Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 januari 2007

Transcriptie

1 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B BRUSSEL info@vreg.be tel. : fax : web : Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt van 30 januari 2007 met betrekking tot de goedkeuring van de aanvraag tot toekenning van groenestroomcertificaten voor de productie-installatie Franssens palmolie, bestaande uit de biobrandstofmotor met een totaal vermogen van 230 kw, gelegen te Nieuwstraat 127, 9190 Stekene BESL

2 De Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt; Gelet op artikel 22 van het decreet van 17 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt; Gelet op hoofdstuk II van het Besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen (hierna het Besluit ); Gezien de aanvraag tot toekenning van groenestroomcertificaten voor de elektriciteit opgewekt door de productie-installatie Franssens palmolie, bestaande uit de biobrandstofmotor met een totaal vermogen van 230 kw, in dienst genomen op 1 september 2006 en gelegen te Nieuwstraat 127, 9190 Stekene, (hierna productie-installatie genoemd) ingediend door Groenergie, Kleine Dauwstraat 14, 9190 Kemzeke (hierna aanvrager genoemd), ontvangen door de VREG op 6 september 2006; Gezien het schrijven van de VREG van 30 oktober 2006, waarin de aanvrager verzocht werd om zijn aanvraagdossier te vervolledigen; Gezien de bijkomende inlichtingen, ontvangen op 11 december 2006 en 22 januari 2007; Overwegende dat het aanvraagdossier volledig en correct werd ingediend; Overwegende dat de aanvrager verklaart de eigenaar van de elektriciteit te zijn op het moment van productie in de productie-installatie; Overwegende dat uit het aanvraagdossier blijkt dat de elektriciteit, geproduceerd door de productieinstallatie, opgewekt wordt uit een hernieuwbare energiebron genoemd in artikel 5 van het Besluit, namelijk biomassa (palmolie); Overwegende dat de productie-installatie meer dan kwh elektriciteit per jaar opwekt of zal opwekken en dat bijgevolg een keuringsverslag dient te worden overgemaakt; Overwegende dat het keuringsverslag werd opgemaakt door een erkend organisme, zoals bedoeld in artikel 6, 1, eerste lid, van het Besluit, te weten AIB-Vinçotte Belgium vzw; Overwegende dat het keuringsverslag bevestigt dat de elektriciteit die door de productie-installatie wordt geproduceerd, opgewekt wordt uit een hernieuwbare energiebron, bedoeld in artikel 5 van het Besluit, namelijk biomassa (palmolie); Overwegende dat het keuringsverslag bevestigt dat de meting van de geproduceerde elektriciteit voldoet aan de nationale en internationale normen en voorschriften; Overwegende dat het keuringsverslag bevestigt dat voor alle andere metingen die noodzakelijk zijn voor de berekening van het aantal toe te kennen groenestroomcertificaten een ijkcertificaat kan worden voorgelegd door een bevoegde instantie; Overwegende dat, conform artikel 8, 1 van het Besluit de meting van de hoeveelheid opgewekte elektriciteit gebeurt door de beheerder van het net waarop de installatie is aangesloten, namelijk Intergem; Overwegende dat de VREG van mening is dat de meting van de in de productie-installatie opgewekte elektriciteit dient te worden aangevuld met een andere meting, namelijk de metingen opgesomd in artikel 2 hieronder; Pagina 2 van 5

3 Overwegende dat de door de productie-installatie opgewekte elektriciteit gedeeltelijk ter plaatse wordt gebruikt en gedeeltelijk wordt geïnjecteerd in het distributienet; Overwegende dat de VREG zich voor de schatting van het energieverbruik voor de palmolieproductie heeft gebaseerd op gegevens uit verschillende bronnen die in dit kader informatie aanreikten, zoals gelijkaardige aanvraagdossiers van groenestroomcertificaten; Overwegende dat de aanvraag tot toekenning van groenestroomcertificaten voor de productieinstallatie bij de VREG werd ontvangen vóór de mededeling van de VREG van 5 december 2006 inzake De berekening van de netto-elektriciteitsproductie gepubliceerd werd, zodat deze mededeling nog niet wordt toegepast op deze aanvraag. Overwegende dat in een schrijven van de palmolieleverancier voor de productie-installatie van 22 december 2006 gesteld wordt dat het energieverbruik voor de productie van ruwe palmolie afkomstig is uit hernieuwbare energiebronnen; Overwegende dat de aanvraag en de productie-installatie bijgevolg voldoen aan de terzake van toepassing zijnde decretale en reglementaire voorwaarden tot toekenning van groenestroomcertificaten; Beslist: Artikel 1. De elektriciteit, die wordt opgewekt door de productie-installatie Franssens palmolie, bestaande uit de biobrandstofmotor met een totaal vermogen van 230 kw, in dienst genomen op 1 september 2006 en gelegen te Nieuwstraat 127, 9190 Stekene (hierna productie-installatie ), voldoet aan de voorwaarden voor de toekenning van groenestroomcertificaten, bedoeld in de artikelen 5 en 6 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 inzake de bevordering van de elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen. Art. 2. Het aantal groenestroomcertificaten dat in een bepaalde maand door de VREG zal worden toegekend voor de elektriciteit geproduceerd in de productie-installatie, bedoeld in artikel 1, wordt bepaald door E GSC, op basis van volgende formule: E GSC ( Eproductie Everbruik) G Eprod T = * In deze uitdrukking is: E GSC de hoeveelheid elektrische energie die in aanmerking komt voor de toekenning van groenestroomcertificaten voor de betreffende maand, uitgedrukt in MWh; E productie E verbruik G de productie uitgedrukt in MWh en gemeten door de meter Actaris met serienummer , op basis van de meetgegevens die maandelijks door Intergem aan de VREG worden overgemaakt met betrekking tot de geproduceerde energie (EAN ) het verbruik uitgedrukt in MWh en gemeten door de meter Actaris met serienummer , op basis van de meetgegevens die maandelijks door Intergem aan de VREG worden overgemaakt met betrekking tot de verbruikte energie (EAN ) de verhouding van de verbruikte hoeveelheid palmolie ten opzichte van het totale brandstofverbruik, en Pagina 3 van 5

4 G = + FE hierbij is: met: De energie-inhoud van de verbruikte hoeveelheid palmolie = * Q C * ρ Q het debiet van de palmolietoevoer naar de productieinstallatie uitgedrukt in liter en gemeten door de meter ARD15/2225-A2 met serienummer , op basis van de meetgegevens die maandelijks door Groenergie bvba aan de VREG worden overgemaakt, C ρ de calorische waarde van de verstookte palmolie op basis van de gegevens die door de palmolieleverancier worden geleverd, namelijk 37 MJ/kg =10,3 kwh/kg De soortelijke massa van de verstookte palmolie, op basis van de gegevens die door de palmolieleverancier worden geleverd, namelijk 0,910 kg/l FE met: De energie-inhoud van de verbruikte hoeveelheid stookolie FE = QFE * CFE Q FE C FE het debiet van de stookolietoevoer naar de productie-installatie uitgedrukt in liter en gemeten door de meter VZO 15 RC 130/16-RV1 serienummer , op basis van de meetgegevens die maandelijks door Groenergie aan de VREG worden overgemaakt de onderste verbrandingswaarde van de in de productie-installatie verstookte stookolie, uitgedrukt in MWh per liter, bepaald op 0, MWh/liter E prod het equivalent elektriciteitsverbruik van alle benodigde processtappen voor de raffinage van palmolie en geschat op basis van gegevens die aan de VREG werden aangeleverd, gelijk aan 0,116 MWh per ton geraffineerde palmolie; E prod = 0,000116* ρ * Q T het energieverbruik voor het transport van de palmolie (of ruwe palmolie) tot aan de grens van het Vlaams gewest, uitgedrukt in MWh T = Etransport * Q met: transport E het equivalent elektriciteitsverbruik van het transport van palmolie tot aan de grens van het Vlaams gewest = 0, MWh/l. Pagina 4 van 5

5 Art. 3. Het aantal groenestroomcertificaten zoals bedoeld in Artikel 2, dat bij uitreiking de vermelding nog niet gebruikt krijgt, zoals bedoeld in artikel 13, 2, 8 van het Besluit, wordt bepaald door E GvO, op basis van volgende formule: E = E * G Eprod T GvO TP In deze uitdrukking is: E TP de hoeveelheid elektrische energie die wordt geïnjecteerd op het net tijdens de betreffende maand, uitgedrukt in MWh, en door Intergem gemeten op het toegangspunt ; Het aantal groenestroomcertificaten zoals bedoeld in Artikel 2, dat bij uitreiking de vermelding ter plaatse gebruikt krijgt, zoals bedoeld in Artikel 13, 2, 8 van het Besluit, wordt bepaald als het verschil tussen E GSC, zoals bedoeld in Artikel 2 van deze beslissing, en E inj. Art. 4. De eerste toekenning van groenestroomcertificaten zal gebeuren op basis van de elektriciteit die is opgewekt vanaf 1 januari Art. 5. Indien de productie-installatie jaarlijks meer dan kwh elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen opwekt, zal de laatste toekenning van groenestroomcertificaten gebeuren op 31 december 2008, tenzij ten laatste op deze datum een nieuw keuringsverslag kan worden voorgelegd aan de VREG dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 6, 1 van het Besluit. Deze procedure dient om de twee jaar te worden herhaald. Art. 6. De in uitvoering van deze beslissing uitgereikte groenestroomcertificaten zijn aanvaardbaar in het kader van de certificatenverplichting, zolang deze voldoen aan de wettelijke voorwaarden uiteengezet in artikel 22 e.v. van het Elektriciteitsdecreet en artikel 15 van het Besluit en ingeleverd worden overeenkomstig de procedure bepaald in artikel 14 van het Besluit. Voor de VREG Brussel, 30 januari 2007 André Pictoel Gedelegeerd Bestuurder Pagina 5 van 5