Kwaliteitszorg. Test jezelf.



Vergelijkbare documenten
Coördinatie van zorg. Test jezelf.

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

34Vraaggericht werken

Workshop communicatie

FEEDBACK GEVEN IN ZELFSTURENDE TEAMS. Yvette Paludanus

Soms gebeurt er wel eens iets wat jij niet wilt. Dit noemen wij onvrijwillige zorg. Onvrijwillige zorg mag alleen als jij in gevaar bent, of als jouw

Welkom bij Centrum Jeugd. Informatie voor kinderen, jongeren en hun familieleden

OVERZICHT OPLEIDING HELPENDE ZORG & WELZIJN

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen?

Het goede GOED doen. Gerda van Brummelen - adviseur vereniging. 3 juli 2014 Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland

ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau Evalueert de zorgverlening Antwoordmodellen

Zonder toestemming. Nota BOPZ eenvoudige versie

Communiceren is teamwork

- Leerlijn Leren leren - CED groep. Leerlijn Leren leren CED groep

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

Beoordelingsformulieren

TRAINING WERKBEGELEIDING

HELP, IK WORD GEPEST, WAT NU????

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

Begeleiding in de zorg. Test jezelf.

Luisteren en samenvatten

Leer hoe je effectiever kunt communiceren

Het goede GOED doen. Gerda van Brummelen - adviseur vereniging. 9 december 2014 Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Ondersteunen bij activiteiten

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Knabbel en Babbeltijd.

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

INZETBAARHEIDS ASSESSMENT

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team.

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

Laat de jongeren de test conflictstijlen maken (zie bijlage 1). Naar aanleiding van de uitslag ga je in gesprek.

Welkom bij Sociaal Succesvol Ondernemen. Week 2: je bedrijf op orde Les 2: een goed businessmodel

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Actief luisteren (De ander helpen zo duidelijk mogelijk te zijn)

Beroepsopdracht 3. thema: het onzichtbare zichtbaar maken. Verzorgende IG. ROC Mondriaan, School voor Zorg en Welzijn, Leiden

Welkom bij Sociaal Succesvol Ondernemen. Week 6: klaar voor klanten Les 2: Marketing Mindset

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Gedragscode. Gewoon goed doen

Opleiders in de school: Els Hagebeuk Sjef Langedijk Begeleiden van pabostudenten

De gekleurde bril Marcel Proust

ADHD: je kunt t niet zien

Startopdracht. Iedereen die in Zorg en Welzijn werkt, krijgt te maken met agressie op het werk.

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Gevorderd

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

Over:

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Uitvoeren van organisatie en professiegebonden taken. Beroepstaak E. Niveau Gevorderd 2

Blijf er niet mee zitten! Informatie over de klachtenregeling

Waarde-volle zorg is ook nog JONG!

Het verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen

1 Lezen. 1.1 Lezen wat er staat. Lees eerst de tekst goed door en probeer dan de vragen hieronder te beantwoorden.

Over een relatie met een (ex-)zorgvrager. Aanvulling bij Omgaan met aspecten van seksualiteit tijdens de beroepsuitoefening

Assertiviteit. BOL 1 e jaars AG studenten

Zo zijn onze manieren. Gedragscode Coloriet

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Het functioneringsgesprek

Beroepsopdracht Beroepstaak B Gevorderd niveau

Vraag 1 Corné geeft in deze scène feedback aan Mirjam. Leg uit waarom dit feedback is. Typ het antwoord in in het antwoordformulier.

Training - Begeleiding - Coaching BALANS DE BAAS VOOR VROUWEN DIE MAMA ZIJN OF WORDEN

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Reflectiegesprekken met kinderen

Onderhandelen en afspraken maken

LUPUS: HOE GA JE ER MEE OM? Workshop voor de Lupus Patiënten Groep op zaterdag 7 november 2009 door Ditta van Dijk, MSc.

E-PAPER. Drie praktische tips om je werk als apothekersassistent(e) leuker te maken!

Kwaliteitszorg Niveau 4

Persoonlijk opleidingsplan. Hulpmiddelen voor de werknemer

Adinda Keizer - Copyright 2013 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van Vindjeklant.nl worden gekopieerd of gebruikt in commerciële

Blijf er niet mee zitten! Informatie over de klachtenregeling

Vragenlijst: Wat vind jij van je

3 Hoogbegaafdheid op school

Werkboek Het is mijn leven

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Wat heeft dit kind nodig?

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Stellingen en normering leerlingvragenlijst

De nieuwe zorgmedewerker

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

Handleiding Vrijwilligers Humanitas E-Maatjes systeem

Diversiteit en beroepsvaardigheden Leer jezelf kennen Basishouding en diversiteit Discriminatie Gedrag bij diversiteit Pesten. Hoofdstuk 2: werken

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005

LAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK!

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.

Opdracht Klachten, en wat nu?

Het voeren van een begeleidend gesprek met een zorgvrager

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

WERKBLADEN Seksuele intimidatie

Uitgebreide versie. Hoe los ik een klacht op? Klachtenregeling

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Transcriptie:

Kwaliteitszorg. Test jezelf. Pagina 1

Weet jij hoe je je deskundigheid of die van je collega s kunt bevorderen of professionaliseren? Kun je goed samenwerken? Kun je kwaliteitszorg leveren? Doe de testjes en kijk of jij een kei bent! 1. Deskundig zijn Kun jij je eigen deskundigheid bevorderen? Maak de onderstaande vragen en geef het juiste antwoord. Geef bij de onderstaande beweringen aan of ze juist of onjuist zijn. 1. Deskundigheidsbevordering is een ander woord voor bijscholingscursus. 2. Deskundigheidsbevordering is bedoeld om jouw kennis en vaardigheden op peil te houden. 3. Een sociale kaart geeft weer waar uitgaansgelegenheden zijn in een bepaalde regio. 4. Bij intercollegiale toetsing toets je of je collega haar werk goed doet. 5. Intervisie is vooral bedoeld voor het bespreken van persoonlijke problemen die je belemmeren om je werk uit te voeren. 6. Tijdens een themabijeenkomst moet je vooral veel informatie geven. 7. Mensen met een toepassingsgerichte leerstijl vinden het vooral prettig om kritisch naar informatie te kijken. 8. Vaktijdschriften dienen vooral om jezelf op de hoogte te houden van actuele gebeurtenissen in de zorg. 9. Voorbeelden van informatiebronnen zijn: boeken, vaktijdschriften en Internet. 10. Bij het bevorderen van je deskundigheid, is het vooral belangrijk om je vakinhoudelijke kennis bij te scholen. Voor ieder correct antwoord krijg je 2 punten. 1. Onjuist. Bijscholing is een van de manieren om je deskundigheid te bevorderen. 2. Juist. 3. Onjuist. Een sociale kaart biedt een overzicht van de instellingen voor gezondheidszorg in een bepaalde regio. 4. Onjuist. Je evalueert de zorg die gegeven is, om zo de kwaliteit van zorg te waarborgen. 5. Juist. 6. Onjuist. Wanneer je veel informatie geeft, onthoudt het publiek er weinig van of verliest zijn interesse. 7. Onjuist. Bij de toepassingsgerichte leerstijl staat het toepassen van de theorie in praktijksituaties centraal. 8. Juist. 9. Juist. 10. Onjuist. Vakinhoudelijke kennis is belangrijk, maar je hebt ook vaardigheden nodig en een professionele beroepshouding. 14-20 punten: Je eigen deskundigheid bevorderen is voor jou vanzelfsprekend. 7-13 punten: Je bent op de goede weg, maar je eigen deskundigheid bevorderen spreekt voor jou nog niet vanzelf. 0-6 punten: Als het om het bevorderen van je eigen deskundigheid gaat, moet je nog veel leren. Stug doorzetten, dan kom je er wel. Pagina 2

2. Kwaliteit leveren Werk jij al aan kwaliteit? Maak de onderstaande vragen en geef het juiste antwoord. 1. Je neemt de zorg voor een zorgvrager van een collega over. Je collega komt er al jaren en draagt over dat je alleen lichamelijke verzorging hoeft te geven. Je ziet dat de warme maaltijd van de dag ervoor onaangeroerd op het aanrecht staat. Wat doe je? a. Je geeft alleen lichamelijke verzorging en gaat weer weg. b. Je maakt een ontbijt voor de zorgvrager klaar, zorgt dat er s avonds iemand langsgaat die controleert of de zorgvrager warm eet en je rapporteert. c. Je informeert waarom de zorgvrager zijn warme maaltijd niet at, je geeft zo nodig advies en je geeft lichamelijke verzorging. 2. Je moet wisselligging toepassen bij een zorgvrager. Dit is zeker geen routine voor je. Hoe pak je dat aan? a. Je leest het zorgplan, zoekt het protocol op en gaat aan de slag. b. Je vraagt een collega om hulp. c. Je vertrouwt erop dat als je eenmaal bezig bent, je vanzelf wel weer weet wat je moet doen. 3. Op de afdeling waar je werkt is een zorgvrager die medicijnen via verneveling krijgt. Ook al heb je het op school nog niet gehad, je hebt er toch ervaring mee. Bij jou thuis moet dagelijks iemand verneveld worden. Je ziet dat veel collega s dat niet goed doen. Wat doe je? a. Je gaat een klinische les geven over dit onderwerp. b. Je spreekt je collega s erop aan. c. Je vertelt het aan je leidinggevende. 4. Je wilt een presentatie houden in je team. Er werken helpenden, verzorgenden, verpleegkundigen en ook een verpleegkundige op niveau 5. Op wie richt je jouw presentatie? a. De helpenden: als die het kunnen volgen kan iedereen het volgen. b. De verpleegkundige op niveau 5: anders zou die zich gaan vervelen. c. Je eigen niveau: jij houdt tenslotte de presentatie. 5. Een zorgvrager vertelt dat je collega haar altijd pijn doet bij het haren kammen. Wat doe je? a. Je zegt dat haren kammen haast niet zonder pijn kan. b. Je bespreekt het met je collega en geeft tips om het te voorkomen. c. Je adviseert de zorgvrager om een klacht in te dienen bij de directie. Vraag 1: a = 1 punt; b = 3 punten; c = 2 punten. Vraag 2: a = 3 punten; b = 2 punten; c = 1 punt. Vraag 3: a = 1 punt; b = 2 punten; c = 3 punten. Vraag 4: a = 3 punten; b = 1 punt; c = 2 punten. Vraag 5: a = 1 punt; b = 3 punten; c = 2 punten. 13-15 punten: Werken aan kwaliteit is voor jou vanzelfsprekend. 9-12 punten: Je bent op de goede weg, maar kwaliteit leveren spreekt voor jou nog niet vanzelf. 5-8 punten: Als het om kwaliteit gaat moet je nog veel leren. Stug doorzetten, dan kom je er wel. Pagina 3

3. Professioneel zijn Hoeveel weet jij al over professioneel werken? Maak de onderstaande vragen en geef het juiste antwoord. 1. Je hoort van een zorgvrager dat je collega in haar vrije tijd ook wel eens bij haar op bezoek komt. Ze vindt het prettig om haar problemen met me te bespreken, omdat ik zo goed kan luisteren zegt de zorgvrager daarover. Wat vind jij hiervan? a. Prettig voor je collega dat ze iemand heeft gevonden die haar begrijpt. b. Dat is niet professioneel. Verpleegkundigen mogen geen afhankelijkheidsrelatie aangaan met zorgvragers. c. Je collega kan beter stoppen met de zorg aan die zorgvrager en haar privé blijven ontmoeten. 2. Je komt bij een jonge zorgvrager. Hij heeft een spierziekte en heeft op internet uitgezocht hoe je het beste decubitus kunt voorkomen. Zijn voorstel komt niet overeen met het protocol van de organisatie waar je werkt. Wat doe je? a. Je luistert naar de zorgvrager en vraagt waarom hij niet tevreden is over het protocol. Samen met de zorgvrager en in overleg met een verpleegkundige kiezen jullie een manier van werken. b. Je legt nog een keer aan de zorgvrager uit waarom werken volgens het protocol het beste is. c. Je zegt tegen hem dat je het toch doet volgens het protocol, want jij bent de verpleegkundige en jij weet het het beste. 3. Het is erg druk op je werkplek, een afdeling voor demente zorgvragers. Je collega besluit om een mantelzorger, die altijd heel handig haar eigen moeder helpt met eten, te vragen om meer bewoners te helpen. Wat vind je hiervan? a. Een goed idee, want de mantelzorger helpt haar eigen moeder ook altijd goed. b. Je weet niet zeker of het goed zal gaan en je houdt de mantelzorger in de gaten als ze andere bewoners helpt. c. Je bent het er niet mee eens en spreekt je collega hierop aan. Een mantelzorger is geen professional die onder alle omstandigheden zorgvragers kan helpen. 4. Een zorgvrager biedt je een van haar sieraden, een zilveren kettinkje, aan: Ik heb er toch genoeg, zegt ze, en aan je collega heb ook wel eens wat gegeven. Wat doe je? a. Je neemt het niet aan en legt aan de zorgvrager uit dat volgens de beroepscode een verpleegkundige zoiets niet mag doen. b. Je neemt het sieraad aan; het is niet zoveel bijzonders en nu doe je de zorgvrager een enorm plezier. c. Je vindt dat je het niet zomaar kunt aannemen en gaat het eerst met je leidinggevende bespreken. 5. Afwijken van een protocol mag: a. Nooit: protocollen zijn er niet voor niets b. Mag, als je daarvoor goede argumenten hebt en zorgvuldig rapporteert over je handelen en de beslissing c. Alleen als het protocol verouderd is. Vraag 1: a = 1 punt; b = 3 punten; c = 2 punten. Vraag 2: a = 3 punten; b = 2 punten; c = 1 punt. Vraag 3: a = 1 punt; b = 2 punten; c = 3 punten. Vraag 4: a = 3 punten; b = 1 punt; c = 2 punten Vraag 5: a = 1 punt; b = 3 punten; c = 2 punten. Pagina 4

13-15 punten: Professioneel werken spreekt voor jou vanzelf! 9-12 punten: Je bent op de goede weg, maar professioneel werken spreekt voor jou nog niet vanzelf! 5-8 punten: Als het gaat om professioneel werken moet je nog veel leren. Doorzetten, dan kom je er wel! 4. Samenwerken Wat weet jij van samenwerken? Maak de onderstaande vragen en geef het juiste antwoord. Geef bij de onderstaande beweringen aan of ze juist of onjuist zijn. 1. Je moet feedback geven op de persoon zelf: hier kan hij veel van leren. 2. In een protocol staan alleen formele afspraken. 3. Een voorbeeld van een immaterieel knelpunt is een slechte samenwerking tussen collega s. 4. Een subjectief knelpunt gaat altijd over waar te nemen feiten. 5. Wanneer je een stappenplan maakt om knelpunten aan te pakken, is de laatste stap het evalueren van dit plan. 6. Het evalueren van een stappenplan is bedoeld om te kijken wie haar werk wel en wie haar werk niet goed heeft gedaan. 7. Prioriteiten stellen betekent dat je bepaalt welke werkzaamheden eerst gedaan moeten worden. 8. Empathisch reageren betekent dat je de zorgvrager vertelt hoe hij zich voelt. 9. Je moet je altijd precies aan de gemaakte planning houden. 10. Een planning kan je helpen om werkzaamheden op elkaar af te stemmen. 11. In een groep kun je verschillende rollen onderscheiden. 12. Een voorbeeld van een rol is: verpleegkundige. 13. Bij een conflict is er altijd sprake van tegengestelde meningen. 14. Het beste kun je een conflict oplossen met de conflicthanteringstijl compromis sluiten. 15. Actief luisteren is een belangrijke voorwaarde om goed te kunnen samenwerken met collega s. Geef jezelf per goed beantwoord vraag een punt. 1. Onjuist. Je geeft feedback op het gedrag van de persoon. 2. Juist. 3. Juist. 4. Onjuist. Een subjectief knelpunt gaat over emoties en waardeoordelen. 5. Juist. 6. Onjuist. Er wordt gekeken of het doel bereikt is en of er eventueel een vervolgplan opgesteld moet worden. 7. Juist. 8. Onjuist. Empathie betekent dat je je inleeft in de zorgvrager. 9. Onjuist. Een planning is een middel, geen doel en kan tussentijds bijgesteld worden. 10. Juist. 11. Juist. 12. Onjuist. Dit is geen rol maar een functie. 13. Juist. 14. Onjuist. Er is geen beste conflicthanteringstijl. De stijl die je gebruikt is afhankelijk van de situatie en in hoeverre Pagina 5

het onderwerp belangrijk is voor jou. 15. Juist. 11-15 punten: Samenwerken is voor jou vanzelfsprekend. 6-10 punten: Je bent op de goede weg, maar samenwerken spreekt voor jou nog niet vanzelf. 0-5 punten: Als het om samenwerken gaat moet je nog veel leren. Stug doorzetten, dan kom je er wel. 5. Begeleiden Ben jij een goede werkbegeleider? Maak de onderstaande vragen. Hieronder zie je een achttal uitspraken staan. Geef bij elke uitspraak aan of jij dit doet of kan en ontdek of jij het in je hebt om als werkbegeleider te functioneren. 1. Ik vind het werk als verpleegkundige leuk, en ik ben hier enthousiast over naar anderen. 2. Ik kan het werk zelfstandig uitvoeren en ik kan verantwoording afleggen over het werk dat ik doe. 3. Ik kan een ander duidelijk uitleggen wat de inhoud van het werk en vak is. 4. Ik ben geïnteresseerd in anderen, en ik vind het prettig om met hen om te gaan. 5. Ik durf te zeggen wat ik denk of voel. 6. Ik kom mijn afspraken na. 7. Ik ben op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen binnen mijn vakgebied. 8. Ik kan werk en privé scheiden. Tel het aantal keren dat je ja hebt geantwoord op. 6-8 keer ja: Bravo! Je hebt het in je om als werkbegeleider aan de slag te gaan. Je beschikt niet alleen over vakkennis- en vaardigheden, maar je kunt deze ook overdragen aan anderen. 3-5 keer ja: Je bent een aardig eind op weg om als een professionele werkbegeleider te functioneren. Je bent enthousiast over je vak en je bent bezig om je de fijne kneepjes eigen te maken. Ga zo door! 1-2 keer ja: Werkbegeleider worden zit er nu nog niet in. Maar geen nood, je maakt je de kennis en vaardigheden die bij het vak horen snel genoeg eigen. Waar een wil is, is een weg! Pagina 6