Energierapport Cluster bedrijventerrein (Zee)Brugge, Oostende en Oostkamp (ZBOO) 2008-2010



Vergelijkbare documenten
Energierapport Bedrijventerreinen Oostkamp

Energierapport Blauwe Toren

Energierapport Brugge andere BT

Energierapport Bedrijventerrein Haven Oostende

Energierapport Bedrijventerreinen Oostende rest

Nieuwe methodiek CO 2 -voetafdruk bedrijventerreinen POM West-Vlaanderen. Peter Clauwaert - Gent 29/09/11

Energierapport Zeebrugge

Energierapport Plassendale

1. Informatie over het bedrijventerrein

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Tool Burgemeestersconvenant Actualisatie nulmeting 2011 & inventaris 2012

Haalbaarheidsonderzoek uitbreiding warmtenet Brugge. Peter Clauwaert Brugge - 17/06/2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Haalbaarheidsonderzoek warmtenet Oostende

Dynamische Energie Atlas Limburg (DEA)

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

Haalbaarheidsonderzoek warmtenetten Brugge en Oostende. Peter Clauwaert Brugge - 18/04/2013

sessie 3: De Wereld op de stoep Jeroen Mercy De Wereld roept om klimaatneutraliteit, De Gentse CO2-uitstoot gemeten! Stad Gent Milieudienst

Potentieel warmtenetten in Wielsbeke/Oostrozebeke

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Energiemanagement plan

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder

HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK

Ministerieel besluit houdende de organisatie van een call voor het indienen van steunaanvragen voor nuttigegroenewarmte-installaties

Technische onderbouwing themapagina s GasTerra Jaarverslag Gas. Gas. Volume (mrd. m 3 ) 83. Calorische waarde (Hi) (MJ/m 3 ) 31,65

HET POTENTIEEL VOOR GROENE WARMTE IN WEST-VLAANDEREN Natascha Janssens Inspiratiedag Groene Warmte VVSG, 8 februari 2018

van 13 november 2007

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030

Fysieke energiestroom rekeningen

Beersel wekt op. Klimaatneutraal Beersel 2040?

Studie Onthaalcapaciteit decentrale productie in Vlaanderen september 2012

Aanbod en verbruik van elektriciteit,

EnergieAtlas Limburg. limburg.be

Monitor energie en emissies Drenthe

Nota van de Vlaamse Regering

Energie en emissies Drenthe 2020, 2023 en 2030

buffer warmte CO 2 Aardgas / hout WK-installatie, gasketel of houtketel brandstof Elektriciteitslevering aan net

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5

Notitie. Feiten en cijfers Energiehuishouding gemeente Heumen

Handreiking Aanvulling op het EEP - Addendum op de MEE. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 31 mei 2005

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 15 april 2008

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec)

Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen

Huishoudelijk elektriciteitsverbruik per aangesloten inwoner Hoeveelheid elektriciteit die verbruikt wordt binnen de Genkse huisgezinnen.

Gemeente Ede energieneutraal 2050

Drijfveren en noden van professionele groene stroom consumenten.

Bio-energiecentrales Eindhoven

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Energiemanagement plan

HERNIEUWBARE ENERGIE IN ITALIË

Ondersteuning burgemeestersconvenant

Individuele energievoorziening

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Westvoorne CO 2 - uitstoot

ECONOMISCH BELANG VAN NETAANSLUITING VOOR IVBO. Geert Dooms Unit Manager Verwerking

STATISTIEKEN Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector

1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2

Curaçao Carbon Footprint 2015

BISEPS Business clusters Integrated Sustainable Energy PackageS NETWERKEVENT: ENERGIEBEWUST ONDERNEMEN

CO2-nulmeting Cultuursector Intro. 2. Bevraging en methodologie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

vragen naar telefoonnummer datum /02/2018 Bijdrage Vlaams Gewest uit zon en wind in het kader van het Energiepact.

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Gelijkwaardigheidsberekening warmtenet Delft

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 27 april 2006

31. ATMOSFERISCHE EMISSIES TENGEVOLGE VAN HET ENERGIEVERBRUIK

WARMTEKRACHTKOPPELING (WKK) INFOBROCHURE

de slimme weg energietransitie 12 december 2017 Pieter van der Ploeg Alliander Strategie

1. Energieverbruik op uw bedrijf

Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie

Wat vraagt de energietransitie in Nederland?

CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe

energieprestatiecertificaat

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 januari 2007

Hernieuwbare Energiescan. Karen Dhollander

Netgekoppelde fotovoltaïsche zonnepanelen op daken van gebouwen in eigendom van ANB

Energie nulmeting. Regio Amstelland-Meerlanden. Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning. Twynstra Gudde Adviseurs en Managers

Hernieuwbare energie in Lommel

Wetgevende aspecten: ondersteuningsmaatregelen en emissienormen

bestaand gebouw met woonfunctie

Dirk Vanhoudt. Onderzoeker. VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek)

Smart Grids. Situering Eandis in energiemarkt. Hernieuwbare energie voor gebouwen 13 september Producenten elektriciteit

VR MED.0485/2

BELEIDSOPTIES NUL-ENERGIEWONING

Klimaat & CO 2, Parijs, Polen Wereldwijde doelen, NL-doelen Energie in de gemeente Wierden Opties duurzame opwek:

energieprestatiecertificaat

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 20 juli gewijzigd op 24 januari 2007

Biobased economy in het Groene Hart

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 januari 2007

In het hol van de leeuw?

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Transcriptie:

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 Energierapport Cluster bedrijventerrein (Zee)Brugge, Oostende en Oostkamp (ZBOO) 28-21 1. Informatie over het bedrijventerrein Ligging, oppervlakte (Brugge 8, Sint-Michiels/Sint-Andries 82, Zeebrugge 838, Oostkamp 82 en Oostende 84; cluster van bedrijventerreinen: 2923,6 ha; 398, ha dakoppervlak) Figuur 1: Overzicht van de bedrijventerreinen die geclusterd worden tot bedrijventerreinencluster ZBOO ha BT ha dakoppervlak % dakoppervlak Herdersbrug 285,1 47,2 16,6 Blauwe Toren 96,7 26,8 27,7 Brugge ander bedrijventerreinen 39,6 81, 26,2 Zeebrugge 1278,3 88,1 6,9 Bedrijventerreinen Oostkamp 148,1 37,4 25,3 Plassendale 542,5 58,2 1,7 Haven Oostende 151,9 29,5 19,4 Oostende rest 111,4 29,8 26,8 TOTAAL 2923,6 398, 13,6 1

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 Aantal bedrijven Ongeveer 13 bedrijven Enkele bepalende bedrijven AGC GLASS EUROPE ANECA SERVICES APM TERMINALS ZEEBRUGGE AQUAFIN RWZI OOSTENDE ARPLAM ASFALTCENTRALE ASWEBO BRUGGE ASPIRAVI WINDMOLENPARK ZEEBRUGGE BELWIND ZEEBRUGGE BOMBARDIER TRANSPORTATION COFELY SERVICES C-RO TERMINAL ETS Tabel 1: Overzicht van enkele bepalende bedrijven (niet limitatief) Auditconvenant Benchmarkconvenant IMJV ELIAaansluiting Fluysaansluiting DAIKIN EUROPE ELECTRABEL CENTRALE HERDERSBRUG ELECTRABEL ZEEBRUGGE ELECTRAWINDS BIOMASSA, GREENPOWER OOSTENDE EN BIOSTOOM FLANDERS BAKERY FLUXYS LNG-TERMINAL FLUXYS PEAK SHAVING DUDZELE () FRIMA GASSCO AS ZEEPIPE TERMINAL () GENENCOR GEO-MILIEU INTERCONNECTOR ZEEBRUGGE TERMINAL () IVBO IVOO J M HUBER BELGIUM JEBO FOOD KATHY CHOCOLATERIE 2

KATHY CONFISERIE MARINE HARVEST PIETERS (BRUGGE) MARINE HARVEST PIETERS (OOSTENDE) MARINEBASIS ZEEBRUGGE MBZ MORUBEL OMNICASING ORAC P.B.I.FRUIT JUICE COMPANY Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 PEMCO BRUGGE PROVIRON FINE CHEMICALS RWZI BRUGGE RWZI RUDDERVOORDE SEAGULL SPICER OFF-HIGHWAY BELGIUM TE CONNECTIVITY BELGIUM EC TIENSE SUIKERRAFFINADERIJ TRUCK - EN TANKCLEAING TACK VESUVIUS BELGIUM WASSERIJ DROOGKUIS SINT- MICHIELS ZIP TERMINAL Overzicht van bedrijven onder ETS op het bedrijventerrein (bron: www.lne.be) 28 29 21 Electrabel TJ 325 817 1363 ton CO 2 Fluys LNG 124454 2685 25537 ton CO 2 Fluys Peak shaving 162 251 1937 ton CO 2 Gassco 5335 4863 6611 ton CO 2 Interconnector 4987 958 1577 ton CO 2 STEG 79315 1771 114311 ton CO 2 Bombardier 3 MW-regel 3 MW-regel 3 MW-regel Proviron Fine Chemicals 22857 23273 15258 ton CO 2 Electrawinds-Biostoom nvt 144 81 ton CO 2 Electrawinds-Biomassa 5511 3668 2493 ton CO 2 Electrawinds-Greenpower nvt 157 ton CO 2 TOTAAL 956646 132777 134954 ton CO2 Aandeel ETS in het Vlaams Gewest 2,73 4,4 3,88 % 3

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 2. ENERGIEVERBRUIK 28-21: De verbruikgegevens van aardgas en elektriciteit werden enerzijds bekomen via de distributienetbeheerder EANDIS en anderzijds via de bedrijven zelf die voor aardgas en/of elektriciteit niet bij EANDIS aangesloten zijn (ELIA-net en Fluys-net). Het eigen verbruik aan zelf opgewekte hernieuwbare zonne-energie werd ingeschat door het verschil tussen de, naar het bedrijventerrein gealloceerde, groenestroomcertificaten en netinjectie door zonne-panelen op het EANDIS-net. De verbruikgegevens van EANDIS konden enkel bekomen worden als een clustering van straten (geen opsplitsing tot op nummer). Om te vermijden dat bepaalde openbare gebouwen en landbouwbedrijven buiten het bedrijventerrein mee zouden geïnventariseerd worden gezien hun ligging aan een straat die ook door het bedrijventerrein loopt, werd enkel het verbruik opgevraagd van NACE-codes (versie 28) 3 tot en met 82 en 95 tot en met 99. Bijkomend werd ook het elektriciteitsverbruik van de marinebasis (84.22) mee in rekening gebracht (oa. verbruik voor walstroom). 28 29 21 Elektriciteit 568,1 557, 597,7 GWh Aardgas 5285,1 784,1 7278,3 GWh Aardgas (ecl. ETS) 375,9 352,6 398,6 GWh LPG (insch.) 5,1 5, 1,1 GWh Lichte stookolie (insch.) 7,8 74,5 83,8 GWh 28 29 21 Elektriciteit 19,4 19,1 2,4 kwh/m² BT Aardgas 18,8 242,3 248,9 kwh/m² BT Aardgas (ecl. ETS) 12,9 12,1 13,6 kwh/m² BT LPG (insch.),2,2,3 kwh/m² BT Lichte stookolie (insch.) 2,4 2,5 2,9 kwh/m² BT 28 29 21 Elektriciteit 142,7 14, 15,2 kwh/m² dakoppervlak Aardgas 1327,9 1779,9 1828,7 kwh/m² dakoppervlak Aardgas (ecl. ETS) 94,5 88,6 1,1 kwh/m² dakoppervlak LPG (insch.) 1,3 1,2 2,5 kwh/m² dakoppervlak Lichte stookolie (insch.) 17,8 18,7 21,1 kwh/m² dakoppervlak Inschatting van de bijkomende warmtevraag in de periode 28-21: 34-45 GWh. De warmtevraag die eventueel via warmtepompen en zonneboilers voorzien zou worden, kon niet in kaart gebracht worden. Aan de hand van de CO 2 -emissies van de turbojetinstallatie van Electrabel in Zeebrugge (ETS LNE), werd er in 28, 29 en 21 naar schatting (71,148 ton CO 2 /TJ cal onderwaarde ) respectievelijk 1,35 ; 3,4 en 5,68 GWh cal bovenwaarde aan lamppetroleum verbruikt. Schepen die aangemeerd liggen in de haven hebben een elektriciteitsbehoefte waarvoor ze gebruik maken van hun hulpmotoren. In een studie in het kader van het Interreg IVA project ECO2PROFIT waarbij de mogelijkheden onderzocht werden voor het gebruik van walstroom voor 5% van het aantal calls in Zeebrugge, bleek uit de inventarisatie dat deze 5% van het aantal calls (weliswaar 2% van het aantal unieke schepen) instonden voor 9.17 ton fuel per jaar (www.pomwvl.be/walstroom) voor een productie 4

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 van 38,6 GWh elektriciteit. Aangezien een verdere gedetailleerde inventarisatie niet mogelijk bleek, wordt het fuelverbruik in de haven zelf bij aangemeerde schepen ingeschat op ongeveer 18. ton fuel per jaar. Het CO 2 kengetal waarmee gerekend wordt voor LSMGO (low sulphur marine gas oil) is 3,1 ton CO 2 /ton fuel en de specifieke energie-inhoud (calorische onderwaarde) bedraagt 42,7 GJ/ton. In de periode 28-21 werden nog fuels toegelaten met een hoger zwavelgehalte (1,5-4,5%), maar een betere detaillering was niet mogelijk in deze contet. Bijgevolg wordt het fuelverbruik voor aangemeerde schepen ingeschat op 228 GWh cal bovenwaarde voor naar schatting de opwekking van 77,2 GWh elektriciteit. Het elektriciteitsverbruik en het daarmee gepaarde brandstofverbruik van de aangemeerde schepen in de Haven van Oostende kon niet op een goede manier ingeschat worden. In de haven wordt er bijkomend rode diesel geleverd voor voornamelijk straddle-carriers op verschillende terminals. Het bleek niet mogelijk om hiervan een eacte inschatting te krijgen. Aan de hand van een geëtrapoleerde steekproef wordt het verbruik aan rode diesel ingeschat op ruwweg 5 miljoen liter per jaar. Omgerekend komt dit neer op ongeveer 54 GWh cal bovenwaarde aan rode diesel. In het chemische bedrijf Proviron wordt ook orthoyleen als grondstof gebruikt, wat na eotherme reacties aanleiding geeft tot restwarmte. Aangezien orthoyleen in de eerste plaats een grondstof is, werd het niet mee geïnventariseerd als een energiebron, alhoewel er toch een aanzienlijke hoeveelheid warmte vrijkomt die nog kan gevaloriseerd worden (www.pomwvl.be/warmtenetoostende). 7 Elektriciteitsverbruik (GWh) 6 5 31 2 121 27 2 127 29 2 145 Haven Oostende 4 52 52 55 Oostende rest Plassendale Oostkamp 3 135 131 142 Zeebrugge Brugge andere BT Blauwe Toren Herdersbrug 2 98 87 94 1 24 26 28 88 85 84 28 29 21 Figuur 2: Overzicht van de ruimtelijke verdeling van het elektriciteitsverbruik (28-21) 5

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 3 Elektriciteitsverbruik per m² dakoppervlak (kwh/m² dak.jaar) 28 29 21 25 249 27 219 2 187 18 178 15 161 153 149 147 14 14 1 88 99 15 121 116 18 14 93 99 66 67 68 5 Herdersbrug Blauwe Toren Brugge andere BT Zeebrugge Oostkamp Plassendale Oostende rest Haven Oostende Figuur 3: Overzicht van de densiteit van het elektriciteitsverbruik per vierkante meter dakoppervlak (28-21) 4 35 Elektriciteitsverbruik per m² bedrijventerrein (kwh/m² BT.jaar) 35 35 37 28 29 21 3 31 3 29 29 27 32 28 3 27 25 24 22 23 2 18 2 18 18 18 19 15 1 11 1 11 5 Herdersbrug Blauwe Toren Brugge andere BT Zeebrugge Oostkamp Plassendale Oostende rest Haven Oostende Figuur 4: Overzicht van de densiteit van het elektriciteitsverbruik per vierkante meter bedrijventerrein (28-21) 6

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 % van het elektriciteitsverbruik 1 9 28 29 21 8 7 6 5 4 3 2 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 % Figuur 5: Cumulatief overzicht van de procentuele verdeling van het elektriciteitsverbruik in de bedrijventerreinencluster ZBOO (28-21) % Elektriciteit 7 62,5 61,8 62,6 6 5 4 3 < X <,5 GWh,5 < X <,1 GWh,1 < X <,5 GWh,5 < X < 1 GWh 1 < X < 5 GWh 5 < X < 1 GWh 1 < X < 5 GWh 5 < X < 1 GWh 2 15,8 16,2 15,8 13,5 13,4 13,4 1 3,7 3,8 2,8 2,9 2,8 3,5,9,8 1,,7 1,1,8 28 29 21 Figuur 6: Overzicht van de procentuele verdeling van het elektriciteitsverbruik in de bedrijventerreinencluster in verschillende energieklassen voor bedrijventerrein cluster ZBOO (28-21) 7

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 Uit bovenstaande grafieken kan afgeleid worden dat ongeveer 1% van de bedrijven (met een jaarverbruik van meer dan,5 GWh elektriciteit) instaat voor 9% van elektriciteitsverbruik op de bedrijventerreinencluster ZBOO in de periode 28-21. Gemiddeld gezien situeren de meeste energieintensieve bedrijven (mbt. elektriciteitsverbruik) zich op de bedrijventerreinen Herdersbrug en Plassendale, terwijl gemiddeld gezien de bedrijven op de bedrijventerreinen(cluster) Blauwe Toren, Haven Oostende en Oostende rest de minst energie-intensieve bedrijven (mbt. elektriciteitsverbruik) huisvesten. 45 4 Aardgasverbruik (ecl. ETS ; GWh) 21 35 3 25 2 16 51 43 18 16 48 4 19 58 43 Haven Oostende Oostende rest Plassendale 2 72 7 81 Oostkamp Zeebrugge Brugge andere BT Blauwe Toren 15 81 7 8 Herdersbrug 1 14 15 18 5 8 75 78 28 29 21 Figuur 7: Overzicht van de ruimtelijke verdeling van het aardgasverbruik (eclusief aardgasverbruik van ETS-bedrijven; 28-21) 8

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 18 16 Aardgasverbruik per m² dakoppervlak (kwh/m² dak.jaar - ecl. ETS) 168 164 16 28 29 21 14 12 1 8 6 5 55 69 123 112 124 82 79 92 114 17 116 88 83 1 54 54 62 68 62 72 4 2 Herdersbrug Blauwe Toren Brugge andere BT Zeebrugge Oostkamp Plassendale Oostende rest Haven Oostende Figuur 8: Overzicht van de densiteit van het aardgasverbruik (eclusief ETS) per vierkante meter dakoppervlak (28-21) 35 3 Aardgasverbruik per m² bedrijventerrein (kwh/m² BT.jaar - ecl. ETS) 28 26 27 32 29 33 29 27 29 28 29 21 25 2 19 17 15 14 15 11 15 14 13 12 14 1 9 9 5 6 5 6 Herdersbrug Blauwe Toren Brugge andere BT Zeebrugge Oostkamp Plassendale Oostende rest Haven Oostende Figuur 9: Overzicht van de densiteit van het aardgasverbruik (eclusief ETS) per vierkante meter bedrijventerrein (28-21) 9

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 % van aardgasverbruik (ecl. ETS) 1 9 28 29 21 8 7 6 5 4 3 2 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 % Figuur 1: Cumulatief overzicht van de procentuele verdeling van het aardgasverbruik (eclusief ETSbedrijven) in de bedrijventerreinencluster ZBOO (28-21) % Aardgas (ecl. ETS) 6 5 48,7 45,9 4 38,9 < X <,5 GWh,5 < X <,1 GWh,1 < X <,5 GWh 3 25,3 26,7 3,8,5 < X < 1 GWh 1 < X < 5 GWh 5 < X < 1 GWh 2 17,4 18,4 2,2 1 < X < 5 GWh 5 < X < 1 GWh 1 3,2 3,9 3,8 3,9 3,8 4,5,4 1,,3,9,6 1,1,,, 28 29 21 Figuur 11: Overzicht van de procentuele verdeling van het aardgasverbruik (eclusief ETS-bedrijven) in de bedrijventerreinencluster in verschillende energieklassen ZBOO (28-21) 1

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 Uit bovenstaande grafieken kan afgeleid worden dat (ETS-bedrijven buiten beschouwing gelaten) ongeveer 1% van de bedrijven (met een jaarverbruik van meer dan,4 GWh aardgas) instaat voor 82-85% van elektriciteitsverbruik op de bedrijventerreinencluster ZBOO in de periode 28-21. Gemiddeld gezien situeren de meeste energie-intensieve bedrijven (ETS-bedrijven buiten beschouwing gelaten - mbt. aardgasverbruik) zich op de bedrijventerreinen Herdersbrug, Brugge rest en Oostkamp, terwijl gemiddeld gezien de bedrijven op de bedrijventerreinen(cluster) Blauwe Toren en Oostende rest de minst energie-intensieve bedrijven (mbt. aardgasverbruik) huisvesten. Het aardgasverbruik van de bedrijventerreinencluster ZBOO bedroeg 91-93% van het niet-residentiële aardgasverbruik in de postcodegebieden 8, 82, 82, 838 en 84 samen in de periode 28-21 en 78-83% van het totale aardgasverbruik in dit gebied. Indien het aardgasverbruik van de ETS-bedrijven niet mee in rekening gebracht wordt, dan bedroeg het aardgasverbruik van de bedrijventerreinencluster ZBOO 4-42% van het niet-residentiële aardgasverbruik in de postcodegebieden 8, 82, 82, 838 en 84 samen in de periode 28-21 en 19-21% van het totale aardgasverbruik in dit gebied. Het elektriciteitsverbruik van de bedrijventerreinencluster ZBOO bedroeg 53-6% van het nietresidentiële elektriciteitsverbruik in de postcodegebieden 8, 82, 82, 838 en 84 samen in de periode 28-21 en 4-44% van het totale elektriciteitsverbruik in dit gebied 1. Het elektriciteitsverbruik op de aangemeerde schepen (opgewekt door hulpmotoren) werd hier niet mee in rekening gebracht. 1 Weliswaar eclusief het elektriciteitsverbruik van Infrabel Dudzele, Brugge, Oostende en AZ-Damiaan 11

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 Methodiek mbt indeling in (sub)sectoren Tabel 1: Indeling in sectoren en subsectoren (grotendeels gebaseerd op de Vlaamse energiebalans van VITO) Energiesector NACE Rev. 2 Vervaardiging van cokesovenproducten 19.1 Vervaardiging van geraffineerde aardolieproducten 19.2 Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water 35 (e 35.2) Overige energiesector 5;6; 7; 9.1;35.2 Industrie IJzer- en staalnijverheid 24.1; 24.2; 24.3; 24.51; 24.52 Non-ferro 24.4 (e 24.46); 24.53; 24.54 Chemie 2; 21; 24.46 Voeding, dranken en tabak 1; 11; 12 Papier en uitgeverijen 17; 18 Minerale niet-metaalproducten 23;8;9.9 Metaalverwerkende nijverheid 29; 3; 25; 26 ; 27; 28; 33.11-33.17; 33.2 Tetiel, leder en kleding 13; 14; 15 Overige industrieën 16;41.1;41.2;42;43; 22; 31; 32; 33.19 transport 49; 5; 51 tertiaire sector Horeca 55.1; 56.1-56.3; 55.2;55.3; 55.9 Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 86.1;87.1;87.2;87.3;87.9;86.2;86.9;88.1;88.9;75. Onderwijs 85 Andere gemeenschaps-, sociale en persoonlijke dienstverlening 36;37;38;39;59;6;9;91;92;93;94;96 Kantoren en administratie 52.1;52.2;53;58;61-66;68-74;77-82;84;99 Handel 45;46;47;95 openbare verlichting geen landbouw, jacht, bosbouw en visserij 1-3 huishoudens huishoudens zonder NACE en 97; 98 Sectoraal elektriciteitsverbruik 28-21 Het elektriciteitsverbruik van de bedrijven actief in de aardgasindustrie (Zeebrugge) alsook het elektriciteitsverbruik van twee terminals in de Haven van Zeebrugge kon niet (of niet volledig) verkregen worden voor de periode 28-21. Daartoe werd het geclusterde verbruik van deze bedrijven opgevraagd bij ELIA. Dit heeft evenwel tot gevolg dat dit geclusterde elektriciteitsverbruik niet kan gealloceerd worden naar de respectievelijke (sub)sectoren (tertiaire sector [kantoren en administratie], transportsector en de energiesector), maar dat dit gegroepeerd in de rest-sector weergegeven dient te worden. Dit heeft tot gevolg dat de onderstaande gegevens voor de tertiaire sector deze twee terminals buiten beschouwing laat. Deze aardgasindustrie, die qua NACEnomenclatuur verdeeld zit over de sector transport en energie vertegenwoordigt naar schatting 12

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 ongeveer 3% van het elektriciteitsverbruik van de bedrijventerreinencluster Zeebrugge (zie apart rapport voor Zeebrugge). Het elektriciteitsverbruik op de aangemeerde schepen (opgewekt door hulpmotoren) in de Havens van Oostende en Zeebrugge werd hier niet mee in rekening gebracht. Figuur 12: Overzicht van de aardgasvervoersinfrastructuur in de zone Zeebrugge [Bron: http://www.fluys.com/belgium/nl-be/about%2fluys/infrastructure/zeebruggefacilities/zeebrugge] Het elektriciteitsverbruik van de industriële sector op de bedrijventerreinencluster ZBOO vertegenwoordigde 47-52% van de totale afname aan elektriciteit op de bedrijventerreinencluster in de periode 28-21. De subsector chemie op de bedrijventerreinencluster nam binnen de industriële sector op de bedrijventerreinencluster 41,1-44,6% van het stroomverbruik af (19,7-23,% van het elektriciteitsverbruik van de totale bedrijventerreinencluster). De subsector voeding, dranken en tabak op de bedrijventerreinencluster nam binnen de industriële sector op de bedrijventerreinencluster 18,6-19,3% van het stroomverbruik af (9,1-9,6% van het elektriciteitsverbruik van de totale bedrijventerreinencluster). Het aandeel in het industrieel elektriciteitsverbruik van de subsector metaalverwerkende nijverheid lag tussen 23,6% en 24,6% in deze periode (11,2-12,7% van het elektriciteitsverbruik van de totale bedrijventerreinencluster). Het elektriciteitsverbruik in de tertiaire sector vertegenwoordigde 37-38% van de totale afname aan elektriciteit op de bedrijventerreinencluster ZBOO in de periode 28-21. Zoals hiervoor reeds vermeld, konden geen gegevens bekomen worden van twee terminals in de Haven van Zeebrugge waardoor het aandeel van de tertiaire sector nog iets hoger ligt indien deze twee terminals mee in rekening zouden kunnen genomen worden. De subsector kantoren en administratie op de bedrijventerreinencluster ZBOO nam binnen de tertiaire sector op de bedrijventerreinencluster 34,6-36,4% van het stroomverbruik af in deze periode (13,-13,6% van het elektriciteitsverbruik van de totale bedrijventerreinencluster). Het elektriciteitsverbruik van de subsector handel bedroeg 29,9-32,3% van het elektrische verbruik van de tertiaire sector (1,9-12,2% van het elektriciteitsverbruik van de totale bedrijventerreinencluster). Het aandeel van het elektriciteitsverbruik van de subsector van de andere gemeenschaps-, sociale en persoonlijke dienstverlening binnen de tertiaire sector bedroeg 29,5-31,4% (11,-11,5% van het elektriciteitsverbruik van de totale bedrijventerreinencluster) in deze periode. De waterzuiveringsinstallaties van Aquafin (Brugge, Oostende en Ruddervoorde) en de afvalverbrandingsinstallaties zijn hierin zeer bepalend. 13

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 35, GWh-elektriciteit Elektriciteitsverbruik 3, 291,8 263,4 286, 25, 2, 15, 1, 26,9 29, 222,5 Energie Industrie Transport Tertiaire sector REST 5,, 3,6 48,7 49, 49,2 28,8 15,6 2,2 13,9 1,9 28 29 21 Figuur 13: Overzicht van het sectoraal elektriciteitsverbruik op de bedrijventerreinencluster ZBOO in de periode 28-21 14 Electriciteitsverbruik (GWh) 13 12 117 117 28 1 29 21 8 6 54 54 51 72 7 62 65 66 63 75 72 81 62 69 68 49 49 47 4 28 2 4 2 11 9 1 9 6 3 4 3 1 17 16 14 16 14 11 5 6 7 1 1 Figuur 14: Overzicht van het subsectoraal elektriciteitsverbruik op de bedrijventerreinencluster ZBOO in de periode 28-21 14

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 Sectoraal gasverbruik 28-21 (eclusief aardgasverbruik van ETS-bedrijven) Het aardgasverbruik van de industriële sector op de bedrijventerreinencluster ZBOO vertegenwoordigde 63-68% van de totale afname aan aardgas op de bedrijventerreinencluster in de periode 28-21. Het aardgasverbruik van de subsector chemie (eclusief ETS) bedroeg 24,2-27,3% van het aardgasverbruik van de industriële sector in de periode 28-21 (16,-17,2% van het aardgasverbruik van de totale bedrijventerreinencluster in 28-21). Het aardgasverbruik van de subsector voeding, dranken en tabak bedroeg 27,4-29,1% van het aardgasverbruik van de industriële sector in de periode 28-21 (18,1-19,2% van het aardgasverbruik van de totale bedrijventerreinencluster in 28-21). Het aardgasverbruik van de subsector metaalverwerkende nijverheid bedroeg 18,-23,3% van het aardgasverbruik van de industriële sector in de periode 28-21 (11,3-15,4% van het aardgasverbruik van de totale bedrijventerreinencluster in 28-21). Het aardgasverbruik van de subsector minerale niet-metaalproducten bedroeg 2,2-21,2% van het aardgasverbruik van de industriële sector in de periode 28-21 (13,4-13,7% van het aardgasverbruik van de totale bedrijventerreinencluster in 28-21). Het aardgasverbruik in de tertiaire sector bedroeg 3-35% van het aardgasverbruik op de bedrijventerreinencluster ZBOO in de periode 28-21. De belangrijkste verbruiker van aardgas in de tertiaire sector was de subsector kantoren en administratie: 26,2-28,1% van het aardgasverbruik in de tertiaire sector in 28-21 of 8,2-9,2% van het totale aardgasverbruik op de bedrijventerreinencluster. Het aardgasverbruik van de subsector handel bedroeg 37,1-4,% van het aardgasverbruik van de tertiaire sector in de periode 28-21 (11,1-13,9% van het aardgasverbruik van de totale bedrijventerreinencluster in 28-21). Het aandeel van het aardgasverbruik van de subsector andere gemeenschaps-, sociale en persoonlijke dienstverlening binnen de tertiaire sector bedroeg 25,-29,4% in deze periode (8,2-9,8% van het aardgasverbruik van de totale bedrijventerreinencluster in 28-21). 3, GWh-aardgas Aardgasverbruik (ecl. ETS) 25, 255,9 221,8 263,2 2, 15, 1, 111,9 123, 13,6 Energie Industrie Transport Tertiaire sector REST 5, 7,8 7,4,2,2,4, 1, 3,8,, 28 29 21 Figuur 15: Overzicht van het sectoraal aardgasverbruik (eclusief ETS) op de bedrijventerreinencluster ZBOO in de periode 28-21 15

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 8 7 6 5 aardgasverbruik (ecl.ets ; GWh) 65 64 61 72 72 65 54 52 47 58 61 49 52 28 29 21 4 3 4 34 33 33 32 31 37 42 2 1 1 2 2 3 2 2 2 7 5 6 9 8 7 7 7 4 Figuur 16: Overzicht van het subsectoraal aardgasverbruik (eclusief ETS) op de bedrijventerreinencluster ZBOO in de periode 28-21 Etrapolatie sectoraal verbruik andere fossiele brandstoffen 28-21 Aan de hand van het elektriciteitsverbruik en de Vlaamse subsectorale verhoudingen tussen het elektriciteitsverbruik en het verbruik van andere fossiele brandstoffen kan een inschatting gemaakt worden het verbruik van andere fossiele brandstoffen. LPG en lichte stookolie zijn volgens VITO de belangrijkste andere fossiele brandstoffen. Aangezien het over een etrapolatie gaat, is enkel de grootteorde van verbruik indicatief voor de verschillende sectoren en is het interpreteren van trends niet zinvol. Aan de hand van de CO 2 -emissies van de turbojetinstallatie van Electrabel in Zeebrugge (ETS LNE), werd er in 28, 29 en 21 naar schatting (71,148 ton CO 2 /TJ cal onderwaarde ) respectievelijk 1,35 ; 3,4 en 5,68 GWh cal bovenwaarde aan lamppetroleum verbruikt. Schepen die aangemeerd liggen in de haven hebben een elektriciteitsbehoefte waarvoor ze gebruik maken van hun hulpmotoren. In een studie in het kader van het Interreg IVA project ECO2PROFIT waarbij de mogelijkheden onderzocht werden voor het gebruik van walstroom voor 5% van het aantal calls in Zeebrugge, bleek uit de inventarisatie dat deze 5% van het aantal calls (weliswaar 2% van het aantal unieke schepen) instonden voor 9.17 ton fuel per jaar (www.pomwvl.be/walstroom) voor een productie van 38,6 GWh elektriciteit. Aangezien een verdere gedetailleerde inventarisatie niet mogelijk bleek, wordt het fuelverbruik in de haven zelf bij aangemeerde schepen ingeschat op ongeveer 18. ton fuel per jaar. Het CO 2 kengetal waarmee gerekend wordt voor LSMGO (low sulphur marine gas oil) is 3,1 ton CO 2 /ton fuel en de specifieke energie-inhoud (calorische onderwaarde) bedraagt 42,7 GJ/ton. In de periode 28-21 werden nog fuels toegelaten met een hoger zwavelgehalte (1,5-4,5%), maar een betere detaillering was niet mogelijk in deze contet. Bijgevolg wordt het fuelverbruik voor aangemeerde schepen in Zeebrugge 16

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 ingeschat op 228 GWh cal bovenwaarde voor naar schatting de opwekking van 77,2 GWh elektriciteit. Voor de Haven van Oostende kon deze inschatting niet gemaakt worden. In de haven wordt er bijkomend rode diesel geleverd voor voornamelijk straddle-carriers op verschillende terminals. Het bleek niet mogelijk om hiervan een eacte inschatting te krijgen. Aan de hand van een geëtrapoleerde steekproef wordt het verbruik aan rode diesel ingeschat op ruwweg 5 miljoen liter per jaar. Omgerekend komt dit neer op ongeveer 54 GWh cal bovenwaarde aan rode diesel. 8, GWh-LPG LPG-verbruik (etrapolatie) 7,5 7, 6, 5, 4, 3, 3,8 3, 2,7 Energie Industrie Transport Tertiaire sector REST 2, 1, 1,3 2,,,,,,,,,,, 28 29 21 Figuur 17: Overzicht van het sectoraal LPG-verbruik op de bedrijventerreinencluster ZBOO in de periode 28-21 (etrapolatie) 17

7, 6, GWh-lichte stookolie Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 Verbruik lichte stookolie (etrapolatie) 6,8 5, 4, 3, 2, 41,4 45,6 23, 22,9 22,1 Energie Industrie Transport Tertiaire sector REST 1,,,,,,,,,,, 28 29 21 Figuur 18: Overzicht van het sectoraal verbruik van lichte stookolie op de bedrijventerreinencluster ZBOO in de periode 28-21 (etrapolatie) Benutting van restwarmte (voor zover gekend of kon ingeschat worden) Naar schatting werd er in de periode 28-21 tussen 25 en 28 GWh aan restwarmte benut op het bedrijventerrein Herdersbrug. De twee gekende manieren van restwarmtebenutting op dit bedrijventerrein zijn de afname van warmte van het warmtenet van IVBO en de benutting van restwarmte van de slibverbrandingsoven van Aquafin (uitgebaat door Geomilieu) voor het drogen van RWZI-slib. Op het bedrijventerrein Blauwe Toren werd naar schatting in de periode 28-21 tussen 1 en 2 GWh aan restwarmte benut. De enige gekende manier van restwarmtebenutting op dit bedrijventerrein is de afname van warmte van het warmtenet van IVBO. In de Haven van Zeebrugge is er één gekende WKK-installatie van Fluys/Electrabel die gebruikt wordt om vloeibaar aardgas te vergassen om op het aardgasnet te kunnen injecteren 2. Voor zover kon nagegaan worden op www.vreg.be, werden geen WKK-certificaten ontvangen voor deze installatie in deze periode. Naar schatting werd er in de periode 28-21 jaarlijks ongeveer 15 GWh aan restwarmte benut. Naar schatting werd er in de periode 28-21 tussen 5 en 19 GWh aan restwarmte benut op het bedrijventerrein Plassendale in een biomassa- energiecentrale. 2 http://www.mainpress.com/nederlands/dossier_maintenance/zeebrugge.htm 18

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 3. ENERGIEPRODUCTIE 28-21 Overzicht productie niet-hernieuwbare elektriciteit 28-21 Op het bedrijventerrein Herdersbrug produceerde de STEG-centrale in de periode 28-21 jaarlijks tussen de 19 en 27 GWh aan niet hernieuwbare elektriciteit. De afvalverbrandingsoven van IVBO produceerde in deze periode rond de 17 GWh elektriciteit die als niet hernieuwbaar beschouwd wordt. Sinds de ingebruikname van de nieuwe turbine van IVBO (zomer van 212) wordt wellicht jaarlijks ongeveer 44 GWh aan elektriciteit geproduceerd worden die niet als hernieuwbaar beschouwd wordt. In de haven van Zeebrugge zijn 3 verschillende gekende elektriciteitsproductie-eenheden die naar schatting samen jaarlijks tussen de 22 en 33 GWh niet hernieuwbare elektriciteit produceerden in de periode 28-21. Een turbojet-installatie van Electrabel (noodcentrale), een WKK-installatie van Fluys/Electrabel waarbij de warmte gebruikt wordt voor de verdamping van LNG en voor de productie van elektriciteit op de schepen die aangemeerd liggen. De productie aan elektriciteit op de schepn die aangemeerd liggen in de haven van Oostende kon niet ingeschat worden. De productie aan niet-hernieuwbare elektriciteit in de afvalverbrandingsovens van IVOO en Electrawinds steeg van 16 naar 86 GWh in de periode 28-21. Inschatting productie hernieuwbare elektriciteit 28-21 Op de bedrijventerreinencluster Zeebrugge wordt groene stroom, voor zover gekend, opgewekt door zonnepanelen (PV), biomassa verbrandingsinstallaties en windmolens. 7 Geïnstalleerd vermogen (MWpiek) 65 6 59 5 46 4 32 33 33 35 37 PV Wind 3 Biomassa 2 22 22 22 21 21 21 21 19 1 3 5 11 1 1 22 23 24 25 26 27 28 29 21 211 212* Figuur 19: Overzicht van het geïnstalleerd vermogen per type aan groene stroominstallaties op de bedrijventerreinencluster ZBOO (* = inschatting) 1 6 14 19

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 4 Geproduceerde groene stroom (GWh) 35 3 25 282 2 234 Biomassa wind PV 15 178 1 59 5 53 63 1 5 17 28 29 21 212* Figuur 2: Geëtrapoleerd overzicht van de hoeveelheid geproduceerde groene stroom per type op de bedrijventerreinencluster ZBOO (* = inschatting) 65 74 3 Opgewekte groene stroom (GWh) 25 245,7 219,5 2 163,5 15 1 5 86,3 66,4 58,6 56, 45,9 28 29 21 212* 24,525,5 22,1 1,1,1,,1,,,,7,2,1,, 2,,6,2,3,5,,,,,,,,,,,,,,,,,,,1,1,1,,,1,7,5,4,,,,,,,,1,,1,1,2,1 Figuur 21: Geëtrapoleerd overzicht van de hoeveelheid geproduceerde groene stroom op de verschillende bedrijventerreinen van de bedrijventerreinencluster ZBOO (* = inschatting) 2

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 5 45 Densiteit opgewekte groene stroom (kwh/m² bedrijventerrein) 45,3 4 4,5 35 3 3,3 3,1 25 23,3 2 15 2,6 19,6 14,1 28 29 21 212* 1 8,5 5 2,2,1 2,2 2, 2, 1,8 1,8 1,8,7,7,3,3,3,,1,,,,2,1,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,1,1,2,3,2,1,1,1,,,2,3,,2,,,,,,1 Figuur 22: Geëtrapoleerd overzicht van de densititeit aan geproduceerde groene stroom op de verschillende bedrijventerreinen van de bedrijventerreinencluster ZBOO (* = inschatting) 6, Geïnstalleerd vermogen PV (MWpiek) 5,2 5, 4, 3,9 3,4 3, 2, 1,,,1,7 2,3 2,3 2,2 2, 1,8 1,6 1,3 1,2 1,2 1,1,9,8,8,8,6,6,5,5,4,4,3,4,3,2,2,2,2,1,1,1,1,1,1,1,2,2,,,,,,,,,,,,,,,,1,1,,,,,,,,1,1,1,1,1,1,1,1,1,,,,,,,,,,, 28 29 21 211 212* Figuur 23: Overzicht van het geïnstalleerd vermogen aan fotovoltaïsche cellen op de verschillende bedrijventerreinen van de bedrijventerreinencluster ZBOO (* = inschatting) 21

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 2, 18, Geïnstalleerd vermogen PV (Wpiek/m² dakoppervlak) 18,1 16, 14, 12,6 12, 11,1 1,7 1,7 1,6 1, 9,6 8, 6, 4, 4,8 8,2 3, 6,6 8,5 3,1 6,8 7,8 2,9 8,6 8,9 3,4 5,9 28 29 21 211 212* 2,,,2 1,6 2,2 2,1 2,1 2,1 2, 1,7 1,6 1,6 1,5 1,4 1,3 1,2 1,,9,7,7,6,5,5,5,6,6,6,6,6,6,4,2,2,2,2,3,1,1,,,,,,,,,,,,,,,,1,,,,,,,,,,,,, Figuur 24: Overzicht van de densiteit aan geïnstalleerd vermogen aan fotovoltaïsche cellen op de verschillende bedrijventerreinen van de bedrijventerreinencluster ZBOO (* = inschatting) 5, 4,5 Opgewekte groene stroom PVpanelen 4,5 (GWh) 4, 3,8 3,5 3, 2,5 2, 1,5 1,,5,,1,5 2, 2, 1,9 1,1 1, 1,,7,7,6,5,5,4,3,2,2,2,1,1,1,1,1,1,1,,1,1,1,1,1,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, 28 29 21 212* Figuur 25: Geëtrapoleerd overzicht van de hoeveelheid geproduceerde groene stroom opgewekt door fotovoltaïsche cellen op de verschillende bedrijventerreinen van de bedrijventerreinencluster ZBOO (* = inschatting) 22

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 12, Opgewekte groene stroom PVpanelen (kwh/m²) 11,2 1, 9,6 9,2 8, 7,4 7,8 6,7 6,5 6,5 6, 28 4, 4,1 29 21 2,6 2,7 2,5 212* 2,,,3 1,1 1,7 1,4 1,4 1,4 1,3 1,3 1,2 1,2,9,7,7,7,6,4,3,4,4,3,3,2,2,2,1,1,2,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, Figuur 26: Geëtrapoleerd overzicht van de densiteit aan geproduceerde groene stroom opgewekt door fotovoltaïsche cellen op de verschillende bedrijventerreinen van de bedrijventerreinencluster ZBOO (* = inschatting) 25 Geïnstalleerd vermogen windturbines (MWpiek) 21 21 21 21 21 21 21 21 2 22 23 15 24 25 11 12 12 12 11 26 27 1 28 29 21 211 5 212* 5 3 4 2 Herdersbrug Voor- en achterhaven Zeebrugge Transportzone Zeebrugge Haven Oostende Figuur 27: Overzicht van het geïnstalleerd vermogen aan windmolens op de verschillende bedrijventerreinen van de bedrijventerreinencluster ZBOO (* = inschatting) 23

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 6 Opgewekte groene stroom windmolens (GWh) 52,7 5 4,9 41,5 41,5 4 28 3 29 21 22, 23,5 23,6 212* 2 1 9,,,,,,,, Herdersbrug Voor- en achterhaven Zeebrugge Transportzone Zeebrugge Haven Oostende Figuur 28: Geëtrapoleerd overzicht van de hoeveelheid geproduceerde groene stroom opgewekt door windmolens op de verschillende bedrijventerreinen van de bedrijventerreinencluster ZBOO (* = inschatting), 24

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 7 Geïnstalleerd vermogen biomassa-installaties (MWpiek) 6 57 57 5 44 22 23 4 24 25 26 3 31 27 28 29 2 2 2 2 21 211 212* 1 8 9 1 2 2 2 2 2 2 Herdersbrug Plassendale Figuur 29: Overzicht van het geïnstalleerd vermogen aan biomassa-installaties op de verschillende bedrijventerreinen van de bedrijventerreinencluster ZBOO (* = inschatting) 3 Opgewekte groene stroom biomassa-installaties (GWh) 25 241,9 218,5 2 15 163,5 28 29 21 212* 1 5 4,2 45,9 13,6 14,6 15,1 Herdersbrug Plassendale Figuur 3: Geëtrapoleerd overzicht van de hoeveelheid geproduceerde groene stroom opgewekt door biomassa-installaties op de verschillende bedrijventerreinen van de bedrijventerreinencluster ZBOO (* = inschatting) 25

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 Turbine IVBO (4,2 MW waarvan 2, MW als hernieuwbaar aanzien wordt) wordt vervangen door een turbine van 16 MW (7,6 MW als hernieuwbaar aanzien) medio 212. Dit zou neerkomen op een bijkomende productie van groene stroom van 25,1 GWh 3, bovenop de huidige 13 à 16 GWh. In de loop van 212-213 worden normaal gezien een aantal (14) oude windmolens (Turbowinds 6 kw, bouwjaar 2-21) vervangen door 11 nieuwe windmolens (2,3 MW). Naar schatting zou dit minstens 25 GWh aan bijkomende groene stroom genereren. In 211 werden 2 windmolens van Electrabel op de Transportzone Zeebrugge in gebruik genomen van elk 2 MW. Deze windmolens zullen samen jaarlijks naar schatting 8-1 GWh aan elektriciteit opwekken. Er werd bepaald dat er in de achterhaven voor 27 windmolens (15 m, 3 MW) ruimte is, zodat dit impliceert dat het geïnstalleerd vermogen in de achterhaven nog kan stijgen tot 81 MW of een geschatte jaarlijkse opbrengst van 16-2 GWh. De eerste 4 windmolens zouden tegen eind 214 gerealiseerd zijn. 4 Op het bedrijventerrein Plassendale mogen geen windmolens geplaatst worden omwille van de radar van de luchthaven van Oostende. Plassendale ligt in de aanvliegroute van de luchthaven. Indien dit niet het geval was, dan komt dit naar schatting overeen met een potentieel tussen 3 en 6 MW (6-15 GWh/jaar). Inschatting productie niet-hernieuwbare warmte 28-21 o Benutte niet-hernieuwbare warmte (voor zover gekend) Het warmtenet van IVBO produceerde tussen de 21 en 23 GWh warmte die als niet hernieuwbaar beschouwd wordt. Indien er van uitgegaan wordt dat 8% van het RWZI-slib dat verbrand wordt in de slibverbrandingsinstallatie van Aquafin niet biogeen van oorsprong is, betekent dit dat er ongeveer 2 GWh aan restwarmte gerecupereerd wordt die niet van hernieuwbare oorsprong is. Er is één gekende WKK-installatie van Fluys/Electrabel die gebruikt wordt om vloeibaar aardgas te vergassen om op het aardgasnet te kunnen injecteren 5. Voor zover kon nagegaan worden op www.vreg.be, werden geen WKK-certificaten ontvangen voor deze installatie in deze periode. Naar schatting werd er in de periode 28-21 jaarlijks ongeveer 15 GWh aan restwarmte benut. o Niet benutte niet-hernieuwbare warmte (voor zover gekend) De verbrandingsoven van IVBO loosde naar schatting 365 415 GWh aan laagwaardige restwarmte naar de omgeving in de periode 28-21. Aangezien slechts 47,78% als hernieuwbaar beschouwd wordt, werd er naar schatting 191-217 GWh aan niet-hernieuwbare warmte geloosd naar de omgeving. Door de nieuwe turbine die geïnstalleerd werd in 212 wordt er sindsdien nog meer energie uit het afval gevaloriseerd, wat resulteert in een lagere lozing van restwarmte naar de omgeving. 3 http://www2.vlaanderen.be/economie/energiesparen/milieuvriendelijke/evaluatie_steunmechanismen/vito _doorrekeningen_gs_wkk.pdf 4 http://www.nieuwsblad.be/article/detail.asp?articleid=dmf213628_64373 5 http://www.mainpress.com/nederlands/dossier_maintenance/zeebrugge.htm 26

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 Bij de verbranding van RWZI-slib kwam naar schatting (3.4 kwh/tds) 82-87 GWh aan warmte vrij, waarvan (cfr. supra) 23-26 GWh kon gerecupereerd worden voor slibdroging (waarvan 8% nietbiogeen). 56-64 GWh aan warmte kon dus niet gerecupereerd worden, waarvan ongeveer 5 GWh aan niet-hernieuwbare warmte (8% niet-biogeen). De STEG-centrale loosde in deze periode naar schatting 23 32 GWh laagwaardige warmte naar de omgeving in de periode 28-21. Aangezien het laagwaardige warmte betreft en de centrale als piekinstallatie fungeert is een valorisatie van deze warmte niet evident. De energetische efficiëntie van een turbojet-installatie in Zeebrugge wordt tussen 2 en 25% ingeschat. Dit houdt in dat er naar schatting 1,-4,5 GWh aan warmte verloren gaat. Door het discontinue karakter van deze piekinstallatie is een valorisatie wellicht niet evident. De energetische efficiëntie van het opwekken van elektriciteit aan boord van de aangemeerde schepen in Zeebrugge wordt ingeschat op 34%. Dit betekent dat er naar schatting 151 GWh aan warmte verloren gaat. Voor de haven van Oostende kon deze inschatting niet gemaakt worden. De verloren warmte aan afgefakkeld aardgas in Zeebrugge kon niet ingeschat worden. De afval/biomassacentrales van IVOO en Electrawinds loosden (in stijgende lijn van 28 naar 21) samen naar schatting 175-699 GWh aan laagwaardige restwarmte naar de omgeving in de periode 28-21. Er werd naar schatting (in stijgende lijn van 28 naar 21) 72-28 GWh aan niethernieuwbare warmte geloosd naar de omgeving. Als er gerekend wordt met 35 L rioolwater per inwonersequivalent per dag en 238.5 inwonersequivalenten voor RWZI Brugge, dan betekent dit dat er naar schatting ongeveer 515 GWh aan laagwaardige warmte geloosd wordt in het Boudewijnkanaal. Naar schatting zou (mits een aantal randvoorwaarden, zie figuur 7) ongeveer 75 GWh (8-2 MW -th piekvermogen) lokaal kunnen gevaloriseerd met behulp van een warmtepomp (bijvoorbeeld voor gebouwenverwarming), maar deze (zeer) lokale vraag naar laagwaardige warmte is er wellicht niet. Decentraal zou (een deel van) deze warmte alsnog kunnen gevaloriseerd worden door warmte te onttrekken en op te waarderen uit een lokale collector met behulp van een warmtepomp (riothermie). 27

7 14 21 28 35 42 49 56 63 7 77 84 91 98 15 112 119 126 133 14 147 154 161 168 175 182 189 196 23 21 217 224 231 238 245 252 259 266 273 28 287 294 31 38 315 322 329 336 343 35 357 364 Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 25, Temperatuur ( C) Temperatuur voor warmtewisselaar Thermisch vermogen (kw) 25 Temperatuur na warmtewisselaar Maimaal leverbaar thermisch vermogen 74,83 GWh per jaar kan er thermisch onttrokken worden 2, 2 15, 15 1, 1 5, 5, Tijd (dagen) Figuur 31: Inschatting van het potentieel aan warmte die zou kunnen onttrokken worden uit (gezuiverd) rioolwater van RWZI Brugge en opgewaardeerd met behulp van een warmtepomp (veronderstellingen: temperatuur van het gezuiverde rioolwater verloopt op jaarbasis sinusoïdaal tussen 5 en 2 C; gezuiverd rioolwater na de warmtewisselaar > 6 C; temperatuursval van het gezuiverde afvalwater over de warmtewisselaar tussen 2 C en 5 C en geen warmteafname in de zomer ( afvalwater > 17 C)) Als er gerekend wordt met 35 L rioolwater per inwonersequivalent per dag en 3.6 inwonersequivalenten voor RWZI Ruddervoorde, dan betekent dit dat er naar schatting ongeveer 7,8 GWh aan laagwaardige warmte geloosd wordt in het oppervlaktewater. Naar schatting zou (mits een aantal randvoorwaarden, zie figuur 7) ongeveer 1,1 GWh (,1-,3 MW -th piekvermogen) lokaal kunnen gevaloriseerd met behulp van een warmtepomp (bijvoorbeeld voor gebouwenverwarming), maar deze (zeer) lokale vraag naar laagwaardige warmte is er wellicht niet. Decentraal zou (een deel van) deze warmte alsnog kunnen gevaloriseerd worden door warmte te onttrekken en op te waarderen uit een lokale collector met behulp van een warmtepomp (riothermie). 28

7 14 21 28 35 42 49 56 63 7 77 84 91 98 15 112 119 126 133 14 147 154 161 168 175 182 189 196 23 21 217 224 231 238 245 252 259 266 273 28 287 294 31 38 315 322 329 336 343 35 357 364 Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 25, Temperatuur ( C) Temperatuur voor warmtewisselaar Thermisch vermogen (kw) 35 Temperatuur na warmtewisselaar Maimaal leverbaar thermisch vermogen 1,13 GWh per jaar kan er thermisch onttrokken worden 3 2, 25 15, 2 1, 15 1 5, 5, Tijd (dagen) Figuur 32: Inschatting van het potentieel aan warmte die zou kunnen onttrokken worden uit (gezuiverd) rioolwater van RWZI Ruddervoorde en opgewaardeerd met behulp van een warmtepomp (veronderstellingen: temperatuur van het gezuiverde rioolwater verloopt op jaarbasis sinusoïdaal tussen 5 en 2 C; gezuiverd rioolwater na de warmtewisselaar > 6 C; temperatuursval van het gezuiverde afvalwater over de warmtewisselaar tussen 2 C en 5 C en geen warmteafname in de zomer ( afvalwater > 17 C)) Als er gerekend wordt met 35 L rioolwater per inwonersequivalent per dag en 198. inwonersequivalenten voor RWZI Oostende, dan betekent dit dat er naar schatting ongeveer 428 GWh aan laagwaardige warmte geloosd wordt in het oppervlaktewater. Naar schatting zou (mits een aantal randvoorwaarden, zie figuur 7) ongeveer 62 GWh (6-17 MW -th piekvermogen) lokaal kunnen gevaloriseerd met behulp van een warmtepomp (bijvoorbeeld voor gebouwenverwarming), maar deze (zeer) lokale vraag naar laagwaardige warmte is er wellicht niet. Decentraal zou (een deel van) deze warmte alsnog kunnen gevaloriseerd worden door warmte te onttrekken en op te waarderen uit een lokale collector met behulp van een warmtepomp (riothermie). 29

7 14 21 28 35 42 49 56 63 7 77 84 91 98 15 112 119 126 133 14 147 154 161 168 175 182 189 196 23 21 217 224 231 238 245 252 259 266 273 28 287 294 31 38 315 322 329 336 343 35 357 364 Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 25, Temperatuur ( C) Temperatuur voor warmtewisselaar Thermisch vermogen (kw) 18 Temperatuur na warmtewisselaar Maimaal leverbaar thermisch vermogen 16 62,12 GWh per jaar kan er thermisch onttrokken worden 2, 14 12 15, 1 8 1, 6 5, 4 2, Tijd (dagen) Figuur 33: Inschatting van het potentieel aan warmte die zou kunnen onttrokken worden uit (gezuiverd) rioolwater van RWZI Oostende en opgewaardeerd met behulp van een warmtepomp (veronderstellingen: temperatuur van het gezuiverde rioolwater verloopt op jaarbasis sinusoïdaal tussen 5 en 2 C; gezuiverd rioolwater na de warmtewisselaar > 6 C; temperatuursval van het gezuiverde afvalwater over de warmtewisselaar tussen 2 C en 5 C en geen warmteafname in de zomer ( afvalwater > 17 C)) Inschatting productie hernieuwbare warmte 28-21 o Benutte hernieuwbare warmte Het warmtenet van IVBO produceerde tussen de 2 en 21 GWh warmte die als hernieuwbaar beschouwd wordt. Indien er van uitgegaan wordt dat 92% van het RWZI-slib dat verbrand wordt in de slibverbrandingsinstallatie van Aquafin biogeen van oorsprong is, betekent dit dat er ongeveer 21-24 GWh aan restwarmte gerecupereerd wordt die van hernieuwbare oorsprong is. Naar schatting werd er in de periode 28-21 tussen 5 en 19 GWh aan hernieuwbare groene warmte (restwarmte) benut in Oostende (Electrawinds). Er kon geen informatie bekomen worden over de productiecapaciteit aan groene warmte afkomstig van warmtepompen (bodem, water) noch van zonneboilers, voor zover er dergelijke installaties aanwezig zouden zijn op het bedrijventerrein. o Niet benutte hernieuwbare warmte De verbrandingsoven van IVBO loosde naar schatting 365 415 GWh aan laagwaardige restwarmte naar de omgeving in de periode 28-21. Aangezien slechts 47,78% als hernieuwbaar beschouwd 3

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 wordt, werd er naar schatting 174-198 GWh aan hernieuwbare warmte geloosd naar de omgeving. Door de nieuwe turbine die geïnstalleerd werd in 212 wordt er sindsdien nog meer energie uit het afval gevaloriseerd, wat resulteert in een lagere lozing van restwarmte naar de omgeving. Bij de verbranding van RWZI-slib kwam naar schatting (3.4 kwh/tds) 82-87 GWh aan warmte vrij, waarvan (cfr. supra) 23-26 GWh kon gerecupereerd worden voor slibdroging (waarvan 8% nietbiogeen). 56-64 GWh aan warmte kon dus niet gerecupereerd worden, waarvan ongeveer 52-59 GWh aan hernieuwbare warmte (92% biogeen). De afval/biomassacentrales van IVOO en Electrawinds loosden (in stijgende lijn van 28 naar 21) samen naar schatting 175-699 GWh aan laagwaardige restwarmte naar de omgeving in de periode 28-21. Er werd naar schatting (in stijgende lijn van 28 naar 21) 13-419 GWh aan hernieuwbare warmte geloosd naar de omgeving. CO 2 -neutraliteit elektriciteit en warmte CO 2 -neutraliteit voor bedrijventerreinen wordt, volgens het subsidiebesluit voor bedrijventerreinen, bepaald volgens de afname van elektrische groene stroom door de bedrijven op het bedrijventerrein. Het was niet mogelijk om te weten te komen voor welk aandeel de verbruikte stroom op het bedrijventerrein als groen bestempeld kon worden. Het aankopen van groene stroom impliceert dat via garanties van oorsprong de locatie van de opgewekte groene stroom zich ergens in Europa bevindt. CO 2 -neutraliteit voor bedrijventerreinen kan ook anders geïnterpreteerd worden en men zou kunnen stellen dat een bedrijventerrein CO 2 -neutraal is voor elektriciteit indien er op het bedrijventerrein op jaarbasis minstens evenveel groene stroom geproduceerd wordt als dat er stroom verbruikt wordt. Hierbij wordt dus geen rekening gehouden met het profiel aan geproduceerde groene stroom in relatie tot het profiel aan stroomverbruik. De bedrijventerreinencluster ZBOO was, volgens deze laatste benadering, voor 2% CO 2 -neutraal met betrekking tot elektriciteit in 28 en dit steeg tot 51% in 21 (zie onderstaande figuur het zelf opgewekte stroomverbruik op de aangemeerde schepen buiten beschouwing gelaten). Indien het elektriciteitsverbruik anno 212-213 nog steeds ligt tussen het verbruik van 28-21 (557-598 GWh), dan was de bedrijventerreinencluster anno 212 naar schatting 62-67% CO 2 - neutraal met betrekking tot elektriciteit (het zelf opgewekte stroomverbruik op de aangemeerde schepen buiten beschouwing gelaten). Dit getal geeft met andere woorden weer welk aandeel van het elektriciteitsverbruik netto op jaarbasis equivalent is aan de hoeveelheid groene stroom die geproduceerd wordt op het de bedrijventerreinencluster. 31

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 1 9 % CO2-neutraal mbt elektriciteit 8 7 65,1 6 5 4 43,4 5,9 3 2 19,8 1 28 29 21 212* Figuur 34: Overzicht van het aandeel van het elektriciteitsverbruik netto op jaarbasis dat equivalent is aan de hoeveelheid groene stroom die geproduceerd wordt op de bedrijventerreinencluster (* = inschatting) Indien in de toekomst alle 27 ingeplande windmolens gerealiseerd zouden worden in de achterhaven van Zeebrugge, zou de bedrijventerreinencluster ZBOO naar schatting 89-13% CO 2 -neutraal zijn met betrekking tot elektriciteit, indien het elektriciteitsverbruik dan nog steeds ligt tussen het verbruik van 28-21 (557-598 GWh). Indien er windmolens zouden geplaatst kunnen worden op het bedrijventerrein Plassendale zou dit nog verder stijgen tot 99-13%, maar dit is gezien de ligging lang de aanvliegroute van de luchthaven van Oostende niet aan de orde. Als er (puur hypothetisch) van uit zou gegaan worden dat er op lange termijn een volledige omslag naar walstroom zou gemaakt worden in de Haven Zeebrugge, dan betekent dit dat het stroomverbruik sterk zou stijgen. Rekening houdend met huidige cijfers en de realisatie van alle 27 ingeplande windmolens in de achterhaven van Zeebrugge, zou de bedrijventerreincluster ZBOO naar schatting 79-9% CO 2 -neutraal zijn met betrekking tot elektriciteit. Indien ook het volledige verbruik aan rode diesel in de Haven van Zeebrugge door elektrische stroom vervangen zou kunnen worden (hypothetisch), dan zou de bedrijventerreincluster ZBOO naar schatting 73-82% CO 2 -neutraal zijn met betrekking tot elektriciteit. Ook zou men kunnen stellen dat een bedrijventerrein CO 2 -neutraal is voor warmte indien er op het bedrijventerrein op jaarbasis minstens evenveel groene warmte geproduceerd wordt als dat er warmte verbruikt wordt. Voor warmte is dit moeilijker dan voor groene stroom aangezien niet alle brandstof verbruikt wordt voor warmtebenutting en omdat er ook temperatuurs- en profielsdiscrepanties kunnen zijn tussen warmtevraag en aanbod aan groene warmte. De warmte geproduceerd in de verbrandingsoven van IVBO wordt bovendien hoofdzakelijk buiten het bedrijventerrein afgenomen. Als hier abstractie van gemaakt wordt, kan men stellen dat de bedrijventerreinencluster ZBOO in de periode 28-21 voor 7-9% CO 2 -neutraal was met 32

Energie- en CO 2-rapport Cluster bedrijventerreinen ZBOO 28-21 betrekking tot warmte. De warmtevraag lag tussen 65 en 682 GWh 6, de productie aan groene warmte steeg van 48,6 naar 61,2 GWh. 4. Eventuele mogelijkheden voor de toekomst Campagnes: REG (individuele energiescans), relighting, perslucht, isolatie, luchtdichtheid Benutting laagwaardige warmte van RWZI-effluent/riolering Aquafin Restwarmtenetten Uitrollen walstroominfrastructuur voor binnenvaart en zeevaart (zie studie op www.pomwvl.be/walstroom) in Zeebrugge en Oostende Zonnepanelen Recuperatie warmte van de aardgasindustrie in Zeebrugge Energiezuinige/duurzame openbare verlichting met minimaal strooilicht Opwekking elektriciteit uit golven/getijden buiten de strekdam Zeebrugge? Windmolens in het zuidelijk insteekdok van Zeebrugge en indien mogelijk ook in noordelijk insteekdok en voorhaven. Eventueel ook in het zuiden van Herdersbrug. Onderzoek mogelijkheden opslag aan elektrische energie (power-to-gas, batterijen, ) Vergisting van groenafval (GFT, bermmaaisel) IVBO en IVOO Vergisting van RWZI-slib (Aquafin) Slibdroging RWZI-slib (Aquafin) met laagwaardige warmte van bijv. IVBO/IVOO/Electrawinds/(STEG) (5 C), waarna het gedroogde slib energetisch gevaloriseerd kan worden + injectie warmte op het warmtenet Duurzame mobiliteit (treinhalte voor Blauwe Toren/B-Park, Herdersbrug en De Spie (http://www.mobielvlaanderen.be/studies/lightrail.php?a=18); Delen kaaimuur voor binnenvaart (Geldof) bijvoorbeeld voor aanvoer RWZI-slib via de binnenvaart Benutting condensaat Geomilieu en IVBO 6 Het brandstofverbruik voor de opwekking van elektriciteit werd niet meegenomen bij de bepaling van de warmtevraag 33