Modellen voor taal in het VO



Vergelijkbare documenten
Modellen voor rekenen in het VO

vormgeven van rekenen in het VO

Rapportage Onderzoek Werkdruk

Rapport Onderzoek Lerarentekort

Rapportage Peiling nieuwkomers

Onderzoek Passend Onderwijs

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Sociale veiligheid op school

Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs

Rapportage Onderzoek Lerarentekort

Rapportage Onderzoek buitenles

Conceptrapportage Klantenonderzoek radiozendamateurs Agentschap Telecom

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Werkdruk in het onderwijs

Rapportage. Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs. Utrecht, juni DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs.

Rapportage Schooltijden in het basisonderwijs

Rapportage Onderzoek Effecten Werkdrukakkoord

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Parkeerbeleid

Rapportage Kindertevredenheidsonderzoek BSO. Datum: mei 2018

Overall rapportage Vensters voor verantwoording Leerlingen

De Politieke Barometer Onderwijs

Inspectie van het Onderwijs

Politieke Barometer Onderwijs

Rapportage Onderzoek ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs

Rapportage Marktontwikkelingen in het primair en voortgezet onderwijs

KENMERKEN VAN EN KEUZES VOOR REKENBELEID. Martin van Reeuwijk 25 april 2013

Rapportage. Politieke Barometer Onderwijs - directeuren primair en voortgezet onderwijs. Utrecht, 10 maart 2017

Marktontwikkelingen PO en VO

Rapportage. De invoering van referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in het VMBO. In opdracht van: mevrouw J. Kerkhoffs en de heer J.

Onderzoek Schoolinfo Leerling 2020

Onderzoek Passend Onderwijs

Rapportage Ervaringen met vervangen en Wwz

Onderzoek Leerlingeninbreng bij sollicitaties en evaluaties

Rapportage Onderzoek buitenles

Rapportage Behoeftepeiling IKC ontwikkeling onder leden PO-Raad

In opdracht van De Nieuwste School

Samenvatting rapportage

Onderzoek APV. Rapportage Onderzoek APV. Utrecht, juni DUO Market Research Drs. Aart van Grootheest Dr. Eric Elphick

Samenvatting rapportage onderzoek vmbo

De Politieke Barometer Onderwijs 2011

Rapportage Onderzoek Stakingsbereidheid in het PO

Monitor passend onderwijs. Monitor passend onderwijs Leerkrachten basisonderwijs

Rapportage Onderzoek Mediawijsheid in het basis- en voortgezet onderwijs

Rapportage. De invoering van de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen op het havo/vwo

Rapportage Tevredenheid met hygiëne op basisscholen - OSB

Leerlingtevredenheidsonderzoek De Kornalijn

Oudertevredenheidsonderzoek mei 2013

Onderzoek Afval. Rapportage Onderzoek Afval. Utrecht, mei DUO Market Research Drs. Aart van Grootheest Dr. Eric Elphick

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Politieke Barometer Onderwijs

De rol van financiële educatie in het basisonderwijs

Leerlingtevredenheidsonderzoek

MANAGEMENT SUMMARY SCD001. Bereiksonderzoek Schoolmagazine Mick Santifort Sandra van Laar

Conceptrapportage Preferentie keuzes aanpak crisis van CNV leden

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Omnibusenquête deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis

Rapportage. Onderzoek financiering leermiddelen in het voortgezet onderwijs. In opdracht van: GEU Contactpersoon: mevrouw Nancy Bosch

In opdracht van Scholengemeenschap Sint Ursula Locatie Heythuysen

D 1.35 Beleidsnotitie Eindtoets en schooladvies VO. STATUS: Vaststelling DB Besluit College van Bestuur

Omnibusenquête deelrapport. Studentenhuisvesting

Huiswerkbegeleiding. Hoe ervaren ouders huiswerkbegeleiding, hoe zetten zij dit in en welke rol speelt de school hierin?

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF

Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek PO

Oudertevredenheidsonderzoek De Kornalijn

Kansengelijkheid in het onderwijs

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Nieuwsbrief kwaliteit KBS Franciscus

Rapportage Oudertevredenheidsonderzoek PO

Enquête stichting Parentes Zoetermeer

Rapportage. Kennis omtrent voorschriften voor handhygiëne bij verpleegkundigen. In opdracht van: Utrecht, oktober 2008

Leerlingtevredenheidsonderzoek

SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING. Syllabus Nederlands 2014 havo

Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek PO

Impact Crisis op Pensioen Gedrag

Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek PO

Geweld tegen leraren. Rapportage Geweld tegen leraren

Leerlingtevredenheidsonderzoek

RAPPORTAGE RESULTATEN 0-METING 19 OKTOBER 17 NOVEMBER 2015

Leerlingtevredenheid Het Ruimteschip. Cedin. Lianne Bleker

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM

Rapportage. Samenvatting Medewerkersonderzoek PO. Datum: november Stichting Prodas. Opdrachtgever:

Leerlingtevredenheidsonderzoek

De Politieke Barometer Onderwijs. (meting oktober 2010)

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Doorlopende leerlijnen Taal

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Schoolverlatersonderzoek 2013

Voorstel taal- en rekenbeleid [school]

Aan: Ouders/verzorgers/leerlingen van Almere College Kampen Van: Rein Westrik Betreft: Overgangsnormen vmbo, havo, vwo

Burgerpanel gemeente Bergen op Zoom AFVALINZAMELING

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVAL December 2014 Marij Tillmanns GfK 2014 CTO Oval December 2014

Transcriptie:

Rapportage Onderzoek naar modellen voor taal in het VO In opdracht van: Contactpersoon: APS H. Kroon, G. Bootsma en B. de Vos Utrecht, april 2013 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Liesbeth van der Woud dr. Eric Elphick Postbus 681 3500 AR Utrecht 030 263 1080 (t) 030 261 6944 (f) info@duomarketresearch.nl www.duomarketresearch.nl

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 2 2 ONDERZOEKSDOELSTELLINGEN... 3 3 ONDERZOEKSOPZET... 4 3.1 Onderzoeksmethode... 4 3.2 Onderzoeksgroepen en respons... 5 3.3 Vragenlijst... 6 4 SAMENVATTING EN CONCLUSIES... 7 5 RESULTATEN... 13 5.1 Inleiding... 13 5.2 Visies op het taalonderwijs... 14 5.3 Taalbeleid... 20 5.3.1 Beleidsplan voor taal... 20 5.3.2 Kennis van taal... 25 5.3.3 Registratie van leerlingenresultaten... 32 5.4 De praktische uitvoering van het taalbeleid... 37 5.5 Invulling van taallessen in het rooster... 42 5.6 Het gebruik van lesmaterialen bij het taalonderwijs... 52 5.7 Niveauverschillen tussen leerlingen... 54 5.8 De kosten van het taalbeleid... 56 5.8.1 Na- en/of bijscholing... 59 5.8.2 Inrichting van het taalbeleid... 60 5.9 Een vergelijking tussen scholen... 62 5.10 Algemene kenmerken scholen... 63 5.10.1 Algemene kenmerken onderzoeksgroep Modellen voor taal in het VO... 63 5.10.2 Vergelijking onderzoeksgroepen Modellen voor taal in het VO (2013) en Modellen voor rekenen in het VO (2013)... 66 Bijlage - Antwoorden open vragen - Vergelijking tussen scholen Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 1

1 INLEIDING Op iedere school staat Nederlands op het rooster. Daarnaast zijn er scholen die extra uren taal organiseren, andere scholen hebben taal schoolbreed een plek in de vaklessen gegeven en er zijn scholen die niets extra s aan taal doen (omdat de noodzaak er niet is, men er het nut niet van inziet of omdat de middelen ontbreken). APS, een onderwijsadviesbureau dat zich bezighoudt met het professioneel begeleiden en adviseren van docenten en management van scholen en onderwijsinstellingen, wil op verzoek van OCW de verschillende modellen die VO-scholen hanteren om taal een plaats in het onderwijs te geven, in kaart brengen. APS heeft tegen deze achtergrond DUO Market Research gevraagd om in kaart te brengen hoe VOscholen taal hebben georganiseerd en vormgegeven. In dit rapport worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 2

2 ONDERZOEKSDOELSTELLINGEN De globale doelstellingen van het onderzoek zijn: - Het krijgen van inzicht in de (verschillende) visie(s) van VO-scholen (althans, van de verantwoordelijken op de VO-scholen) met betrekking tot het taalonderwijs in het VO. - Het krijgen van inzicht in het taalbeleid van scholen. - Het inventariseren van de (praktische) uitvoering van het taalbeleid (inrichting van de lessen) - Inzicht krijgen in de invulling van taallessen in het rooster en in de uitvoering van taallessen. - Het krijgen van inzicht in het omgaan met (niveau)verschillen tussen de leerlingen. - Inzicht krijgen in de kosten van leermiddelen en inrichting van het taalbeleid. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 3

3 ONDERZOEKSOPZET 3.1 Onderzoeksmethode Het onderzoek is kwantitatief van aard en is online uitgevoerd. Het veldwerk heeft plaatsgevonden in de periode januari 2013 februari 2013. Het online veldwerk is als volgt verlopen: - De verschillende onderzoeksdoelgroepen (de verantwoordelijken op de VO-scholen voor het taalonderwijs) hebben een invitation e-mail ontvangen waarin ze zijn uitgenodigd om deel te nemen aan het online onderzoek. Deze e-mail bevatte een URL waarmee men direct in de online vragenlijst terecht kwam; - De vragenlijst kon via de browser worden bekeken en ingevuld; - Na enige tijd is een herinneringsmail (en een tweede herinneringsmail) gestuurd naar degenen die op dat moment nog niet aan het onderzoek hadden deelgenomen; - Voorzieningen zijn getroffen dat een respondent slechts één vragenlijst kon invullen. Bovendien was het mogelijk om, indien de deelnemer het invullen van de vragenlijst moest afbreken, door opnieuw op de URL/persoonlijke inlogcode uit de e-mail te klikken, met het invullen van de online vragenlijst verder te gaan op het punt waar hij/zij gebleven was. De technische realisatie van het online onderzoek is door DUO Onderwijsonderzoek in eigen beheer uitgevoerd en gemanaged. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 4

3.2 Onderzoeksgroepen en respons In het onderzoek maken we een onderscheid naar de volgende doelgroepen: vmbo-breed, mavo (vmbo-t), mavo (vmbo-t)/havo, havo/vwo en gymnasium. Dit onderscheid is vooral ingegeven door praktische overwegingen. De bevindingen van een pilot-onderzoek wezen uit dat, praktisch gezien, respondenten voor maximaal twee afdelingen/leerwegen gevraagd kond worden de vragenlijst in te vullen. Dit met het oog op het risico van verhoogde responsuitval. We hebben de volgende steekproef gerealiseerd: Onderzoeksgroepen Gerealiseerde steekproef n = Vmbo-breed n=144 Mavo (Vmbo-t) n=26 Mavo (Vmbo-t)/Havo n=33 Havo/Vwo n=153 Gymnasium n=13 Totaal n=369 Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 5

Om inzicht te geven in de nauwkeurigheidsmarges bij diverse steekproefgroottes is hieronder een tabel opgenomen waarin bij verschillende steekproefgroottes de bijbehorende nauwkeurigheidsmarges zijn vermeld. Hierbij is uitgegaan van een betrouwbaarheid van de resultaten van 95% (betrouwbaarheid = de mate waarin bij herhaalde meting, dezelfde resultaten worden verkregen). Bij de berekening van de marges zijn we uitgegaan van een populatie van N=1.300 VO-locaties. Steekproefgrootte Uitkomst 50%-50% Uitkomst 75%-25% Uitkomst 90%-10% 100 9,4% 8,2% 5,6% 150 7,5% 6,5% 4,5% 200 6,4% 5,5% 3,8% 300 5,0% 4,3% 3,0% 400 4,1% 3,5% 2,4% Toelichting op de tabel Bij een steekproef van 300 schoolleiders/sectieleiders Nederlands dient er bij een resultaat 25% van de scholen zet aparte taallessen in en 75% niet rekening te worden gehouden dat de werkelijke percentages zullen liggen tussen: - % scholen dat wel aparte taallessen inzet: 20,7% (25% -/- 4,3%) 29,3% (25% + 4,3%); - % scholen dat geen aparte taallessen inzet: 70,7% (75% -/- 4,3%) 79,3% (75% + 4,3%). 3.3 Vragenlijst De vragenlijst is gebaseerd op een door APS ontwikkelde (concept)vragenlijst en is in nauw overleg met DUO Onderwijsonderzoek aangepast. Naar aanleiding van de resultaten van een pilot-onderzoek onder een vijftal schoolleiders is de oorspronkelijke vragenlijst, in overleg met APS, aangepast. De definitieve vragenlijst omvat ongeveer 40 vragen, waarvan ongeveer tien (deels) open vragen. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 6

4 SAMENVATTING EN CONCLUSIES Visies op het taalonderwijs De meerderheid van de scholen (58%) informeert de ouders over ontwikkelingen in het taalonderwijs op hun school. Dit gebeurt vooral via de ouderavonden (70%) en in mindere mate via een digitale nieuwsbrief (43%) en via de website van de school (33%). Ruim driekwart van de scholen (77%) heeft een door de docenten breed gedragen visie op het onderwijs. Minder dan de helft van de scholen (37%) heeft een door de docenten breed gedragen visie op taal. Opvallend is dat respondenten werkzaam op Vmbo-Breed vaker aangeven dat hun school een door de docenten breed gedragen visie heeft op taal (50%). Scholen met een door de docenten breed gedragen visie op taal (37% van de scholen): - Hebben relatief vaak een vastgesteld beleidsplan voor taal (67% versus 33%); - Zijn relatief vaak een zelfstandig vmbo (24% versus 13%); - Zijn relatief minder vaak een havo/vwo scholengemeenschap (10% versus 20%); - Zijn relatief minder vaak een grote school (met meer dan 1.000 leerlingen (33% versus 45%); - Hebben relatief vaak alle docenten geïnformeerd over de inhoud van de Referentieniveaus (39% versus 29%); - Hebben relatief vaak 75% of meer docenten geïnformeerd over de inhoud van de Referentieniveaus (22% versus 11%); - Volgen relatief vaak de leerlingenresultaten van het taalonderwijs (86% versus 73%); - Hebben relatief vaak aparte taallessen opgenomen in de lessentabel (73% versus 55%); - Besteden relatief vaak in ander vakken expliciet aandacht aan taal (35% versus 20%); - Hebben relatief vaak schoolbrede afspraken gemaakt over leesdidactiek (19% versus 8%), taalverzorging (25% versus 8%), formuleren bij toetsen (21% versus 5%) en schrijven (21% versus 10%). Met betrekking tot de bekendheid van de docenten met de Referentieniveaus taal en rekenen geldt dat op tweederde van de scholen (68%) alle docenten (voor zover men weet) geïnformeerd zijn over het bestaan van de referentieniveaus; op een veel kleinere groep scholen (33%) blijken alle docenten geïnformeerd te zijn over de inhoud van de referentieniveaus. Het taalbeleid van scholen en de praktische uitvoering ervan Minder dan de helft van de scholen (45%) heeft een vastgesteld beleidsplan voor taal; wel is een groot deel (47%) bezig met het opstellen van een beleidsplan. In meer dan de helft van de gevallen is de taalcoördinator (63%) en een schoolleider (59%) betrokken of betrokken geweest bij het opstellen van het beleidsplan. Vaak is ook een taalwerkgroep/commissie betrokken of betrokken geweest bij het opstellen van het beleidsplan. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 7

Scholen met een vastgesteld beleidsplan voor taal (45% van de scholen): - Hebben relatief vaak een breed gedragen visie op taal (54% versus 22%); - Zijn relatief minder vaak een mavo/havo/vwo scholengemeenschap (16% versus 29%); - Hebben relatief vaak alle docenten geïnformeerd over de inhoud van de Referentieniveaus (41% versus 26%); - Geven relatief vaak aan dat de taalcoördinator het meest betrokken is bij het opstellen van het taalbeleid (71% versus 56%); - Geven relatief vaak aan dat de schoolleider het meest betrokken is bij het opstellen van het taalbeleid (65% versus 54%); - Informeren ouders relatief vaak over het taalonderwijs (67% versus 54%); - Volgen relatief vaak de leerlingenresultaten van het taalonderwijs (90% versus 67%); - Hebben relatief vaak aparte taallessen opgenomen in de lessentabel (69% versus 55%); - Hebben relatief vaak een vast uur taallessen verdeeld over het hele schooljaar (56% versus 45%); - Besteden relatief vaak in ander vakken expliciet aandacht aan taal (34% versus 18%); - Hebben relatief vaak een speciaal programma voor taalzwakke leerlingen (56% versus 45%); - Hebben relatief vaak schoolbrede afspraken gemaakt over taalverzorging (23% versus 8%), formuleren bij toetsen (17% versus 6%), schrijven (22% versus 8%) en presenteren (21% versus 7%). Over de inhoudelijke- en de didactische kennis van taalontwikkelend lesgeven van de taalcoördinator blijkt de meerderheid van de ondervraagden (die zelf geen taalcoördinator zijn) tevreden te zijn. Een vijfde tot een kwart van hen vindt de inhoudelijke- dan wel didactische kennis van de taalcoördinator deels voldoende, deels onvoldoende. De inhoudelijke- en de didactische kennis van taalontwikkelend lesgeven van de docenten wordt door een minderheid van de ondervraagden als voldoende beoordeeld; de grootste groep vindt de inhoudelijke- dan wel de didactische kennis van de docenten deels voldoende, deels onvoldoende (respectievelijk 49% en 54%). De taalcoördinatoren blijken vooral behoefte te hebben aan bij- en/of nascholing op het gebied van taalontwikkeling gericht op didactische kennis. Daarnaast heeft circa de helft (52%) ook behoefte aan bij- en/of nascholing gericht op inhoudelijke kennis. De leerlingenresultaten van het taalonderwijs worden door een ruime meerderheid van de scholen gevolgd (78%). Op verreweg de meeste van deze scholen (86%) worden de leerlingenresultaten bovendien systematisch geregistreerd. Veelal wordt hiervoor een leerlingvolgsysteem gebruikt (74%). Het voornaamste doel van de registratie van de leerlingenresultaten is de terugkoppeling naar de leerlingen (80%), de docenten (77%) en de ouders (76%). Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 8

De taalcoördinator is voor gemiddeld 79 klokuren (op jaarbasis) benoemd. De tijd die door de taalcoördinator daadwerkelijk wordt besteed aan het coördineren van het taalonderwijs bedraagt volgens de taalcoördinatoren zelf gemiddeld 13 klokuren per week; volgens de overige ondervraagden is dit gemiddeld 16 klokuren per week. De meest genoemde werkzaamheden die volgens de ondervraagden behoren tot het takenpakket van de taalcoördinator zijn: de communicatie met de directie over taal (90%), het bijhouden van ontwikkelingen op taalgebied (82%), de communicatie over taal met de overige medewerkers van de school (76%) en het zelf geven van lessen Nederlands (71%). De invulling en uitvoering van taallessen en omgaan met verschillen tussen leerlingen Op de school van de meerderheid van de ondervraagden (61%) zijn aparte taallessen voor leerlingen opgenomen in de lessentabel. In de meeste gevallen zijn deze lessen niet voor alle leerlingen, maar voor een deel van de leerlingen opgenomen (voor leerlingen in een bepaald jaar/bepaalde jaren 24% en voor taalzwakke leerlingen 22%. Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo)/havo geven minder vaak en respondenten werkzaam op Vmbo-Breed geven vaker aan dat op hun school aparte taallessen in de lessentabel zijn opgenomen voor alle leerlingen. In de helft van de gevallen dat er sprake is van aparte taallessen geldt dat voor deze taallessen een vast uur, verdeeld over het hele schooljaar, beschikbaar is. Verreweg het belangrijkste doel van de aparte taallessen is het remediëren en bijspijkeren van het taalonderwijs op het gebied van lezen (77%), gevolgd door het oefenen van kennis en vaardigheden (66%). Scholen met aparte taallessen in de lessentabel (61% van de scholen): - Hebben relatief vaak een breed gedragen visie op taal (43% versus 26%); - Hebben relatief vaak een vastgesteld beleidsplan voor taal (51% versus 36%); - Zijn relatief vaak een zelfstandig vmbo (23% versus 7%); - Zijn relatief minder vaak een vmbo/havo/vwo scholengemeenschap (26% versus 42%); - Zijn relatief minder vaak een grote school (met meer dan 1.000 leerlingen (37% versus 48%); - Geven relatief vaak aan dat de taalcoördinator het meest betrokken is bij het opstellen van het taalbeleid (69% versus 54%); - Geven relatief vaak aan dat de schoolleider het meest betrokken is bij het opstellen van het taalbeleid (65% versus 50%); - Informeren ouders relatief vaak over het taalonderwijs (66% versus 47%); - Volgen relatief vaak de leerlingenresultaten van het taalonderwijs (84% versus 67%). Alhoewel op het merendeel van de scholen waar geen aparte taallessen worden georganiseerd ook niet in andere vakken expliciet aandacht wordt besteed aan taal (69%), is ruim de helft van de scholen wel bezig dit te gaan organiseren. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 9

Naast het organiseren van aparte taallessen en het expliciet aandacht besteden aan taal in andere vakken, wordt volgens tweederde van de ondervraagden nog op andere manieren aan taal aandacht besteed. In de meeste gevallen gaat het dan om bijlessen (64%) en schrijvers op school (50%). De meest gebruikte lesmaterialen bij het taalonderwijs (naast de materialen gebruikt voor het vak Nederlands) zijn: zelf samengesteld materiaal (69%), een lesmethode (67%) en vrij leesboeken (62%). Andere materialen die op meer dan de helft van de scholen worden ingezet, zijn Nieuwsbegrip (56%) en digitale materialen bij de methode (54%). In het omgaan met niveauverschillen tussen leerlingen blijken de scholen vooral gericht op leerlingen die zwak zijn in taal. De helft van de ondervraagden geeft aan dat op hun school/schoollocatie een apart lesprogramma wordt gebruikt voor leerlingen die zwak zijn in taal. Voor leerlingen die sterk zijn in taal gebruikt 10% een apart lesprogramma. Kosten van het taalbeleid Gemiddeld wordt dit schooljaar (2012-2013) 85,-- per leerling aan lesmaterialen voor het taalonderwijs uitgegeven (de aanschaf van schoolboeken voor leerlingen, kopieerkosten voor leerlingenmateriaal, licenties voor leerlingen etc.). In de meerderheid van de gevallen (61%) blijken deze kosten uit de reguliere gelden te worden betaald. Circa een derde van de ondervraagden geeft echter aan niet te weten uit welke middelen deze kosten worden betaald. De gemiddelde kosten voor bij- en/of nascholing (op het gebied van taal) van docenten Nederlands, vakdocenten en taalcoördinatoren bedroegen het afgelopen schooljaar (2011-2012) respectievelijk 400,--, 501,-- en 816,-- per persoon. Op de school van circa een vijfde van de ondervraagden (21%) zijn, naar aanleiding van de invoering van de Referentieniveaus taal en rekenen, extra kosten gemaakt voor de aanschaf van hardware ten behoeve van de inzet van ICT-materialen voor het taalonderwijs. Gemiddeld werd hier in het schooljaar (2011-2012) 12.720,-- per school aan besteed. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 10

Overall conclusies: 1. Scholen met een door de docenten breed gedragen visie op taal, scholen met een vastgesteld beleidsplan voor taal en scholen met aparte taallessen (opgenomen in de lessentabel) zijn verder en actiever als het gaat om taal een plek in het onderwijs geven dan scholen die dat niet hebben: - Scholen met een breed gedragen visie op taal hebben veel vaker een vastgesteld beleidsplan voor taal en hebben veel vaker aparte taallessen opgenomen in de lessentabel dan scholen die geen breed gedragen visie op taal hebben. Ook besteden zij relatief vaak in andere vakken expliciet aandacht aan taal ; - Scholen met een beleidsplan voor taal hebben veel vaker een door de docenten breed gedragen visie op taal en hebben vaker aparte taallessen opgenomen in de lessentabel dan scholen die geen beleidsplan hebben. Zij blijken de aparte taallessen relatief vaak een vast uur per week te geven, verdeeld over het hele schooljaar. Ook besteden zij relatief vaak in andere vakken expliciet aandacht aan taal en hebben zij relatief vaak een speciaal programma voor taalzwakke leerlingen; - Scholen met aparte taallessen in de lessentabel hebben vaker een door de docenten breed gedragen visie op taal en hebben vaker een beleidsplan voor taal dan scholen die geen aparte taallessen hebben. 2. Zelfstandige vmbo-scholen hebben relatief vaak een door de docenten breed gedragen visie op taal en hebben relatief vaak aparte taallessen in de lessentabel opgenomen. Scholengemeenschappen met in ieder geval een havo- en vwo-afdeling hebben relatief minder vaak een door de docenten breed gedragen visie op taal, een beleidsplan voor taal en aparte taallessen. 3. Grote scholen (meer meer dan 1.000 leerlingen) hebben relatief minder vaak een door de docenten breed gedragen visie op taal en hebben relatief minder vaak aparte taallessen in de lessentabel opgenomen. 4. Slechts ruim een derde van de scholen heeft alle docenten over de inhoud van de Referentieniveaus geïnformeerd. Scholen met een breed gedragen visie op taal en scholen met een beleidsplan voor taal, hebben relatief vaker alle docenten geïnformeerd over de inhoud van de Referentieniveaus dan scholen die dit niet hebben. 5. Het merendeel van de scholen informeert de ouders over ontwikkelingen in het taalonderwijs. Scholen die een vastgesteld beleidsplan voor taal hebben en scholen die aparte taallessen hebben opgenomen in de lessentabel, zijn hier overigens actiever in. 6. Ruim driekwart van de scholen volgt de leerlingenresultaten van het taalonderwijs. Scholen met een breed gedragen visie op taal, scholen met een beleidsplan voor taal en scholen met aparte taallessen doen dit nog vaker. 7. De taalcoördinator en de schoolleider zijn verreweg het meest betrokken bij het opstellen van het taalbeleid. Dit geldt nog sterker voor scholen die een vastgesteld beleidsplan voor taal hebben en voor scholen die aparte taallessen hebben opgenomen in de lessentabel. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 11

8. De meeste scholen hebben geen schoolbrede afspraken gemaakt over specifieke onderwerpen op het gebied van taal. Scholen met een breed gedragen visie op taal en scholen met een beleidsplan voor taal hebben relatief vaak schoolbrede afspraken gemaakt over taalverzorging, formuleren bij toetsen en schrijven. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 12

5 RESULTATEN 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek beschreven. De volgende onderwerpen zullen worden beschreven: Visies op het taalonderwijs ( 5.2); Taalbeleid ( 5.3); De praktische uitvoering van het taalbeleid ( 5.4); Invulling van taallessen in het rooster ( 5.5); Het gebruik van lesmaterialen naast materialen gebruikt voor het vak Nederlands ( 5.6); Niveauverschillen tussen leerlingen ( 5.7); De kosten van het taalbeleid ( 5.8); Algemene kenmerken van scholen ( 5.9). In de rapportage wordt onderscheid gemaakt in de volgende onderzoeksgroepen: Vmbo-breed (n=144); Mavo (vmbo-t) (n=26); Mavo (vmbo-t)/havo (n=33); Havo/Vwo (n=153); Gymnasium (n=13). Daar waar sprake is van significante verschillen binnen de onderzoeksgroepen worden deze beschreven 1. 1 Als gevolg van de beperkte omvang van de onderzoeksgroep respondenten werkzaam op het gymnasium is deze onderzoeksgroep niet in de vergelijking tussen de onderzoeksgroepen betrokken. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 13

5.2 Visies op het taalonderwijs Informeert uw school/schoollocatie de ouders over de ontwikkelingen in het taalonderwijs op uw school/schoollocatie? Totaal 58% 27% 15% Gymnasium 62% 38% Havo/Vwo 50% 29% 21% Vmbo-t (mavo)/havo 55% 21% 24% Vmbo-t (mavo) 65% 19% 15% Vmbo-Breed 67% 25% 8% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, de ouders worden door school geïnformeerd Nee, ouders worden niet geïnformeerd door school Weet niet Vraag 9a: Informeert uw school/schoollocatie de ouders over de ontwikkelingen in het taalonderwijs op uw school/schoollocatie? Zo ja, op welke manier worden de ouders geïnformeerd? Een meerderheid van de ondervraagden (58%) geeft aan dat hun school/schoollocatie de ouders informeert over ontwikkelingen in het taalonderwijs op hun school/schoollocatie. Circa een kwart geeft te kennen ouders niet te informeren. Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) Respondenten werkzaam op Vmbo-Breed geven minder vaak aan niet te weten of de ouders over de ontwikkelingen in het taalonderwijs worden geïnformeerd. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 14

Op welke manier(en) worden de ouders geïnformeerd over de ontwikkelingen in het taalonderwijs? Via ouderavonden Via een digitale nieuwsbrief Via de website van de school Via de mail Door middel van brieven Anders 43% 38% 42% 36% 33% 36% 33% 18% 32% 30% 38% 34% 29% 22% 29% 13% 32% 33% 35% 27% 19% 13% 18% 11% 18% 22% 50% 50% 70% 75% 67% 72% 65% 73% 67% 59% Totaal Gymnasium Havo/Vwo Vmbo-t (mavo)/havo Vmbo-t (mavo) Vmbo-Breed 0% 20% 40% 60% 80% 100% Vraag 9b: Op welke manier(en) worden de ouders geïnformeerd over de ontwikkelingen in het taalonderwijs? Meerdere antwoorden mogelijk. Degenen die aangeven dat de ouders door de school geïnformeerd worden over het taalonderwijs, laten weten dat dit veelal via ouderavonden gebeurt (70%). Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) Respondenten werkzaam op Vmbo-t(mavo)/Havo geven vaker aan dat ouders worden geïnformeerd via een digitale nieuwsbrief of via de mail. Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) geven minder vaak aan dat ouders worden geïnformeerd via de website van de school. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 15

De meest voorkomende antwoorden in de antwoordcategorie anders zijn: - Via een papieren nieuwsbrief/blad/bulletin voor ouders; - Via de schoolgids/studiegids; - Via open dagen; - Via de ouderraad; - Via uitslagen van toetsen/rapportage van toetsresultaten; - Via oudergesprekken. Voor een volledig overzicht van de genoemde antwoorden verwijzen we naar de bijlage van dit rapport. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 16

Heeft uw school/schoollocatie een door de docenten breed (door meer dan 80%) gedragen visie op: Het onderwijs Hoe jongeren leren Taal 37% 31% 25% 33% 35% 77% 71% 82% 81% 81% 51% 62% 47% 61% 60% 51% 50% 92% Totaal Gymnasium Havo/Vwo Vmbo-t (mavo)/havo Vmbo-t (mavo) Vmbo-Breed 0% 20% 40% 60% 80% 100% Vraag 10: Heeft uw school/schoollocatie een door de docenten breed (door meer dan 80%) gedragen visie op het onderwijs, hoe jonger en leren en/of taal? Ruim driekwart van de scholen heeft een door de docenten breed gedragen visie op het onderwijs. Circa de helft van de scholen heeft een door de docenten breed gedragen visie op hoe jongeren leren. Minder dan de helft van de scholen (37%) heeft een door de docenten breed gedragen visie op taal. Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) Respondenten werkzaam op Vmbo-t(mavo)/Havo en respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) geven vaker aan dat hun school een door de docenten breed gedragen visie heeft op hoe jongeren leren. Respondenten werkzaam op Vmbo-Breed geven vaker aan dat hun school een door de docenten breed gedragen visie heeft op taal. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 17

Zijn alle docenten op uw school/schoollocatie (dus het hele team), voor zover u weet, geïnformeerd over het bestaan van de referentieniveaus? Totaal 68% 14% 5% 4% 3% 6% Gymnasium 69% 8% 8% 8% 8% Havo/Vwo 58% 16% 10% 5% 5% 6% Vmbo-t (mavo)/havo 58% 18% 3% 6% 3% 12% Vmbo-t (mavo) 81% 8% 4% 8% Vmbo-Breed 79% 13% 1% 1% 2% 3% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee, 75% of meer Nee, 50% tot 75% Nee, 25% tot 50% Nee, minder dan 25% Weet niet Vraag 6: Zijn alle docenten op uw school/schoollocatie (dus het hele team) voor zover u weet geïnformeerd over het bestaan van de referentieniveaus? Zijn alle docenten op uw school/schoollocatie (dus het hele team), voor zover u weet, geïnformeerd over de inhoud van de referentieniveaus? Totaal 33% 15% 15% 16% 14% 7% Gymnasium 8% 8% 8% 38% 31% 8% Havo/Vwo 27% 12% 20% 14% 18% 8% Vmbo-t (mavo)/havo 27% 18% 12% 21% 12% 9% Vmbo-t (mavo) 50% 12% 8% 15% 4% 12% Vmbo-Breed 38% 19% 13% 15% 10% 4% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee, 75% of meer Nee, 50% tot 75% Nee, 25% tot 50% Nee, minder dan 25% Weet niet Vraag 7: Zijn alle docenten op uw school/schoollocatie (dus het hele team) voor zover u weet geïnformeerd over de inhoud van de referentieniveaus? Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 18

Voor tweederde van de scholen geldt dat alle docenten (voor zover men weet) geïnformeerd zijn over het bestaan van de referentieniveaus. Een beperkte groep ondervraagden (7%) geeft aan dat een minderheid van de docenten op hun school/schoollocatie hierover geïnformeerd is. Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) en respondenten werkzaam op Vmbo-Breed geven vaker aan dat alle docenten op hun school geïnformeerd zijn over het bestaan van de referentieniveaus. Over de inhoud van de referentieniveaus is een veel kleinere groep van de docenten geïnformeerd. Een derde van de ondervraagden geeft aan dat alle docenten op hun school/schoollocatie hierover geïnformeerd zijn. Eveneens bijna een derde (31%) laat weten dat een minderheid van de docenten op hun school/schoollocatie hierover geïnformeerd is. Degenen die hebben aangegeven dat niet alle docenten geïnformeerd zijn over het bestaan en/of de inhoud van de referentieniveaus, is gevraagd om een toelichting. Uit de toelichtingen komen vooral de volgende verklaringen voor het niet geïnformeerd zijn naar voren: - Docenten van andere vakken (dan wiskunde, Nederlands en MVT) denken dat de referentieniveaus voor hun vakgebied niet relevant zijn; - De referentieniveaus zijn vakspecifiek (rekenen) en abstract geformuleerd (taal); - Niet iedereen heeft zich er daadwerkelijk in verdiept (men is weinig geïnteresseerd, weinig betrokken, leest alleen wat voor hem/haar relevant is, etc.)/docenten hebben het voor kennisgeving aangenomen; - Niet iedereen is/was aanwezig bij de informatiebijeenkomst(en)/studiedag (bijvoorbeeld vanwege ziekte of parttime werken); - Er is nog geen beleid/strategie ontwikkeld/ingevoerd of het staat nog in de kinderschoenen; - Er moet nog een (centrale) bijeenkomst georganiseerd worden/het moet nog naar het hele team worden gecommuniceerd; - Het heeft geen prioriteit/prioriteiten liggen elders; - Er is cynisme over de zoveelste onderwijsvernieuwing ; - Nieuwe docenten zijn nog niet geïnformeerd. Voor een volledig overzicht van de gegeven toelichtingen verwijzen we naar de bijlage van dit rapport. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 19

5.3 Taalbeleid 5.3.1 Beleidsplan voor taal Heeft uw school/schoollocatie een vastgesteld beleidsplan voor taal? Totaal 45% 47% 6% 2% Gymnasium 38% 38% 15% 8% Havo/Vwo 42% 48% 8% 3% Vmbo-t (mavo)/havo 36% 55% 3% 6% Vmbo-t (mavo) 35% 62% 4% Vmbo-Breed 53% 42% 3% 1% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee, maar daar zijn we wel mee bezig Nee, en daar zijn we ook niet mee bezig Weet niet Vraag 11: Heeft uw school/schoollocatie een vastgesteld beleidsplan voor taal? Minder dan de helft van de scholen (45%) heeft een vastgesteld beleidsplan voor taal. Wel is een groot deel van de scholen (47%) bezig met een dergelijk plan. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 20

Wie zijn op uw school/schoollocatie betrokken bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs (bijvoorbeeld in de vorm van het voorbereiden van een beleidsdocument)? Meer antwoorden mogelijk Een taalcoördinator Een schoolleider 63% 61% 63% 60% 66% 59% 60% 57% 48% 59% 80% 80% Er is een taalwerkgroep/commissie samengesteld, bestaand uit docenten van diverse vakken Er is een taalwerkgroep/commissie samengesteld, bestaand uit uitsluitend docenten Nederlands 33% 30% 36% 43% 32% 28% 26% 20% 20% 20% 24% 34% Totaal Gymnasium Havo/Vwo Vmbo-t (mavo)/havo Vmbo-t (mavo) Vmbo-Breed Anders 21% 18% 20% 24% 22% 50% Weet niet 2% 0% 3% 3% 0% 1% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Vraag 12: Wie zijn op uw school/schoollocatie betrokken bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs (bijvoorbeeld in de vorm van het voorbereiden van een beleidsdocument)? Aan degenen die op school een vastgesteld beleidsplan voor taal hebben of daarmee bezig zijn, is vervolgens gevraagd wie er op school betrokken zijn bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs. In meer dan de helft van de gevallen zijn de taalcoördinator en de schoolleider hierbij betrokken (respectievelijk 63% en 59%). Ook is er vaak een taalwerkgroep/commissie samengesteld. In de taalwerkgroepen/commissies die bestaan uit docenten van diverse vakken, zitten naast de veelal genoemde vakken Nederlands, Engels, Frans en Duits ook relatief vaak docenten die de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en wiskunde geven. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 21

In de antwoordcategorie anders komt het antwoord docenten Nederlands/de sectie Nederlands verreweg het meest voor. Voor een compleet overzicht van de genoemde combinaties verwijzen we naar de bijlage van dit rapport. Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) geven minder vaak aan dat een schoolleider betrokken is bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs. Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo)/havo geven vaker aan dat een taalwerkgroep, bestaand uit docenten van diverse vakken, betrokken is bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs. Respondenten werkzaam op Vmbo-Breed geven vaker aan dat een taalwerkgroep, uitsluitend bestaand uit docenten Nederlands, betrokken is bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 22

We hebben ook gekeken naar combinaties van schoolfunctionarissen die betrokken zijn bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs. De resultaten zijn weergegeven in onderstaande grafiek. Alleen (combinaties van) functionarissen die door 5% of meer van de respondenten zijn genoemd, zijn weergegeven in de grafiek. Wie zijn op uw school/schoollocatie betrokken bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs (bijvoorbeeld in de vorm van het voorbereiden van een beleidsdocument)? Schoolleider en taalcoordinator 16% Schoolleider, taalcoordinator en docenten diverse vakken 13% Schoolleider, taalcoordinator en docenten Nederlands 7% Taalcoordinator 7% Docenten Nederlands 7% Taalcoordinator en docenten diverse vakken 6% Docenten diverse vakken 6% Schoolleider en docenten diverse vakken 6% Andere functionarissen 5% 0% 10% 20% 30% 40% 50% De meest genoemde combinaties van functionarissen die betrokken zijn bij het opstellen van het beleid voor taalonderwijs zijn Schoolleider en taalcoördinator (16%) en Schoolleider, taalcoördinator en docenten diverse vakken (13%). Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 23

We hebben de respondenten die hebben aangegeven dat op hun school een taalwerkgroep is samengesteld, gevraagd hoeveel keer per schooljaar deze werkgroep bijeenkomt. Gemiddeld aantal bijeenkomsten per jaar Totaal 7,1 Gymnasium 6,2 Havo/Vwo 6,9 Mavo(vmbo-t)/Havo 9,1 Mavo(vmbo-t) 5,1 Vmbo-breed 7,7 Vraag 13: Hoeveel keer per schooljaar komt de taalwerkgroep/commissie (de betrokkenen bij het taalbeleid) gemiddeld bij elkaar voor overleg over taalbeleid? Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 24

5.3.2 Kennis van taal Respondenten die niet werkzaam zijn als taalcoördinator hebben we gevraagd of zij vinden dat de taalcoördinator over voldoende inhoudelijke- en didactische kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt. De resultaten zijn weergegeven in de volgende twee grafieken. Een meerderheid van de ondervraagden vindt dat de taalcoördinator over voldoende inhoudelijke (59%) en didactische (54%) kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt. Een relatief groot deel vindt de inhoudelijke dan wel de didactische kennis van de taalcoördinator deel voldoende, deels onvoldoende (respectievelijk 20% en 24%). Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 25

Vindt u dat de taalcoördinator op uw school/schoollocatie over voldoende inhoudelijke kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt? Totaal 59% 20% 6% 15% Gymnasium 55% 9% 36% Havo/Vwo 54% 20% 10% 17% Vmbo-t (mavo)/havo 46% 21% 8% 25% Vmbo-t (mavo) 75% 10% 15% Vmbo-Breed 64% 25% 3% 8% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, voldoende kennis Deels voldoende, deels onvoldoende kennis Nee, onvoldoende kennis Weet niet Vraag 14a: Vindt u dat de taalcoördinator op uw school/schoollocatie over voldoende inhoudelijke kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt? Vindt u dat de taalcoördinator op uw school/schoollocatie over voldoende didactische kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt? Totaal 54% 24% 7% 15% Gymnasium 55% 9% 36% Havo/Vwo 49% 24% 10% 17% Vmbo-t (mavo)/havo 42% 25% 8% 25% Vmbo-t (mavo) 65% 20% 15% Vmbo-Breed 60% 27% 6% 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, voldoende kennis Deels voldoende, deels onvoldoende kennis Nee, onvoldoende kennis Weet niet Vraag 14b: Vindt u dat de taalcoördinator op uw school/schoollocatie over voldoende didactische kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt? Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 26

De respondenten die zelf werkzaam zijn als taalcoördinator hebben we gevraagd of zij behoefte hebben aan bij- en/of nascholing (inhoudelijk en/of didactisch) op het gebied van taal en taalontwikkeling. De resultaten zijn weergegeven in de volgende twee grafieken. Taalcoördinatoren blijken vooral behoefte te hebben aan bij- en/of nascholing op het gebied van taalontwikkeling die gericht is op didactische kennis (64% heeft hier behoefte aan, waarvan het grootste deel er enigszins behoefte aan heeft). Maar circa de helft van de taalcoördinatoren heeft ook behoefte aan bij- en nascholing op het gebied van taalontwikkeling die gericht is op inhoudelijke kennis (52% heeft hier behoefte aan, waarvan het grootste deel er enigszins behoefte aan heeft). Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 27

Heeft u behoefte aan bij- en/of nascholing (inhoudelijke kennis) op het gebied van taal en taalontwikkeling? Totaal 7% 45% 47% 2% Gymnasium 100% Havo/Vwo 7% 39% 51% 2% Vmbo-t (mavo)/havo 11% 67% 22% Vmbo-t (mavo) 17% 83% Vmbo-Breed 7% 51% 40% 2% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, grote behoefte Ja, enigszins behoefte Nee, geen behoefte Weet niet Vraag 15a: Heeft u behoefte aan bij- en/of nascholing (inhoudelijke kennis) op het gebied van taal en taalontwikkeling? Heeft u wat behoefte aan bij- en/of nascholing (didactische kennis) op het gebied van taal en taalontwikkeling? Totaal 9% 55% 34% 2% Gymnasium 100% Havo/Vwo 10% 56% 32% 2% Vmbo-t (mavo)/havo 11% 67% 22% Vmbo-t (mavo) 33% 67% Vmbo-Breed 9% 58% 30% 2% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, grote behoefte Ja, enigszins behoefte Nee, geen behoefte Weet niet Vraag 15b: Heeft u behoefte aan bij- en/of nascholing (didactische kennis) op het gebied van taal en taalontwikkeling? Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 28

Vervolgens hebben we alle respondenten gevraagd of zij vinden dat de docent(en) die betrokken zijn bij de taalontwikkeling van leerlingen of extra taallessen geven over voldoende inhoudelijke- en didactische kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt(beschikken). De resultaten zijn wederom weergegeven in de volgende twee grafieken. Een minderheid van de ondervraagden vindt dat de docenten over voldoende inhoudelijke (34%) en didactische (29%) kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt. De grootste groep vindt de inhoudelijke dan wel de didactische kennis van de docenten deel voldoende, deels onvoldoende (respectievelijk 49% en 54%). Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 29

Vindt u dat de docent(en) betrokken bij de taalontwikkeling van leerlingen of extra taallessen gevend, over voldoende inhoudelijke kennis beschikt (beschikken)? Totaal 34% 49% 12% 5% Gymnasium 31% 54% 15% Havo/Vwo 35% 46% 12% 7% Vmbo-t (mavo)/havo 36% 36% 21% 6% Vmbo-t (mavo) 42% 42% 12% 4% Vmbo-Breed 32% 57% 10% 1% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, merendeel heeft voldoende kennis Deels voldoende, deels onvoldoende kennis Nee, het merendeel heeft onvoldoende kennis Weet niet Vraag 16a: En vindt u dat de docent(en) die op uw school/schoollocatie betrokken zijn bij de taalontwikkeling van leerlingen of extra taallessen geven over voldoende inhoudelijke kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt(beschikken)? Vindt u dat de docent(en) betrokken zijn bij de taalontwikkeling van leerlingen of extra taallessen gevend, over voldoende didactische kennis beschikt (beschikken)? Totaal 29% 54% 12% 5% Gymnasium 15% 69% 15% Havo/Vwo 29% 54% 10% 7% Vmbo-t (mavo)/havo 30% 42% 21% 6% Vmbo-t (mavo) 35% 46% 15% 4% Vmbo-Breed 30% 56% 13% 1% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, merendeel heeft voldoende kennis Deels voldoende, deels onvoldoende kennis Nee, het merendeel heeft onvoldoende kennis Weet niet Vraag 16b: En vindt u dat de docent(en) die op uw school/schoollocatie betrokken zijn bij de taalontwikkeling van leerlingen of extra taallessen geven over voldoende didactische kennis van taalontwikkelend lesgeven beschikt(beschikken)? Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 30

Samenvattend: Vindt u dat de docenten/de taalcoördinator op uw school/schoollocatie over voldoende inhoudelijke- en didactische kennis op het gebied van taal en taalontwikkeling beschikken? Docenten: didactische kennis 29% 54% 12% 5% Docenten: inhoudelijke kennis 34% 49% 12% 5% Taalcoördinatoren: didactische kennis 54% 24% 7% 15% Taalcoördinatoren: inhoudelijke kennis 59% 20% 6% 15% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja, (merendeel) voldoende kennis Nee, onvoldoende kennis Deels voldoende, deels onvoldoende kennis Weet niet Vragen 14 en 16 samengevat. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 31

5.3.3 Registratie van leerlingenresultaten Worden op uw school/schoollocatie de leerlingenresultaten van het taalonderwijs systematisch gevolgd? Zo ja, welk systeem wordt hiervoor gebruikt? Ja, de school gebruikt hiervoor het Cito volgsysteem/vas 8% 49% 38% 39% 65% 63% Ja, de school gebruikt hiervoor Diataal 24% 38% 26% 30% 19% 19% Ja, de school gebruikt hiervoor een ander toetssysteem 19% 15% 14% 12% 23% 25% Totaal Gymnasium Havo/Vwo Nee, de resultaten worden (nog) niet systematisch gevolgd 22% 31% 24% 15% 12% 46% Vmbo-t (mavo)/havo Vmbo-t (mavo) Vmbo-Breed 0% 20% 40% 60% 80% 100% Vraag 17: Worden op uw school/schoollocatie de leerlingenresultaten van het taalonderwijs systematisch gevolgd? Zo ja, welk systeem wordt hiervoor door de school/schoollocatie gebruikt? Meerdere antwoorden mogelijk Een ruime meerderheid van de ondervraagden (78%) geeft aan dat op hun school/schoollocatie de leerlingenresultaten van het taalonderwijs systematisch gevolgd worden. Het meest gebruikte systeem hiervoor is het Cito volgsysteem/vas (49%), op ruime afstand gevolgd door Diataal (24%). Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) en respondenten werkzaam op Vmbo-Breed geven vaker aan dat hun school het Cito volgsysteem/vas gebruikt voor het systematisch volgen van de leerlingenresultaten van het taalonderwijs. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 32

In de antwoordcategorie ja, de school gebruikt hiervoor een ander toetssysteem komen de volgende antwoorden het meest voor: - TOA (van Bureau ICE); - Muiswerk; - Score; - Zelfgemaakt toetsen/eigen systeem. Voor een compleet overzicht van de genoemde antwoorden verwijzen we naar de bijlage van dit rapport. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 33

Worden op uw school/schoollocatie de leerlingenresultaten van het taalonderwijs systematisch geregistreerd? Zo ja, welk systeem wordt hiervoor gebruikt? Ja, de school gebruikt hiervoor een leerlingvolgsysteem 74% 86% 77% 76% 82% 68% Ja, de school gebruikt hiervoor een ander systeem Nee, de resultaten worden niet systematisch geregistreerd 12% 14% 6% 12% 9% 17% 14% 17% 12% 9% 14% Totaal Gymnasium Havo/Vwo Vmbo-t (mavo)/havo Vmbo-t (mavo) Vmbo-Breed 0% 20% 40% 60% 80% 100% Vraag 18: Worden op uw school/schoollocatie de leerlingenresultaten van het taalonderwijs systematisch geregistreerd? Zo ja, welk systeem wordt hiervoor door de school/schoollocatie gebruikt? Een ruime meerderheid van de ondervraagden (86%) geeft aan dat op hun school/schoollocatie de leerlingenresultaten van het taalonderwijs systematisch geregistreerd worden. Verreweg het meest gebruikte systeem hiervoor is een leerlingvolgsysteem (74%). In de antwoordcategorie ja, de school gebruikt hiervoor een ander systeem komt het antwoord eigen systeem (bijvoorbeeld in Excel) het meest voor. Voor een volledig overzicht van de genoemde antwoorden verwijzen we naar de bijlage. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 34

Waarvoor worden de systematisch geregistreerde leerlingenresultaten van het taalonderwijs gebruikt? Meer antwoorden mogelijk Terugkoppeling van de resultaten naar de leerlingen Terugkoppeling naar docenten Terugkoppeling van de resultaten naar de ouders 57% 80% 71% 78% 72% 82% 83% 77% 71% 71% 76% 82% 81% 76% 74% 76% 77% 78% Bijstellen schoolbeleid op taal 61% 43% 58% 48% 55% 69% Meewegen in de overgangsregeling (bijvoorbeeld van de tweede naar de derde klas) Anders 14% 15% 17% 12% 9% 13% 35% 35% 40% 36% 35% 29% Totaal Gymnasium Havo/Vwo Vmbo-t (mavo)/havo Vmbo-t (mavo) Vmbo-Breed 0% 20% 40% 60% 80% 100% Vraag 19: Waarvoor worden de leerlingenresultaten van het taalonderwijs gebruikt? Meerdere antwoorden mogelijk De systematisch geregistreerde leerlingenresultaten van het taalonderwijs worden met name gebruikt voor terugkoppeling van de resultaten. De resultaten worden teruggekoppeld naar: - de leerlingen (80%); - docenten (77%); - de ouders (76%). Het meest gegeven antwoord in de antwoordcategorie anders is dat de resultaten worden gebruikt om te signaleren welke leerlingen uitvallen /te selecteren welke leerlingen in aanmerking komen voor extra ondersteuning (bijvoorbeeld in de vorm van bijles, rt, steunlessen, maatwerkuren en extra begeleiding). Voor een volledig overzicht van de gegeven antwoorden verwijzen we naar de bijlage van dit rapport. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 35

Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo)/havo geven minder vaak aan dat de systematisch geregistreerde leerlingenresultaten van het taalonderwijs worden gebruikt voor het bijstellen van het schoolbeleid op taal. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 36

5.4 De praktische uitvoering van het taalbeleid Vervolgens hebben we de respondenten gevraagd voor hoeveel klokuren (op jaarbasis) de taalcoördinator is benoemd. Zowel de taalcoördinatoren zelf als de overige respondenten geven aan dat de taalcoördinator voor gemiddeld 79 klokuren (op jaarbasis) is benoemd. Alle respondenten Respondenten exclusief docenten Nederlands 2 Gemiddeld aantal Gemiddeld aantal Gemiddeld aantal Gemiddeld aantal klokuren (op klokuren (op klokuren (op klokuren (op jaarbasis) jaarbasis) jaarbasis) jaarbasis) Taalcoördinatoren Overige Taalcoördinatoren Overige functionarissen functionarissen Totaal 79 (n=83) 79 (n=111) 74 (n=20) 79 (n=73) Gymnasium 46 78 80 85 Havo/Vwo 77 90 86 85 Mavo(vmbo-t)/Havo 55 66 70 68 Mavo(vmbo-t) 81 108 28 128 Vmbo-breed 87 70 77 71 Vraag 20 en 21: Voor hoeveel klokuren (op jaarbasis) is de taalcoördinator benoemd? Indien u niet exact het aantal klokuren weet, geeft u dan a.u.b. een zo nauwkeurig mogelijke schatting van het aantal klokuren 2 Daar een relatief grote groep respondenten de vraag naar het aantal klokuren niet heeft beantwoord is het gemiddelde gebaseerd op een beperkt aantal respondenten. De gemiddelden dienen daarom met terughoudendheid te worden geïnterpreteerd. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 37

Vervolgens hebben we de respondenten gevraagd hoeveel klokuren gemiddeld per week daadwerkelijk door de taalcoördinator worden besteed aan het coördineren van het taalonderwijs. De taalcoördinatoren zelf geven aan dat zij gemiddeld 13 klokuren per week aan het coördineren van het taalonderwijs besteden; volgens de overige respondenten is dit gemiddeld 16 klokuren per week. Alle respondenten Respondenten exclusief docenten Nederlands 3 Gemiddeld aantal Gemiddeld aantal Gemiddeld aantal Gemiddeld aantal klokuren (per klokuren (per klokuren (per klokuren (per week) week) Overige week) - week) Overige Taalcoördinatoren functionarissen Taalcoördinatoren functionarissen Totaal 13 (n=75) 16 (n=95) 14 (n=18) 18 (n=64) Gymnasium 2 5 3 6 Havo/Vwo 17 20 27 24 Mavo(vmbo-t)/Havo 16 9 4 8 Mavo(vmbo-t) 2 33 2 52 Vmbo-breed 11 11 9 13 Vraag 22 en 23: Hoeveel klokuren worden er door de taalcoördinator gemiddeld per week daadwerkelijk besteed aan het coördineren van het taalonderwijs? Indien u niet exact het aantal klokuren weet, geeft u dan a.u.b. een zo nauwkeurig mogelijke schatting van het aantal klokuren. 3 Daar een relatief grote groep respondenten de vraag naar het aantal klokuren niet heeft beantwoord is het gemiddelde gebaseerd op een beperkt aantal respondenten. De gemiddelden dienen daarom met terughoudendheid te worden geïnterpreteerd. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 38

De respondenten die eerder hebben aangegeven dat op hun school/schoollocatie een taalcoördinator betrokken is bij het opstellen van het beleid voor het taalonderwijs, hebben we vervolgens gevraagd welke werkzaamheden op hun school/schoollocatie behoren tot het takenpakket van de taalcoördinator. Welke werkzaamheden behoren op uw school/schoollocatie tot het takenpakket van de taalcoördinator? Meer antwoorden mogelijk Communicatie met de directie over taal 90% 100% 92% 79% 87% 90% Bijhouden van de ontwikkelingen op taalgebied 82% 80% 84% 87% 82% 100% Communicatie over taal met de overige medewerkers van de school 76% 88% 73% 74% 80% 77% Het zelf geven van lessen Nederlands 71% 75% 64% 79% 60% 78% Regelen van de beschikbaarheid van leermiddelen voor taal Organiseren van de activiteiten van de taalwerkgroep Regelen van de beschikbaarheid van toetsen voor taal 25% 58% 43% 74% 80% 68% 55% 75% 49% 68% 60% 56% 53% 63% 45% 63% 60% 58% Totaal Gymnasium Havo/Vwo Vmbo-t (mavo)/havo Vmbo-t (mavo) Vmbo-Breed Het bijhouden van de vorderingen van leerlingen 51% 50% 41% 53% 68% 67% Organiseren van de scholing/professionalisering van docenten 50% 48% 53% 53% 50% 63% Andere werkzaamheden 7% 17% 18% 16% 17% 38% Weet niet 3% 6% 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Vraag 24: Welke werkzaamheden behoren op uw school/schoollocatie tot het takenpakket van de taalcoördinator? Meer antwoorden mogelijk Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 39

Voor alle bovengenoemde werkzaamheden geldt dat minimaal de helft van de respondenten aangeeft dat deze tot het takenpakket van de taalcoördinator behoren. Verreweg de meest genoemde werkzaamheden zijn: - Communicatie met de directie over taal (90%); - Bijhouden van de ontwikkelingen op taalgebied (82%); - Communicatie over taal met de overige medewerkers van de school (76%); - Het zelf geven van lessen Nederlands (71%). In de antwoordcategorie andere werkzaamheden komen de volgende antwoorden relatief vaak voor: - Het opstellen/opzetten van taalbeleid of van een taalbeleidsplan; - Overleg voeren met betrokkenen; - Bijeenkomsten/informatieavonden organiseren; - Betrokkenen informeren. In de bijlage staat een compleet overzicht van de genoemde antwoorden. Verschillen tussen onderzoeksgroepen (exclusief Gymnasium) Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo)/havo geven minder vaak aan dat Communicatie met de directie over taal behoort tot het takenpakket van de taalcoördinator en geven vaker aan dat Organiseren van de activiteiten van de taalwerkgroep en Het bijhouden van de vorderingen van de leerlingen tot het takenpakket behoren. Respondenten werkzaam op Vmbo-t (mavo) geven minder vaak aan dat Het zelf geven van lessen Nederlands behoort tot het takenpakket van de taalcoördinator en geven vaker aan dat Regelen van de beschikbaarheid van leermiddelen voor taal en Het bijhouden van de vorderingen van de leerlingen tot het takenpakket behoren. Respondenten werkzaam op Havo/Vwo geven minder vaak aan dat Regelen van de beschikbaarheid van leermiddelen voor taal behoort tot het takenpakket van de taalcoördinator. Rapportage onderzoek naar modellen voor taal in het VO april 2013 DUO Onderwijsonderzoek 40