KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND AMATEURVOETBAL. Juniorentrainer Leerplan



Vergelijkbare documenten
SCHOLING -VV REUVER -ZATERDAG 7 JANUARI 2017

Het doet ons bijzonder genoegen dat u de opleiding KT 2 (KorfbalTrainer 2) gaat volgen.

CURSUS CONDITIETRAINER COVS OOST (1303) LESAVOND 7 28 MEI TOFSPORT & JEROEN SANDERS GASTSPREKER

Toetsplan Prestatie Looptrainer 4

Handleiding Praktijkbegeleider Korfbaltrainer 2

HT2 Elftal (Hockeytrainer niveau 2)

FC BLAUW-WIT AMSTERDAM

3.1 Portfoliobeoordeling De portfoliobeoordeling heeft betrekking op het door u opgestelde en deels uitgevoerde en geëvalueerde jaarplan.

Trainer-Coach Zaalvoetbal II

Proeven van bekwaamheid UEFA C YOUTH. PVB 1 : Coachen van wedstrijden

TRAINER COACH ZAALVOETBAL II

Keepercoach Pro Jeugd

Proeven van bekwaamheid UEFA C YOUTH PVB 2: Geven van trainingen

CURSUS CONDITIETRAINER COVS OOST (1303) LESAVOND 6 21 MEI TOFSPORT & JEROEN SANDERS GASTSPREKER

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

Toetsplan van de kwalificatie golfinstructeur level 2

Beter leren voetballen D-E-F pupillen Estria // april 2011

Leereenheid Het beïnvloeden van voetballen

UEFA A Youth /Trainer-Coach I Jeugd

Informatie over de KNDB-opleidingen Damtrainer 2 Damtrainer 3

PVB 2.1: Geven van trainingen; (praktijkbeoordeling) Deelkwalificatie van Squash Trainer 2

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

INFORMATIE CURSUSSEN 2018/ 19

Inleiding begeleiding van team en (individuele) spelers De stelling is dat het maken van afspraken een voorwaarde is om te presteren.

UEFA A / Trainer-Coach I Senioren

KNWU Juryopleidingen. Joey Ermens

TRAINER-COACH ZAALVOETBAL II

Bijlage 1: Opleidingsplan. a. Visie op de manier van voetballen (speelstijl) b. Visie op (steeds beter) leren voetballen

Trainer (Muay Thai) Kickboxing 3. Federatie Oosterse Gevechtskunsten. Proeven Van Bekwaamheid (PVB) Versie 1, 2012

Toetsplan 1 van de kwalificatie Scheidsrechter regionaal inline-skaten

Toetsplan Basis Baanatletiektrainer 3

PvB 3.1 Geven van trainingen

3.2 Praktijkbeoordeling De praktijkbeoordeling bestaat uit een planningsinterview, praktijk geven van training en een reflectieinterview.

PvB 3.3 Organiseren van activiteiten

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 2 (Teambegeleider) PORTFOLIO OPDRACHT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 2.1

PVB 3.1 Geven van trainingen (portfoliobeoordeling) Deelkwalificatie van Basketballtrainer-coach 3

TECHNISCH JEUGDCOÖRDINATOR II

UEFA C YOUTH Studiegids seizoen 2017/ / 18

Aankondiging UEFA A Elite Youth/ Trainer-Coach I Jeugd Seizoen 2016/ 17

LEIDER SPORTIEVE RECREATIE. Inhoudsopgave

CURSUSINFORMATIE KorfbalTrainer2

Kwalificatiestructuur Sport Toetsdocumenten Scheidsrechterscoach

PVB 5.4 Geven van workshops

handbal-portfolio van

UEFA A Youth /Trainer-Coach I Jeugd

PVB 2.2: Begeleiden bij wedstrijden; PVB 2.3: Assisteren bij activiteiten. Kwalificatiestructuur KSS 2012

UEFA C / TRAINER COACH III JEUGD

UEFA C / Trainer-Coach III Senioren

UEFA A / Trainer-Coach I Senioren

BVT2 PVB 2.1 Geven van trainingen

Toetsdocumenten Trainer Wedstrijdzwemmen 2. PVB 2.1 Geven van trainingen

Academie voor Sportkader. Kwalificatieprofiel Wedstrijdadministratie (Official 2)

UEFA A Youth / Trainer-Coach I Jeugd

Wedstrijdtraject O8 en O9: Moment Organisatie Inhoud. Doelstelling/Accent (Wat wil je deze wedstrijd belangrijk maken?) voor de wedstrijd bepalen.

Wedstrijdanalyse formulier Trainer Coach veldvoetbal

TRAINER-COACH ZAALVOETBAL 3 AANKONDIGING TRAINER-COACH OPLEIDING

KNSB Toetsplan schaatsleider niveau 2

Koninklijke Nederlandse Voetbalbond KNVB Academie. Trainer - Coach II. Logboek voor "Het jaarplan" juli 2008 seizoen 2008/'09

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 2

TRAINER-COACH ZAALVOETBAL II

PVB 2.1 Geven van trainingen

Kwalificatieprofiel Beachbeachvolleybaltrainer 2

Academie seizoen 2013/ 14. Keepercoach Pro. Seizoen 2013/'14

Aankondiging UEFA A/Trainer-coach I Seizoen 2016/ 17

Aankondiging Goalkeepercoach B Seizoen

Aankondiging UEFA A Youth Seizoen 2017/ 18

Overzicht 2. Toetsplan van de kwalificatie marshall 2 3. Algemene informatie voor de NABV Diploma en deelkwalificaties 3

Doelstelling leren voetballen jeugd:

PvB-beschrijving Opdracht. 2. Doelstellingen

Sportleider 2 Badminton Geven van (delen van) trainingen Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.1

Kwalificatieprofiel Squash Trainer 2

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.3 Deze PvB wordt afgenomen in combinatie met de PvB 4.1, 4.2, 4.4, 4.5 en 4,6

UEFA B / Trainer-Coach II

Aankondiging UEFA C YOUTH voor (ex-) contractspelers Seizoen

o Prestaties, problemen, wijzigingen van de groep o Voldoende materiaal of toestand van de materialen bij de trainingen

UEFA C / TRAINER COACH III JEUGD voor (ex-) contractspelers

Talentcoach Kwalificatieprofiel

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.2 Deze PvB wordt afgenomen in combinatie met de PvB 4.1 en 4.3 t/m 4.6

Proeve van Bekwaamheid

Studiegids Opleiding Allround Wandelsport Instructeur, niveau 2 (AWI-2)

UEFA A / Trainer-Coach I Senioren

Kwalificatieprofiel CMV trainer 2

Aankondiging UEFA C Seizoen

(en onderhouden externe contacten)

Opleiden van spelers en trainers bij Wijhe 92 succesvol

KNVB en Continental Warm Up programma. SDVBarneveld, 14 maart 2016

BESCHRIJVINGEN PROEVEN VAN BEKWAAMHEID

PvB Beoordelaar Afnemen van praktijktoetsen

Toetsplan kwalificatie leercoach

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.6 Deze PvB wordt afgenomen in combinatie met de PvB 4.1 t/m 4.5

Sportleider 2 Badminton Begeleiden bij wedstrijden Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.2

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Pilot opleiding TC III Jeugd voor (ex-)contractspelers in samenwerking met de VVCS

UEFA C / Trainer-Coach III Senioren

Toetsplan van de kwalificatie volleybaltrainer 2

PVB 2.1 Geven van lessen (praktijkbeoordeling) Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie 2

SMART trainen. Naar een hoger niveau van de mini-volleybal training. Bert Brinkman, 2001 Terug naar de Volleybal pagina

UEFA B / TRAINER-COACH II

Tijdens wedstrijden geldt min of meer hetzelfde als tijdens trainingen. Ook hier moet de trainer zich beperken in het maken van coachopmerkingen.

Kwalificatie profiel Wielertrainer 2. Annelies Martijn Wieleracademie

Transcriptie:

KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND AMATEURVOETBAL Juniorentrainer

Inhoud Voorwoord... 3 1. Organisatie van de opleiding tot Juniorentrainer... 4-1.1 Plaats en spreiding van de opleiding 4-1.2 Benodigdheden 4-1.3Docenten en praktijkbegeleiders 5 2. Planning opleiding tot Juniorentrainer... 6-2.1 Planning cursusgedeelte 6-2.2 Schema cursusgedeelte 7-2.3 Uitwerking bijeenkomsten 12-2.4 Begeleiding ervaringsgedeelte 69 3. Toetsplan van de kwalificatie Juniorentrainer... 70-3.1 Deelkwalificaties 70-3.2 Competenties 70-3.3 Eisen aan de kandidaten 70-3.4 Proeven van bekwaamheid (PVB) 71-3.5 Instructies voor kandidaten 71-3.6 Instructies voor PVB beoordelaars 71-3.7 Toetsreglement Sport 72-3.8 Toetsingscommissie en Commissie van Beroep voor Toetsing 72-3.9 Proeven van bekwaamheid (PVB) Juniorentrainer 73 - PVB 1: Coachen tijdens wedstrijden 73 - PVB 2: Geven van trainingen 77 - PVB 3: Organiseren van een bijeenkomst 84 Bijlagen... 89-4.1 KNVB visie op voetballen en (beter) leren voetballen 90-4.2 KNVB visie op leren, opleiden en kwalificeren 95-4.3 KNVB visie op (jeugd)voetbal 96-4.4 De praktijkbegeleider 101-4.5 Didactische werkvormen 103-4.6 overzicht lesgevers en oefengroepen 107-4.7 Checklist: Eisen waaraan elke voetbaltraining moet voldoen 108-4.8 Doceren van voetballen 110-4.9 Opvoedingsstrategieën 115 2

Voorwoord Dit leerplan is bedoeld als handreiking voor docenten, praktijkbegeleiders en organisatoren bij het in praktijk brengen van de opleiding Juniorentrainer. Het doel is dat de cursisten aan het einde van de opleiding de competenties beheersen, want op basis hiervan wordt de kwalificatie afgegeven. In dit leerplan staat een leerroute beschreven die leidt naar dit doel. De leerroute is gebaseerd op de visie van de KNVB op leren, opleiden en kwalificeren. De leerroute is bedoeld als hulpmiddel bij het inrichten van een leersituatie die recht doet aan zowel de kwaliteiten en wensen van de individuele cursist als die van de vereniging waar de opleiding plaatsvindt. De boeken voor deze opleiding zijn: Werkboek/studiegids Juniorentrainer Leerstof Juniorentrainer Voor meer informatie over de opleiding in het algemeen, het profiel, de opdrachten en de toetsing verwijzen wij naar de studiegids Juniorentrainer. De toetsing wordt beschreven in het toetsplan en de PVB beschrijvingen in hoofdstuk 3. Mocht u naar aanleiding van het gebruik van dit leerplan vragen of suggesties hebben dan vernemen we die graag! KNVB Academie 3

1. Organisatie van de opleiding tot Juniorentrainer 1.1 Plaats en spreiding van de opleiding Het cursusgedeelte van de opleiding vindt bij voorkeur plaats in de vereniging waar de (meeste) cursisten deel van uitmaken. Voor het cursusgedeelte dient de accommodatie te voldoen aan criteria die voortvloeien uit de visie op leren en opleiden. Indien de accommodatie niet voldoet, dan meldt de docent dit bij de organiserende instantie. Leidt dit niet tot verbetering dan overlegt de docent met de KNVB Academie over de te nemen maatregelen. Het ervaringsgedeelte vindt bij voorkeur in de eigen vereniging van de cursist plaats. Voor het ervaringsgedeelte is er een situatie nodig waarin de cursist kan leren van goede voorbeelden en door zelf te oefenen (zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor de junioren die worden getraind en gecoacht). Voor het inrichten van een dergelijke situatie is de cursist (in samenspraak met de praktijkbegeleider) zelf verantwoordelijk. De planning dient zodanig te zijn dat cursisten voldoende tijd hebben voor het ervaringsgedeelte. De aanbeveling is om na twee bijeenkomsten één week zonder bijeenkomst te laten plaatsvinden. 1.2 Benodigdheden Cursussituatie: Proefgroepen (van bijvoorkeur veertien tot zestien C-, B- en A-junioren) Voetbalveld met (kunst)gras en verlichting (heel speelveld) Pilonnen, hoedjes, hesjes, ballen, doelen Geschikte ruimte voor het opgegeven aantal cursisten (voldoende ruimte, licht, tafels en stoelen voor U opstelling en groepswerk, rustige omgeving). Voor docent: opleiding Juniorentrainer Studiegids/ werkboek Juniorentrainer Flap-over en stiften (eventueel) laptop, beamer, scherm. Voor cursisten: Studiegids/werkboek Juniorentrainer Leerstof Juniorentrainer Schrijfmaterialen Trainingskleding en voetbalschoenen. Voor praktijkbegeleiders: Handleiding praktijkbegeleider Juniorentrainer. 4

1.3 Docenten en praktijkbegeleiders Het cursusgedeelte van de opleiding wordt door een gekwalificeerde KNVB docent gegeven. Een gekwalificeerde KNVB docent is door de KNVB Academie opgeleid en gediplomeerd. Twee belangrijke eisen zijn: handelen op basis van de KNVB visie op leren en opleiden en veel ervaring hebben als leidinggevende in het jeugdvoetbal. Het ervaringsgedeelte wordt begeleid door praktijkbegeleiders. Praktijkbegeleiders zijn daartoe gekwalificeerde jeugdtrainers (TC III Jeugd, Technisch Jeugdcoördinator) uit de vereniging waar de cursist toe behoort. Indien die niet aanwezig zijn, zal de vereniging afspraken over de begeleiding van de cursisten moeten maken met (trainers van) andere verenigingen of met de docent van het cursusgedeelte. Eventueel kunnen personen met ervaring in het jeugdvoetbal en met een didactische achtergrond, na overleg met de docent van de cursus, ingezet worden als praktijkbegeleider. De opzet van de opleiding valt of staat met de aanwezigheid en kwaliteit van de praktijkbegeleiders. De eisen waar een praktijkbegeleider aan dient te voldoen zijn: Is bekend met opleidingsprogramma van de opleiding tot Juniorentrainer Is regelmatig aanwezig op de velden en staat open voor hulpvragen Is in staat een krachtige leersituatie voor de cursist te creëren Is vaardig in het ontvangen en geven van feedback Is geïnteresseerd in het leerproces van de cursist Is in staat de cursist te begeleiden bij het uitvoeren van opdrachten Staat model voor correcte omgang met kader en (jeugdige) voetballers. De praktijkbegeleider wordt voor de eerste bijeenkomst uitgenodigd. De rol van de praktijkbegeleider kan dan worden toegelicht en er wordt een afspraak gemaakt over het contact tussen docent en praktijkbegeleider. Hierbij kan een keuze worden gemaakt uit de volgende mogelijkheden (of een combinatie hiervan): Contact met alle praktijkbegeleiders (bijvoorbeeld halverwege de cursus). Het uitnodigen van de praktijkbegeleider bij een lesbeurt van de cursist die hij begeleidt. Alleen contact met de praktijkbegeleider van de cursist waarvan de prestaties tegenvallen en zorgwekkend zijn. Schriftelijke feedback (opgenomen in het werkboek bij de diverse opdrachten). Of een combinatie van bovenstaande mogelijkheden. Het is afhankelijk van de docent en de cursussituatie welke mogelijkheid het beste past. 5

2. Planning opleiding tot Juniorentrainer In dit tweede hoofdstuk staat de planning van de opleiding centraal. De hele opleiding wordt verspreid gegeven over 14 weken. Deze bijeenkomsten zijn gericht op (toetsing van) de voortgang van het leerproces. De bijeenkomsten worden verzorgd door een KNVB docent. De planning vormt hierbij een hulpmiddel. Het uiteindelijke doel van de opleiding is dat de cursisten zich de competenties en de daarbij behorende beheersingscriteria eigen maken. Niet alle beheersingscriteria laten zich in één bijeenkomst afdoende behandelen. Dit betekent dus dat beheersingscriteria terug komen tijdens meerdere bijeenkomsten. Het is aan te bevelen om regelmatig terug te grijpen op reeds behandelde stof. De werkvormen die vermeld staan in de planning zijn bedoeld als suggestie. Voor informatie over de werkvormen wordt verwezen naar de betreffende bijlage. Als gevolg van de visie op leren en opleiden staat de praktijk centraal tijdens de cursusbijeenkomsten. Tijdens het ervaringsgedeelte kan de cursist het geleerde uitproberen door het uitvoeren van opdrachten en zich al doende verder ontwikkelen. Dit gedeelte wordt begeleid door de praktijkbegeleider. Voor een goede afstemming tussen het cursus- en ervaringsgedeelte is het aan te raden dat de praktijkbegeleider een deel van het cursusgedeelte bijwoont. En omgekeerd dat de docent belangstelling toont voor het ervaringsgedeelte. Wanneer de cursist door middel van het werkboek (met de resultaten van de opdrachten) en participatie op de cursus heeft aangetoond over de benodigde bekwaamheden te beschikken ontvangt hij het diploma. 2.1 Planning cursusgedeelte In deze paragraaf staat een uitwerking van de tien bijeenkomsten. De docent neemt vooraf contact op met de contactpersoon van de club waar de cursus wordt georganiseerd en checkt de aanwezigheid van: Benodigde materialen (pilonnen, ballen, hoedjes, hesjes, doelen, etc.). Afgescheiden theorieruimte (met flap-over en desgewenst scherm, beamer en laptop). Trainingsveld met (kunst)gras en verlichting (heel speelveld). Met de cursisten wordt er gesproken over: Kledingsadvies aan cursisten (voetbalschoenen, trainingspak). Praktijkgroepen (op gewenst tijdstip) bestaande uit veertien tot zestien junioren (met één of twee keepers). Dit wordt geregeld door de cursisten in overleg met de docent. In het leerplan wordt ervan uitgegaan dat er steeds wisselende praktijkgroepen zijn. 6

2.2 Schema cursusgedeelte Nr. Bijeenkomst 1: Centraal Doelen bijeenkomst Wat is voetballen? Observeren van voetballen om gericht te leren kijken Structuur van voetballen als middel om voetballen te kunnen observeren Observeren als middel om te komen tot een trainingsdoel of wedstrijddoel Evalueren en reflecteren Inhoud praktijk buiten Wedstrijd 11 tegen 11 met de cursisten of 2 C- junioren teams om duidelijk te maken wat voetballen is Observeren van voetballen om gericht te leren kijken naar het spel Structuur van voetballen als middel om voetballen te kunnen observeren Evalueren en reflecteren Opdracht werkboek & Criteria protocol Opdracht: 0.2 1.1 Criteria: PVB 1: 4 PVB 2: - PVB 3: - Inhoud praktijk binnen Kennismaking en toelichting cursus Betekenis van opdracht 0.2 (zelfscan) Herhaling van: Wat is voetballen en de structuur van voetballen om voetballen te kunnen observeren Wat is evalueren en reflecteren en wat moet dat opleveren? Opdracht werkboek & Criteria protocol Opdracht: 0.1 + 0.2 1.1 Criteria: PVB 1:4/9/10 PVB 2: 17/18 PVB 3: - Bijeenkomst 2: Centraal Observeren van voetballen om gericht te leren kijken Structuur van voetballen als middel om voetballen te kunnen observeren Bepalen van de beginsituatie van C-junioren Analyseren van voetballen o.b.v. observeren (wat gaat goed/wat gaat minder goed bij de spelers) O.b.v. observeren en analyseren komen tot een doelstelling voor C-junioren (wat wil je gaan trainen?) Wedstrijd C-junioren om te komen tot observeren, analyseren en een doelstelling passend bij C-junioren Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van C-junioren eruit? Wat gaan C-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Evalueren en reflecteren Opdracht: 0.2 1.1 + 1.2 2.1 Criteria: PVB 1: 4 PVB 2: - PVB 3: - Observeren van voetballen om gericht te leren kijken Structuur van voetballen als middel om voetballen te kunnen observeren Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van C-junioren eruit? Wat gaan C-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Analyseren (wat ging goed/minder goed) Kiezen van een doelstelling o.b.v. observeren/analyseren en passend bij C-tjes Evalueren en reflecteren (wat deed je goed/minder goed, wat ga je anders doen, hoe ga je dat doen?) Opdracht: 0.2 1.1 + 1.2 2.1 Criteria: PVB 1: 4/9 PVB 2: 17 PVB 3: - 7

Nr. Bijeenkomst 3: Centraal Bijeenkomst 4: Centraal Doelen bijeenkomst Structuur van voetballen Observeren van voetballen Bepalen van de beginsituatie van C-junioren Analyseren van voetballen (wat gaat goed/wat gaat minder goed bij de spelers) Kiezen van een trainingsdoelstelling passend bij C-junioren (wat wil je gaan trainen?) Kiezen van voetbalvorm(en) voor C-junioren Voetbalvorm(en) op gang brengen (organiseren en controleren) Maken van afspraken met spelers Bepalen van de beginsituatie van B-junioren Organiseren rondom de wedstrijd Begeleiden van B-junioren voor, tijdens en na de wedstrijd Coachen van B-junioren tijdens de wedstrijd o.b.v. wedstrijddoel en wat de coach ziet Organiseren van een bijeenkomst met spelers, staf en ouders (maken van (gezamenlijke afspraken) Inhoud praktijk buiten Vereenvoudigde wedstrijd C-junioren (7 tegen 7) om te komen tot observeren, analyseren, doelstelling passend bij C-junioren en vereenvoudigde voetbalvormen Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van C-junioren eruit? Wat gaan C-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Docent kiest een trainingsdoelstelling (wat gaat goed/ wat kan nog beter) o.b.v. de observatie en analyse van 7 tegen 7 Docent brengt (samen met 2 cursisten) twee voetbalvormen op gang: stappen om langs te lopen: Organiseren van materialen, spelers, ruimte, regels/ regelingen Controleren van materialen, spelers etc. (wordt het spel gespeeld?) Evalueren en reflecteren Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van B-junioren eruit? Wat gaan B-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Cursist/ docent vangt spelers op voorafgaande de wedstrijd Cursist/ docent houdt kort een wedstrijdbespreking met de spelers Cursist/ docent begeleidt de spelers tijdens de w- up (welke betekenis heeft de w-up?) Cursist/ docent begeleidt de spelers tijdens de wedstrijd Coachen (positief!) van de spelers op basis van wat de cursist/ docent vooraf heeft besproken met de spelers en ziet tijdens de wedstrijd Nadruk ligt op HOE coachen! Evalueren en reflecteren Opdracht werkboek & Criteria protocol Opdracht: 0.2 1.1 + 1.2 2.1 + 2.2 Criteria: PVB 1: 4 PVB 2: 1 t/m 5 PVB 3: - Opdracht: 0.2 1.1 + 1.2 Criteria: PVB 1: 1 t/m 8 PVB 2:10/11 PVB 3: - Inhoud praktijk binnen Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van C-junioren eruit? Wat gaan C-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Kiezen van een trainingsdoelstelling (vanuit observeren/ analyseren) Kiezen van voetbalvorm(en) voor C-tjes Voetbalvorm(en) op gang brengen Organiseren van materialen, spelers, regels/ regelingen, ruimte Controleren van materialen, spelers etc. (wordt het spel gespeeld?) De 4 eisen aan de training Evalueren en reflecteren (wat deed je goed/minder goed, wat ga je anders doen, hoe ga je dat doen?) Maken van afspraken met spelers Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van B-junioren eruit? Wat gaan B-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Stappen van organiseren rondom een wedstrijd: wat moet een coach regelen vooraf, tijdens en achteraf? Houden van een wedstrijdbespreking: wat bespreek je met spelers en hoe bespreek je dat? (vragen stellen, instrueren, luisteren, visualiseren) Coachen van spelers tijdens de wedstrijd (wat ga je coachen en hoe doe je dat?) Positief coachen Evalueren en reflecteren Organiseren van een bijeenkomst met spelers, staf en ouders (maken van (gezamenlijke afspraken) Opdracht werkboek & Criteria protocol Opdracht: 0.2 1.1 + 1.2 2.1 + 2.2 3.1 Criteria: PVB 1: 4/5/9 PVB 2: 1 t/m 5 + 17 PVB 3: 3 t/m 6 Opdracht: 0.2 1.1 + 1.2 3.1 Criteria: PVB 1: 1 t/m 9 PVB 2: 10/11/17 PVB 3: 1 t/m 6 8

Nr. Bijeenkomst 5: Centraal Bijeenkomst 6 (2x): Groep (helft cursisten) Doelen bijeenkomst Bepalen van de beginsituatie van B-junioren Kiezen van een trainingsdoelstelling voor B- junioren Kiezen van voetbalvorm(en) voor B-junioren Voetbalvorm(en) op gang brengen (organiseren en controleren) Bepalen van de beginsituatie van A-junioren Kiezen van een trainingsdoelstelling voor A- junioren Kiezen van voetbalvorm(en) voor A-junioren Voetbalvorm(en) op gang brengen (organiseren, controleren en aanpassen) Maken van afspraken met spelers en ouders Inhoud praktijk buiten Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van B-junioren eruit? Wat gaan B-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Docent/ cursist kiest een trainingsdoelstelling passend bij B-junioren Docent brengt (samen met een cursist) de training op gang: stappen om langs te lopen: Organiseren van materialen, spelers, ruimte, regels/ regelingen Controleren van materialen, spelers etc. (wordt het spel gespeeld?) Evalueren en reflecteren Docent zet meerdere cursisten in bij de voetbalvormen Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van A-junioren eruit? Wat gaan A-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Cursist(en) kiest een trainingsdoelstelling passend bij A-junioren Cursist(en) brengt de training op gang (trainingsmodel): stappen om langs te lopen: Organiseren van materialen, spelers, ruimte, regels/ regelingen Controleren (wordt het spel gespeeld?) Aanpassen (veranderen van de organisatie/ makkelijker/ moeilijker maken) Evalueren en reflecteren Docent zet meerdere cursisten in bij de voetbalvormen Opdracht werkboek & Criteria protocol Opdracht: 0.2 2.2 + 2.3 Criteria: PVB 1: 6 PVB 2: 6/7/11 PVB 3: - Opdracht: 0.2 + 0.3 2.3 + 2.4 Criteria: PVB 1: 6 PVB 2: 12/13/14 PVB 3: - Inhoud praktijk binnen Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van B-junioren eruit? Wat gaan B-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Kiezen van een trainingsdoelstelling Kiezen van voetbalvorm(en) voor B-junioren? Op gang brengen van voetbalvorm(en) Organiseren van materialen, spelers, regels/ regelingen, ruimte Controleren van materialen, spelers etc. (wordt het spel gespeeld?) Evalueren en reflecteren (wat deed je goed/minder goed, wat ga je anders doen, hoe ga je dat doen?) 4 eisen aan de training Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van A-junioren eruit? Wat gaan A-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Kiezen van een trainingsdoelstelling Kiezen van voetbalvorm(en) voor A-junioren Op gang brengen van voetbalvorm(en) Organiseren van materialen, spelers, regels/ regelingen, ruimte Controleren (wordt het spel gespeeld?) Aanpassen (veranderen van de organisatie, makkelijker/ moeilijker maken) Evalueren en reflecteren + persoonlijke ontwikkeling tot nu toe 4 eisen aan de training Maken van afspraken met spelers en ouders Opdracht werkboek & Criteria protocol Opdracht: 0.2 2.2 + 2.3 Criteria: PVB 1: 6/9 PVB 2: 6/7/11/17 PVB 3: - Opdracht: 0.2 + 0.3 2.3 + 2.4 3.1 Criteria: PVB 1: 6/9 PVB 2: 12/13/14/17 PVB 3: 3 t/m 6 9

Nr. Bijeenkomst 7 (2x): Groep (helft cursisten) Bijeenkomst 8: Centraal Doelen bijeenkomst Bepalen van de beginsituatie van C-junioren Kiezen van een trainingsdoelstelling voor C- junioren Kiezen van voetbalvorm(en) voor C-junioren Voetbalvorm op gang brengen (organiseren, controleren, aanpassen) Voetbalvorm op gang houden (coachen van spelers) Omgaan met opvallend gedrag (opvoedingsstrategieën) Bepalen van de beginsituatie van A-junioren Organiseren rondom de wedstrijd Begeleiden van A-junioren voor, tijdens en na de wedstrijd Coachen van A-junioren tijdens de wedstrijd op basis van wedstrijddoel en wat de coach ziet Omgaan met opvallend gedrag (opvoedingsstrategieën) Inhoud praktijk buiten Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van C-junioren eruit? Wat gaan C-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Cursist kiest een trainingsdoelstelling passend bij C-junioren Cursist brengt de training op gang stappen om langs te lopen: Organiseren van materialen, etc. Controleren (wordt het spel gespeeld?) Aanpassen (veranderen van de organisatie, makkelijker/ moeilijker maken) Cursist houdt de training op gang stappen om langs te lopen: Beïnvloeden van spelers/ spelershandelingen middels coachen o.b.v. doelstelling en observeren (wordt het spel geleerd?) Evalueren en reflecteren Docent zet meerdere cursisten in bij de voetbalvormen Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van A-junioren eruit? Wat gaan A-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Cursist/ docent vangt spelers op voorafgaande de wedstrijd Cursist/ docent houdt kort een wedstrijdbespreking met de spelers Cursist/ docent begeleidt de spelers tijdens de w- up (welke betekenis heeft de w-up) Cursist/ docent begeleidt de spelers tijdens de wedstrijd Coachen (positief!) van de spelers op basis van wat de cursist/ docent vooraf heeft besproken met de spelers en ziet tijdens de wedstrijd Nadruk ligt op WAT en HOE coachen! Evalueren en reflecteren Opdracht werkboek & Criteria protocol Opdracht: 0.2 + 0.3 2.4 Criteria: PVB 1: 4/6 PVB 2: 8/9/10/11/16 PVB 3: - Opdracht: 0.2 1.1 + 1.2 Criteria: PVB 1: 1 t/m 8 PVB 2:10/11 PVB 3: - Inhoud praktijk binnen Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van C-junioren eruit? Wat gaan C-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Kiezen van een trainingsdoelstelling Kiezen van voetbalvorm(en) voor C-junioren Op gang brengen van voetbalvorm(en) Organiseren van materialen, spelers, regels/ regelingen, ruimte Controleren (wordt het spel gespeeld?) Aanpassen (veranderen van de organisatie/ makkelijker/ moeilijker maken) Op gang houden van voetbalvorm(en) Coachen van spelers/ spelershandelingen (wordt het spel geleerd?) Evalueren en reflecteren + pers. ontwikkeling 4 eisen aan de training en positief coachen Omgaan met opvallend gedrag (opvoedingsstrategieën) Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van A-junioren eruit? Wat gaan A-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Stappen van organiseren rondom een wedstrijd: wat moet een coach regelen vooraf, tijdens en achteraf? Houden van een wedstrijdbespreking: wat bespreek je met spelers en hoe bespreek je dat? (vragen stellen, instrueren, luisteren, visualiseren) Coachen van spelers tijdens de wedstrijd (wat ga je coachen en hoe doe je dat?) Positief coachen Evalueren en reflecteren Omgaan met opvallend gedrag (opvoedingsstrategieën) Opdracht werkboek & Criteria protocol Opdracht: 0.2 + 0.3 2.4 3.1 Criteria: PVB 1: 4/6/9 PVB 2: 8 t/m 11 + 16/17 PVB 3: 3 t/m 6 Opdracht: 0.2 1.1 + 1.2 3.1 Criteria: PVB 1: 1 t/m 9 PVB 2: 10/11/17 PVB 3: 1 t/m 6 10

Nr. Bijeenkomst 9: centraal Bijeenkomst 10: centraal Doelen bijeenkomst Bepalen van de beginsituatie van A-junioren Kiezen van een trainingsdoelstelling voor A- junioren Kiezen van voetbalvorm(en) voor A-junioren Voetbalvorm(en) op gang brengen (organiseren, controleren en aanpassen) Voetbalvorm(en) op gang houden (coachen van spelers) Veiligheid en hygiëne Bepalen van de beginsituatie van B-junioren Kiezen van een trainingsdoelstelling voor B- junioren Kiezen van voetbalvorm(en) voor B-junioren Voetbalvorm(en) op gang brengen (organiseren, controleren en aanpassen) Voetbalvorm(en) op gang houden (coachen van spelers) Evaluatie opleiding Juniorentrainer Inhoud praktijk buiten Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van A-junioren eruit? Wat gaan A-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Cursist kiest een doelstelling passend bij A- junioren Cursist brengt de training op gang: stappen om langs te lopen Organiseren van materialen, etc. Controleren (wordt het spel gespeeld?) Aanpassen (veranderen van de organisatie/ makkelijker/ moeilijker maken) Cursist houdt de training op gang stappen om langs te lopen: coachen van spelers/ spelershandelingen (wordt het spel geleerd?) Evalueren en reflecteren Docent zet meerdere cursisten in Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van B-junioren eruit? Wat gaan B-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Cursist kiest een trainingsdoelstelling passend bij B-junioren Cursist brengt de training op gang: stappen om langs te lopen Organiseren van materialen, etc. Controleren (wordt het spel gespeeld?) Aanpassen (veranderen van de organisatie, makkelijker/ moeilijker maken) Cursist houdt de training op gang stappen om langs te lopen: coachen van spelers/ spelershandelingen (wordt het spel geleerd?) Evalueren en reflecteren Docent zet meerdere cursisten in Opdracht werkboek & Criteria protocol Opdracht: 0.3 2.4 Criteria: PVB 1: 4/6 PVB 2: 8/9/10/11/15/ 16 PVB 3: - Opdracht: 0.3 2.4 Criteria: PVB 1: 4/6 PVB 2: 8/9/10/11/15/ 16 PVB 3: - Inhoud praktijk binnen Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van A-junioren eruit? Wat gaan A-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Kiezen van een trainingsdoelstelling Kiezen van voetbalvorm(en) voor A-junioren Op gang brengen van voetbalvorm(en) Organiseren van materialen, spelers, regels/ regelingen, ruimte Controleren (wordt het spel gespeeld?) Aanpassen (veranderen van de organisatie, makkelijker/ moeilijker maken) Op gang houden van voetbalvorm(en) Coachen van spelers/ spelershandelingen (wordt het spel geleerd?) Evalueren en reflecteren 4 eisen aan de training en positief coachen Veiligheid en hygiëne (blessures en blessurepreventie) Bepalen van de beginsituatie: Hoe ziet voetballen van B-junioren eruit? Wat gaan B-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken rekening houden? Kiezen van een trainingsdoelstelling Kiezen van voetbalvorm(en) voor B-junioren Op gang brengen van voetbalvorm(en) Organiseren van materialen, spelers, regels/ regelingen, ruimte Controleren (wordt het spel gespeeld?) Aanpassen (veranderen van de organisatie, makkelijker/ moeilijker maken) Op gang houden van voetbalvorm(en) Coachen van spelers/ spelershandelingen (wordt het spel geleerd?) Evalueren en reflecteren (wat heb je deze opleiding geleerd?) 4 eisen aan de training en positief coachen Evaluatie van de opleiding Opdracht werkboek & Criteria protocol Opdracht: 0.3 2.4 3.1 Criteria: PVB 1: 4/6/9 PVB 2: 8 t/m 11 + 15/16/17 PVB 3: 3 t/m 6 Opdracht: 0.3 2.4 3.1 Criteria: PVB 1: 4/6/9 PVB 2: 8 t/m 11 + 15/16/17 PVB 3: 3 t/m 6 11

18.30 2.3 Uitwerking bijeenkomsten Bijeenkomst 1 (centraal) Doelen van de bijeenkomst: Verduidelijken van de opzet en inhoud van de opleiding juniorentrainer Wat is voetballen? Observeren van voetballen om gericht te leren kijken Structuur van voetballen als middel om voetballen te kunnen observeren Observeren als middel om te komen tot analyseren (wat gaat goed/ minder goed) en tot een trainingsdoel of wedstrijddoel Evalueren en reflecteren Input opdrachten: 0.1, 0.2, 1.1 Beoordelingscriteria: PVB 1: 4/9/10 PVB 2: 17/18 PVB 3: - Tijd Inhoud Werkvormen Hulp-/leermiddelen Opening bijeenkomst: Plenaire toelichting op bijeenkomst 1: Hulpmiddelen docent: Doel(en) van de Wat zijn de doelen? bijeenkomst duidelijk Welke opdrachten staan centraal? Werkboek/studiegids maken Welke beheersingscriteria komen aan de Naambordjes Voorstellen docent orde? Flip-over en stiften Kennismaking cursisten/ Kennismaking: Evt. praktijkbegeleiders Ieder introduceert zichzelf (evt. aan de beamer/laptop/scherm Administratie (presentielijst, hand van vragen) of Presentielijst overzicht oefengroepen en Ieder stelt gesprekspartner voor (na kort Bijlage 4.1 en 4.6 lesgevers) gesprek tweetallen) (leerplan) Cursusopzet (cursus- en NB: Veel cursisten zullen elkaar al ervaringsgedeelte) kennen. (niet te veel tijd nemen voor dit Leermiddelen cursist: Leermethode onderdeel!) Studiegids (ervaringsleren, Wat hoop je te leren tijdens deze Werkboek praktijkgericht: opdrachten) opleiding? Opdracht 0.1 Toelichting rol Plenaire toelichting cursusopzet: praktijkbegeleider Visie op leren en opleiden (4.1 leerplan) Uitleg over de studiegids Cursusdeel en ervaringsdeel Praktijkbegeleiders Uitleg over het werkboek Rol praktijkbegeleider worden nadrukkelijk Huishoudelijke afspraken Werkboek/ opdrachten uitgenodigd voor de Opdracht 0.1 Studiegids eerste bijeenkomst! Huishoudelijke afspraken 19.15 Zelfscan (opdracht 0.2): Uitleg/ gesprek over de betekenis van de zelfscan Opdracht 0.1 Onderwijsleergesprek d.m.v. vraag en antwoord: Betekenis van de zelfscan Wanneer invullen? Hoe invullen? Wat moet het opleveren? Hulpmiddelen docent: Flip-over en stiften Evt. beamer/laptop/scherm Zelfscan (werkboek) Leermiddelen cursist: Studiegids Werkboek: zelfscan (opdracht 0.2) 12

19.45 20.35 Praktijk: Wat is voetballen? Toelichting op het spel voetballen Structuur van voetballen als middel om voetballen te kunnen observeren Observeren als middel om te komen tot analyseren (wat gaat goed/ minder goed) en tot een training- of wedstrijddoel Douchen en pauze Didactisch practicum: 2 C-junioren teams spelen een wedstrijd 11 tegen 11 (eventueel met cursisten) Er wordt gespeeld in 5 blokken van ca. 7 minuten Docent maakt stap voor stap duidelijk: Blok 1: spelbedoeling (winnen)/ spelmiddelen/ spelregels/ acceptatie van de spelregels Blok 2: teamfuncties Blok 3: teamtaken Blok 4: veldbezetting en algemene uitgangspunten Blok 5: voetbalhandelingen (met bal, zonder bal, spelinzicht, communicatie) Blok 2 t/m 5 gaat over de structuur van voetballen Docent maakt duidelijk wat observeren is, langs welke weg je observeert en wat het moet opleveren? Hulpmiddelen docent: Evt. flip-over en stiften Hesjes, ballen, doelen, etc. Bijlage 4.1 (leerplan) Doceren van voetballen Leermiddelen cursist: Opdracht 1.1 20.45 21.15 Praten over de praktijk: Toelichting op het spel voetballen Structuur van voetballen als middel om voetballen te kunnen observeren Observeren als middel om te komen tot analyseren (wat gaat goed/ minder goed) en tot een training- of wedstrijddoel Vertaling naar opdracht 1.1 Evalueren en reflecteren: Verduidelijken van de betekenis van evalueren en reflecteren en wat het belang daarvan is Onderwijsleergesprek: Inleiding docent d.m.v. de DVD allemaal uitblinkers (fragment wat is voetballen) Op flip-over de structuur van voetballen opschrijven d.m.v. gesprek met de cursisten Docent maakt duidelijk wat observeren is, langs welke weg je observeert en wat het moet opleveren? Koppeling maken met opdracht 1.1 Onderwijsleergesprek: Wat is evalueren? Wat is reflecteren? Waarom is dat van belang?/ Wat moet het opleveren? Langs welke weg evalueer en reflecteer je? Hulpmiddelen docent: Flip-over en stiften Beamer/laptop/scherm Bijlage 4.1 (leerplan) Doceren van voetballen DVD allemaal uitblinkers Leermiddelen cursist: Studiegids Opdracht 1.1 Hulpmiddelen docent: Flip-over en stiften Evt. beamer/laptop/scherm Leermiddelen cursist: Werkboek: opdracht 0.2 13

21.35 21.45 Afspraken volgende bijeenkomst: Wat staat de volgende keer centraal? Welke opdrachten moeten in gang gezet worden? En welke moeten volgende keer ingeleverd worden? Afspraken over aanvangstijd, lesgevers en oefengroep(en) Sluiting bijeenkomst Plenaire toelichting door de docent: Welke doelen volgende bijeenkomst centraal staan (zie bijeenkomst 2) Welke opdrachten in gang worden gezet en welke ingeleverd moeten worden Met welke oefengroep gewerkt gaat worden en wie de lesgevers zijn Hulpmiddelen docent: Flip-over en stiften Evt. beamer/laptop/scherm Uitwerking bijeenkomst 2 (leerplan) Bijlage 4.5 (leerplan) Leermiddelen cursist: Studiegids: planning opdrachten Opdracht in gang zetten: geen Opdracht inleveren: 0.1 en 0.2 14

Toelichting bijeenkomst 1 18.30 uur: Opening en kennismaking Voorstellen docent Kennismakingsronde Toelichting op de cursus Maken van afspraken met de cursisten Mogelijke werkvormen voor de kennismaking (ook combinaties zijn mogelijk): 1. Docent geeft de groep een aantal vragen en verzoekt iedereen, mede aan de hand van die vragen, zich één voor één voor te stellen. 2. Interview met tweetallen. A interviewt B, B interviewt A. Na afloop stelt men elkaar aan de groep voor. 3. Docent geeft cursisten het begin van een zin mee bij de kennismakingronde die de cursisten verder moeten aanvullen, bijvoorbeeld: Deze cursus is voor mij geslaagd als Als juniorentrainer hoop ik Gezien het programma is het van belang dat het voorstellen kort en krachtig gebeurt. Administratie Presentielijst wordt ingevuld Hulpmiddel: presentielijst (door districtskantoor aangeleverd) Docent heeft formulier overzicht oefengroepen reeds ingevuld en reikt dit uit aan cursisten. Indien noodzakelijk kunnen wijzigingen worden aangebracht. Hulpmiddel: formulier Overzicht oefengroepen en lesgevers (zie bijlage 4.6). Leermethode Ervaringsleren Praktijkgericht Docent geeft aan dat praktijk en theorie steeds zijn gekoppeld waarbij het van groot belang is, in termen van efficiënt leren, dat de cursisten zelf in het praktijkgedeelte actief zijn door het uitvoeren van opdrachten (zie ook bijlage 4.2 leerplan). Werkboek 1. Docent licht functie van het werkboek toe en geeft het belang van opdrachten aan 2. Docent laat een voorbeeld van een werkboek zien (indien aanwezig) 3. Opdrachten kunnen, in overleg met de docent, ook digitaal worden aangeleverd Huishoudelijke afspraken Aanwezigheid Aanvang- en eindtijden (kunnen verschillen op basis van verschillende oefengroepen) Kleding Kosten consumpties Niet roken Huiswerkopdrachten Omgang met oefengroepen en materialen 15

19.15 uur: Zelfscan (opdracht 0.2) De docent geeft een toelichting op de zelfscan en legt het verband met de handelingen van een trainer en zijn werkgebieden (wedstrijd, training en begeleiding). Checkt ook bij de cursisten of de beschreven handelingen herkenbaar zijn. De cursist krijgt de gelegenheid om de zelfscan in te vullen waarbij de cursist tracht om zichzelf te scoren t.a.v. de beschreven handelingen. Als de cursist twijfelt dan is het mogelijk om te vragen wat een clubgenoot vindt van zijn trainerkwaliteiten (als deze cursist de ander als trainer in actie heeft gezien). Ook is het mogelijk om dit later bij de club te doen (bijv. bij de technisch jeugdcoördinator, een collega-trainer etc.). Om te zorgen dat een cursist door de opleiding heen in beeld krijgt hoe zijn ontwikkeling verloopt, is het aan te raden de zelfscan meerdere malen in te laten vullen. Iedere keer als iemand geoefend heeft in de cursus of in zijn eigen praktijk dan kan dit ingevuld worden op de zelfscan. 19.45 uur: Wat is voetballen? (praktijk) Wat is voetballen? Structuur van voetballen als middel om voetballen te kunnen observeren Observeren als middel om te komen tot analyseren (wat gaat goed/ minder goed en tot een training- of wedstrijddoel Er wordt een wedstrijd 11 tegen 11 gespeeld in 5 blokken van ca. 7 minuten met een oefengroep C-junioren. (mocht 11 tegen 11 niet lukken qua aantallen dan kan er ook in kleinere aantallen gespeeld worden, bijv. 8 tegen 8. Het is echter wel zaak dat de docent aangeeft dat 11 tegen 11 het uiteindelijk doel is en dat alles kleiner dan 11 tegen 11 een vereenvoudiging is van het spel). Blok 1 Tijdens het spelen van 11 tegen 11 wordt samen met de cursisten vragenderwijs duidelijk gemaakt welke elementen/moeilijkheidsfactoren noodzakelijk zijn om van voetballen te kunnen spreken. (zie ook bijlage 4.1) Blok 2 t/m 5 De docent maakt de cursisten vervolgens duidelijk dat het aanbrengen van structuur belangrijk is om te kunnen bepalen wat er moet worden getraind (het gaat om winnen en het beïnvloeden van kinderen tijdens training en wedstrijd gericht op de handelingen tijdens aanvallen, verdedigen en omschakelen). De docent loopt daarbij de structuur langs: spelbedoeling (blok 2), teamfuncties, teamtaken (blok 3), teamorganisatie, veldbezetting en algemene uitgangspunten (blok 4) en voetbalhandelingen (blok 5). Opmerking: Als docent moet je je beperken tot het behandelen van het aanvallen en verdedigen. Voor de volledigheid kun/moet je wel het omschakelen noemen. Het omschakelen wordt omschreven als: het zo snel mogelijk komen tot.(uitgangspunten bij aanvallen en verdedigen). 16

20.45 uur: Nabespreking..praten over praktijk De docent geeft een terugkoppeling (samen met de cursisten) over wat buiten aan de orde is geweest. Wat is voetballen? Structuur van voetballen (zie ook DVD allemaal uitblinkers) uitwerken op flap-over Vervolgens geeft de docent aan Wat observeren is: objectief (zonder waardeoordeel) waarnemen van het spel en de voetbalhandelingen van spelers Langs welke weg je observeert: de structuur van voetballen Wat observeren moet opleveren: analyse (wat gaat goed/ minder goed) en op basis daarvan een doelstelling voor de wedstrijd of training. 21.15 uur: Evalueren en reflecteren De docent bespreekt met de cursisten wat evalueren en reflecteren is. Het belang hiervan dient aangegeven te worden i.r.t. de ontwikkeling van de cursist (visie op leren). Wat is evalueren: Evalueren is het verzamelen en interpreteren van informatie om de waarde van een resultaat of proces te bepalen. Hierbij gaat om het waarderen van de resultaten van het handelen van de Trainer-coach (wat is gedaan en wat heeft dat opgeleverd?). Vragen die je jezelf kan stellen om te evalueren zijn: Heb je met de spelers aan de doelstelling kunnen werken? En waar blijkt dat uit? Wat zijn de spelers beter gaan uitvoeren (in relatie tot de doelstelling) gedurende de wedstrijd / de training? Wat moeten de spelers nog beter leren uitvoeren (in relatie tot de doelstelling)? Consequenties voor een volgende activiteit. Wat is reflecteren: Reflectie is een term uit de didactiek (leer/ kunst van het onderwijzen). Het is een manier om ervaringen te begrijpen, te analyseren en er betekenis aan te geven. Reflectie is het proces waarbij informatie (evalueren) wordt omgezet in betekenis voor het handelen van de Trainercoach. Vragen die je jezelf kan stellen bij het reflecteren zijn: Hoe heb ik de activiteit aangepakt? Wat ging er goed en wat ging er minder goed als ik kijk naar mijn rol als trainer-coach? Wat was het resultaat van mijn handelen? Waarom ging het goed/ minder goed? Wat wil ik de volgende keer beter/ anders doen? Hoe ga ik dat voor elkaar krijgen? Wie en/ of wat heb ik daar voor nodig? 21.35 uur: Volgende bijeenkomst De docent geeft kort aan wat er volgende bijeenkomst op het programma staat en welke doelen centraal staan. (zie uitwerking bijeenkomst 2) Opdracht 0.1 en 0.2 moet volgende bijeenkomst worden ingeleverd (bij voorkeur via de mail) Verder worden er afspraken gemaakt over lesgevers, aanvangstijd en oefengroepen 17

18.30 Bijeenkomst 2 (centraal) Doelen van de bijeenkomst: Observeren van voetballen om gericht te leren kijken Structuur van voetballen als middel om voetballen te kunnen observeren Bepalen van de beginsituatie van C-junioren Analyseren van voetballen op basis van observeren (wat gaat goed/wat gaat minder goed bij de spelers) Op basis van observeren en analyseren komen tot een doelstelling voor C-junioren (wat wil je gaan trainen?) Input opdrachten: 0.2, 1.1, 1.2, 2.1 Beoordelingscriteria: PVB 1: 4/9 PVB 2: 17 PVB 3: - Tijd Inhoud Werkvormen Hulp-/leermiddelen Opening bijeenkomst: Terugblik bijeenkomst 1 Doelen van de bijeenkomst duidelijk maken 18.45 Toelichting op de wedstrijd met C-junioren: Bepalen van de beginsituatie van C-tjes Toelichting op de organisatie buiten Plenaire toelichting bijeenkomst 2: Groepsgesprek over de inhoud van vorige bijeenkomst Wat is aan de orde geteld? Wat zijn de doelen van bijeenkomst 2? Welke opdrachten staan centraal? Welke beheersingscriteria komen aan de orde? Onderwijsleergesprek: Bepalen van de beginsituatie Hoe ziet voetballen van C-junioren eruit? Wat gaan C-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Docent geeft aan wie wat doet en waar verzameld wordt Hulpmiddelen docent: Flip-over en stiften Evt. beamer/laptop/scherm Presentielijst Studiegids/ werkboek Leermiddelen cursist: Studiegids/ werkboek Hulpmiddelen docent: Flip-over en stiften Evt. beamer/laptop/scherm Leermiddelen cursist: Studiegids Opdracht 1.1 en 2.1 18

19.00 20.00 Wedstrijd met C-junioren Bepalen van de beginsituatie van C- junioren Structuur van voetballen als middel om voetballen te kunnen observeren Observeren als middel om te komen tot analyseren (wat gaat goed en minder goed?) en tot een trainingwedstrijddoel Pauze Didactisch Practicum: 2 C-teams spelen onderling een wedstrijd Wedstrijd wordt gespeeld in 4 blokken van ca. 10 minuten Docent maakt stap voor stap het volgende duidelijk: Blok 1: hoe voetballen C-junioren? Wat gaan C-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Blok 2: duidelijk maken wat de structuur van voetballen is (herhaling van bijeenkomst 1) Blok 3: wat gaat goed/ minder goed in het TEAM bij aanvallen/ opbouwen (= algemene uitgangspunten)? Blok 4: wat gaat goed/ minder goed bij de individuen in het aanvallen/ opbouwen( = voetbalhandelingen)? Docent maakt duidelijk dat observeren een middel is om te komen tot een analyse (wat gaat goed/ minder goed) en tot een trainingsdoel of wedstrijddoel Hulpmiddelen docent: Evt. flip-over en stiften Hesjes, ballen, doelen, etc. Doceren van voetballen Leermiddelen cursist: Opdracht 1.1 20.10 Praten over de praktijk: Bepalen van de beginsituatie van C- junioren Structuur van voetballen als middel om voetballen te kunnen observeren Observeren als middel om te komen tot analyseren (wat gaat goed en minder goed?) en een trainingsdoel of wedstrijddoel Vertaling naar opdracht 1.1 Onderwijsleergesprek: Op flip-over de structuur van voetballen opschrijven middels gesprek met de cursisten (zie ook vorige bijeenkomst) Duidelijk maken dat de structuur van voetballen middel is om voetballen te observeren Bepalen van de beginsituatie Hoe ziet voetballen van C-junioren eruit? Wat gaan C-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Observeren van algemene uitgangspunten (team) en voetbalhandelingen (individu) Duidelijk maken dat observeren moet leiden tot analyseren (wat gaat goed en minder goed?) en een training- of wedstrijddoel Hoe formuleer je een doelstelling? (wat, wie, wanneer) Koppeling maken met opdracht 1.1 Hulpmiddelen docent: Flip-over en stiften Beamer/laptop/scherm Doceren van voetballen Studiegids Leermiddelen cursist: Studiegids Opdracht 1.1 en 2.1 19

21.15 21.30 Afspraken volgende bijeenkomst: Wat staat de volgende keer centraal? Welke opdrachten moeten in gang gezet worden? En welke moeten volgende keer ingeleverd worden? Afspraken over aanvangstijd, lesgevers en oefengroep(en) Sluiting bijeenkomst Plenaire toelichting door de docent: Welke doelen volgende bijeenkomst centraal staan Welke opdrachten in gang worden gezet en welke ingeleverd moeten worden Met welke oefengroep gewerkt gaat worden en wie de lesgevers Hulpmiddelen docent: Flip-over en stiften Evt. beamer/laptop/scherm Uitwerking bijeenkomst 3 (leerplan) Bijlage 4.5 (leerplan) Leermiddelen cursist: Studiegids: planning opdrachten Opdracht in gang zetten: 1.1 Opdracht inleveren: 0.1 en 0.2 indien nog niet gedaan Toelichting bijeenkomst 2 18.30 uur: Opening en toelichting Korte terugblik van de vorige bijeenkomst (wat is aan de orde geweest?) Doelen van deze bijeenkomst (wat gaat vandaag aan de orde komen?) 18.45 uur: Toelichting van de praktijk De docent geeft een toelichting op de praktijk met C-junioren. Aan de orde komt: Wat gaat er in de praktijk gebeuren, wie heeft welke rol, waar verzamelen we en waar stellen we ons op? Bepalen van de beginsituatie Hoe ziet voetballen van C-junioren eruit? Wat gaan C-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Laat de cursisten antwoord geven op bovenstaande vragen en noteer deze als docent op een flapover. Tijdens de wedstrijd komen deze vragen nogmaals terug. In de nabespreking van de praktijk wordt door de docent duidelijk gemaakt wat van te voren is aangegeven door de cursisten, wat er is gezien tijdens de wedstrijd en waar de verschillen liggen. Uiteindelijk moet aan het einde van de bijeenkomst voor de cursisten duidelijk zijn wat de beginsituatie van C-junioren is. 20

19.00 uur: Start praktijk met C-junioren Twee C-teams spelen onderling een wedstrijd. De wedstrijd wordt gespeeld in 4 blokken van ca. 10 minuten. De spelers spelen zelfstandig de wedstrijd. Er zijn geen coaches! Van te voren wordt wel duidelijk gemaakt aan de spelers in welke opstelling ze spelen en wat de bedoeling van deze wedstrijd is. Eventueel is er een ouder aanwezig die als scheidsrechter kan optreden (zo niet dan per blok een cursist de rol van scheidrechter geven). De docent maakt stap voor stap het volgende duidelijk: Blok 1: hoe voetballen C-junioren? (zie ook bijlage 4.1 en 4.2 uit het leerplan) Blok 2: duidelijk maken wat de structuur van voetballen is (herhaling van bijeenkomst 1) Blok 3: wat gaat goed/ minder goed in het TEAM bij aanvallen/ opbouwen (= algemene uitgangspunten)? Blok 4: wat gaat goed/ minder goed bij de individuen in het aanvallen/ opbouwen( = voetbalhandelingen)? De docent maakt duidelijk dat observeren een middel is om te komen tot analyseren (wat gaat goed en minder goed) en dat analyseren een trainingsdoel of wedstrijddoel moet opleveren. Na blok 4 kunnen de cursisten bepalen wat een eventuele doelstelling kan zijn n.a.v. de wedstrijd. 20.10 uur: Nabespreking.praten over de praktijk De docent geeft een terugkoppeling (samen met de cursisten) over wat buiten aan de orde is geweest. (zie 19.00 uur) Hoe voetballen C-junioren? Structuur van voetballen (zie ook DVD allemaal uitblinkers). Deze is vorige bijeenkomst uitgewerkt Bespreken wat is geobserveerd in de wedstrijd. Wat ging goed/ minder goed? Bespreken wat een doelstelling kan zijn en hoe je die kan formuleren (wat, wie en waar) 21.15 uur: Volgende bijeenkomst De docent geeft kort aan wat er volgende bijeenkomst op het programma staat en welke doelen centraal staan. (zie uitwerking bijeenkomst 3) Opdracht 0.1 en 0.2 moet volgende bijeenkomst worden ingeleverd (bij voorkeur via de mail) indien dit nog niet is gedaan Verder worden er afspraken gemaakt over lesgevers, aanvangstijd en oefengroepen 21

18.30 Bijeenkomst 3 (centraal) Doelen van de bijeenkomst: Structuur van voetballen als middel om voetballen te kunnen observeren Bepalen van de beginsituatie van C-junioren Observeren van voetballen als middel om te komen tot analyseren (wat gaat goed/wat gaat minder goed bij de spelers) en het kiezen van een doelstelling voor C-junioren Kiezen van voetbalvormen voor C-junioren op basis van de beginsituatie en doelstelling Voetbalvorm(en) op gang brengen (organiseren en controleren) Maken van afspraken met spelers Input opdrachten: 0.2, 1.1, 1.2, 2.2, 3.1 Beoordelingscriteria: PVB 1: 4/5/9 PVB 2: 2/3/4/5/17 PVB 3: 3/4/5/6 Tijd Inhoud Werkvormen Hulp-/leermiddelen Opening bijeenkomst: Terugblik bijeenkomst 2 Doel(en) van de bijeenkomst duidelijk maken 18.45 Toelichting op de wedstrijd met C-junioren Bepalen van de beginsituatie van C-tjes Toelichting op de organisatie buiten Plenaire toelichting bijeenkomst 3: Groepsgesprek over de inhoud van vorige bijeenkomst Wat is aan de orde geteld? Wat zijn de doelen van bijeenkomst 2? Welke opdrachten staan centraal? Welke beheersingscriteria komen aan de orde? Onderwijsleergesprek: Bepalen van de beginsituatie Hoe ziet voetballen van C-junioren eruit? Wat gaan C-junioren leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Docent geeft aan wie wat doet en waar verzameld wordt Hulpmiddelen docent: Flip-over en stiften Evt. beamer/laptop/scherm Presentielijst Studiegids Leermiddelen cursist: Studiegids Hulpmiddelen docent: Flip-over en stiften Evt. beamer/laptop/scherm Leermiddelen cursist: Studiegids: Opdracht 1.1 Opdracht 2.1 en 2.2 22

19.00 19.30 20.00 Wedstrijd 7 tegen 7 met C-junioren: Bepalen van de beginsituatie van C-junioren Structuur van voetballen als middel om voetballen te kunnen observeren Observeren als middel om te komen tot analyseren (wat gaat goed en minder goed?) en tot een trainingdoel Trainen met C-junioren: Op basis van het trainingsdoel kiezen van een voetbalvorm (verdere vereenvoudiging van 7 tegen 7) Voetbalvorm op gang brengen: Organiseren van materialen, ruimte, spelers, regels en regelingen Controleren of het spel gespeeld wordt Pauze Didactisch Practicum: 2 C-teams spelen onderling een wedstrijd 7 tegen 7 Wedstrijd wordt gespeeld in 3 blokken van ca. 8 minuten Docent maakt stap voor stap het volgende duidelijk: Blok 1: hoe voetballen C-junioren? Wat gaan E-pupillen leren/ ontwikkelen? Met welke kenmerken heb je rekening te houden? Blok 2: wat gaat goed/ minder goed in het TEAM bij aanvallen/ opbouwen (= algemene uitgangspunten)? Blok 3: wat gaat goed/ minder goed bij de individuen in het aanvallen/ opbouwen( = voetbalhandelingen)? Docent maakt duidelijk dat observeren een middel is om te komen tot een analyse (wat gaat goed/ minder goed) en tot een trainingsdoel of wedstrijddoel Docent bepaald samen met de cursisten een trainingsdoel in het aanvallen/ opbouwen Didactisch Practicum: Docent kiest (evt. in overleg met de cursisten) een voetbalvorm om het trainingsdoel aan de orde te stellen Voetbalvorm is een verdere vereenvoudiging van 7 tegen 7 Docent organiseert samen met de cursisten de gekozen voetbalvorm (eventueel in meerdere organisaties) en start het spel snel op met de spelers Docent heeft aandacht voor: materialen, ruimte, spelers, regels en regelingen Docent controleert met de cursisten of het spel gespeeld wordt (zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, hoe komt dat?) en of er zaken veranderd moeten worden Hulpmiddelen docent: Evt. flip-over en stiften Hesjes, ballen, doelen, etc. Doceren van voetballen Leermiddelen cursist: Opdracht 1.1 Hulpmiddelen docent: Evt. flip-over en stiften Hesjes, ballen, doelen, etc. Doceren van voetballen Leermiddelen cursist: Opdracht 2.1 en 2.2 23

20.10 20.50 Praten over de praktijk: Bepalen van de beginsituatie van C-junioren Structuur van voetballen als middel om voetballen te kunnen observeren Observeren als middel om te komen tot analyseren (wat gaat goed en minder goed?) en tot een trainingdoel Hoe kies je een voetbalvorm? Hoe breng je een voetbalvorm op gang? (organiseren en controleren) Vertaling naar opdracht 1.1 en 2.1 Maken van afspraken met spelers: Welke afspraken maak je met C- tjes En hoe doe je dat? Onderwijsleergesprek: O.b.v. de structuur van voetballen bespreken wat geobserveerd en geanalyseerd is (wat ging goed/ minder goed) = algemene uitgangspunten (team) en voetbalhandelingen (individu) Beginsituatie bepalen van C-junioren Hoe kom je tot een doelstelling? Kiezen van voetbalvormen o.b.v. het trainingsdoel Hoe breng je een voetbalvorm op gang? Organiseren (materialen, ruimte, spelers, regels en regelingen.) Controleren (wordt het spel gespeeld?) 4 eisen waar een voetbaltraining aan dient te voldoen Koppeling maken met opdracht 1.1 en 2.1 Evalueren en reflecteren (wat deed je goed/minder goed, wat ga je de volgende keer anders doen/ hoe ga je dat doen) Groepsgesprekken + plenaire terugkoppeling: Hoezo maak je afspraken met C- junioren?/ Wat is het belang daarvan? (5 min.) Wat voor soort afspraken maak je?(= binnen en buiten het veld) Daarna in groepjes van 4/5 cursisten uiteen (10 min.) Elk groepje bespreekt met elkaar welke afspraken ze met C-tjes willen maken Per groep is er een korte terugkoppeling van de afspraken die ze willen maken (10 min.) Docent noteert alle afspraken op flipover Daarna bespreken hoe men tot deze afspraken gaat komen (Opleggen? Bespreken met C-tjes? Eigen inbreng C-tjes? Hoe communiceren met C- tjes? Hoe bewaken van de gemaakte afspraken? Wanneer bijstellen van afspraken?) (15 min.) Hulpmiddelen docent: Flip-over en stiften Beamer, laptop en scherm Doceren van voetballen 4 eisen van een voetbaltraining Studiegids Leermiddelen cursist: Studiegids Opdracht 1.1 Opdracht 2.1 en 2.2 Hulpmiddelen docent: Flip-over en stiften Evt. beamer, laptop en scherm Studiegids Leermiddelen cursist: Studiegids Opdracht 3.1 24