Diagnose en classificatie van acute leukemieën. Dana Van Kerkhoven en Caroline Brusselmans LAG



Vergelijkbare documenten
WHO classificatie AML RBM 15-januari 2009

Myelodysplasie. Ellen Kramer, Isala Zwolle 7 maart 2013

Module n : workshop BC 202. Title : Dysplasia in MDS. Molecular Biology and Cytometry Course, May , Mol

Chronische lymfoproliferatieve aandoeningen

Chronische myeloproliferatieve aandoeningen

Acute megakaryoblasten leukemie

Minimal Residual Disease (MRD)) onderzoek. bij hematologische maligniteiten

Flowcytometrie in MDS Marisa Westers

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE BEENMERGONDERZOEK

samenstelling Nieuw in de loop van 2019 Rik Brooimans (ErasmusMC) Tot nu toe Christa Homburg (Sanquin) Alice Gerrits (Zwolle) Alice Gerrits (Zwolle)

Myelopoïese en afwijkingen van de leucocyten

Bloedwaarden. Wat zeggen ze en wat kunnen we er mee? Landelijke contactdag Stichting Hematon 11 oktober door Joost Lips

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

Leukemie/Lymfoom Immunofenotypering. bespreking najaar 2018 Sectie IMCD 22 November 2018 Zwolle

Myelodysplastisch syndroom

Diagnose en classificatie van myelodysplastische syndromen volgens FAB- en WHO-classificatie in het UZ Leuven. Jan Rega 24/05/2011

Workshop Master Class: flowcytometrie in MDS

Acute myeloïde leukemie. Dimitri A. Breems, MD, PhD Internist-Hematoloog Ziekenhuis Netwerk Antwerpen

Hematologie: werken in teamverband!

MOLECULAIRE EN CYTOGENETISCHE AFWIJKINGEN BIJ EEN THERAPIE-

HEMOPATHOLOGIE HFDST 1: NORMALE ARCHITECTUUR EN IMMUUNRESPONS IN HET LYMFOÏDE WEEFSEL 3

QuickTime en een TIFF (LZW)-decompressor zijn vereist om deze afbeelding weer te geven. QUIZ

Nederlandse samenvatting

MYELODYSPLASTISCH SYNDROOM. Wat is Myelodysplastisch Syndroom (MDS)?

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT BEENMERGONDERZOEK ENQUETE 2016/1

Maligne hematologie. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014

Therapie op maat voor patiënt met Acute lymfatische Leukemie. Dr V. de Haas Kinderarts-oncoloog/hematoloog Hoofd SKION laboratorium

Van acute myeloïde leukemie (WHO 2001) naar myeloïde precursor neoplasieën (WHO 2008): een kritische vergelijking

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN

2. Perifere B- cel tumoren Monoklonale lichte ketens (IHC, PCR) FISH, Karyotypering B- cel merkers: CD20, CD79a, PAX5

Casus 1. Man, 52 jaar. Pancytopenie. Hb: 5,4 WBC: 3,8 granulo s 1.68 Plt: 98 LDH: 450. Casus 1

Prognostische toepassing van flowcytometrie bij het myelodysplastisch syndroom

Leukemie op de kinderleeftijd. Eveline de Bont, hoofd kinderoncologie/hematologie, Beatrix Kinderziekenhuis, UMCG, Groningen

AML met recurrente translocaties in UZ Leuven: correlatie tussen de morfologie en cytogenetica

Reeks 13 Vergeten Organen Avond 5: Het bloed Prof.dr. Schouten

Casus 4: Perifeer bloed: erytroblasten: 600/100 leukocyten

Myelodysplastisch syndroom

Wie is de expert? Immuunfenotypering van hematologische maligniteiten

CAT Critically Appraised Topic. Titel: AML met recurrente translocaties in UZ Leuven: correlatie tussen de morfologie en cytogenetica

Trombocytose. Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014

Vraag Acute B-cel leukemie 3. Chronisch B-cel leukemie CD19+

Moleculaire karakterisering bij acute myeloïde leukemie (AML)

Is er een rol voor het gebruik van Immunoglobulinen bij CML? M. Roeven Canisius Wilhemina Ziekenhuis Nijmegen

Myelo-Dysplastisch Syndroom

Samenvatting voor niet ingewijden

Blasten in perifeer bloed

NEDERLANDSE SAMENVATTING

INFOBLAD MYELODYSPLASTISCH SYNDROOM (MDS)

anemie 1.1 Overzicht van de anemieën 1.2 Congenitale anemieën 1.3 Verworven anemieën

Interpretatie labo-resultaten

Flowcytometrische detectie van afwijkende erytroïde en myelomonocytaire cellen in MDS

Presentatie Een 24-jarige vrouw presenteert zich met hypermenorrhoea, veel hematomen en bloedneuzen. Haar vorige menstruatie verliep normaal.

Algemene inleiding hematologie

Casus jaar oud kind Massa in het caecum van 4 cm

Richtlijn Flowcytometrie bij MDS

Diagnostische score van flowcytometrie in MDS

Nederlandse samenvatting

Folliculair Lymfoom graad 3B (FL3B)

DHC morfologie Wendy Stevens, Mariëlle Wondergem en Ellen Kramer

HET BLOEDBEELD IN HEMATOLOGISCHE MALIGNITEITEN. Heidi Castryck 12 februari 2013

Juveniele myelomonocytaire leukemie. Andrica de Vries

Acute Lymfatische Leukemie bij kinderen

K.B In werking B.S

Chronische Lymfatische Leukemie. anno 2015

ACUTE MYELOÏDE LEUKEMIE

Disclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling

CASUS 3 M - S. 54 jarige vrouw

T-cel lymfoom en beenmergcytologie. Jeanette Doorduijn Hematoloog Erasmus MC Rotterdam

RBM terugkommiddag Huishoudelijke mededelingen. 22 juni 2011

KWAADAARDIGE AANDOENINGEN VAN DE LYMFOIDE WEEFSELS

Dysplasie bij niet-maligne aandoeningen

Richtlijnen voor flowcytometrie in MDS

Papendal Ellen Kramer; Isala, Zwolle. Mars van t Veer; Addenbrooke s, Cambridge, UK

Als u te horen krijgt dat u leukemie hebt, is de schrik natuurlijk groot. Vaak komen er dan veel vragen op over

K.B B.S Erratum B.S In werking

Recente moleculaire inzichten in de etiologie, risicobepaling en behandeling van kinderen met acute lymfatische leukemie.

Een patiënte met ongebruikelijke blasten. Dr. Kirsten van Lom, afd. Hematologie Dr. King H. Lam, afd. Pathologie

GENETISCHE ONDERZOEKEN Art. 33bis pag. 1 officieuze coördinatie

2. AFWIJKINGEN IN BLOED EN BEENMERG WORDEN BESPROKEN IN DE LESSEN HEMATOLOGIE

Het myelodysplastische syndroom: diagnostiek en risicoanalyse

2.5.8 Hairy cell leukemie

Acute myeloide leukemie

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT BEENMERGONDERZOEK 2013

Hypereosinofiel syndroom

Myelofibrose, PV en ET. Harry C Schouten Department of Hematology Maastricht University Medical Center Maastricht, Netherlands

Nieuwe inzichten in het ontstaan van leukemie bij kinderen op basis van tweelingenonderzoek: een literatuurstudie

Masterproef Gebruik van MLPA bij de diagnostische work-up van B-cel precursor acute lymfoblastische leukemie

T-cel lymfomen diagnostische dilemma's, klinische consequenties en moleculaire oplossingen

Kwaliteitscontrole binnen de moleculaire diagnostiek van hematologische maligniteiten

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT BEENMERGONDERZOEK ENQUETE 2017/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT BEENMERGONDERZOEK ENQUETE 2015/1

Casus 11. Geen klinische gegevens ingevuld Man, 45 Jaar. Hb: 8,9 WBC: 25,2. Plt: 159 MCV 89,1. Neutro s 13,6 Mono s: 2,52. Casus 6

Nederlandse samenvatting

Laboratoriumdiagnostiek hematologische maligniteiten Radboud universitair medisch centrum

Synergie: cytologie+immunologie+histologie

AML casussen: interactie tussen labo en kliniek

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Hoofdstuk1 : Wat is myelodysplastisch syndroom? Hoofdstuk2 : Incidentie van MDS? Hoofdstuk3: Oorzaken van MDS?

Eosinofilie voor de Hematoloog

Myeloproliferatieve ziekten bij kleine huisdieren

Transcriptie:

Diagnose en classificatie van acute leukemieën

Maligne aandoeningen Myelodysplastische Syndromen Chronische myeloproliferatieve aandoeningen Chronische lymfoproliferatieve aandoeningen Acute leukemieën Plasmacelpathologieën

Diagnose en classificatie van acute leukemieën Algemeen Diagnose Classificatie

Wat is een leukemie? Kwaadaardige, ongecontroleerde proliferatie van beenmergcellen vorming kloon Verdringing van de normale hematopoïetische reeksen pancytopenie Interferentie met normale functie van het beenmerg Leidt tot de dood zonder therapie

Wat is een acute leukemie? leeftijd ACUUT alle leeftijden (ALL vnl. bij kinderen; AML vnl. bij volwassenen) CHRONISCH volwassenen begin plots insidieus overleving (onbehandeld) < 6 maanden 2-6 jaar leukemische cellen immatuur matuur anemie mild tot ernstig mild trombopenie mild tot ernstig mild WBC variabel verhoogd organomegalie mild prominent

Oorzaak: Schade aan genetisch materiaal van de hematopoïetische voorlopercellen Risicofactoren: Congenitale chromosomale abnormaliteiten vb. Down, Turner, Klinefelter, Bestraling Chemicaliën en medicatie: benzeen, chemo, Virussen: HTLV, EBV Immuundeficiënties Chronische beenmergdysfunctie (MDS, myeloproliferatieve aandoeningen, aplasie, PNH, )

Prevalentie: 20-30/100 000 (50% acuut, 50% chronisch) Kliniek: Symptomen cytopeniën (anemie: vermoeidheid, trombopenie: bloedingen, granulocytopenie: infecties) Hepatosplenomegalie, lymfadenopathiën (vnl. ALL) Huidinfiltratie, gingivale hypertrofie en orale letsels (vnl. AML M4/M5) DIC (vnl. AML M3) Bot- of gewrichtspijnen (door expansie van de leukemische lijnen in de beenmergcaviteit) Neurologische symptomen (bij invasie van het centraal zenuwstelsel) (vnl. ALL) Testisinvasie (vnl. ALL)

Diagnose en classificatie van acute leukemieën Algemeen Diagnose Classificatie

Belang van correcte identificatie van type en subklasse van leukemie 1. Diagnose en behandeling ALL: nakijken CZS! AML M3: DIC! 2. Voorspellen prognose 3. Betere communicatie (vergelijking resultaten mogelijk door uniforme en reproduceerbare definities van de diverse vormen van acute leukemie)

Diagnose van acute leukemieën Morfologie Cytochemie Immuunfenotypering Cytogenetica Moleculaire diagnostiek

Morfologie Onderscheid leukemie versus andere neoplasmen en niet-neoplastische ziekten Onderscheid acute myeloïde leukemie (AML) versus acute lymfoblastische leukemie (ALL) Classificatie van de leukemie

Normaal BM Leukemie

Myeloblast 15-20 mm Ø kern: groot, overwegend rondovaal, fijnmazig chromatinepatroon, meerdere duidelijke nucleoli (2-5), N/C 7:1 tot 5:1 cytoplasma: weinig, lichtblauw (naar de celmembraan toe: donkerder), soms enkele azurofiele (blauwrode) grove korrels, (Auerse staaf)

Lymfoblast 10-20 mm Ø kern: rond-ovaal (sporadisch gekliefd, geplooid), fijn chromatinepatroon (maar grover dan bij myeloblasten), 1-2 (soms onduidelijke) nucleoli, N/C 7:1 tot 5:1 cytoplasma: meestal smalle rand, licht tot sterk basofiel, agranulair, soms vacuolisatie, soms aan één kant van de kern gelegen ("hand mirror appearance)

Monoblast 15-25 mm Ø kern: rond-ovaal tot ingesnoerd, fijnmazig chromatinepatroon, duidelijke nucleoli (1-2) cytoplasma: ruim aanwezig, grijsblauw met soms kleine azurofiele korrels

ALL AML

Diagnose van acute leukemieën Morfologie Cytochemie Immuunfenotypering Cytogenetica Moleculaire diagnostiek

Cytochemie Myeloperoxidase (POX) Niet-specifiek esterase (ANBE) AML + + (monocytair) (diffuus) ALL - +/- (focaal)

Cytochemie

Diagnose van acute leukemieën Morfologie Cytochemie Immuunfenotypering Cytogenetica Moleculaire diagnostiek

Immuunfenotypering bepalen antigeenstructuren van de leukemische cel mbv. monoclonale antistoffen Typeert specifieke cellijn (myeloïd versus lymfoïd) en differentiatiestadium (onrijp versus rijp) diagnose en subclassificatie van ALL vb. lymfoïde merker: CD19 subclassificatie van AML vb. myeloïde merker: CD13 bepaling bifenotypische leukemie immature merkers: CD34, TdT Prognostische waarde Opsporen van minimale residuele ziekte (indien aberrant fenotype)

Immuunfenotypering AML Panmyeloïd: CD13, CD33, CD65, CD117, antimyeloperoxidase Merkers van maturatie: CD15, CD11b Merkers van monocytaire differentiatie: CD14, CD11b, CD64 Erythroïde merker: antiglycophorine Megakaryocytaire merker: CD41, CD42a, CD42b, CD61 Expressie van immature merkers: CD34, TdT ALL Expressie van lymfoïde antigenen: B-cel merkers: CD19, cycd22 T-cel merkers: CD2, CD5, CD7, cycd3 Expressie van immature merkers: TdT, CD34

Immunofenotypische classificatie van ALL B-cell precursor % of ALL FAB category T-cellassociated antigens B-cellassociated antigens Surface Ig 1 80 L1,L2-2 + - B-cell 5 L3 - + + T-cell precursor 15 L1,L2 + - - 1 Ig, immunoglobulin ; 2 -, negatieve; +, positive

Immuunfenotypering en subclassificatie van B-cel ALL CD19* s/ccd22* ccd79a* CD10 cμ s/c Igκ or s/c Igλ pro-b + + + - - - Common ALL + + + + - - pre-b + + + +/- + - mature-b + + + +/- +/- + * ten minste 2 van deze markers moeten getest worden en positief zijn

Immuunfenotypering en subclassificatie van T-cel ALL ccd3 CD7 CD2* CD5* CD8* scd3 CD1a pro-t + + - - - - - pre-t + + +/- +/- +/- - - cortical T + +/- +/- +/- +/- +/- + mature T + +/- +/- +/- +/- + - *ten minste 1 van deze 3 markers moet positief zijn, behalve voor pro-t

Prognose van ALL gerelateerd tot immunofenotype Gunstig B cel precursor (CD10+) (Cytogenetische bevindingen beinvloeden de prognose) Minder gunstig Vroege B cel precursor (CD10-) T cel mature B cel Slg + (Burkitt s)

Immuunfenotypering en subclassificatie van AML AML M0: positief voor myeloide merkers CD13, CD33 AML M7: positief voor de thrombocytenmerkers CD41, CD42, CD61 AML M6: positief voor erythroide merker glycoforine A monocytaire leukemie: positief voor monocytaire merkers CD64, CD14

Diagnose van acute leukemieën Morfologie Cytochemie Immuunfenotypering Cytogenetica Moleculaire diagnostiek

Cytogenetica (karyotypering) Diagnose van acute leukemieën Prognostische waarde Classificatie van acute leukemieën Startpunt voor identificatie van genen Opsporen minimale residuele ziekte-recidief Vb. inv(16) p13;q22

Cytogenetica Structurele afwijkingen: translocaties inversies deleties duplicaties Numerieke afwijkingen hypodiploïdiemonosomie hyperdiploïdie - trisomie

Moleculaire diagnostiek snelle en specifieke detectie van verscheidene specifieke genetische afwijkingen op moleculair niveau Identificatie van fusiegenen herschikking van genetisch materiaal tgv. structurele defecten resulteert in de vorming van fusiegenen (PML-RAR, TEL-AML1, etc.) Vb. inv(16) MYH 11/CBFβ Bepaling van clonaliteit T-cel receptor genherschikkingen Immuunglobuline genherschikkingen Opsporen van minimale residuele ziekte Clonaliteit Fusiegenen

Cytogenetica en moleculaire diagnostiek Chromosomale afwijkingen in ALL Cytogenetische afwijkingen Betrokken genen t(12;21)(q12;q22) TEL/AML-1 t(1;19) (q23;p13) PBX/E2A t(9;22) (q34;q11) ABL/BCR (p190) t(4;11) (q21;q23) 1 V/MLL 1 Chromosomale afwijkingen in AML Cytogenetische afwijkingen Betrokken genen t(8;21) (q22;q22) ETO/AML1 inv(16) (p13;q22) MYH11/CBFbeta t(15;17) (q22;q21) PML/RARalfa t(6;9) (p23;q34) DEK/CAN t(9;11) (p22;q23) AF9/MLL

Prognose en cytogenetica in ALL Gunstig Hyperdiploïdie > 50 Cryptic t(12;21) (p12;q22) Intermediair Hyperdiploïdie 47-50 "Normaal"(diploïdie) del (6q) Ongunstig Hypodiploïdie : near haploid Near tetraploidie del 17p t(9;22) (q34;q11) t(11q23), gewoonlijk t(4;11) t(1;19) Burkitt

Prognose en cytogenetica in AML Prognose groep Gunstig Chromosomale afwijking inv 16 of t(16;16) t (8;21) t(15;17) Intermediair Trisomie 8 t(9;11)-kinderen "normaal" Ongunstig Abnormaliteiten chr. 5 en 7 t(11;q23), inv(3q) Complexe afwijkingen

Prognose AML respons op inductie - Ongunstig karyotype of immuunfenotype - > 60 jaar - Secundaire AML - Slechte algemene toestand - WBC > 20000 relaps - Ongunstig karyotype - > 60 jaar - Vertraagde respons op inductie chemotherapie - WBC > 20000 - Vrouw - Gestegen LDH

Diagnose en classificatie van acute leukemieën Algemeen Diagnose Classificatie

Classificatie: nut? Kennis van natuurlijk verloop van de ziekte genezingskansen/sterftekansen complicaties frequentie van recidief biologie van de ziekte Keuze van aangepaste therapie Vergelijking van resultaten van therapeutische trials

Classificatie 1976, French American British classification (FAB classificatie) morfologie en cytochemie, soms aangevuld door immuunfenotypering 1999, World Health Organisation classification proposals (WHO classificatie) kliniek, morfologie, immuunfenotypering, cytogenetica en moleculaire diagnostiek

FAB: Acute leukemie: Minimaal 30% blasten ( 3% MPO +) (tellen op ANC!) Indien > 50% erytroblasten op ANC: minimaal 30% blasten op NEC! Verdere onderverdeling naargelang Differentiatierichting naar één of meerdere cellijnen Graad van uitrijping AML: 8 subtypes ALL : 3 subtypes

AML FAB-classificatie

AML M0: Myeloïde leukemie met minimale differentiatie (pox +, myeloïde merkers +) AML M1: Myeloblastische leukemie met minimale uitrijping AML M2: Myeloblastische leukemie met uitrijping AML M3: Promyelocyten leukemie AML M4: Myelomonocytaire leukemie (AML M4 eo: met eosinofilie) AML M5: Monocytaire leukemie weinig gedifferentieerd: AML M5a gedifferentieerd: AML M5b AML M6: Erythroïde leukemie AML M7: Megakaryoblastische leukemie

AML M1 (FAB) Acute myeloblastische leukemie zonder maturatie 90% blasten (op NEC) 3% MPO + Mature componenten (monocytengranulocyten) 10% (op NEC) - anemie-trombopenie-leucocytose (met neutropenie) - vaak Auerse staven - hypercellulair merg met overwegend blasten! - soms dysplasie in rode en megakaryocytaire reeks

AML M2 (FAB) Acute myeloblastische leukemie met maturatie 30-89% blasten (op NEC) Granulocytaire component > 10% (op NEC) Monocytaire component 20% (op NEC) (geen andere criteria van M4!) - anemie-trombopenie-leucocytose (met soms normaal tot verhoogd neutrofielenaantal) - frequent Auerse staven - abnormale myeloïde precursoren (hypogranulatie, hyposegmentatie, bizarre kernvormen) - soms dysplasie in rode en megakaryocytaire reeks

AML M3 (FAB) Acute promyelocytaire leukemie = Hypergranulaire vorm < 30% blasten (op NEC) mogelijk Zeer karakteristieke morfologie promyelocyten Vaak oudere kinderen-jong volwassenen Snelle diagnose vereist owv. DIC! - anemie-diepe trombopenie (DIC!)- leucocytose (weinig circulerende leukemische cellen) - abnormale promyelocyten: rood- tot roodpaarse granules over ganse cel (ook over kern), geen Golgi-zone, rond tot ovale kern, takkenbossen (bundels Auerse staven)

AML M3 variant (FAB) = Hypogranulaire vorm verhoogd aantal WBC met meer abnormale vormen in perifeer bloed promyelocyten: agranulair of fijne, stofachtige rode granules, (bundels Auerse staven), sterk gelobde kern (meestal 2 lobben verbonden door een brug), cytoplasma zwak tot matig basofiel van kleur met soms blebvorming beenmerg: hypo- en hypergranulaire vormen

AML M4 (FAB) Acute myelomonocytaire leukemie 30% blasten (op NEC) Granulocytaire component 20% (op NEC) én minimum één van de volgende criteria: - mature monocyten (PBl) 5x109/l - 3x verhoogde urine-/serumlysozymes - 20% positief esterase in of monocytaire cellen - anemie-trombopenie-leucocytose - leukemische cellen: granulocytaire en monocytaire cellijn - soms eosinofilie-basofilie - soms dysplasie in rode en megakaryocytaire reeks - moeilijke DD met AML M2!

AML M4 Eo AML M4 met eosinofilie mengsel monocytaire en eosinofiele cellijn ( 5% abnormale eosinofielen) morfologie: - eosinofiele myelocyten: prominente pro-eosinofiele granules (basofiele kleur) samen met typisch eosinofiele granules - mature eosinofielen: hypo- of hyperlobulatie, soms pro-eosinofiele granules mogelijks aantasting CZS! AML M4 met basofilie verhoogd aantal monocyten, basofilie, (eosinofilie), (neutrofilie) myelodysplasie aanwezig

AML M5a (FAB) Acute monoblastische leukemie 30% blasten (op NEC) Monocytaire component 80% (op NEC) 80% van de monocyten in het beenmerg zijn monoblasten) - anemie-trombopenie-leucocytose Cytochemie kan belangrijk zijn (sterk ANBE +)!

AML M5b (FAB) Acute monocytaire leukemie 30% blasten (op NEC) Monocytaire component 80% (op NEC) < 80% van de monocyten in het beenmerg zijn monoblasten) - anemie-trombopenie-leucocytose - leukemische cellen: monoblasten (geen Auerse staven!), promonocyten en monocyten

AML M6 (FAB) Acute erytroleukemie 30% blasten (op NEC) 50% erythroïd (op ANC) - anemie-trombopenie-neutropenie - erytroïde hyperplasie met meerdere kernlobben, karyorrhexis, meerkernigheid, megaloblastisch voorkomen, verhoogd aantal sideroblasten, - blasten: meestal myeloblasten (maar ook mengsel met mono- en megakaryoblasten mogelijk) - soms dysplasie in megakaryocytaire en granulocytaire reeks Met cytochemie kan de afkomst van de blasten worden aangetoond!

AML M7 (FAB) Acute megakaryoblastische leukemie 30% blasten (op NEC) Hoofdzakelijk megakaryoblasten (maar ook andere blasten mogelijk!) CD41/61 positief - pancytopenie - weinig leukemische cellen moeilijke diagnose - megakaryoblasten: grootte van myeloblasten, hoge N/C-ratio, agranulair basofiel cytoplasma, perifere cytoplasmatische blebs, soms micromegakaryocyten of dysplasie - beenmerg: acute myelofibrose - dysplasie andere reeksen

AML M0 (FAB) Acute myeloïde leukemie met minimaal bewijs van myeloïde differentiatie 30% blasten (op NEC) < 3% blasten MPO-positief Negatieve lymfoïde merkers (CD3, CD5, CD10, CD19, CD22) Immunologisch verdacht voor myeloïd (minimaal één positive myeloïde merker: CD13, CD14, CD33, CD117, MPO) - anemie-trombopenie-neutropenie - blasten: agranulair, cytologisch gelijkenis met AML M1 of ALL type 1 of 2 (verschillen: geen granules en geen Auerse staven) - soms dysplastische kenmerken in de andere lijnen (pleit tegen ALL)

ALL FAB-classificatie

ALL L1 (FAB) Acute lymfoblastische leukemie Perifeer bloed: - anemie-trombopenie-leucocytose (lymfoblasten) Beenmerg: - hypercellulair - verdringing andere reeksen (normale morfologie) - blasten: eerder klein, uniform van voorkomen, ronde nucleus (regelmatig afgelijnd; hoge N/C-ratio), homogeen chromatine, nucleolen vaak minder duidelijk

ALL L2 (FAB) Blasten ALL L2: - groter dan bij L1 - meer pleomorf - nucleus: onregelmatige vorm en meestal duidelijke nucleolen - meer cytoplasma dan bij L1

ALL L3 (FAB) = leukemische presentatie Burkitt s lymfoom Endemisch (tropisch Afrika en Nieuw- Guinea) tumor wang Sporadisch (alle leeftijden!) abdominaal, maligne pleura- of peritoneale uitstortingen Immuundeficiëntie-gerelateerd: AIDS, orgaantransplantatie Rol EBV! (niet bij sporadische gevallen) Perifeer bloed: - meestal geen abnormaliteiten (wel bij ziekteprogressie en AIDS) Beenmerg: - 5-20% beenmerginfiltratie - blasten: medium grootte, relatief uniform, ronde nuclei, zichtbare nucleoli, zeer sterk basofiel cytoplasma, vacuolisatie

FAB classificatie niet meer klinisch relevant genoeg AML is een heterogene groep van aandoeningen en ziekten. Binnen éénzelfde FAB-groep zijn de prognoses nog zeer verschillend. Moeilijk te classificeren met FAB: mastcelleukemie, langerhanscelleukemie, hypoplastische AML, therapie-gerelateerde AML, MDS-gerelateerde AML, acute blastische transformatie van chronische aandoeningen.

AML-ALL WHO-classificatie

WHO-classificatie Berust op morfologische, immunologische, cytogenetische en moleculair genetische analyses subgroepen die verschillen vertonen in etiologie, mechanisme van leukemogenese en clinicopathologische bevindingen Maakt onderscheid tussen de novo en secundaire leukemieën Leidt tot een betere kennis inzake prognose en therapeutisch beleid van de verschillende ziekten

WHO classificatie, AML 1. AML with recurrent cytogenetic translocations - AML with t(8;21) (q22;q22), AML1/ETO - Acute PML with t(15;17) (q22;q21), PML/RAR-alfa - Variant acute PML with t(v;17), v/raralfa - AML with abnormal bone marrow eosinophils inv(16) (p13;q22) or t(16;16) (q13;q22), CBFbeta/MYH11 - AML with 11q23, MLL gen abnormalities 2. AML with multilineage dysplasia - With prior myelodysplastic syndrome - Without prior myelodysplastic syndrome 3. AML and myelodysplastic syndrome, therapy related - Alkylating agent related - Topoisomerase II inhibitor related - Other types 4. AML not otherwise categorized AML minimally differentiated AML without maturation AML with maturation Acute myelomonocytic leukemia Acute monocytic leukemia Acute erythroid leukemia Acute megakaryocytic leukemia Acute basophilic leukemia Acute panmyelosis with myelofibrosis FAB

AML met t(8;21)(q22;q22) AML: 5-12 %, AML M2: 30 % typische morfologische kenmerken heterogene blasten maturatie in granulocyten (met dysplasie) CD19-CD56 expressie AML1-ETO fusiegen goede prognose

WHO classificatie, AML 1. AML with recurrent cytogenetic translocations - AML with t(8;21) (q22;q22), AML1/ETO - Acute PML with t(15;17) (q22;q21), PML/RAR-alfa - Variant acute PML with t(v;17), v/raralfa - AML with abnormal bone marrow eosinophils inv(16) (p13;q22) or t(16;16) (q13;q22), CBFbeta/MYH11 - AML with 11q23, MLL gen abnormalities 2. AML with multilineage dysplasia - With prior myelodysplastic syndrome - Without prior myelodysplastic syndrome 3. AML and myelodysplastic syndrome, therapy related - Alkylating agent related - Topoisomerase II inhibitor related - Other types 4. AML not otherwise categorized AML minimally differentiated AML without maturation AML with maturation Acute myelomonocytic leukemia Acute monocytic leukemia Acute erythroid leukemia Acute megakaryocytic leukemia Acute basophilic leukemia Acute panmyelosis with myelofibrosis FAB

Promyelocyten leukemie met t(15;17) (q21;q12) 5-8 % van AML, associatie met AML M3: > 95% leukemische cellen zijn abnormale promyelocyten stollingsstoornissen PML-RAR fusiegen beantwoordt aan retinoinezuur therapie goede prognose

WHO classificatie, AML 1. AML with recurrent cytogenetic translocations - AML with t(8;21) (q22;q22), AML1/ETO - Acute PML with t(15;17) (q22;q21), PML/RAR-alfa - Variant acute PML with t(v;17), v/raralfa - AML with abnormal bone marrow eosinophils inv(16) (p13;q22) or t(16;16) (q13;q22), CBFbeta/MYH11 - AML with 11q23, MLL gen abnormalities 2. AML with multilineage dysplasia - With prior myelodysplastic syndrome - Without prior myelodysplastic syndrome 3. AML and myelodysplastic syndrome, therapy related - Alkylating agent related - Topoisomerase II inhibitor related - Other types 4. AML not otherwise categorized AML minimally differentiated AML without maturation AML with maturation Acute myelomonocytic leukemia Acute monocytic leukemia Acute erythroid leukemia Acute megakaryocytic leukemia Acute basophilic leukemia Acute panmyelosis with myelofibrosis FAB

AML met inv(16)(p13;q22) or t(16;16) (q13;q22) 10-12 % van AML, zeer hoge associatie met AML M4 eosinofilie morfologische kenmerken van M4, toename aan dysplastische eosinofielen soms CD2+ MYH11-CBFbeta fusiegen goede prognose

WHO classificatie, AML 1. AML with recurrent cytogenetic translocations - AML with t(8;21) (q22;q22), AML1/ETO - Acute PML with t(15;17) (q22;q21), PML/RAR-alfa - Variant acute PML with t(v;17), v/raralfa - AML with abnormal bone marrow eosinophils inv(16) (p13;q22) or t(16;16) (q13;q22), CBFbeta/MYH11 - AML with 11q23, MLL gen abnormalities 2. AML with multilineage dysplasia - With prior myelodysplastic syndrome - Without prior myelodysplastic syndrome 3. AML and myelodysplastic syndrome, therapy related - Alkylating agent related - Topoisomerase II inhibitor related - Other types 4. AML not otherwise categorized AML minimally differentiated AML without maturation AML with maturation Acute myelomonocytic leukemia Acute monocytic leukemia Acute erythroid leukemia Acute megakaryocytic leukemia Acute basophilic leukemia Acute panmyelosis with myelofibrosis FAB

AML met 11q23 abnormaliteiten 5-6 % van AML morfologische kenmerken van M4-5, geassocieerd met monocytaire component MLL gen slechte prognose

WHO classificatie, AML 1. AML with recurrent cytogenetic translocations - AML with t(8;21) (q22;q22), AML1/ETO - Acute PML with t(15;17) (q22;q21), PML/RAR-alfa - Variant acute PML with t(v;17), v/raralfa - AML with abnormal bone marrow eosinophils inv(16) (p13;q22) or t(16;16) (q13;q22), CBFbeta/MYH11 - AML with 11q23, MLL gen abnormalities 2. AML with multilineage dysplasia - With prior myelodysplastic syndrome - Without prior myelodysplastic syndrome 3. AML and myelodysplastic syndrome, therapy related - Alkylating agent related - Topoisomerase II inhibitor related - Other types 4. AML not otherwise categorized AML minimally differentiated AML without maturation AML with maturation Acute myelomonocytic leukemia Acute monocytic leukemia Acute erythroid leukemia Acute megakaryocytic leukemia Acute basophilic leukemia Acute panmyelosis with myelofibrosis FAB

AML met multilineage dysplasie als de novo leukemie of secundair uit Myelodysplastische of Myeloproliferatieve ziekte dysplasie in 2 of meer cellijnen meestal M2, M4 of M6, soms borderline op 2 FAB categorieën geen specifieke cytogenetische afwijkingen, meestal complexe cytogenetische afwijkingen: -7, 7 q-, -5, +8, +9,+11, 11q- frequent bij de oudere mensenzeldzaam bij kinderen ongunstige prognose

WHO classificatie,all Acute lymfoblastische leukemie/lymfoom (vroegere FAB L1 en L2) -Precursor B-cel ALL (cytogenetische subgroepen) t(9;22) (q34;q11), BCR/ABL t(v;11) (v;q23), MLL gen abnormalities t(1;19) (q23;p13), E2A/PBX1 t(12;21) (p12;q22), ETV/CBF-alpha -Precursor T-cel ALL Burkitt leukemie/lymfoom (vroegere FAB L3)

Vgl FAB en WHO class.sys.bij AML FAB WHO Voorgeschiedenis + Morfologie % blasten 30% 20% dysplasie (MDS) + Cytogenetica + subgroep Moleculaire Diagnostiek + subgroep

Casus 1 jongen, 2 jaar aanhoudende koorts, vermoeidheid en bleekheid KOZ: hepatosplenomegalie, klieren: occipitaal, cervicaal, submandibulair, inguinaal Hb: 6.9 g/dl 11.5-13.5 HCT: 0.228 0.34-0.4 RBC: 2.45 10 12 /L 3.9-5.3 Bloedplaatjes: 21 10 9 /l 150-450 WBC: 63.3 10 9 /l 5.5-15.5

Casus 1: morfologisch PB: 84% blasten 2% eosinofielen 14% lymfocyten BM: Hypercellulair merg met 99% blasten. Verdringing van de andere mergreeksen. Beeld passend bij een acute lymfatische leukemie. Cytochemie: CSV: pox negatief 11.8/µl (99% blasten) invasie CZS

Casus 1: immuunfenotypering Positief: CD10 (sterk), CD19, CD22, cycd22, CD24, CD34, cycd79a, HLA- Dr, TdT Zwak tot negatief: CD45 Negatief: sigkappa, siglambda, IgM Common-B-ALL

Casus 1:andere Spiraal CT schedel: contrastcapterende weke delen massa verdacht voor lymfoomlokalisatie of leukemisch infiltraat (om. sinus maxillaris) + leptomeningeale contrastcaptatie linksfrontaal Echografie abdomen: hepatosplenomegalie en enkele vergrote klieren thv. leverhilus, normaal aspect van scrotum en testis DNA-onderzoek: hyperploïde piek met DNAindex 1.13

Casus 1:therapie Common B-ALL met centrale invasie (hyperdiploïd) Chemo volgens EORTC protocol 58951 AR2 (9-2003 tot 12-2005) Maar vroeg recidief! (2-2006)

Casus 2:

Casus 2: Pbl: AML M3 19% blasten en 12% promyelocyten Snelle diagnose vereist omwille van stollingsstoornissen! Bevestigd door cytogenetisch en moleculair onderzoek: t(15;17)(q22;q21) en PML-RARalfa fusiegen