50242 Maatschappelijk-cultureel niveau 4 1895



Vergelijkbare documenten
Eindtermen - Lijnen (uitgebreid)

Overzicht beschikbare toetsen TechnoDesign

Profieldelen. De kandidaat kan: 1. een ontwerpvraagstuk analyseren, beschrijven en het ontwerp schetsen,

Referentie kader. praktijk

1. De kandidaat kan structuur aanbrengen in door hem uit te voeren werkzaamheden.

Basiskennis en Basisvaardigheden II (245)

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Referentie kader. 1 e helft van: P/PIE/1.1.2 t/m P/PIE/1.4.3 en P/PIE/4.1.1 t/m P/PIE/4.1.7, P/PIE/4.2.2 t/m P/PIE/ praktijk

Examenprogramma produceren, installeren en energie

Basisvaardigheden metaalbewerken

Pagina 1 van 5. Examenprogramma produceren, installeren en energie

Kerntaak 1: Vervaardigt producten

Knettergekke kettingreactie Thema: Wat doet een technicus

Eindtermen Techniek De leerlingen onderzoeken waarneembare eigenschappen van courante materialen en grondstoffen i.f.v. een technisch proces.

Professionele bachelor elektromechanica

THEME Competence Matrix - Mechatronics

Examenprogramma natuurkunde havo

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl )

Kerntaak 1: Bewerkt materialen

Examenprogramma Profielvak: dienstverlening & producten

Pagina 1 van 5. Examenprogramma Profielvak: dienstverlening & producten. De kern

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

mechatronica en werktuigbouwkunde

PTA: Leerweg: BB/KB Leerjaar: 4 Keuzevak: Meubelmaken

Examenprogramma en syllabus Elektrotechniek, BB, KB, GL, 2010

ECTS-fiche. 1. Identificatie HBO5. Code 7368 Lestijden 80 Studiepunten n.v.t. 100% Ingeschatte totale 160 studiebelasting

Programma van toetsing en afsluiting Profiel Produceren, Installeren en Energie Basis beroepsgerichte leerweg. Module 1 Ontwerpen en maken

Lijn - Deelkwalificatie - % Eindtermen

Voorlichting PIE 20 februari 2019

OPLEIDINGENSTRUCTUUR PIJPFITTER

Basiskennis en Basisvaardigheden IV (404)

Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA ONDERHOUDSWERKER GEBOUWEN 24 maanden

Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

Examenprogramma wiskunde D havo

WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

STERK IN CONSTRUCTIE!

Het monteren van verschillende sanitaire toestellen in de verschillende ruimtes.

Domein A: Inzicht en handelen

Theoriebronnen Allround Productietechniek

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

OPLEIDINGSFICHE. Lasser-monteerder

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. 1. Beroepsprofiel Fijn constructiebankwerker/lasser

Examenprogramma mobiliteit en transport

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek

OPLEIDINGENSTRUCTUUR ONDERHOUDSTECHNICUS INDUSTRIËLE INSTALLATIES

ECTS-fiche. Elektro-mechanica HBO5. toegepaste mechanica

1. Beroepsprofiel Constructiebankwerker/lasser

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Economie en Maatschappij(A/B)

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Deelkwalificatie - lijnen - % eindtermen

Inhoudsopgaven TransferDatabase

P/BWI/1.3 Deeltaak: profielen en kozijnen waterpas en te lood stellen en het meterpeil aanbrengen aan de hand van werktekeningen.

Examenprogramma scheikunde vwo

Kerntaak 1: Vervaardigt producten

Theoriebronnen Productietechniek Niveau 2 - Leerjaar 1

TECHNISCH TEKENEN. Schetsen en opmeten van werktuigonderdelen. Vorm- en plaatstoleranties. Samengestelde tekeningen

REKENTOETS VMBO BB/KB/TL-GL

Kerntaak 1: Vervaardigt producten

Theoriebronnen Operator A Leerjaar 1

Domein A: Vaardigheden

Alle deelkwalificaties SAW

Examenprogramma natuurkunde vwo

STUDIEGEBIED MECHANICA-ELEKTRICITEIT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO

Examenprogramma scheikunde havo

Vakinhoudelijke uitwerking Keuzevak Interieurontwerp en. design van het profiel BWI vmbo beroepsgericht

Kerntaak 1: Bewerkt materialen

Tussendoelen in MathPlus

Functievergelijking. Liesbeth BV. Chef Monteur Gas en verwarming Vergelijking met functie Monteur Gas en Verwarming Printdatum

Leerjaar. e-learning. Procesoperator A Mechanisch operator A

Kerntaak 1: Vervaardigt onderdelen voor vliegtuigen en verricht reparaties en modificaties.

RAPPORT John Sample Datum:

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl )

Kerntaak 1: Vervaardigt producten

Inhoud. 1 Inleiding energie 19

ECTS-fiche. 1. Identificatie. HBO5 Mechanica sterkteleer Code 7363 Lestijden 80 Studiepunten n.v.t. 100% Ingeschatte totale 160 studiebelasting

STUDIEGEBIED MECHANICA-ELEKTRICITEIT

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische systemen, crebo

OPLEIDINGENSTRUCTUUR FIETSMECANICIEN

Examenprogramma mobiliteit en transport

OPLEIDINGENSTRUCTUUR LASSER BEKLEDE ELEKTRODE

Onderwijsbehoeften: - Korte instructie - Afhankelijk van de resultaten Test jezelf toevoegen Toepassing en Verdieping

OPLEIDINGENSTRUCTUUR KOELMONTEUR. KOELMONTEUR Beroepscompetentieprofiel (SERV/De bouw-, elektrotechnische en metaalsector, maart 2009)

Energie, arbeid en vermogen. Het begrip arbeid op een kwalitatieve manier toelichten.

Begeleidingsformulier

Kerntaak 1: Bewerkt materialen

De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn

Examenprogramma scheikunde havo

OPLEIDINGENSTRUCTUUR PLAATSER EN HERSTELLER VAN ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR

EUREK(H)A! 1 Thema 1 Zintuigen A Terugkaatsing en spiegels Nieuw Bijlage 48a

verwijderen P kleurenblindheid 3.6 Optische toestellen: bril verwijderen P 45 (3.6) - 47 A Terugkaatsing en spiegels Nieuw Bijlage 48a

Schooljaar: Leerkracht: M. Smet Leervak: Wiskunde Leerplan: D/2002/0279/048

Niveau 2F Lesinhouden Rekenen

ECTS-fiche HBO5 100 %

Vervolgcursus Rekenen Vierde bijeenkomst woensdag 9 april 2014 vincent jonker & monica wijers

Pagina 1 van 5. Examenprogramma mobiliteit en transport

Transcriptie:

10054 Werktuigbouwkunde 50242 Maatschappelijk-cultureel niveau 4 1895 1896 1897 1898 1899 1900 1901 1902 1903 1904 1905 1906 1907 1908 1909 1910 1911 1912 1913 1914 1915 1916 1917 is in staat zijn mening weer te geven over vraagstukken van het menselijk samenleven, waarmee hij in verschillende rollen (partner, deelnemer aan sociale verbanden in vrije tijd en werksituatie) in aanraking komt. kan uitleggen dat opvattingen en gedrag (van hemzelf en anderen) voor een belangrijk deel verband houden met maatschappelijke en culturele posities is in staat zijn visie weer te geven over de omgang met anderen binnen een (partner) relatie. is in staat tijdens zijn werk en in zijn vrije tijd op basis van respect om te gaan met mensen van een andere maatschappelijke en culturele achtergrond kan uitleggen in hoeverre opvattingen en gedragingen (van hemzelf en anderen) aansluiten bij de basiskenmerken en -uitgangspunten van de parlementaire democratie kan uitleggen in hoeverre opvattingen en gedragingen (van hemzelf en anderen) aansluiten bij de basiskenmerken en -uitgangspunten van de rechtsstaat is in staat zijn mening weer te geven over vraagstukken die samenhangen met sociaal-culturele en demografische ontwikkelingen in de samenleving, waarmee hij als burger en/of beroepsbeoefenaar in aanraking komt kan uitleggen in hoeverre de eigen opvattingen over sociale en politie ke vraagstukken en die van anderen verband houden met achterliggende levensbeschouwelijke en/of politiekideologische oriëntaties kan uitleggen op welke wijze het proces van individualisering zich manifesteert in de samenleving als geheel en in zijn eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk kan uitleggen op welke wijze de ontwikkeling van Nederland tot een multiculturele samenleving zich manifesteert in de samenle ving als geheel en in zijn eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk kan uitleggen op welke wijze de vergrijzing van de Nederlandse samenleving zich manifesteert in de samenleving als geheel en in zijn eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk kan ten aanzien van actuele sociale en politieke vraagstukken uitleggen op welke wijze beleidsen besluitvormingsprocessen verlopen en welke mogelijkheden (hijzelf als) betrokkene deze processen kunnen beïnvloeden kan uitleggen en herkennen op welke wijze de internationalisering van de samenle ving zich manifesteert in hun eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk. is in staat zijn waarden, normen en opvattingen weer te geven over de betekenis van (betaalde en onbetaalde) arbeid voor individu en samenleving is in staat (zelfstandig) stappen te ondernemen die kunnen leiden tot het vinden en aanvaarden van betaald werk is in staat te verwoorden welke rechten, plichten en verantwoordelijkheden die voortvloeien uit een arbeidscontract in een gegeven situatie. Hij is in staat op te komen voor zijn belangen kan in een gegeven werksituatie aspecten herkennen die samenhangen met veiligheid, gezondheid en welzijn (arbeidsomstandigheden). Hij is in staat op te komen voor zijn belangen kan verwoorden welke mogelijkheden werknemers in een gegeven situatie hebben om invloed uit te oefenen binnen hun arbeidsorganisatie. Hij kan opkomen voor zijn belangen is in staat ethische vragen en dilemma's te herkennen die zich kunnen voordoen bij de beroepsuitoefening. Hij kan verwoorden hoe en waarom hij in een gegeven situatie ethisch zou handelen kan uitleggen wat de gevolgen (kunnen) zijn van de voortg. technologisering van de samenleving voor het arb.bestel in het alg. en de eigen beroepsgroep in het bijzonder. Hij kan zijn eigen positie ten opzichte van deze veranderingen weergeven kan uitleggen en herkennen wat de betekenis is van veranderingen op het gebied van arbeidsmarkt en werkgelegenheid voor groepen in de samenle ving en de eigen (toekomstige) beroepsgroep in het bijzonder kan uitleggen en herkennen wat de betekenis is van veranderingen op het gebied van de sociale zekerheid voor groepen in de samenleving en de eigen beroepsgroep in het bijzonder kan actuele sociale en politieke vraagstukken in verband brengen met kenmerken van de sociaal-economische structuur van de Nederlandse samenleving Pagina 1 van 33

50243 Extra-functioneel niveau 4 1664 kan in een bedrijf functioneren. 1665 kan zelfstandig en nauwgezet werken. 1666 kan initiatief nemen. 1667 kan samenwerken met collega's. 1668 kan beschrijven welke verschijnselen er optreden bij veranderde omstandigheden volgens het beginsel van Watt en hier berekeningen aan uitvoeren. 1669 kan voor geïdealiseerde processen de gaswetten toepassen in berekeningen van verrichte arbeid en rendement. 1670 kan berekeningen uitvoeren aan verandering van lengte-, volume en/of dichtheid ten gevolge temperatuur- of drukverandering. 1671 kan aggregatietoestanden en fase-overgangen beschrijven en eenvoudige energieberekeningen aangaande de faseverandering uitvoeren. 1672 kan de werking verklaren van apparaten voor warmtehuishouding zoals warmtepomp en koelkast. 1673 kan de werking van optische instrumenten verklaren aan de hand van optische verschijnselen. 1674 kan trillingen en lopende golven en interferentie beschrijven aan de hand van frequentie, trillingstijd, voortplantingssnelheid, golflengte en amplitude. 1675 kan aangeven hoe signaaloverdracht door maatregelen bij bron, medium of ontvanger gewijzigd kan worden. 1676 kan de grootheden geluidsintensiteit en geluidsniveau onderscheiden en hieraan berekeningen uitvoeren. 1677 kan de volgende begrippen zuivere en onzuivere stoffen, elementen, verbindingen, atomen en moleculen, atoomopbouw, periodiek systeem, chemische reactie en hun onderlinge samenhang hanteren. 1678 kan industriële toepassingen, meetinstrumenten, gezondheidsrisico's en veiligheidsmaatregelen omschrijven voor de drie soorten ioniserende straling. 1679 kan een computer bedienen. 1680 kan werken met toepassingssoftware. 1681 kan toepassingen van automatisering in produktieprocessen omschrijven. 1682 kan toepassingen van automatisering in ondersteunende bedrijfsprocessen omschrijven. 1814 kan verantwoordelijkheid dragen voor eigen handelingen en uitvoering van taken door collega's. 1815 kan hiërarchisch leidinggeven. 1816 kan medewerkers motiveren en stimuleren. 1817 kan probleemoplossend handelen. 1818 kan planmatig werken. 1819 kan het management adviseren over de organisatie van het werk. 1820 kan veranderingsprocessen begeleiden. 1821 kan twee- en groepsgesprekken voeren zoals klantengesprekken en vergaderingen. 1822 kan teksten en gesprekken kort mondeling samenvatten. 1823 kan spreek- en luisterstrategieën toepassen. 1824 kan teksten lezen en begrijpen zoals vakliteratuur, handboeken, handleidingen en bestekken. 1825 kan verschillende leesstrategieën toepassen. 1826 kan teksten lezen en kort schriftelijk samenvatten. 1827 kan verslagen, rapporten en notulen schrijven. 1828 kan bedrijfsformulieren invullen Engels en Duits, luister- en spreekvaardigheden. 1829 kan mondelinge informatie in de Engelse en Duitse taal begrijpen. 1830 kan in de Engelse en Duitse taal telefonische contacten onderhouden. 1831 kan werkinstructies in de Engelse en Duitse taal interpreteren. 1832 kan werkoverleg in het Engelse en Duitse taal voeren. 1833 kan twee-en groepsgesprekken in de Engels en Duitse taal voeren zoals gesprekken met klanten en vergaderingen. 1834 kan mondeling samenvatten in de Engelse en Duitse taal. 1835 kan teksten in de Engelse of Duitse taal lezen en begrijpen zoals vakliteratuur, handboeken, handleidingen en bestekken. 1836 kan verschillende leesstrategieën toepassen. 1837 kan kennis van en inzicht in de toepassings- en bewerkingsmogelijkheden van materialen, zowel metalen als niet-metalen (zoals kunststoffen) toepassen. 1838 kan kennis van en inzicht in soorten, eigenschappen en toepassingen van koel- en smeermiddelen toepassen. 1839 kan kennis van en inzicht in soorten, eigenschappen en toepassingen van isolatie- en afdichtingsmateriaal toepassen. 1840 kan het ontstaan en de bestrijding van corrosie omschrijven en preventie ervan toepassen. 1841 kan met behulp van juist gekozen meetapparatuur beoordelen of een produkt aan de gestelde kwaliteitseisen voldoet. 1842 kan het doel van onderzoek van materiaalstructuren beschrijven en de onderzoeken uitvoeren. 1843 kan het doel, de uitvoering en het resultaat van warmtebehandelingen beschrijven en warmtebehandelingen toepassen. 1844 kan de samenstelling, eigenschappen en toepassingen van staal, kunststoffen en non-ferro legeringen omschrijven. 1845 kan de samenstelling, eigenschappen en toepassingen van gietstaal en gietijzer omschrijven. 1846 kan veiligheid, gezondheid en welzijn in de totale bedrijfsvoering bevorderen. 1847 kan veiligheids-, gezondheids- en welzijnsrisico's voor werknemers binnen het bedrijf voorkomen. 1848 kan veiligheids-, gezondheids- en welzijnsrisico's voor werknemers op de eigen afdeling beperken, mede oplossen en evalueren. 1849 kan veilig werken. 1850 kan milieu-aspecten met betrekking tot ontwerpen, bewerkingen, onderhoud en installatie omschrijven. 1851 kan milieu-eisen die gesteld worden aan een bedrijf in de metaalbranche toepassen. 1852 kan een bijdrage leveren aan de opbouw van een systeem voor milieuzorg/milieubeleid. 1853 kan milieubewuste houdingen bevorderen. 1854 kan een bijdrage leveren aan de opbouw van een kwaliteitsorganisatie. Pagina 2 van 33

1855 kan kwaliteitsproblemen oplossen. 1856 kan kwaliteitssystemen opzetten. 1857 kan functioneren in een kwaliteitsteam. 1858 kan kwaliteitsaspecten doorvoeren. 1859 kan regels en normen voor kwaliteitsborging en -certificering toepassen. 1860 kan ergonomische principes omschrijven. 1861 kan ergonomisch verantwoorde werkomstandigheden bevorderen. 1862 kan wiskundige kennis en vaardigheden inzetten binnen de beroepsgerichte vakken en de techniek. 1863 kan hulpmiddelen, zoals de tabellen, grafieken, (grafische) zakrekenmachine en de computer, adequaat gebruiken. 1864 kan grootheden van de ene eenheid in de andere omrekenen. 1865 kan de wetenschappelijke notatie van getallen en logaritmische schalen interpreteren en gebruiken. 1866 kan schattingen maken over de uitkomst van een berekening en uitkomsten op basis van significantie afronden. 1867 kan de wiskundige verbanden herkennen en gebruiken en de bijbehorende grafieken tekenen en interpreteren. 1868 kan grafieken bij een gegeven situatie analyseren en interpreteren, gebruik makend van karakteristieken. 1869 kan beschrijven wat de invloed is van veranderingen in situatie of formule op een grafiek. 1870 kan verschillende grafieken in een bundel aflezen en vergelijken. 1871 kan werken met expressies, formules, functies en variabelen in wiskundige vergelijkingen. 1872 kan twee functies onderling vergelijken op functiewaarde. 1873 kan logaritme en machtsverheffen toepassen in vergelijkingen en eenvoudige rekenkundige bewerkingen. 1874 kan stelsels lineaire vergelijkingen van maximaal 2 bij 2 oplossen. 1875 kan gebroken vergelijkingen die terug te brengen zijn tot eerstegraads vergelijkingen oplossen. 1876 kan vectoren samenstellen en ontbinden. 1877 kan sinus- en cosinusfuncties en -grafieken herkennen en gebruiken als beschrijvingen van periodieke verschijnselen. 1878 kan herkennen formules toepassen zoals sinusregel, dubbele hoek formule, som en verschilformule. 1879 kan lengte van zijden, grootte van hoeken, omtrek, oppervlakte en zwaartepunt berekenen van elementaire en samengestelde vlakdelen. 1880 kan snijpunten van lijnen en vlakken en snijlijnen van vlakken aangeven in een projectiefiguur, gebruik makend van de incidentierelaties. 1881 kan aanzichten, tekeningen op schaal, uitslagen, doorsneden en serie parallelle doorsneden lichamen in een projectiefiguur construeren, tekenen en/of interpreteren. 1882 kan in een projectiefiguur kortste verbindingslijn, standhoeken, afstanden tussen lijnen en punten en vlakken construeren en berekenen 1883 kan oppervlakten en inhoud berekenen van elementaire en samengestelde ruimtelijke objecten en immateriële ruimtelijke vormen. 1884 kan voorstellingswijzen, axioma's en wetten van de propositie-logica hanteren bij het opstellen en vereenvoudigen waarheidstabellen voor samengestelde bewerkingen en eenvoudige schakelingen. 1885 kan verbanden leggen tussen natuur- en scheikundige begrippen, regels en wetten en hierbij de juiste natuurwetenschappelijke vaktaa hanteren. 1886 kan berekeningen uitvoeren met bekende grootheden en relaties en daarbij de juiste symbolen, eenheden, tabellen en grafieken gebruiken. 1887 kan op systematische wijze natuur- en scheikundige experimenten voorbereiden en uitvoeren. 1888 kan verschillende soorten krachten onderscheiden en hiervan de uitwerking en toepassing beschrijven. 1889 kan verbanden tussen krachten, massa, versnelling, verplaatsingen, elasticiteit, arbeid, snelheid, vermogen, druk en/of momenten toepassen in berekeningen. 1890 kan soorten energie zoals kinetische, potentiële energie en warmte, de onderlinge verbanden alsmede vormen van energieoverdracht omschrijven. 1891 kan de begrippen vloeistofdruk en viscositeit verklaren en toepassen. 1892 kan de continuïteitsvergelijking en de wet van Bernoulli verklaren en toepassen in berekeningen. 1893 kan werken met de absolute temperatuurschaal, absolute druk, gangbare eenheden voor druk en over- en onderdruk. 1894 kan berekeningen uitvoeren aan warmtetransport, opwarmen en afkoelen van stoffen en voorwerpen, en aan relatieve vochtigheid. Pagina 3 van 33

50246 Tekenen en construeren 2462 kan werktuigbouwkundige berekeningen in zijn geheel uitvoeren om een detailconstructie te ontwerpen 2463 kan behulp van een toepassingsprogramma werktuigbouwkundige berekeningen maken 2464 kan bij het maken van werktuigbouwkundige berekeningen voor detailconstructies, het verband leggen met de gehele constructie 2465 kan aan de hand van een ruwe schets een detailconstructie voor piping, apparatenbouw, machinebouw en staalbouw ontwerpen 2466 kan op basis van gemaakte werktuigbouwkundige berekeningen een detailconstructie voor piping, apparatenbouw, machinebouw en staalbouw ontwerpen 2467 heeft kennis en inzicht van gereedschappen en kan op basis daarvan een detailconstructie voor piping, apparatenbouw, machinebouw en staalbouw ontwerpen 2468 kan bij het ontwerpen van detailconstructies verband leggen met de gehele constructie 2469 kan een constructie-ontwerp volledig uitwerken met detail- en samenstellingstekeningen, voorzien van stuklijst, maat-, vorm- en plaatstoleranties 2470 kan met behulp van een CAD-programma en CAD-apparatuur een constructie-ontwerp volledig uitwerken met detail- en samenstellingstekeningen, voorzien van stuklijst, maat-, vorm- en plaatstoleranties 2471 kan bij het ontwerpen en uitwerken van ontwerpen een systeem voor kwaliteitszorg inbouwen 2472 kan bij het ontwerpen en uitwerken van ontwerpen veiligheidsnormen toepassen 2473 kan bij het ontwerpen en uitwerken hydraulische, pneumatische en elektrotechnische onderdelen met behulp van symbolen inpassen 2474 kan vermogens- en rendementsberekeningen met betrekking tot centrifugaalpompen en compressoren maken 2475 kan aan de hand van berekeningen pompkarakteristieken maken 2476 kan op basis van de gewenste toepassingscriteria een pompkeuze maken 2477 heeft kennis van en inzicht in gas- en vloeistofstromingen in leidingen 2478 kan berekeningen uitvoeren ten behoeve van vloeistofstromingen in een pijpleidingsysteem 2479 kan met behulp van tabellen en grafieken leidingweerstanden bepalen 2480 kan leidingappendages met betrekking tot gas- en vloeistoffen bepalen 2481 kan pijpleidingsystemen voor vloeistoffen en assen ontwerpen 2482 kan berekeningen uitvoeren aangaande verbrandingsprocessen van vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen 2483 kan berekeningen uitvoeren ten behoeve van stoomproductie, stoominstallaties en stoomverwerking 2484 kan op basis van inzicht in de bewerkingsmogelijkheden van diverse materialen, zowel metalen als kunststoffen een materiaalkeuze maken 2485 kan het inzicht in soorten, eigenschappen en toepassingen van isolatie- en afdichtingsmaterialen toepassen 2486 heeft kennis van en inzicht in corrosiebestrijding Pagina 4 van 33

50247 Mechaniseren en installeren 2431 2432 2433 2434 2435 2436 2437 2438 2439 2440 2441 2442 2443 2444 2445 2446 2447 2448 2449 2450 2451 2452 2453 2454 2455 2456 2457 2458 2459 2460 2461 kan kennis van en inzicht in de werking van hydrauliek en pneumatiek en hydraulische en pneumatische componenten toepassen bij onderhouds-, storings- en samenbouwwerkzaamheden kan hydraulische, pneumatische en elektrotechnische schema's lezen en interpreteren heeft inzicht in de samenhang tussen hydrauliek/pneumatiek en elektrotechniek binnen de besturingstechniek heeft inzicht in de principes en toepassingsgebieden van de besturingstechniek en meet- en regeltechniek heeft inzicht in besturingstechnische schema's en kan deze lezen en interpreteren heeft inzicht in de werking van een PLC en kan in- en uitgangen van een PLC aansluiten en controleren heeft inzicht in de programmering van een PLC heeft kennis van en inzicht in de werking van elektrotechnische, pneumatische en hydraulische schakelingen en kan deze toepassen kan kennis van en inzicht in de werking van pompen en compressoren en hun toebehoren toepassen bij onderhouds, storing en samenbouwwerkzaamheden kan op basis van de gewenste toepassingscriteria een pompkeuze maken heeft kennis van en inzicht in gas- en vloeistofstromingen in leidingen kan met behulp van tabellen en grafieken leidingweerstanden bepalen kan metingen verrichten aan vloeistofstromingen in pijpleidingsystemen kan leidingappendages met betrekking tot gas- en vloeistoffen bepalen kan kennis van en inzicht in soorten, eigenschappen en toepassingen van koel- en smeermiddelen en isolatie- en afdichtingsmaterialen toepassen kan de kennis van corrosiebestrijding toepassen kan bij een storing in een machine, op basis van inzicht in de afz. componenten en de integratie daartussen, tekeningen,en samenspraak met de gebruikers, op logisch deductieve wijze lokaliseren in welk deel van de machine de storing zich voordoet kan bij een storing in een machine lokaliseren of dit een storing in het pneumatische, hydraulische, elektrotechnische, besturingstechnische of mechanisch gedeelte betreft kan met behulp van een schema op logische deductieve wijze een storing in hydraulische, en pneumatische componenten en systemen lokaliseren kan storingen in het mechanisch, hydraulische en pneumatisch gedeelte van machines en apparatuur verhelpen door middel van reparatie en vervanging van onderdelen kan op een logische deductieve wijze storingen in een schakelschema lokaliseren, analyseren en verhelpen kan in samenspraak met de gebruiker en met collega's van andere disciplines overleg plegen teneinde een storing in machines en apparaten te lokaliseren heeft inzicht in de wijze waarop een onderhoudsschema wordt opgesteld en kan dit onderhoudsschema op een juiste wijze gebruiken kan ten behoeve van het gebruiksklaar maken van machines en apparaten afstelwerkzaamheden verrichten aan zowel de gehele constructie als de afzonderlijke onderdelen kan ten behoeve van het gebruiksklaar maken van een machine hydraulische en pneumatische componenten en systemen afregelen kan met inachtneming van arbeidsomstandigheden, veiligheidsvoorschriften, kwaliteitseisen, milieu-eisen en productienormen initiatieven nemen tot aanpassingen in machines en apparaten kan bij het uitvoeren van reparatie, onderhoud en revisiewerkzaamheden kwaliteits-, milieunormen, arbeidsomstandigheden en veiligheidsnormen inachtnemen en toepassen kan op basis van een tekening mechanische, hydraulische en pneumatische installaties monteren kan op basis van inzicht in de toepassingsmogelijkheden van meetapparatuur en met inachtneming van het doel van de meting een keuze maken uit de voorhanden zijnde meetapparatuur kan afstelwerkzaamheden aan machines en machine-onderdelen verrichten met behulp van juist gekozen meetapparatuur kan de consequenties van kwaliteitsnormen en certificeringen inachtnemen en toepassen bij samenbouw-, onderhouds-, reparatie- en afstelwerkzaamheden Pagina 5 van 33

50249 Bedrijfsvoering 2386 kan zowel de algemene als de concrete doelstellingen van een onderneming noemen en toelichten 2387 kan de belangrijkste onderlinge beïnvloedingsaspecten noemen van een onderneming en de maatschappij 2388 kan de in de (metaal)bedrijven meest voorkomende bedrijfsfuncties naar soort en inhoud omschrijven 2389 kan de onderlinge samenhang van de bedrijfsfuncties verklaren en de organisatiestructuur met behulp van een organogram aangeven 2390 kan de noodzaak tot voortdurende productiviteitsverhoging verklaren en methodieken aangeven om deze te bevorderen 2391 kan methoden en middelen noemen om een onderneming en de daarin plaatsvindende operationele processen te besturen 2392 kan het belang van kennis van kosten- en kostprijscalculatie verklaren 2393 kan de in de integrale kostprijsberekeningsmethodiek gebruikelijke begrippen verklaren en toepassen 2394 kan de toepassing noemen van de kostenberekeningsmethodieken direct costing en differentiële kostencalculatie 2395 kan kostprijscalculaties uitvoeren van zaken met een beperkte complexiteit 2396 kan op basis van nacalculatiegegevens en kostenontwikkelingen, de doelmatigheid van de bedrijfsvoering beoordelen 2397 kan besparingsberekeningen uitvoeren voor beslissingen op het gebied van werkmethodeverbeteringen en het doen van investeringen 2398 kan een omschrijving geven van het begrip personeelsbeleid en de noodzaak van personeelsbeleid verklaren 2399 kan de operationele activiteiten binnen de personeelsfunctie noemen en toelichten 2400 kan de noodzaak en mogelijke structuren van een goede communicatie toelichten 2401 kan de belangrijkste aspecten bij het leidinggeven omschrijven 2402 kan de voor een onderneming relevante wetgeving op het gebied van arbeid en sociale verzekeringen aangeven 2403 kan marketinginstrumenten die een onderneming nodig heeft om een optimale verkoop te realiseren noemen en verklaren 2404 kan kennis van en inzicht in marktsegmentatie toepassen voor het richten van de onderneming op het juiste marktgebied en de (specifieke) afnemers 2405 kan producten, gekoppeld aan een gekozen prijsstelling, op de juiste wijze presenteren 2406 kan persoonlijke verkooptechnieken toepassen 2407 kan de bewerkingsvormen voor veel voorkomende productiemiddelen zoals machines en installaties aangeven 2408 kan capaciteitstsinformatie en -gegevens verwerken 2409 kan overwegingen en aandachtspunten noemen bij uitbesteding van werkzaamheden 2410 kan op systematische wijze werkmethoden opstellen 2411 kan technieken toepassen om werkmethoden te verbeteren 2412 kan technieken voor voorraadbeheersing toepassen 2413 kan de gewenste materiaal- en gereedschapsvoorzieningen treffen 2414 kan de goederenstroom beschrijven en hierover adviseren Pagina 6 van 33

50250 Tekenen/construeren MOW 2273 kan berekeningen uitvoeren aan enkelvoudige bewegingen 2274 kan krachten en versnellingen berekenen 2275 kan op basis van kracht en arm het moment berekenen 2276 kan arbeid en vermogen berekenen bij krachten en bewegingen 2277 kan de schuifspanning berekenen bij enkelvoudige statische belasting 2278 kan de normaalspanning berekenen bij een enkelvoudige statische belasting 2279 kan de trek- en drukspanningen berekenen bij een enkelvoudige statische belasting 2280 kan de optredende afschuifspanningen berekenen bij een enkelvoudige statische belasting 2281 kan eenvoudige berekeningen uitvoeren ten aanzien van elastische vervorming 2282 kan op basis van berekeningen beoordelen of een onderdeel sterk en stijf genoeg is voor een gegeven enkelvoudige belasting 2283 kan enkelvoudige belastingsgevallen binnen werktuigbouwkundige constructies herkennen en berekenen 2284 kan toepassingsprogramma's voor werktuigbouwkundige constructies gebruiken 2285 kan eenvoudige detailtekeningen maken 2286 kan relevante normen voor werktuigbouwkundige tekeningen toepassen 2287 kan aangereikte specifieke normen voor (onderdelen van) constructies en apparaten toepassen 2288 kan aangereikte vorm- en plaatstoleranties plaatsen 2289 kan aangereikte lasaanduidingen plaatsen 2290 kan tabellenboeken gebruiken 2291 kan handelsafmetingen van veel voorkomende materialen gebruiken 2292 kan eenvoudige samenstellingstekeningen maken 2293 kan eenvoudige onderdelen van constructies en apparaten opmeten en schetsen 2294 kan dimetrische en isometrische maatschetsen maken van eenvoudige producten 2295 kan uitslagen maken van eenvoudige vormen en van overgangen rond op vierkant of rechthoekig en verbindingen rond op rond en rechthoekig op rond 2296 kan doorsneden en aanzichten maken 2297 kan de Europese (1e kwadrant) en Amerikaanse (3e kwadrant) projectiemethode herkennen 2298 kan eenvoudige administratieve werkzaamheden uitvoeren voor het beheer van tekeningen 2299 kan veel voorkomende werktuigbouwkundige constructies of onderdelen daarvan onderscheiden en benoemen 2300 kan toepassingen van veel voorkomende werktuigen beschrijven 2301 kan elementaire eigenschappen van materialen onderscheiden 2302 kan de meest voorkomende montage-, verbindings,- en bewerkingstechnieken in de constructie- en apparatenbouw beschrijven 2303 kan het krachtenspel van eenvoudige constructies omschrijven 2304 kan voorkomende belastingen binnen eenvoudige werktuigbouwkundige constructies herkennen 2305 kan eenvoudige detailtekeningen maken 2306 kan relevante normen voor werktuigbouwkundige tekeningen toepassen 2307 kan aangereikte specifieke normen voor (onderdelen in de) machinebouw toepassen 2308 kan aangereikte vorm- en plaatstoleranties plaatsen 2309 kan tabellenboeken gebruiken 2310 kan handelsafmetingen van veel voorkomende materialen gebruiken 2311 kan eenvoudige samenstellingstekeningen maken 2312 kan aangereikte passingen plaatsen 2313 kan eenvoudige machine-onderdelen opmeten en schetsen 2314 kan dimetrische en isometrische maatschetsen maken van eenvoudige producten 2315 kan doorsneden en aanzichten tekenen 2316 kan de Europese (1e kwadrant) en Amerikaanse (3e kwadrant) projectiemethode herkennen 2317 kan eenvoudige administratieve werkzaamheden uitvoeren voor het beheer van tekeningen 2318 kan veel voorkomende werktuigen onderscheiden en benoemen 2319 kan toepassingen van veel voorkomende werktuigen beschrijven 2320 kan elementaire eigenschappen van materialen onderscheiden 2321 kan de meest voorkomende montage-, verbindings- en bewerkingstechnieken in de machinebouw beschrijven 2322 kan het krachtenspel van eenvoudige constructies omschrijven 2323 kan voorkomende belastingen binnen eenvoudige werktuigbouwkundige constructies herkennen 2324 kan een programma starten en afsluiten 2325 kan tekeningen en werkbladen oproepen en bewaren 2326 kan standaardinstellingen zoals schaal, papierformaat en lijnsoorten aanpassen 2327 kan werken met relatieve en absolute coördinaten 2328 kan delen groeperen en splitsen 2329 kan layers onderscheiden 2330 kan tekeningen plotten en/of printen 2331 kan eenvoudige berekeningen maken met behulp van een CAD-pakket 2332 kan lijnstukken, rechthoeken, meetkundige figuren, cirkels en cirkelbogen tekenen 2333 kan samengestelde figuren tekenen 2334 kan vlakken arceren 2335 kan onderdelen bematen 2336 kan symbolen plaatsen Pagina 7 van 33

2337 kan maximale trekspanning en afschuifspanning berekenen bij meervoudige belasting 2338 kan sterkteberekeningen uitvoeren voor meervoudige statische belastingen 2339 kan de elastische vervorming berekenen bij een gegeven belasting 2340 kan dynamische belasting van roterende onderdelen zoals lagers en tandwielen beoordelen 2341 kan berekeningen met numerieke modellen, zoals eindige elementen methode, globaal interpreteren 2342 kan functionele eisen ten aanzien van mechanische belasting vertalen in technische specificaties in een ontwerp 2343 kan met behulp van tabellen en berekeningen controleren of voorgestelde standaardonderdelen voldoen aan de technische eisen 2344 kan op basis van gegeven specificaties tekeningen detailleren 2345 kan op basis van gebruiksgegevens grensmaten, oppervlakteruwheid, vorm- en plaatstoleranties bepalen en aangeven 2346 kan lasaanduidingen aangeven 2347 kan bij detailleringen gebruik maken van genormaliseerde onderdelen 2348 kan documentatie over handelsartikelen benutten bij het detailleren van tekeningen 2349 kan de schematische tekenwijze toepassen van onderdelen, zoals tandwielen, pompen en appendages 2350 kan zelfstandig samenstellingstekeningen maken met stuknummering en verwijzing naar detailtekeningen 2351 kan bij tekeningen stuklijsten en materiaalstaten maken 2352 kan op basis van gegeven specificaties opstellingsplannen, overzichtstekeningen en schema's voor constructies en apparaten maken 2353 kan constructies, apparaten en de directe omgeving opmeten en schetsen 2354 kan volgens isometrische en dimetrische projectiemethode schetsen 2355 kan projecties en uitslagen maken 2356 kan werktuigbouwkundige normen toepassen bij het tekenen van (onderdelen van) constructies en apparaten 2357 kan de functie en werking van veel voorkomende constructies en apparaten beschrijven 2358 kan de functionele kwaliteitseisen noemen die aan onderdelen gesteld worden zoals afmetingen, materiaal en toleranties 2359 kan op basis van eenvoudige berekeningen en geraadpleegde tabellen keuzes maken bij de detaillering 2360 kan de technieken waarmee onderdelen vervaardigd en samengesteld worden beschrijven 2361 kan de functionele kenmerken, werking en toepassing van in de constructie en apparatenbouw gangbare werktuigbouwkundige elementen, systemen en hulpwerktuigen beschrijven 2362 kan technische knelpunten bij het uitwerken van tekeningen signaleren en hierover overleggen 2363 kan op basis van eenvoudige berekeningen en geraadpleegde tabellen voorstellen doen voor eenvoudige oplossingen van technische knelpunten in het ontwerp 2364 kan een systematische werkmethodiek voor het maken van samenstellings- en detailtekeningen hanteren 2365 kan bedrijfsvoorschriften, kwaliteitsborgingsprocedures, milieu- en veiligheidsvoorschriften toepassen 2366 kan op basis van gegeven specificaties tekeningen detailleren 2367 kan op basis van gebruiksgegevens grensmaten, oppervlakteruwheid, vorm- en plaatstoleranties bepalen en aangeven 2368 kan bij detailleringen gebruik maken van genormaliseerde onderdelen 2369 kan documentatie over handelsartikelen benutten bij het detailleren van tekeningen 2370 kan op schematische tekenwijze werktuigbouwkundige onderdelen zoals veren, tandwielen en lagers aangeven 2371 kan zelfstandig samenstellingstekeningen maken met stuknummering en verwijzing naar detailtekeningen 2372 kan bij tekeningen stuklijsten en materiaalstaten maken 2373 kan op basis van gegeven specificaties opstellingsplannen, overzichtstekeningen en schema's voor machinebouw maken 2374 kan machine-onderdelen opmeten en schetsen 2375 kan volgens isometrische en dimetrische projectiemethode schetsen 2376 kan de meest informatieve doorsneden en aanzichten bepalen en tekenen 2377 kan de functie en werking van machines, mechanismen en onderdelen die nodig zijn voor het ontwerp beschrijven 2378 kan de functionele kwaliteitseisen noemen die aan onderdelen gesteld worden zoals afmetingen, materiaal en toleranties 2379 kan op basis van eenvoudige berekeningen en geraadpleegde tabellen, keuzes maken bij de detaillering 2380 kan de technieken beschrijven waarmee de toegepaste werktuigbouwkundige onderdelen vervaardigd en samengesteld worden 2381 kent de functionele kenmerken, werking en toepassing van in de machinebouw gangbare werktuigbouwkundige elementen, systemen en hulpwerktuigen 2382 kan technische knelpunten bij het uitwerken van tekeningen signaleren en hierover overleggen 2383 kan op basis van eenvoudige berekeningen en geraadpleegde tabellen voorstellen doen voor eenvoudige oplossingen van technische knelpunten in het ontwerp 2384 kan een systematische werkmethodiek voor het maken van samenstellings- en detailtekeningen hanteren 2385 kan bedrijfsvoorschriften, kwaliteitsborgingsprocedures, milieu- en veiligheidsvoorschriften toepassen Pagina 8 van 33

50252 Plaat en constructie MOW 2164 kan machinaal zagen 2165 kan knippen volgens rechte lijnen en uithoeken 2166 kan metaal snijbranden en/of plasmasnijden 2167 kan slijpen 2168 kan afbramen 2169 kan afwerken 2170 kan werken met eenvoudige transport- en hijsmiddelen 2171 kan volgens vastgestelde kwaliteitseisen werken 2172 kan veiligheidsvoorschriften toepassen 2173 kan vakhandelingen geïntegreerd toepassen 2174 kan onderdelen samenstellen door middel van booglassen 2175 kan onderdelen monteren 2176 kan machinaal zagen 2177 kan metaal knippen 2178 kan afbramen 2179 kan slijpen 2180 kan afwerken/schuren 2181 kan zwenkbuigen (maximaal twee buigingen) 2182 kan buigen met een kantpers (maximaal twee buigingen) 2183 kan puntlaswerk uitvoeren 2184 kan blindklinkwerk uitvoeren 2185 kan werken met eenvoudige transport- en hijsmiddelen 2186 kan volgens vastgestelde kwaliteitseisen werken 2187 kan veiligheidsvoorschriften toepassen 2188 kan strip-, plaat- en profielmateriaal buigen met behulp van handgereedschap en kan daarbij buiglijnen aftekenen 2189 kan plat-, strip- en profielmateriaal buigen met behulp van hoekenbuigapparatuur 2190 kan onderdelen vervaardigen uit plat- en profielmateriaal 2191 kan onderdelen samenstellen met behulp van booglassen 2192 kan vakhandelingen geïntegreerd toepassen in gebogen plat- en profielconstructies 2193 kan het werk uitvoeren: - volgens juiste werkwijze, - volgens kwaliteitseisen, 2194 kan veiligheids- en milieuvoorschriften toepassen bij de werkzaamheden 2195 kan kunststoffen herkennen 2196 heeft inzicht in eigenschappen en toepassingen van kunststoffen zoals thermoplastische, thermohardende, en laminaatversterkte kunststoffen 2197 kan verwerkingsmethoden kiezen voor het verwerken van kunststoffen 2198 heeft inzicht in het bewerken van kunststoffen zoals gieten, vervormen, buigen, lijmen, lassen en verspanen 2199 kan op basis van een werktekening en een werkopdracht: een bew.volgorde, werkmeth. en bew.condities bepalen, de benodigde bew. span- en meetgereedsch. selecteren,de te bewerken producten stellen en spannen 2200 kan volgens gestelde kwaliteitseisen werken 2201 kan fundamentele veiligheids- en milieuvoorschriften toepassen 2202 kan uitslagen lezen 2203 kan plaat knippen volgens gebogen lijnen met behulp van een knabbel- en knibbelscharen 2204 kan plaat uithoeken met behulp van uithoekschaar 2205 kan uitslagen van plaatdelen aftekenen en knippen 2206 kan buigen met behulp van een zwenkbuigmachine (minimaal 4 buigingen) 2207 kan buigen met behulp van een kantpers (minimaal 4 buigingen) 2208 kan rechthoekige en vlakke onderdelen vervaardigen uit plaatmateriaal 2209 kan onderdelen samenstellen met behulp van booglassen, puntlassen en (blind)klinken 2210 kan vakhandelingen geïntegreerd toepassen in rechthoekig gebogen plaatconstructies 2211 kan het werk uitvoeren in: staal, roestvaststaal, aluminium 2212 kan het werk uitvoeren: volgens juiste werkwijze, volgens kwaliteitseisen 2213 kan veiligheids- en milieuvoorschriften toepassen bij de werkzaamheden 2214 kan eenvoudige CNC-programma's maken voor CNC-ponsen met behulp van simulatiesoftware 2215 kan (enkelvoudig) gaten CNC-ponsen 2216 kan gaten CNC-ponsen op een rechte lijn 2217 kan een rechte sleuf CNC-pons-nibbelen 2218 kan een eenvoudig product vervaardigen met behulp van een CNC-pons-nibbelmachine 2219 kan eenvoudige CNC-programma's maken voor CNC-kanten met behulp van simulatie-software 2220 kan een CNC-kantbank die voorzien is van het juiste gereedschappen starten en bedienen 2221 kan bij het CNC-kanten het klempunt bepalen 2222 kan een 90 hoek zetten en corrigeren 2223 kan een eenvoudig product van vier zettingen maken 2224 kan veiligheids- en milieuvoorschriften toepassen bij de werkzaamheden Pagina 9 van 33

50253 Verspanen MOW 2127 kan handmatig metaal zagen 2128 kan vijlbewerkingen uitvoeren 2129 kan boren 2130 kan conisch en vlak verzinken 2131 kan handmatig draadsnijden en tappen 2132 kan gereedschap onderhouden 2133 kan werkstukken stellen 2134 kan werkstukken spannen 2135 kan een werktekening interpreteren 2136 kan aftekenen 2137 kan merktekens plaatsen 2138 kan metalen en niet-metalen onderscheiden 2139 kan diverse metaalsoorten onderscheiden 2140 kan toepassingen noemen van diverse metaalsoorten 2141 kan onderdelen meten 2142 kan onderdelen controleren 2143 kan onderdelen keuren 2144 kan meetgereedschappen onderhouden 2145 kan controlegereedschappen onderhouden 2146 kan fundamentele veiligheidsvoorschriften toepassen 2147 kan aftekenen 2148 kan machinaal zagen 2149 kan cilindrische en conische gaten ruimen 2150 kan sleufgaten vijlen en pasmaken van onderdelen door middel van vijlen 2151 kan onderdelen samenstellen door middel van paspennen 2152 kan koperen pijp buigen 2153 kan strip- en profielmateriaal buigen 2154 kan plaat knippen en zetten 2155 kan vaste verbindingen maken door middel van krimpen, persen, solderen en lijmen 2156 kan handgereedschappen slijpen 2157 kan onderdelen vervaardigen door middel van draaien, frezen en bankwerken 2158 kan producten samenstellen en monteren 2159 kan op basis van een werktekening en een werkopdracht: - een bewerkingsvolgorde, werkmethode en bewerkingscondities bepalen - materiaal uittrekken - eenvoudige verspaningsberekeningen maken - de benodigde snij-, span- en meetgereedschappen selecteren - de te bewerken en te monteren producten stellen en spannen - volgens gestelde kwaliteitseisen werken 2160 kan de bewerkte producten meten en keuren 2161 kan de bewerkte producten meten en keuren 2162 kan in- en uitwendig langs- en dwarsdraaien 2163 kan in- en afsteken 2897 kan boren en verzinken 2898 kan schroefdraadsnijden met snijplaat en machinetap 2899 kan ruimen met een machineruimer 2900 kan spannen met behulp van een drieklauwplaat met zachte klauwen en spantang 2901 kan draaien met behulp van een steuncenter 2902 kan in- en uitwendig conisch draaien door middel van het schuinstellen van de beitelslede 2903 kan profieldraaien met profielbeitels 2904 kan kartelen 2905 kan lasten aanslaan 2906 kan lasten transporteren 2907 kan volgens gestelde kwaliteitseisen werken 2908 kan fundamentele veiligheidsvoorschriften toepassen 2909 kan vlakfrezen 2910 kan uitsparingen met rechte hoeken frezen 2911 kan rechte doorlopende gleuven frezen 2912 kan rechte, één- en tweezijdige begrensde gleuven frezen 2913 kan rechte vlakken en twee- en vierzijdig begrensde uitsparingen frezen 2914 kan schuine vlakken en rechte en stompe hoeken en gleuven frezen 2915 kan scherpe hoeken, trapezium- en V-gleuven frezen 2916 kan halfholle en bolle radiussen frezen 2917 kan stellen en spannen 2918 kan lasten aanslaan 2919 kan lasten transporteren Pagina 10 van 33

2920 kan volgens gestelde kwaliteitseisen werken 2921 kan fundamentele veiligheidsvoorschriften toepassen 2922 kan met behulp van simulatie-apparatuur en/of een CNC-bewerkingsmachine eenvoudige CNC-producten programmeren, simuleren en/of bewerken 2923 kan op basis van een werktekening en een werkopdracht: - een bewerkingsvolgorde en werkmethode bepalen - materiaal uittrekken - de benodigde verspaningsgegevens vastleggen - de benodigde snij-, span- en meetgereedschappen selecteren - de te bewerken producten stellen en spannen - volgens gestelde kwaliteitseisen werken 2924 kan de bewerkte producten meten en keuren 2925 kan fundamentele veiligheidsvoorschriften toepassen 52998 Montage/onderhoud MOW 2225 kan begrippen uit de pneumatische aandrijftechniek omschrijven 2226 kan de werking van een persluchtinstallatie verklaren 2227 kan het doel, de werking, het toepassingsgebied en het logische symbool van pneumatische aandrijfcomponenten en schakelelementen omschrijven 2228 kan de werking van het besturingsgedeelte van pneumatische systemen verklaren met behulp van schema's 2229 kan pneumatische componenten samenbouwen aan de hand van een pneumatisch schema 2230 kan de werking van elektro-pneumatische besturingen verklaren met behulp van schema's 2231 kan eenvoudige volgorde-besturingen opzetten met behulp van wegsignaaltijddiagrammen (WST-diagrammen) 2232 kan (elektrisch-)pneumatische componenten samenbouwen aan de hand van een (elektrisch-) pneumatisch schema 2233 kan natuurkundige en basisbegrippen in de hydrauliek omschrijven 2234 kan de werking van een hydraulische installatie verklaren 2235 kan het doel, de werking, het toepassingsgebied en het logische symbool van hydraulisch aandrijfscomponenten en schakelelementen omschrijven 2236 kan hydraulische componenten samenbouwen aan de hand van een elektrisch schema 2237 kan de werking van eenvoudige hydraulische schakelingen met behulp van schema's verklaren 2238 kan hydraulische schakelingen opbouwen, in gebruik nemen, inspecteren en beproeven 2239 kan de werking van programmeerbare besturingen verklaren 2240 kan het doel, de werking en het toepassingsgebied van sensoren omschrijven 2241 kan, mits er sprake is van een veilige keten met zeer lage spanningen, in- en uitgangen van programmeerbare besturingen aansluiten op elektro-pneumatische componenten en vervolgens de werking controleren 2242 kan, mits er sprake is van een veilige keten met zeer lage spanningen, sensoren en schakelelementen aansluiten op programmeerbare besturingen en vervolgens de werking controleren 2243 kan het doel, de werking en het toepassingsgebied van geheugens in een besturing verklaren 2244 kan met behulp van sequentiële function charts (SFC) de werking van programmeerbare besturingen verklaren 2245 kan (elektrisch-)pneumatische schakelingen inclusief geheugens opbouwen, inspecteren en beproeven 2246 kan voor eenvoudige elektro-pneumatische systemen met programmeerbare besturing, programma's invoeren en de werking testen 2247 kan vormen van energie, energieomzetting, energieoverdracht en energietransport beschrijven 2248 kan de werking en toepassing van pompen, centrifugaalpompen en hun toebehoren beschrijven 2249 kan de principes van installaties waaronder verbrandingsmotoren, pompen, c.v.- en koelinstallaties verklaren 2250 kan eenvoudige vermogens- en rendementsberekeningen maken van verbrandingsmotoren, pompen en compressoren 2251 kan de belangrijkste elektronische basisbegrippen hanteren 2252 kan de basisprincipes van warmteoverdracht verklaren 2253 kan soorten appendages voor vloeistofleidingen noemen en de toepassing verklaren 2254 kan aangeven wat het doel is van onderhoud 2255 kan verschillende onderhoudsconcepten zoals preventief onderhoud en storingsafhankelijk onderhoud herkennen 2256 kan de begrippen toestandsafhankelijk onderhoud en gebruiksafhankelijk onderhoud hanteren 2257 kan documentatie ten behoeve van onderhoud hanteren 2258 kan een eenvoudige machine of installatie beschrijven aan de hand van hoofdsystemen, subsystemen, componenten en elementen 2259 kan de werking van een eenvoudige machine of installatie beschrijven aan de hand van energie-overdracht, aandrijflijn en bedieningslij 2260 kan inspecties uitvoeren 2261 kan eenvoudige storingen en/of lekken lokaliseren 2262 kan onderdelen reinigen, ontluchten en/of vervangen 2263 kan middelen toepassen ter voorkoming van overmatige corrosie, wrijving en/of slijtage 2264 kan uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden rapporteren 2265 kan voorzorgsmaatregelen treffen voor het veilig uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden 2266 kan voorzorgsmaatregelen treffen ter voorkoming van milieuvervuiling 2267 kan de eigen onderhoudstaken en bevoegdheden plaatsen in het kader van eerste- en tweede-lijnsonderhoud 2268 kan de soorten en de eigenschappen van isolatie- en afdichtingsmaterialen noemen en de toepassing verklaren 2269 kan onderhoudsvormen en inspectiemethoden noemen en toepassen 2270 kan montage van apparatuur, machines en constructies beschrijven 2271 kan eenvoudige demontage- en montageopdrachten op het gebied van de machinebouw uitvoeren 2272 kan conventionele bewerkingen uitvoeren zoals pijpbewerken, pijpfitten en pijpmontage Pagina 11 van 33

53376 Commerciele techniek 2487 kan in relatie tot technisch-commerciële werkzaamheden, bedrijfseconomische begrippen en principes hanteren en toepassen. 2488 kan in relatie tot technisch-commerciële werkzaamheden, kostencalculaties uitvoeren. 2489 kan in relatie tot technisch-commerciële werkzaamheden, logistieke planningen opstellen en berekeningen uitvoeren. 2490 kan in relatie tot technisch-commerciële werkzaamheden, commercieel-economische begrippen en principes hanteren en toepassen. 2491 kan in relatie tot technisch-commerciële werkzaamheden, met betrekking tot de (internationale) goederenhandel, zowel inkoop als verkoop, calculaties maken en interpreteren, en facturen samenstellen. 2492 kan in relatie tot technisch-commerciële werkzaamheden, met betrekking tot beleidsbepalende factoren (product-, prijs-, promotie-, plaats- en distributiebeleid) calculaties uitvoeren en interpreteren. 2493 kan in relatie tot technisch-commerciële werkzaamheden, met betrekking tot marktonderzoek, berekeningen uitvoeren en interpreteren 2494 kan in relatie tot technisch-commerciële werkzaamheden, juridische begrippen en principes hanteren en toepassen. 2495 kan in relatie tot technisch-commerciële werkzaamheden, bedrijfsadministratieve begrippen en principes hanteren en toepassen. 2496 kan in relatie tot technisch-commerciële werkzaamheden, zowel mondeling als schriftelijk in het Nederlands en Engels communiceren. 2497 kan in relatie tot technisch-commerciële werkzaamheden, zowel mondeling als schriftelijk op eenvoudige wijze in het Duits communiceren *. (facultatief) 2498 kan in relatie tot technisch-commerciële werkzaamheden, in het Nederlands en Engels gestelde teksten lezen en interpreteren. 2499 kan in relatie tot technisch-commerciële werkzaamheden, eenvoudige in het Duits gestelde teksten lezen en interpreteren *. (facultatief 2500 kan in relatie tot technisch-commerciële werkzaamheden, gebruikmaken van verschillende communicatiemiddelen en softwarepakketten. 2501 kan een technisch-commercieel project in samenwerking met anderen opzetten, uitvoeren, afronden en presenteren. Pagina 12 van 33

10232 Middenkaderfunctionaris Automatiserings Elektronica (MK-AEC) 50849 Maatschappelijk Culturele Vorming 2521 2522 2523 2524 2525 2526 2527 2528 2529 2530 2531 2532 2533 2534 2535 2536 2537 2538 2539 2540 2541 2542 2543 2544 de leerling is in staat zijn mening te weer te geven over vraagstukken van het menselijk samenleven, waarmee hij in verschillende rollen (partner, deelnemer aan sociale verbanden in vrije tijd en werksituatie) in aanraking komt. de leerling kan uitleggen dat opvattingen en gedrag (van hemzelf en anderen) voor een belangrijk deel verband houden met maatschappelijke en culturele posities. de leerling is in staat zijn visie weer te geven over de omgang met anderen binnen een (partner)relatie. de leerling is in staat tijdens zijn werk en in zijn vrije tijd op basis van respect om te gaan met mensen van een andere maatschappelijke en culturele achtergrond. de leerling kan uitleggen in hoeverre opvattingen en gedragingen (van hemzelf en anderen) aansluiten bij de basiskenmerken en - uitgangspunten van de parlementaire democratie. de leerling kan uitleggen in hoeverre opvattingen en gedragingen (van hemzelf en anderen) aansluiten bij de basiskenmerken en - uitgangspunten van de rechtsstaat. de leerling is in staat zijn waarden, normen en opvattingen weer te geven over de betekenis van (betaalde en onbetaalde) arbeid voor individu en samenleving. de leerling is in staat (zelfstandig) stappen te ondernemen die kunnen leiden tot het vinden en aanvaarden van betaald werk. de leerling is in staat te verwoorden welke rechten, plichten en verantwoordelijkheden voortvloeien uit een arbeidscontract in een gegeven situatie. Hij is in staat op te komen voor zijn belangen. de leerling kan in een gegeven werksituatie aspecten herkennen die samenhangen met veiligheid, gezondheid en welzijn (arbeidsomstandigheden). Hij is in staat op te komen voor zijn belangen. de leerling kan verwoorden welke mogelijkheden werknemers in een gegeven situatie hebben om invloed uit te oefenen binnen zijn arbeidsorganisatie. Hij kan opkomen voor zijn belangen. de leerling is in staat ethische vragen en dilemma s te herkennen die zich kunnen voordoen bij de beroepsuitoefening. Hij kan verwoorden hoe en waarom hij in een gegeven situatie ethisch zou handelen. de leerling is in staat (zelfstandig) informatie in te winnen omtrent zijn rechten, plichten en verantwoordelijkheden in geval van werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid in een gegeven situatie. Hij is in staat op te komen voor zijn belangen. de leerling is in staat zijn mening weer te geven over vraagstukken die samenhangen met sociaal-culturele en demografische ontwikkelingen in de samenleving, waarmee hij als burger en/of beroepsbeoefenaar in aanraking komt. de leerling kan uitleggen in hoeverre de eigen opvattingen over sociale en politieke vraagstukken en die van anderen verband houden met achterliggende levensbeschouwelijke en/of politiek-ideologische oriëntaties. de leerling kan uitleggen op welke wijze het proces van individualisering zich manifesteert in de samenleving als geheel en in zijn eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk. de leerling kan uitleggen op welke wijze de ontwikkeling van Nederland tot een multiculturele samenleving zich manifesteert in de samenleving als geheel en in zijn eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk. de leerling kan uitleggen op welke wijze de vergrijzing van de Nederlandse samenleving zich manifesteert in de samenleving als gehee en in zijn eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk. de leerling kan ten aanzien van actuele sociale en politieke vraagstukken uitleggen op welke wijze beleids- en besluitvormingsprocessen verlopen en met welke mogelijkheden hijzelf als betrokkene danwel betrokkenen deze processen kan (kunnen) beïnvloeden. de leerling kan uitleggen en herkennen op welke wijze de internationalisering van de samenleving zich manifesteert in zijn eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk. de leerling kan uitleggen wat de gevolgen (kunnen) zijn van de voortgaande technologisering van de samenleving voor het arbeidsbestel in het algemeen en de eigen beroepsgroep in het bijzonder. Hij kan zijn eigen positie ten opzichte van deze veranderingen weergeven. de leerling kan uitleggen en herkennen wat de betekenis is van veranderingen op het gebied van arbeidsmarkt en werkgelegenheid voor groepen in de samenleving en de eigen (toekomstige) beroepsgroep in het bijzonder. de leerling kan uitleggen en herkennen wat de betekenis is van veranderingen op het gebied van de sociale zekerheid voor groepen in de samenleving en de eigen beroepsgroep in het bijzonder. de leerling kan actuele sociale en politieke vraagstukken in verband brengen met kenmerken van de sociaal-economische structuur van de Nederlandse samenleving. Pagina 13 van 33

50859 Algemene Vaardigheden MK -functionaris elektrotechniek 2563 2564 2565 2566 2567 2568 2569 2570 2571 2572 2573 2574 de leerling kan teksten die betrekking hebben op de beroepssituatie, lezen en essentiële informatie uit deze teksten weergeven en ter discussie stellen. de leerling kan, op zijn beroepssituatie betrekking hebbende teksten, op zijn publiek gericht, duidelijk, begrijpelijk en overzichtelijk schrijven en invullen en zich correct en vaardig in het Nederlands uitdrukken, waarbij spelling, woordkeus en stijl op de juiste wijze wordt toegepast. de leerling kan binnen zijn beroepssituatie de (voor hem) essentiële informatie in mondelinge communicatie samenvatten, parafraserend weergeven en impliciete bedoelingen voor zover mogelijk herkennen en beoordelen. de leerling kan binnen zijn beroepssituatie op een vaardige wijze omgaan met computerapparatuur, tekstverwerkingsprogrammatuur en randapparatuur ten behoeve van productie, distributie en opslag van de voor hem relevante teksten. de leerling kan bij het verwerven van informatie gebruik maken van audiovisuele media, naslagwerken, vakliteratuur en geautomatiseerde gegevensbestanden. de leerling kan Engelse teksten, die op de beroepssituatie betrekking hebben, lezen en de essentiële informatie uit deze teksten weergeven, ter discussie stellen en interpreteren. de leerling kan contacten onderhouden met klanten en leveranciers, werkinstructies ontvangen en interpreteren, telefoongesprekken voeren in de Engelse taal, gericht bedrijfsinformatie geven en samenwerken met technici die zich van de Engelse taal bedienen. de leerling kan informatie, in de Engelse taal aangeboden, via lezingen, bijscholingscursussen en demonstraties volgen en verwerken. de leerling kan op expressies van veel voorkomende rekenkundige en algebraïsche functies bewerkingen uitvoeren. de leerling kan stelsels van lineaire vergelijkingen (drie variabelen) oplossen. de leerling kan van een relatie de inverse van relatie, het bijbehorende domein en bereik en het volledige origineel van nul bepalen en de grafiek tekenen. de leerling kan verbanden leggen tussen gegevens en functies, tussen functies onderling en tussen de bijbehorende grafieken onderling, waarbij onder functies wordt verstaan: eerste en tweede graadsfunctie, goniometrische functies allemaal met of zonder modules-strepen en enkelvoudige argumenten (x) of (t). 2576 de leerling kan van veel voorkomende meetkundige figuren de voorkomende eigenschappen bepalen. 2577 de leerling kan in een twee dimensionaal vlak vectoren ontbinden en samenstellen en de som- en verschilvector bepalen en tekenen, met en zonder kentallen, alsmede in het complexe vlak (het Gauss-diagram) de product- en verschilvector berekenen en tekenen. 2578 de leerling kan goniometrische grafieken met samengestelde argumenten (2x, 2t of t tekenen en met behulp van elementaire formules goniometrische vergelijking en ten behoeve van snijpuntenbepaling oplossen. 2579 de leerling kan bewerkingen met complexe getallen uitvoeren en toepassen binnen de elektrotechniek. 2580 de leerling kan op een gestructureerde werkwijze wiskundige problemen in de techniek oplossen. 2581 de leerling kan het SI-stelsel en de symbolen voor grootheden en eenheden overeenkomstig NEN 999 toepassen. 2582 de leerling kan verschillende (basis)eigenschappen binnen de mechanica, de gastheorie en trillingsleer omschrijven en enkele wetten toepassen. 2583 de leerling kan licht zowel als elektromagnetische golf (met als kenmerken golflengte en EM-spectrum) als deeltjesverschijnsel omschrijven. 2584 de leerling kan de eigenschappen van licht bij spiegel- en brekingswetten omschrijven. 2585 de leerling kan de eigenschappen van geluidsbronnen beschrijven en berekeningen uitvoeren ten behoeve van een gewenste en verantwoorde geluidssterkte, gezien in relatie tot de ruimte waarin de geluidsbronnen staan en de gemiddelde afstand van de personen in die ruimte tot de geluidsbron(nen). 2586 de leerling kan de eigenschappen van warmte-geleiding van in de elektrotechniek toegepaste materialen omschrijven. 2587 de leerling kan de voor de elektrotechniek belangrijke scheikundige eigenschappen verklaren. 2588 de leerling kan de bouw van de materie op basis van chemische eigenschappen omschrijven en voorbeelden, gevolgen en toepassingen van ioniserende straling aangeven. 2589 de leerling kan praktische meetopstellingen opbouwen en vanuit het experiment de verlangde grootheid bepalen, registreren en interpreteren. 2590 de leerling kan zelfstandig zijn werkzaamheden organiseren en zijn bevindingen vastleggen. Pagina 14 van 33

50860 Basisvaardigheden informatietechniek 2545 de leerling kan PC-besturingssystemen gebruiken en de veel voorkomende commando's toepassen. 2546 de leerling kan met behulp van structogrammen eenvoudige programma's in hogere en lagere programmeertalen ontwikkelen ten behoeve van besturings- en regelschakelingen. 2547 de leerling kan omgaan met editor, compiler, assembler en debugger voor het ontwikkelen van eenvoudige PC-programma's voor hogere en lagere programmeertalen. 2548 de leerling kan aan elektrische netwerken voor gelijk- en wisselstroomcircuits in zowel éénfase- als driefasencircuits de daarvoor benodigde berekeningen maken. 2549 de leerling kan de verschillende manieren van transmissietechnieken voor zowel telecommunicatie als datacommunicatie omschrijven en verbindingen tot stand brengen volgens de gangbare methoden. 2550 de leerling kan digitale schakelingen ontwerpen, bouwen, afregelen en testen. 2551 de leerling kan met behulp van microprocessoren, I/O-programmering en interfaceschakelingen, besturingssystemen ontwerpen, testen, onvolkomenheden lokaliseren en verhelpen. 2552 de leerling kan eenvoudige analogeschakelingen ontwerpen, met gebruikmaking van gangbare componenten en passieve en actieve filterschakelingen. 2553 de leerling kan voor eenvoudige besturingsschakelingen een juiste keuze maken uit de gangbare regelaars, sensoren en actuatoren. 2554 de leerling kan eenvoudige schakelingen en eenvoudige automatiseringssystemen documenteren, produceren, testen, fouten lokaliseren en verhelpen. 2555 de leerling kan de voorkomende materialen en componenten binnen de elektronica verwerken en bewerken volgens de daarbij behorende normen. 2556 de leerling kan de binnen de elektronica voorkomende gereedschappen goed toepassen en deze correct onderhouden. 2557 de leerling kan samengestelde schakelingen voor de verschillende elektrische installaties volgens de geldende normen met een CADsysteem omzetten in tekeningen. 2558 de leerling kan op een gestructureerde werkwijze technische problemen in de techniek oplossen. 2559 de leerling kan zelfstandig zijn werkzaamheden organiseren en technische bevindingen vastleggen en organiseren. 2560 de leerling kan op basis van economische en technische principes de commerciële haalbaarheid van gemaakte keuzes motiveren. 2561 de leerling kan de bedrijfsvoering, bedrijfsorganisatie, productieprocessen en de juridisch-sociale aspecten van een bedrijf omschrijven 2562 de leerling kan de veiligheidsvoorschriften naar behoren uitvoeren en een veilige werkhouding aannemen. 50868 Service Verlenen aan Moderne Communicatieapparatuur 2649 de leerling kan eenvoudige communicatie-installaties in bedrijven ontwerpen en plannen. 2650 de leerling kan communicatieapparatuur modificeren en onderhouden. 2651 de leerling kan de juiste keuze maken uit de beschikbare communicatieapparatuur. 2652 de leerling kan veel voorkomende fouten in communicatieapparatuur lokaliseren en herstellen. 2653 de leerling kan eenvoudige print-lay-out ontwikkelen en printen vervaardigen, bestukken en controleren. 2654 de leerling kan voor computergestuurde systemen de benodigde software in HP en/of LP onderhouden en modificeren. 2655 de leerling kan eenvoudige centrale antennenetwerken binnen gebouwen plannen. 2656 de leerling kan eenvoudige centrale antennesystemen installeren, inregelen, modificeren en onderhouden. 2657 de leerling kan antennesystemen plaatsen, richten en inregelen. 2658 de leerling kan meetopstellingen realiseren voor het verrichten van metingen met geautomatiseerde meetsystemen. 2659 de leerling kan gegevens uit technische databoeken interpreteren. 2660 de leerling kan zelfstandig zijn werkzaamheden organiseren en technische bevindingen vastleggen en organiseren. 2661 de leerling kan op basis van economische en technische principes de commerciële haalbaarheid van gemaakte keuzes motiveren. 2662 de leerling kan in een project, mits aan hem toegewezen, de voorgaande eindtermen realiseren. 50869 Ontwerpen en modificeren van besturingselectronica 2635 de leerling kan eenvoudige regelsystemen voor besturingsprocessen ontwerpen en bouwen. 2636 de leerling kan procesbesturingen onderhouden en modificeren. 2637 de leerling kan besturings- en regelsystemen installeren, inregelen en modificeren. 2638 de leerling kan eenvoudige print-lay-out ontwikkelen en printen vervaardigen, bestukken en controleren. 2639 de leerling kan verschillende P-, PI- en PD-regelsystemen inregelen, fouten lokaliseren en repareren. 2640 de leerling kan eenvoudige problemen analyseren en omzetten in hardwareschakelingen. 2641 de leerling kan aan microcomputersystemen onderhoud verrichten en optredende interface problemen oplossen. 2642 de leerling kan in vermogensbesturingen en vermogensregelingen storingen lokaliseren en verhelpen. 2643 de leerling kan in besturingen en regelingen modificaties uitvoeren. 2644 de leerling kan voor computergestuurde systemen de benodigde software in HP en/of LP onderhouden en modificeren 2645 de leerling kan meetopstellingen realiseren voor het verrichten van metingen met geautomatiseerde meetsystemen. 2646 de leerling kan zelfstandig zijn werkzaamheden organiseren en technische bevindingen vastleggen en organiseren. 2647 de leerling kan op basis van economische en technische principes de commerciële haalbaarheid van gemaakte keuzes motiveren. 2648 de leerling kan in een project, mits aan hem toegewezen, de voorgaande eindtermen realiseren. Pagina 15 van 33

50870 Ontwikkelen/Modificeren/Onderhoud en Bedrijfscontrolesystemen 2622 de leerling kan vanuit beroepsrichting en bedrijfsvoering een bijdrage leveren bij het ontwerp en het onderhoud van een Arbo-, Milieuen Kwaliteitszorgsysteem. 2623 de leerling kan eenvoudige netwerken voor communicatie binnen gebouwen plannen. 2624 de leerling kan eenvoudige communicatienetten voor telefoon, datacommunicatie aanleggen, inregelen, modificeren en onderhouden. 2625 de leerling kan eenvoudige communicatienetten voor audio- en video-installaties aanleggen, inregelen, modificeren en onderhouden. 2626 de leerling kan eenvoudige installaties voor bedrijfsbewaking binnen gebouwen plannen. 2627 de leerling kan eenvoudige bedrijfsbewakingsinstallaties installeren, inregelen, modificeren en onderhouden. 2628 de leerling kan eenvoudige bedrijfsbewakingssystemen ontwikkelen/modificeren. 2629 de leerling kan bedrijfsbewakingssystemen onderhouden en repareren. 2630 de leerling kan meetopstellingen realiseren voor het verrichten van metingen met geautomatiseerde meetsystemen. 2631 de leerling kan gegevens uit technische databoeken interpreteren. 2632 de leerling kan zelfstandig zijn werkzaamheden organiseren en technische bevindingen vastleggen en organiseren. 2633 de leerling kan op basis van economische en technische principes de commerciële haalbaarheid van gemaakte keuzes motiveren. 2634 de leerling kan in een project, mits aan hem toegewezen, de voorgaande eindtermen realiseren. 50871 Projectmanagement Automatiserings electronica 2612 de leerling kan ten behoeve van installaties en apparatuur onderhoudsprojecten voorbereiden. 2613 de leerling kan ten behoeve van installaties en apparatuur onderhoudsprojecten coördineren. 2614 de leerling kan ten behoeve van installaties en apparatuur onderhoudsprojecten administratief begeleiden. 2615 de leerling kan ten behoeve van installaties en apparatuur onderhoudsprojecten technisch begeleiden. 2616 de leerling kan installaties en basisapparatuur modificeren aan de hand van in overleg opgestelde specificaties. 2617 de leerling kan de bedrijfskundige kennis binnen zijn werkzaamheden toepassen. 2618 de leerling kan mondeling rapporteren met betrekking tot projectwerkzaamheden. 2619 de leerling kan schriftelijk rapporteren met betrekking tot projectwerkzaamheden. 2620 de leerling kan werkoverleg voeren met betrekking tot de uitvoering van projectwerkzaamheden. 2621 de leerling kan een bijdrage leveren aan het ontwerp en onderhoud aan de veiligheids-, milieu-, arbo- en kwaliteitssysteem. Pagina 16 van 33

10235 Middenkaderfunctionaris Automatiserings Energietechniek (MK-AEN) 50849 Maatschappelijk Culturele Vorming 2521 2522 2523 2524 2525 2526 2527 2528 2529 2530 2531 2532 2533 2534 2535 2536 2537 2538 2539 2540 2541 2542 2543 2544 de leerling is in staat zijn mening te weer te geven over vraagstukken van het menselijk samenleven, waarmee hij in verschillende rollen (partner, deelnemer aan sociale verbanden in vrije tijd en werksituatie) in aanraking komt. de leerling kan uitleggen dat opvattingen en gedrag (van hemzelf en anderen) voor een belangrijk deel verband houden met maatschappelijke en culturele posities. de leerling is in staat zijn visie weer te geven over de omgang met anderen binnen een (partner)relatie. de leerling is in staat tijdens zijn werk en in zijn vrije tijd op basis van respect om te gaan met mensen van een andere maatschappelijke en culturele achtergrond. de leerling kan uitleggen in hoeverre opvattingen en gedragingen (van hemzelf en anderen) aansluiten bij de basiskenmerken en - uitgangspunten van de parlementaire democratie. de leerling kan uitleggen in hoeverre opvattingen en gedragingen (van hemzelf en anderen) aansluiten bij de basiskenmerken en - uitgangspunten van de rechtsstaat. de leerling is in staat zijn waarden, normen en opvattingen weer te geven over de betekenis van (betaalde en onbetaalde) arbeid voor individu en samenleving. de leerling is in staat (zelfstandig) stappen te ondernemen die kunnen leiden tot het vinden en aanvaarden van betaald werk. de leerling is in staat te verwoorden welke rechten, plichten en verantwoordelijkheden voortvloeien uit een arbeidscontract in een gegeven situatie. Hij is in staat op te komen voor zijn belangen. de leerling kan in een gegeven werksituatie aspecten herkennen die samenhangen met veiligheid, gezondheid en welzijn (arbeidsomstandigheden). Hij is in staat op te komen voor zijn belangen. de leerling kan verwoorden welke mogelijkheden werknemers in een gegeven situatie hebben om invloed uit te oefenen binnen zijn arbeidsorganisatie. Hij kan opkomen voor zijn belangen. de leerling is in staat ethische vragen en dilemma s te herkennen die zich kunnen voordoen bij de beroepsuitoefening. Hij kan verwoorden hoe en waarom hij in een gegeven situatie ethisch zou handelen. de leerling is in staat (zelfstandig) informatie in te winnen omtrent zijn rechten, plichten en verantwoordelijkheden in geval van werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid in een gegeven situatie. Hij is in staat op te komen voor zijn belangen. de leerling is in staat zijn mening weer te geven over vraagstukken die samenhangen met sociaal-culturele en demografische ontwikkelingen in de samenleving, waarmee hij als burger en/of beroepsbeoefenaar in aanraking komt. de leerling kan uitleggen in hoeverre de eigen opvattingen over sociale en politieke vraagstukken en die van anderen verband houden met achterliggende levensbeschouwelijke en/of politiek-ideologische oriëntaties. de leerling kan uitleggen op welke wijze het proces van individualisering zich manifesteert in de samenleving als geheel en in zijn eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk. de leerling kan uitleggen op welke wijze de ontwikkeling van Nederland tot een multiculturele samenleving zich manifesteert in de samenleving als geheel en in zijn eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk. de leerling kan uitleggen op welke wijze de vergrijzing van de Nederlandse samenleving zich manifesteert in de samenleving als gehee en in zijn eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk. de leerling kan ten aanzien van actuele sociale en politieke vraagstukken uitleggen op welke wijze beleids- en besluitvormingsprocessen verlopen en met welke mogelijkheden hijzelf als betrokkene danwel betrokkenen deze processen kan (kunnen) beïnvloeden. de leerling kan uitleggen en herkennen op welke wijze de internationalisering van de samenleving zich manifesteert in zijn eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk. de leerling kan uitleggen wat de gevolgen (kunnen) zijn van de voortgaande technologisering van de samenleving voor het arbeidsbestel in het algemeen en de eigen beroepsgroep in het bijzonder. Hij kan zijn eigen positie ten opzichte van deze veranderingen weergeven. de leerling kan uitleggen en herkennen wat de betekenis is van veranderingen op het gebied van arbeidsmarkt en werkgelegenheid voor groepen in de samenleving en de eigen (toekomstige) beroepsgroep in het bijzonder. de leerling kan uitleggen en herkennen wat de betekenis is van veranderingen op het gebied van de sociale zekerheid voor groepen in de samenleving en de eigen beroepsgroep in het bijzonder. de leerling kan actuele sociale en politieke vraagstukken in verband brengen met kenmerken van de sociaal-economische structuur van de Nederlandse samenleving. Pagina 17 van 33

50859 Algemene Vaardigheden MK -functionaris elektrotechniek 2563 2564 2565 2566 2567 2568 2569 2570 2571 2572 2573 2574 de leerling kan teksten die betrekking hebben op de beroepssituatie, lezen en essentiële informatie uit deze teksten weergeven en ter discussie stellen. de leerling kan, op zijn beroepssituatie betrekking hebbende teksten, op zijn publiek gericht, duidelijk, begrijpelijk en overzichtelijk schrijven en invullen en zich correct en vaardig in het Nederlands uitdrukken, waarbij spelling, woordkeus en stijl op de juiste wijze wordt toegepast. de leerling kan binnen zijn beroepssituatie de (voor hem) essentiële informatie in mondelinge communicatie samenvatten, parafraserend weergeven en impliciete bedoelingen voor zover mogelijk herkennen en beoordelen. de leerling kan binnen zijn beroepssituatie op een vaardige wijze omgaan met computerapparatuur, tekstverwerkingsprogrammatuur en randapparatuur ten behoeve van productie, distributie en opslag van de voor hem relevante teksten. de leerling kan bij het verwerven van informatie gebruik maken van audiovisuele media, naslagwerken, vakliteratuur en geautomatiseerde gegevensbestanden. de leerling kan Engelse teksten, die op de beroepssituatie betrekking hebben, lezen en de essentiële informatie uit deze teksten weergeven, ter discussie stellen en interpreteren. de leerling kan contacten onderhouden met klanten en leveranciers, werkinstructies ontvangen en interpreteren, telefoongesprekken voeren in de Engelse taal, gericht bedrijfsinformatie geven en samenwerken met technici die zich van de Engelse taal bedienen. de leerling kan informatie, in de Engelse taal aangeboden, via lezingen, bijscholingscursussen en demonstraties volgen en verwerken. de leerling kan op expressies van veel voorkomende rekenkundige en algebraïsche functies bewerkingen uitvoeren. de leerling kan stelsels van lineaire vergelijkingen (drie variabelen) oplossen. de leerling kan van een relatie de inverse van relatie, het bijbehorende domein en bereik en het volledige origineel van nul bepalen en de grafiek tekenen. de leerling kan verbanden leggen tussen gegevens en functies, tussen functies onderling en tussen de bijbehorende grafieken onderling, waarbij onder functies wordt verstaan: eerste en tweede graadsfunctie, goniometrische functies allemaal met of zonder modules-strepen en enkelvoudige argumenten (x) of (t). 2576 de leerling kan van veel voorkomende meetkundige figuren de voorkomende eigenschappen bepalen. 2577 de leerling kan in een twee dimensionaal vlak vectoren ontbinden en samenstellen en de som- en verschilvector bepalen en tekenen, met en zonder kentallen, alsmede in het complexe vlak (het Gauss-diagram) de product- en verschilvector berekenen en tekenen. 2578 de leerling kan goniometrische grafieken met samengestelde argumenten (2x, 2t of t tekenen en met behulp van elementaire formules goniometrische vergelijking en ten behoeve van snijpuntenbepaling oplossen. 2579 de leerling kan bewerkingen met complexe getallen uitvoeren en toepassen binnen de elektrotechniek. 2580 de leerling kan op een gestructureerde werkwijze wiskundige problemen in de techniek oplossen. 2581 de leerling kan het SI-stelsel en de symbolen voor grootheden en eenheden overeenkomstig NEN 999 toepassen. 2582 de leerling kan verschillende (basis)eigenschappen binnen de mechanica, de gastheorie en trillingsleer omschrijven en enkele wetten toepassen. 2583 de leerling kan licht zowel als elektromagnetische golf (met als kenmerken golflengte en EM-spectrum) als deeltjesverschijnsel omschrijven. 2584 de leerling kan de eigenschappen van licht bij spiegel- en brekingswetten omschrijven. 2585 de leerling kan de eigenschappen van geluidsbronnen beschrijven en berekeningen uitvoeren ten behoeve van een gewenste en verantwoorde geluidssterkte, gezien in relatie tot de ruimte waarin de geluidsbronnen staan en de gemiddelde afstand van de personen in die ruimte tot de geluidsbron(nen). 2586 de leerling kan de eigenschappen van warmte-geleiding van in de elektrotechniek toegepaste materialen omschrijven. 2587 de leerling kan de voor de elektrotechniek belangrijke scheikundige eigenschappen verklaren. 2588 de leerling kan de bouw van de materie op basis van chemische eigenschappen omschrijven en voorbeelden, gevolgen en toepassingen van ioniserende straling aangeven. 2589 de leerling kan praktische meetopstellingen opbouwen en vanuit het experiment de verlangde grootheid bepalen, registreren en interpreteren. 2590 de leerling kan zelfstandig zijn werkzaamheden organiseren en zijn bevindingen vastleggen. 50880 Projectmanagement Automatiserings energietechniek 2684 de leerling kan installatie- en onderhoudsprojecten voorbereiden. 2685 de leerling kan installatie- en onderhoudsprojecten coördineren. 2686 de leerling kan met betrekking tot installatie- en onderhoudsprojecten de planning en het budget bewaken. 2687 de leerling kan installatie- en onderhoudsprojecten technisch begeleiden. 2688 de leerling kan bedrijfskundige vaardigheden binnen een geautomatiseerd productiebedrijf of deel daarvan toepassen. 2689 de leerling kan mondeling rapporteren met betrekking tot projectwerkzaamheden. 2690 de leerling kan schriftelijke rapportages maken met betrekking tot projectwerkzaamheden. 2691 de leerling kan met betrekking tot de uitvoering van projectwerkzaamheden werkoverleg voeren. 50882 Uitwerken/Tekenen/Inregelen in Bedrijf stellen Industriele Installaties 2676 2677 2678 2679 2680 2681 2682 2683 de leerling kan volgens instructies ontwerpschetsen van elektrische besturings-, aandrijf- en meet- en regelinstallaties uitwerken en tekenen met behulp van een geautomatiseerd tekensysteem. de leerling kan elektro pneumatische componenten monteren en aansluiten. de leerling kan nieuw geïnstalleerde of gemodificeerde besturingssystemen inregelen en in bedrijf stellen. de leerling kan nieuw geïnstalleerde of gemodificeerde geregelde aandrijfinstallaties inregelen en in bedrijf stellen. de leerling kan nieuw geïnstalleerde of gemodificeerde eenvoudige meet- en regelprocessen inregelen en in bedrijf stellen. de leerling kan elektrische metingen verrichten aan de genoemde systemen in relatie tot de genoemde werkzaamheden. de leerling kan storingen lokaliseren en opheffen in relatie tot de genoemde werkzaamheden. de leerling kan de werkzaamheden genoemd onder 3, 4, 5, 6 en 7 schriftelijk vastleggen in een verslag. Pagina 18 van 33

50883 Installeren/Onderhouden Elektrische Industriele Installaties 2692 de leerling kan elektrische bedrading installeren ten behoeve van besturings-, meet/regel- en aandrijfinstallaties. 2693 de leerling kan op basis van specificatie de juiste stuurcomponent of regelaar kiezen ten behoeve van sturing of aandrijving waartoe de volgende stuur- en regelcomponenten worden gerekend: softstarters, wisselstroomschakelaars, wisselstroomregelaars, mutatoren, frequentie-omzetters en choppers (1e en 2e kwadrant bedrijf). 2694 de leerling kan elektrische geregelde en/of gestuurde aandrijvingen en toestellen installeren en aansluiten. 2695 de leerling kan opnemers, actuatoren, besturingsmodulen en procesregelaars installeren en aansluiten. 2696 de leerling kan de Mens Machine Interface (MMI) in relatie tot besturingsinstallaties bedienen ten behoeve van onderhoudswerkzaamheden. 2697 de leerling kan alle componenten in een enkelvoudig beveiligde elektrische meet- en regelkring op hun functionaliteit controleren. 2698 de leerling kan genoemde installaties integraal preventief en correctief onderhouden. 2699 de leerling kan de genoemde (deel) installaties beperkt inregelen, afstellen en in en uit bedrijf stellen. 2700 de leerling kan bestaande PLC-programma's modificeren. 2701 de leerling kan meervoudige storingen lokaliseren en opheffen. 2702 de leerling kan een bijdrage leveren aan het ontwerp en onderhoud van een Arbo-, milieu- en kwaliteitszorgsysteem. 50884 Installeren/Onderhouden Elektrische Componenten Installaties 2663 de leerling kan de elektrische bedrading van opnemers en actuatoren installeren. 2664 de leerling kan de componenten van een besturingsinstallatie (zoals opnemers, actuatoren en besturingsmodulen) installeren en aansluiten. 2665 de leerling kan parameters van een besturingsinstallatie (zoals tellers en timers) wijzigen. 2666 de leerling kan een gegeven PLC-programma of gegeven modificaties op een bestaand programma invoeren en testen. 2667 de leerling kan de elektrische bedrading van meet- en regelkringen installeren en aansluiten. 2668 de leerling kan meet- en regelkringcomponenten verifiëren en justeren. 2669 de leerling kan meet- en regelkringen controleren. 2670 de leerling kan meetopstellingen ten behoeve van het meten van procesgrootheden visueel controleren. 2671 de leerling kan op basis van specificatie de juiste vermogenselektronicacomponent of regelaar (1e en 2e kwadrant bedrijf) kiezen waartoe de volgende componenten en regelaars worden gerekend: frequentie-omzetter, softstarter, wisselstroomschakelaar en/of wisselstroomregelaar. 2672 de leerling kan elektrische gestuurde aandrijvingen en toestellen installeren en aansluiten. 2673 de leerling kan de genoemde aandrijvingen beperkt inregelen en in bedrijf stellen. 2674 de leerling kan de genoemde componenten en apparatuur preventief en correctief onderhouden. 2675 de leerling kan enkelvoudige storingen lokaliseren en opheffen. 50885 Basisvaardigheden energietechniek 2502 de leerling kan aan elektrische netwerken voor gelijk- en wisselstroomcircuits in zowel éénfase- als driefasencircuits de daarvoor benodigde berekeningen maken. 2503 de leerling kan zelfstandig aan elektrische installaties, machines en onderdelen daarvan werkzaamheden verrichten voor montage en aansluiting, onderhoud, opsporen en verhelpen van storingen, modificatie en in bedrijf stellen. 2504 de leerling kan samengestelde schakelingen voor de verschillende elektrische installaties volgens de geldende normen met CADsystemen omzetten in tekeningen. 2505 de leerling kan de benodigde gereedschappen op een adequate wijze gebruiken en onderhouden. 2506 de leerling kan zelfstandig aan elektrische installaties en onderdelen daarvan metingen verrichten, meetgegevens interpreteren en daarop passende maatregelen nemen. 2507 de leerling kan de benodigde materialen verwerken tot functionele constructies. 2508 de leerling kan van veel voorkomende digitale besturings- en analogeschakelingen de werking verklaren. 2509 de leerling kan van veel voorkomende elektrische en pneumatische sensoren en actuatoren de principiële werking verklaren. 2510 de leerling kan de werking van veel toegepaste transformatoren en machines verklaren en voor stroom, spanning en vermogen, voor éénfase- en driefasensystemen berekeningen uitvoeren. 2511 de leerling kan aan éénfase-, driefasennetten, gelijkricht- en besturingsschakelingen, metingen verrichten, berekeningen uitvoeren, storingen lokaliseren en verhelpen. 2512 de leerling kan eenvoudige licht- en krachtinstallaties ontwerpen, modificeren, berekenen, tekenen, installeren, testen en in bedrijf stellen. 2513 de leerling kan in schakelingen en installaties de juiste beveiligingsmaterialen berekenen en bepalen. 2514 de leerling kan eenvoudige digitale en analoge schakelingen ontwerpen, berekenen, modificeren, afregelen en testen. 2515 de leerling kan eenvoudige besturingsprogramma's, volgens de geldende IEC-484 normen, voor PLC s ontwerpen en testen. 2516 de leerling kan een gangbaar PC-besturingssysteem hanteren met de veel voorkomende toepassingen. 2517 de leerling kan op een gestructureerde werkwijze technische problemen in de techniek oplossen. 2518 de leerling kan zelfstandig zijn werkzaamheden organiseren en technische bevindingen vastleggen. 2519 de leerling kan de bedrijfsvoering, bedrijfsorganisatie, productieprocessen en de juridisch-sociale aspecten van een bedrijf omschrijven 3089 de leerling kan op basis van economische en technische principes de commerciële haalbaarheid van gemaakte keuzes motiveren. 3090 de leerling kan de veiligheidsvoorschriften naar behoren uitvoeren en een veilige werkhouding aannemen. Pagina 19 van 33

10237 Middenkaderfunctionaris Elektrotechnische Installatietechniek (MK-EIT) 50849 Maatschappelijk Culturele Vorming 2521 2522 2523 2524 2525 2526 2527 2528 2529 2530 2531 2532 2533 2534 2535 2536 2537 2538 2539 2540 2541 2542 2543 2544 de leerling is in staat zijn mening te weer te geven over vraagstukken van het menselijk samenleven, waarmee hij in verschillende rollen (partner, deelnemer aan sociale verbanden in vrije tijd en werksituatie) in aanraking komt. de leerling kan uitleggen dat opvattingen en gedrag (van hemzelf en anderen) voor een belangrijk deel verband houden met maatschappelijke en culturele posities. de leerling is in staat zijn visie weer te geven over de omgang met anderen binnen een (partner)relatie. de leerling is in staat tijdens zijn werk en in zijn vrije tijd op basis van respect om te gaan met mensen van een andere maatschappelijke en culturele achtergrond. de leerling kan uitleggen in hoeverre opvattingen en gedragingen (van hemzelf en anderen) aansluiten bij de basiskenmerken en - uitgangspunten van de parlementaire democratie. de leerling kan uitleggen in hoeverre opvattingen en gedragingen (van hemzelf en anderen) aansluiten bij de basiskenmerken en - uitgangspunten van de rechtsstaat. de leerling is in staat zijn waarden, normen en opvattingen weer te geven over de betekenis van (betaalde en onbetaalde) arbeid voor individu en samenleving. de leerling is in staat (zelfstandig) stappen te ondernemen die kunnen leiden tot het vinden en aanvaarden van betaald werk. de leerling is in staat te verwoorden welke rechten, plichten en verantwoordelijkheden voortvloeien uit een arbeidscontract in een gegeven situatie. Hij is in staat op te komen voor zijn belangen. de leerling kan in een gegeven werksituatie aspecten herkennen die samenhangen met veiligheid, gezondheid en welzijn (arbeidsomstandigheden). Hij is in staat op te komen voor zijn belangen. de leerling kan verwoorden welke mogelijkheden werknemers in een gegeven situatie hebben om invloed uit te oefenen binnen zijn arbeidsorganisatie. Hij kan opkomen voor zijn belangen. de leerling is in staat ethische vragen en dilemma s te herkennen die zich kunnen voordoen bij de beroepsuitoefening. Hij kan verwoorden hoe en waarom hij in een gegeven situatie ethisch zou handelen. de leerling is in staat (zelfstandig) informatie in te winnen omtrent zijn rechten, plichten en verantwoordelijkheden in geval van werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid in een gegeven situatie. Hij is in staat op te komen voor zijn belangen. de leerling is in staat zijn mening weer te geven over vraagstukken die samenhangen met sociaal-culturele en demografische ontwikkelingen in de samenleving, waarmee hij als burger en/of beroepsbeoefenaar in aanraking komt. de leerling kan uitleggen in hoeverre de eigen opvattingen over sociale en politieke vraagstukken en die van anderen verband houden met achterliggende levensbeschouwelijke en/of politiek-ideologische oriëntaties. de leerling kan uitleggen op welke wijze het proces van individualisering zich manifesteert in de samenleving als geheel en in zijn eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk. de leerling kan uitleggen op welke wijze de ontwikkeling van Nederland tot een multiculturele samenleving zich manifesteert in de samenleving als geheel en in zijn eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk. de leerling kan uitleggen op welke wijze de vergrijzing van de Nederlandse samenleving zich manifesteert in de samenleving als gehee en in zijn eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk. de leerling kan ten aanzien van actuele sociale en politieke vraagstukken uitleggen op welke wijze beleids- en besluitvormingsprocessen verlopen en met welke mogelijkheden hijzelf als betrokkene danwel betrokkenen deze processen kan (kunnen) beïnvloeden. de leerling kan uitleggen en herkennen op welke wijze de internationalisering van de samenleving zich manifesteert in zijn eigen leefsituatie en (toekomstige) beroepspraktijk. de leerling kan uitleggen wat de gevolgen (kunnen) zijn van de voortgaande technologisering van de samenleving voor het arbeidsbestel in het algemeen en de eigen beroepsgroep in het bijzonder. Hij kan zijn eigen positie ten opzichte van deze veranderingen weergeven. de leerling kan uitleggen en herkennen wat de betekenis is van veranderingen op het gebied van arbeidsmarkt en werkgelegenheid voor groepen in de samenleving en de eigen (toekomstige) beroepsgroep in het bijzonder. de leerling kan uitleggen en herkennen wat de betekenis is van veranderingen op het gebied van de sociale zekerheid voor groepen in de samenleving en de eigen beroepsgroep in het bijzonder. de leerling kan actuele sociale en politieke vraagstukken in verband brengen met kenmerken van de sociaal-economische structuur van de Nederlandse samenleving. Pagina 20 van 33