwijking van kompaskoers ook afmeten door te kijken of achtergrond verschuift ten opzichte van het baken; je moet je koers al varend dan zo corrigeren dat achtergrond ten opzichte van het gekozen punt stilstaat. Verschuift achtergrond naar recht, resp. naar links dan word je zelf ook naar rechts resp naar links weggezet. Heb je geen oriëntatiepunt recht voor je, dan kun je ook een anr punt links of recht voor je nemen. Hoe verr weg, s te beter. Je bepaalt dan wat kompasrichting naar dat punt is en houdt een zodanige vaarkoers aan dat kompasrichting naar dat punt min of meer zelf blijft. Stel je wilt een vaargeul oversteken in westelijke richting (270 ) en je vindt alleen een oriëntatiepunt op een kompasrichting van 310. De stroom is in noorlijke richting. Je kiest dan een vaarkoers, bijv. 250, zodat je tijns het oversteken kompasrichting naar het punt op 310 houdt. Loopt kompasrichting op, dan corrigeer je te veel voor stroom, loopt kompasrichting terug dan corrigeer je te weinig. Getijtabellen Je kunt handzame boekjes krijgen met voorspel tijdstippen van hoog- en laagwater op verschillen plekken langs het Wad en Wadneilann: getijntafels. Maar hoog- en laagwatertijdstippen en bijbehoren waterhoogtes zijn voor gehele Nerlandse kust ook op www.getij.nl te lezen en te downloan. De getijtafels geven waterhoogtes in dm, internetsites in cm. p ze site zijn voor het Wad getijngegevens voor Harlingen, Lauwersoog en Delfzijl af te lezen in laag- en hoogwater tabel 2010. Voor een aantal anre plaatsen is een omrekentabel beschikbaar. Voor Duitsland kun je op www.bsh. terecht voor hoog- en laagwatertijn voor lopen en komen week. Het is belangrijk te weten wanneer het hoog- en laagwater is op bepaal plekken omdat je daaraan kunt aflein hoe richting en sterkte van stroming op te varen route zal zijn en of bepaal ondiepe geelten al of niet bevaarbaar en te bereiken zijn. Op www.rws.nl zijn ook golfhoogtes en anre golfeigenschappen langs Nerlandse kust op te vragen. Stroomatlas Tijns opkomend tij van laag- naar hoogwater en weer terug tijns afgaand tij naar laagwater ligt stroomrichting vast en veranrt stroomsterkte min of meer volgens een vast patroon. De actuele sterkte wordt daarnaast beïnvloed door wind en of het springtij of doodtij is. Voor gemidl stroomsnelhen en stroomrichting bestaan stroomatlassen. Voor het Oostelijke Wad geven ze gemidl stroomsnelheid en stroomrichting aan voor elk van 6 uren voor en van 6 uren na hoogwatertijd in Delfzijl. Voor het Westelijke Wad is hoogwatertijd in Harlingen het referentietijdstip. Stroomatlassen worn niet meer los uitgegeven maar maken el uit van Waterstann Stromen langs Nerlandse kust (HP33), uitgegeven door Dienst r Hydrografie van Marine. De stroomsterkte neemt na elke kentering eerst toe en vervolgens weer af tot volgen kentering volgens een-twaalf regel: het eerste uur zakt het water 1/12 el van het totale verval tussen eb en vloed, het 2e uur 2/12, het 3e en 4e uur 3/12, het 5e uur weer 2/12 en het 6e uur 1/12. Hoe groter het verval s te hoger stroomsnelheid zal zijn. Je hebt dus het meeste profijt van stroming rond het 3e en 4e uur en als je tegen stroom in moet minste last van stroom 1 uur voor en na HW of LW. Een toepassing van 1/7e en 1/12e regels kun je vinn in hoofdstuk Tabel waterhoogte op ondiepten. Zeekaarten Vooraf en tijns een tocht op het Wad vormen zeekaarten een belangrijke bron van informatie. Op kaarten staan vaargeulen, boeien (met hun kleur, vorm, letternummer-cos en hun flikkerfrequentie), waterdiepten, marifoonkanalen, belangrijke kenmerken op het land, wrakken, e.d. aangegeven. Over kaart ligt een grid van lengte- en breedtelijnen, zodat je lengte- en breedtecoördinaten van een punt kunt bepalen. Ook is aangegeven welke gebien permanent of geduren een bepaal perio verbon zijn. Zeekaarten geven veel informatie die hierna in meer tail wordt behanld. Op kaart staan op tal van plekken getallen die waterdiepte aangegeven: kaartdiepte. De exacte betekenis van kaartdiepte blijkt straks. Een zeekaart bevat vier hoofdkleuren die een bepaal kaartdiepte van land en water aanduin. Land dat in principe

pagina 3 van 5 niet onrloopt is geel: het vaste land, wadneilann en een aantal zandplaten. Groen zijn len die bij laagwater droogvallen. Helr blauw is zone van 0 tot 2 m diep bij laagwater. Lichtblauw is zone tussen 2 en 5 m diep. Wit is water met een diepte van meer 5 m bij laagwater. De kaartdiepten waren tot 2006 gerelateerd aan het reductievlak Gem. LLWS = gemidl laag-laag-waterspringniveau, maar met ingang van 2007 zijn waterdiepten op zeekaarten gerelateerd aan een anr reductievlak het LAT = Laagste Astronomisch Tij (Lowest Astronomical Ti), dat beter aansluit bij internationale aanduidingen. Wat is een reductievlak en wat kunnen we er mee? Waterhoogten en kaartdiepten We kunnen geaccinteer zeebom niet vlak en glad trekken om daar mooi onze steeds wisselen waterhoogten boven te kunnen aflezen; een hoogwaterwaar als 238 cm en laagwaterwaar als 65 cm moet je ergens aan relateren om betekenis te krijgen (238 en 65 cm ten opzichte van wat?) We kunnen hoogteverschillen in bom wel vervangen door een nkbeeldig horizontaal vlak zo dicht mogelijk boven bom te creëren: het reductievlak of referentievlak, waaraan we een hoogwaterwaar als 238 cm en laagwaterwaar als 65 cm wel kunnen relateren. Waterhoogten, kaartdiepten en reductievlak De kaartdiepten op zeekaart zijn afstann tussen zeebom en het reductievlak. Het LLWS is het gemidl van lage waterstann bij laagwaterspringtijn over een bepaal perio gemeten. Onr normale omstandighen zal het waterniveau ook bij eb hoger zijn dan het LLWSniveau. Met ingang van 2007 is men overgestapt op het LAT. Het LAT is het laagst mogelijke waterniveau op grond van astronomische gegevens. Het LAT zal over het algemeen lager zijn dan het Gem LLWS en waterdiepten op kaart zullen daardoor ca 20 cm lager aangeduid worn dan bij LLWS het geval was ( afstand tot bom wordt kleiner bij LAT). Op kaart zie je in geulen dieptegetallen staan als 6 6. Dat wil zeggen dat diepte op het tijdstip van laagwater 6 m en 60 cm boven het reductievlak ligt, dus dat er onr normale omstandighen diepte tenminste 6,6 m is + in getijtabel opgegeven waterhoogte. De groene len van het Wad vallen bij laagwater droog, je ziet daar getallen staan als 1 2 en 0 4, dus met een minteken onr het grote getal, bijv. bij westpunt van Schier. Dit betekent dat het vlak 1,2 en 0,4 m boven het reductievlak ligt. De getijtabel geeft bijvoorbeeld voor een dag HW= 238 boven LAT en LW= 65 boven LAT. Dan staat er bij hoogwater 238 + 660 = 8,98 m water in geul en 238-120 = 118 cm water boven plaat. Bij laagwater staat er 65 + 660 = 7,25m water in geul en staat er aan rand van plaat bij laag water nog 65-40 = 0,25 m water, maar verr van rand af valt plaat droog en steekt dan 120-65 = 0,55 m boven water. Met een-twaalf regel (zie boven) kun je een schatting maken van waterdiepte op een bepaald punt op een bepaald tijdstip tussen hoog- en laagwater. Dat kan van pas komen als je een plaat wilt oversteken en je wilt weten geduren welke perio er genoeg water boven plaat staat om overheen te kunnen varen. Wel moet je uitkomst nog corrigeren voor invloed van wind. Bij wind uit het Oosten zal waterstand lager uitvallen, bij winn uit het westen in principe hoger. Bij 5 Bft kan afwijking ca 0,5m zijn. Zoals hierboven al aangeduid worn in het hoofdstuk Tabel waterhoogte op ondiepten 1/7e en 1/12e regels nar uitgewerkt en gebruikt om een tabel op te stellen waarin je snel kunt opzoeken geduren welke perio tussen hoog- en laagwater en tussen doodtij en springtij een kaartdiepte te bevaren is. QuickTi Een nuttig programma waarmee je snel kunt nakijken of een bepaal plek bevaarbaar is, is het gratis te downloan programma QuickTi. QuickTi geeft van een groot aantal plekken op het Wad hoog- en laagwatergegevens en als je kieldiepte opgeeft (voor een kano zal dat ca 20 cm zijn) in één oogopslag geduren welke tijd je een bepaal plek kunt bevaren. Dat bespaart je het nodige gereken. Getijgegevens op zeekaart Op zeekaart staat in een klein tabelletje met voor een of meer plaatsen gemidl waterhoogten bij hoogwater en laagwater bij springtij en bij doodtij. Daaruit kun je het gemidl verval tussen twee kenteringen berekenen tijns springtij en doodtij. Als je geen hoog/laagwatergegevens bij hand hebt, kun je met een-zeven regel een schatting maken voor het verval op dagen tussen springtij en doodtij door het verschil in verval tijns doodtij en springtij door 1/7e te len en die voor elke dag na doodtij bij het verval bij doodtij op te tellen en voor elke dag na springtij van het verval bij springtij af te trekken. Een voorbeeld: Schiermonnikoog: Verval springtij = 2,8-0,3 = 2,5 m, verval doodtij = 2,5-0,7 = 1,8 m. Dus het verschil verval springtij - doodtij = 2,5-1,8 = 0,7, dus per dag 0,1 m meer/minr verval tussen doodtij naar springtij en springtij naar doodtij. Als je weet wanneer het hoog- of laagwatertijdstip valt, kun je met een-twaalf regel een ruwe schatting maken van het verval en waterdiepte op een bepaald punt en op een bepaald moment. In het hoofdstuk Tabel waterhoogte op ondiepten wordt getijtabel op kaarten toegepast om voor kaartdiepten in te schatten geduren welke perios er op die plekken genoeg water staat om er te kunnen kanoën. gebruik van boeicos Aan hand van objecten op kaart en die

Navigatie in een kano op het Wad pagina 4 van 5 je op het water en op het land kunt zien, kun je steeds bepalen waar je bent en welke route je vaart. Zo kun je op het Wad in veel gevallen je positie eenvoudig bepalen door co van een boei af te lezen en boei op kaart op te zoeken. Op kaart zie je midn op basis van een boei een klein rondje: dat is exacte positie van boei. Heb je een GPS mee dan kun je coördinaten van je GPS aflezen en terugzoeken op kaart waar je bent. Afstann meten op kaart Op linker en rechter rand van zeekaart staan breedtegran en op horizontale rand lengtegran afgebeeld. De afstand tussen breedtegran is op kaart constant, ongeacht plaats op aar. De afstand tussen lengtegran verloopt echter en is op evenaar maximaal en wordt kleiner naarmate je verr van evenaar af zit en is op polen 0. Eén minuut komt overeen met één zeemijl. Dat betekent dat afstand op kaart tussen twee minuutlijnen op verticale rand gelijk is aan 1 zeemijl = 1,852 km. Het is daarom handig om een touwtje mee te nemen zodat je afstand tussen twee punten met het touwtje kunt aflezen op schaalverling aan zijrand. Met het touwtje wordt afstand tussen bijv. twee geulen gemeten en wordt lengte van het stukje touw afgelezen op schaalverling aan zijrand ( afstand in het voorbeeld is ca 3 km). Peilingen Sommige gebien zijn minr van boeien voorzien, zeker in het buitenland en dan is het handig als je je positie weet te bepalen met een peiling aan hand van oriëntatiepunten die je zowel op kaart als op en om het water kunt vinn. Er zijn verschillen soorten peilingen, o.a. kruispeiling, peiling met verzeiling, dubbelstreekpeiling en achtergrondpeiling. Voor kanoërs is kruispeiling en achtergrondpeiling het meest bruikbaar. Bij kruispeiling zoek je twee markante objecten op die zowel op kaart als in werkelijkheid te zien zijn, het liefst twee bakens (bijv. torens) op het land, die bij voorkeur ongeveer een hoek van 90 met elkaar maken, maar als er niets anrs voorhann is, twee boeien. Je richt punt van kano eerst naar het ene punt, leest kompasstand af en draait vervolgens kanopunt naar het anre punt en leest weer je kompas af. Vervolgens ga je met een kaartplotter (zie onr) over kaart schuiven tot je met kaartplotter zelf kompasrichtingen hebt gevonn als je zonet gemeten hebt. Het midlpunt van kaartplotter geeft dan je positie op kaart. Hieronr een voorbeeld.

pagina 5 van 5 te leggen aan hand van een voorbeeld: positiebepaling van kano op kaart m.b.v. kaartplotter op Eems (zie fig). Stel je ligt ergens voor Ditzum op Eems met zicht op ingang van haven van Petkum Eerst wordt kanopunt richting haveningang van Petkum gezet, kompas= 0, dan wordt kanopunt op groene boei 83A gericht, kompas= 60. Schuif met plotter (horizontale lijnen evenwijdig aan lengtelijnen v.d. kaart) of handkompas (Noord kompas naar Noord kaart) over kaart tot 0 -lijn over haveningang en 60 lijn over boei 83A loopt. De kano bevindt zich op het midnpunt van plotter. Het schuiven met kaartplotter vinn veel mensen moeilijk, daarom in vier instructiepunten: 1. Leg het grid van plotter en kaart evenwijdig 2. Verplaats plotter altijd evenwijdig aan dit grid 3. Schuif plotter tot punt 1 op peilinglijn van punt 1 ligt (in voorbeeld 0 lijn) 4. Schuif plotter dan evenwijdig aan het grid zodat punt 1op peilinglijn 1 blijft totdat punt 2 op peilinglijn 2 ligt (in voorbeeld 60 lijn). Achtergrondpeiling Bij achtergrondpeiling maak je gebruik van twee markante punten die achter elkaar liggen. Het gaat dan niet zozeer om je exacte positie, maar meer om een bepaal vaarroute aan te houn. Je zoekt twee punten uit die op je te varen koers achter elkaar liggen, bijv. een boei of anr baken in het water en een bosje, boom, toren of windmolen op het land. Zo lang je er voor zorgt dat bei punten in elkaars verleng liggen, weet je dat je juiste koers aanhoudt. Je gebruikt ze metho met name om te corrigeren voor het weggezet worn naar opzij door wind of stroming. In Nerland en in het buitenland wordt wel gebruik gemaakt van achter elkaar geplaatste boeien en lichten om je veilig een haven binnen te loodsen. In Scandinavië wordt het gebruikt om vaargeul aan te geven. Als je in het donker moet varen, kun je ze metho gebruiken door een route te kiezen waarbij twee opeenvolgen boeien van een vaargeul steeds op een lijn liggen. De boeien kun je in het donker herkennen aan hun knipperfrequentie, zoals die op zeekaart staat vermeld. Verkeersposten - Den Helr, vuurtorens Terschelling, Schiermonnikoog en Ems Traffic De scheepvaart op het Wad wordt in gaten gehoun door zeeverkeersposten, vaak ook kust-wacht genoemd. Voor het oostelijke Wad is vuurtoren van Schiermonnikoog nu nog het centrale aanspreekpunt voor zo lang het nog duurt. Mogelijk zal verkeerspost op Schiermonnikoog tot ongenoegen van vele zeekanoërs op termijn gesloten worn en neemt verkeerspost op Terschelling taken over. Nu nog houn vuurtorenwachters het gebied rondom Schier met sterke kijkers en radar in gaten. Als verkeerspost is opgeheven zal het oostelijk gebied alleen nog met apparatuur in gaten gehoun worn. Dit zal ten koste gaan van veiligheid van in ier geval kanoërs, die zo vlak op het water liggen dat kans groot is dat ze niet door apparatuur zullen worn opgemerkt. Als het zo ver is, is noodzaak nog groter dat zeekanoër met goe communicatieapparatuur en gps uitgerust moeten zijn om zelf in geval van nood hulp te kunnen inroepen en in staat moet zijn zijn positie door te geven. De kustwacht dringt er op aan dat je voor je aan een tocht begint je telefonisch aanmeldt bij kustwacht, vertelt wat je planning is en dat je bij terugkeer je weer afmeldt; voor het westelijk Wad meld je aan bij Terschelling en voor het oostelijk Wad (inclusief Dollard en Eems) bij Schiermonnikoog. Voor overtocht van Den Helr naar Texel meld je aan bij Traffic Centre Den Helr. De zeeverkeersposten hebben liever niet dat je daarvoor marifoon gebruikt. Voor het Duitse Eemgebied kun je je ook per marifoon aanmeln bij Ems Traffic op kanaal 18 (noord-westelijke el), 20 (Eemshaven - Delfzijl) of 21 (Delfzijl - Emn). Een kanoër mag een marifoon gebruiken, mits één van kanoërs in het bezit is van een marifoondiploma. De marifoon moet je alleen gebruiken in geval van nood, maar het is wel handig dat die tijns tocht aanstaan zodat je op hoogte blijft van wat er op het Wad gebeurt (zoals een waarschuwing voor narend onweer). Op zeekaarten staat per gebied het marifoonkanaal aangegeven. De kustwacht kan je ook actuele informatie geven over het weer en toestand van het water, zoals golfhoogtes. Is ze pagina via het menu links op het scherm opgeroepen, klik dan ze pagina weg om terug te keren naar homepagina, ben je via een directe link op ze pagina gekomen, waardoor er links geen menu staat, klik dan hier op home voor menu+homepagina