Antwoordmodel Aan dit antwoordmodel kunnen geen rechten worden ontleend. Over de antwoordindicaties kan niet worden gecorrespondeerd voordat de uitslag van het examen bekend is. Bent u het niet eens met de beoordeling, dan kunt u na ontvangst van de uitslag bezwaar indienen (zie Examenreglement, artikel 30). De paginaverwijzingen in dit antwoordmodel zijn gebaseerd op het reguliere materiaal. Indien u de module in de e-learningvariant heeft gevolgd, kunnen de paginaverwijzingen afwijken. De verwijzingen naar de hoofdstukken blijven wel gelijk. Open vragen (50 punten) 1. Beëindiging geregistreerd partnerschap: overlijden van een van de partners; vermissing van een van de partners, gevolgd door een nieuw huwelijk of geregistreerd partnerschap van de ander; ontbinding op verzoek van één van de partners; ondertekenen en inschrijven van de beëindigingsovereenkomst; omzetting in een huwelijk. Wft - Basis - hoofdstuk 1, pagina 8 Aantal punten: 5 Per juiste vorm: 1 punt (maximaal 5) 2. Heffingvrij vermogen: 2 x 20.661 + 2 x 2.762 = 46.846 Inkomstenbelasting: 30% x 4% x (310.000-46.846) = 3.157,85 Wft - Basis - hoofdstuk 2, pagina 25 Aantal punten: 4 Heffingvrij vermogen juist: 2 punten Eindbedrag juist: 2 punten Afgeronde uitkomst van 3158,- ook goed rekenen. 3. Motieven om te sparen: zekerheidsmotief doelmotief NCOI Opleidingsgroep 1
vermogensmotief Wft - Basis - hoofdstuk 4, pagina 50 Per juist motief: 1 punt (maximaal 3) 4. 12.000 x (1,038)6 = 15.009,47 Wft - Basis - hoofdstuk 6, pagina 113 Bijlage les 4 (Financiële rekenkunde handmatig), pagina 2. (1,038)6 juist toegepast: 2 punten Eindbedrag juist: 1 punt 5. Niets: de inkomsten zijn weliswaar 0,55% van 280.000 = 1.540, maar daar staat een zelfde aftrek tegenover omdat de woningschuld is afgelost. Wft - Basis - hoofdstuk 12, pagina 218 Toelichting beoordelen naar de geest, niet naar de letter. 6. Nee, want de man is voor 1950 geboren. Wft - Basis - hoofdstuk 20, pagina 326 7. Nee, de loonbetalingsperiode blijft 104 weken, alleen de WIA-uitkering kan in mindering worden gebracht op het uit te betalen loon. De kleine gids 2009, hoofdstuk 3, pagina 32, 33 8. Ja, bij arbeidsovereenkomsten die korter dan twee jaar duren is de proeftijd maximaal één maand. Wordt een langere proeftijd overeengekomen dan is toegestaan, dan is deze nietig. Er is in het geheel dan geen proeftijd. De kleine gids 2009, hoofdstuk 25, pagina 158 2 NCOI Opleidingsgroep
9. Taken: controleren van de naleving van de wettelijke regels en interne regels adviseren van personen die beleggingsactiviteiten uitvoeren over naleving van regels toezien op deugdelijkheid interne regels beoordelen van effectiviteit van opgestelde procedures jaarlijks rapporteren aan directie en toezichthouders Bijlage les 6 (MiFID reader), hoofdstuk 4b, pagina 40 Aantal punten: 5 Per juiste taak: 1 punt (maximaal 5) 10. Onjuist: de stichting mag wel winst maken, maar deze niet uitkeren aan de oprichters. Wft - Module 5 - hoofdstuk 1, pagina 13 11. Jan: 100.000 Louis: 100.000 Klaas: 50.000 Wft - Module 5 - hoofdstuk 5, pagina 109 en 110 Per juiste aansprakelijkheid van een vennoot: 1 punt (maximaal 3 punten) 12. Voorwaarden: BV moet onderneming minstens 3 jaar voortzetten ingebrachte activa en passiva moeten tegen dezelfde fiscale boekwaarde worden overgenomen/gewaardeerd er mag geen commerciële herwaardering plaatsvinden. Wft - Module 5 - hoofdstuk 5, pagina 122 Per juiste voorwaarde 1 punt (maximaal 3 punten) NCOI Opleidingsgroep 3
13. Joris heeft gelijk: de resultaten worden aan de op te richten BV toegerekend. Wft - Module 5 - hoofdstuk 5, pagina 155 14. Klaartje loopt het risico dat de BV toch nog schulden had en dus niet leeg was, dat er alsnog claims tegen de BV worden ingediend. Wft - Module 5 - hoofdstuk 5, pagina 157, antwoord goed of fout. 15. Het zittende management neemt de onderneming over. Wft - Module 5 - hoofdstuk 11, pagina 231, antwoord goed of fout. 4 NCOI Opleidingsgroep
Case: Heiselmans BV (50 punten) 1. Dit is niet voordelig. Het salaris wordt belast in box 1, het dividend in box 2. Het is waarschijnlijk dat Erik in box 1 een hoger percentage betaalt (52%) dan in box 2 (25%) over de 20.000 verhoging. Wft - Basis - hoofdstuk 2, pagina 24 Aantal punten: 10 Juiste antwoord: 4 punten. In motivatie onderscheid beloning in beide boxen opgenomen: 3 punten. In motivatie verschil aangeduid over de verhoging van 20.000: 3 punten. 2. Tot de kleine ondernemingen: de activa zijn < 4.400.000, de netto-omzet is < 8.800.000, het gemiddeld aantal werknemers is < 50. Wft - Module 5 - hoofdstuk 1, pagina 17 Aantal punten: 10 Juiste keuze: 4 punten. Per juist element in de motivatie: 2 punten (maximaal 6 punten). 3. Nog 2 maanden. Tot het einde van de arbeidsovereenkomst. De kleine gids 2009, hoofdstuk 3, pagina 32 en 33 Aantal punten: 10 Juiste antwoord (tot einde contract): 5 punten. Juiste motivatie: 5 punten. 4. Een AOV uit rubriek B. Erik zal de inkomensderving van het eerste jaar (rubriek A) zelf opvangen. Voor de langere termijn (rubriek B keert na het eerste jaar uit) is Erik dan zeker van uitkering. Wft - Basis - hoofdstuk 18, pagina 288 Aantal punten: 8 Juiste antwoord: 3 punten. Juiste toelichting: 5 punten. 5. Nee: 20.000 x (1,045)5 = 24.923,64 15.000 x (1,045)4 = 17.887,78 10.000 x (1,045)3 = 11.411,66 NCOI Opleidingsgroep 5
10.000 x (1,045)2 = 10.920,25 10.000 x (1,045) = 10.450,- 69.593,33 Bijlage les 4 (Financiële rekenkunde handmatig), pagina 4-5 Aantal punten: 12 Juiste antwoord: 4 punten. Juiste berekening: 8 punten, per foute regel 2 punten in mindering brengen (nooit minder dan 0 punten). 6 NCOI Opleidingsgroep
Eindcijferberekening Maximaal aantal te behalen punten: 100 punten Totaal onderdeel open vragen: Totaal onderdeel case: 50 punten 50 punten Let op: conform artikel 23 van het examenreglement worden de eindcijfers op een decimaal nauwkeurig gewaardeerd. Hierbij wordt niet afgerond, maar afgebroken. Voorbeeld: 5,45 -> 5,4 5,49 -> 5,4 5,52 -> 5,5 5,59 -> 5,5 NCOI Opleidingsgroep 7