1. Een bocht. 2. Spiegelen

Vergelijkbare documenten
Docent HET HOUTEN HUIS

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Werkblad: Vind me dan

Oppervlakte op het schoolplein versie A

Opdracht 3.3, 3.4, 3.5 en 3.6

lesmateriaal Taalkrant

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland

Hoe kunnen we WAT ACTIE zodat IETS VERANDERT

THUIS IN DE WERELD LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS GROEP 7 EN 8 TOT ZIENS IN 0NS MUSEUM! THUIS IN DE WERELD PAG > 1

Spreekbeurt, en werkstuk

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6

Week 4: voelend schrijven met je hogere zelf en je gidsen. WEEK 4 Voelend schrijven met je hogere zelf en je gidsen

Waar zie je de bijzondere vogel en hoe ziet hij eruit?

Lessuggestie Heimwee. Gedichtenbundel Warboel: Pagina

Leerlingenboekje les 7 en 8. Naam. Schrijfopdracht 6 Een spannend dierenverhaal. Groep 6

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

MODULE #6 DREAMBOARD PROCES

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17

Winkelen in het bos?

De nieuwe zorgmedewerker

Natuur, Buiten Activiteit:

Teken een architect. Lees het volgende verhaal:

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Wat waardeer je enorm aan de persoon die tegenover je zit? Geef één voorbeeld wat jou helpt om je agressie onder controle te houden.

Teken een architect. Lees het volgende verhaal:

Belangrijk dichtwerkboekje van

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:

DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN

de kinderen hier om elkaar te gebruiken als de massa mensen, ze kunnen door elkaar heen lopen en elkaar begroeten etc.).

Inhoud. 1. Inleving en verbeelding. 2. Blind zijn en toch alles kunnen. 3. Blind en slechtziend. 4. Hulpmiddelen. 5. Niet kunnen zien, hoe is dat?

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Ontwerp je eigen superzwever

Johannes 12:1-8 Dichtbij Jezus

Woorden - boek. KlasseTaal. welke woorden gebruik jij? Met woorden verander je de wereld

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Thema Zintuigen. BSO in 2 nature Bushraft activiteit. info@in2nature.eu. stichting in2nature. info@in2nature.

Val op bij je ideale klant met je eigen verhaal in je eigen taal

Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek

Liefdesgedichten schrijven

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Werkblad bij de voorstelling de Mier

DE NATIONALE WETENSCHAPSAGENDA VOOR SCHOLIEREN - DEEL 1 VMBO

Ontdekkingstocht duin, bos en strand

Lesbrief: Vriendschap in beeld. Opdracht: maak een foto waarop je laat zien wat vriendschap voor jou betekent.

FIONA REMPT - KINDERBOEKEN - WORKSHOPS - GROEP 1 T/M 8

TIPS VOOR DOCENTEN. Kim Koelewijn. Nu met nog meer tranen! HUIL! Het lucht op Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan

Weet wat je kan. Je laten horen

Lesbrieven bij Pieter Roelf Jeugdconcert 2019 Gevleugeld

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Constructies

Opdrachten thema. Veluwe

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

WERKBLADEN & HANDLEIDING Maak samen een glossy voor groep 8

De wonderbare wereld onder water

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? T VLAARDINGEN

Inhoud. Bekijk het eens van een andere kant. Hoe voel jij je? Je eigen gebruiksaanwijzing

Bedenken: een tekening maken van de held

Werkboek Het is mijn leven

Voorbereidend gesprek Vragen die de leerkracht kan stellen: Introductielessen Primair Onderwijs Introductieles 1: Schetsen voor het schoolplein

Nederlands in Uitvoering

Alles wat je wilt weten over. kringactiviteiten

Liefdesgedichten schrijven

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Bezoek een bedrijf. Wat kun je en wat weet je na deze lesbrief?

VRIENDSCHAP EN RELATIES

Vogelgriep. Auteur: Chris Vegter Illustraties: Dirk van der Maat. Boekverslag van:... Klas:...

7-12 jaar Scharrelavontuur jaar Scharrelavontuur

BROKKENKAARTEN IN DE KLAS

Vragenlijst last van geluid

lesmap Wortel van Glas HETGEVOLG Wortel van Glas 16+

Problemen kunnen oplossen

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-

Maak samen een glossy groep 8

LESMATERIAAL BOVENBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 5-

Eerst je eigen toekomst bedenken, voordat je samen een toekomst bedenkt. Aantrekkelijk voelen Pak je echte wens

Niks moeten please! Ontspanningsverhalen met kleurplaten voor kinderen In de klas en thuis te gebruiken.

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Expeditie Boswachterscode

Cosis Begeleid Leren

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Wat ga je schrijven: een verhaal over een held die een uitdaging aangaat

Sociale weerbaarheidstraining CoOl KiDs Bijeenkomst 6

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht

Veel plezier in de winkel! Bedrijfskleding. je naam:... je klas:... datum:... jouw beoordeling: Klantgerichtheid

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING

Lesbrief: ff offline Thema: Waar ga ik heen?

Hoe overleef jij... je beste vriend(in)? Deze acties horen bij aflevering 3 Hoe overleef ik... je beste vriend(in)?

Ook een beetje uitgekeken op al;jd weer dezelfde standvloer? Picture via flickr.com by Michael Coghlan

Neutrale bril. Geheugenbril. Vergrotende bril. Zwarte bril. Nare bril. Zonnige bril

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Workshop 6 oktober 2010 Mieke Vermeulen. opzet van de workshop Gedichten lezen en schrijven en hoe je dat doet met de leerlingen van je groep

Keuzestress of ontspannen kiezen

Boekverslag & presentatie

Transcriptie:

Werkblad 1 en op de buitenplaats (bij les 3) Print deze opdrachten en knip ze in strookjes. Maak groepjes van 2 of 3 leerlingen. Verdeel de opdrachten onder deze groepjes. Een opdracht kan door meerdere groepjes worden uitgevoerd. 1. Een bocht Zoek een bocht en blijf net daarvoor staan. Wat denk je dat er achter die bocht is? Fantaseer en schrijf op of teken wat je bedenkt. Als je een camera bij je hebt, maak dan een foto van de bocht. Voelt een weg met bochten anders dan een rechte weg? En zo ja, wat is dan het verschil? Hoe zou dat komen? Welk van onderstaande woorden vind je passen bij een weg met bochten? Waarom vind je dat? Saai, spannend, fantasievol, snel, langzaam, uitzicht, makkelijk, dichtbij, veraf. Pen en papier of tekenspullen Eventueel een camera 2. Spiegelen Zoek een plek waar water is. Probeer dichtbij te komen, maar wees voorzichtig. Wat hoor je als je hier staat of zit? En wat zie je? Is er riet? Hoor je het fluisteren? Hoe ziet het water eruit? Kijk naar wat zich spiegelt in het water. Wat zie je? Hoe ziet dat eruit? Wat is anders of juist hetzelfde als dat wat het spiegelt? Maak een omtrektekening van het water en teken daarin wat je gespiegeld ziet. Welke woorden horen daarbij? Schrijf ze op. Als je een camera bij je hebt, maak dan een foto van de weerspiegeling. Wat is spiegelen? Ken je woorden die ook spiegelen betekenen of daar bij horen? (mijmeren / bespiegeling/ feedback/ nadenken). Op sommige plekken kun je beter mijmeren dan op andere plekken. Hoe zou dat komen? Vind je dit een mooie mijmerplek? Waarom? Hoe zou jouw eigen ideale mijmerplek eruit zien? pen, papier en tekenspullen eventueel een fotocamera

3. Klein maar fijn Zoek een rustige plaats en kijk om je heen. Zoek iets wat klein is en toch opvalt. Bijvoorbeeld gekleurde bessen, een bloemetje of een vreemd stuk hout. Iets kleins wat hoort bij het grote geheel. Zoiets noem je ook wel een detail. Maak een kokertje van je handen en kijk met één oog- naar het detail. Maak de koker langzaam groter tot je meer van de omgeving ziet. Maak het kokertje daarna weer kleiner. Waarom is juist dít detail je opgevallen? Maak een schets van de omgeving en teken daar je detail in. Zorg dat vooral het detail opvalt. Gebruik bijvoorbeeld kleur! Welke woorden horen erbij? Schrijf die op. Als je een camera bij je hebt maak dan een foto van het detail. (goed zichtbaar in het geheel) pen, papier en tekenspullen eventueel een fotocamera Een detail is een onderdeel van een groter geheel. Zie je ergens een detail? Waarom valt dit detail op? 4. Een plaats om te blijven Zoek een plaats waarvan jij zou willen dat er een bankje komt. Waar komt het te staan? Waarom juist daar? Wat is je uitzicht? Maak hier een foto of schets van. Of beschrijf in woorden wat het uitzicht is. pen, papier en tekenspullen of een fototoestel Waarom zou je op een bankje gaan zitten? Wat zijn allemaal functies van een bankje, behalve zitten en uitrusten? (bijvoorbeeld nadenken, lezen, uitzicht bekijken, een gesprek voeren...) 5. Stilte Zoek een plek waar het stil is. Ga zitten en doe je ogen dicht. Luister minimaal 1 minuut. Wat hoor je dichtbij en wat verder weg? Hoe kun je geluiden het beste opschrijven? Zoek de juiste woor- den en schrijf op wat je hebt gehoord. Doe hetzelfde op een andere plek. pen, papier en een klokje Welke andere plaatsen of momenten ken je waar het (heel) stil kan zijn? Wat is stilte? Eigenlijk merk je pas dat het stil is, als je geluiden hoort in de stilte. Is dat niet vreemd? Bestaat stilte dan wel?

6. Allemaal bomen Zoek een plaats waar je veel verschillende bomen bij elkaar ziet. Welke verschillen zie je? Verschillen van stammen, van kruinvorm, kleuren? Hoe is het verschil in hoogte? Er zijn verschillende dingen en toch hoort het ook bij elkaar. Hoe komt dat? Maak aantekeningen van (of schets) - de kleuren die je ziet - de vormen die je ziet - en de verschillende hoogtes die je ziet pen, papier en tekenspullen of een fototoestel Zo n bomenrij is er niet zomaar neergezet. Daar is over nagedacht. 21 Men wilde vooral dat het mooi werd, of om het maar eens poëtisch te zeggen: om het oog te plezieren. Wat is dat, het oog plezieren? Kun je andere dingen noemen die het oog plezieren? Of het oor? Of waar je je beter door voelt 7. Vrolijke bomen Zoek een vrolijke en een verdrietige boom. Waarom vind je de ene boom verdrietig en de andere vrolijk? Maak een foto of tekening van de boom die je hebt gekozen en schrijf erbij waarom je dat vindt. pen, papier en tekenspullen eventueel een fototoestel Kan een boom wel vrolijk of verdrietig zijn? Of hebben wij dat zelf bedacht? Het kan mooi in een gedicht staan, als je een menselijke eigenschap verbindt met een ding of een dier. Wat denk je bijvoor- beeld van een ondeugende of een brutale boom? Kun je nog meer van dat soort combinaties verzinnen? 8. Ver weg Zoek een plaats waar je ver kunt kijken, een plek waar je ogen als het ware ergens naar toe getrokken worden. Wat zie je in de verte? Waar word je nieuwsgierig naar? Wat zou je van dichterbij willen zien? Schets wat je ziet en schrijf op waar je nieuwsgierig naar wordt. Ga kijken als je het opgeschreven hebt.

9. Bijzonder briefje Kies iets wat je opvalt; iets wat je mooi vindt of bijzonder. Een blad, een boom, een beeld, een plant of een vijver? 23 Bedenk wat je zou willen zeggen tegen wat je kiest en schrijf een brief(je). Bijvoorbeeld: Beste gladde vijver, wat lig je daar zo alleen, zo mooi, en zo stilletjes ben je blij met mijn bezoek? ik zal alleen maar fluisteren om je niet te storen! veel groeten van Brieven schrijf je meestal aan elkaar. Een brief schrijven aan een boom is vreemd. Toch zijn er veel schrijvers die dat soort brieven gebruiken in een verhaal. Ken je een voorbeeld? Maar waarom zou je nou een brief schrijven aan de vijver, de bromvlieg of aan de stoel waarop je zit? 10. Oh, heerlijke prachtige plek Zoek een plek die je mooi, bijzonder of inspirerend vindt. Kijk om je heen. Waarom vind je dit een mooie plek? Verzamel alles wat daar -voor jou- bij hoort: de kleuren, geuren, het geluid, het uitzicht enz. Schrijf dit op in steekwoorden. Bedenk daarbij woorden, die laten zien dat je het mooi vindt. Zoals: heer- lijk, prachtig, verrukkelijk, fantastisch, de moeite waard, mag je niet missen enz. Denk ook aan geschikte reclamewoorden! Maak een foto van die plek. Vraag iemand anders om een foto te maken van jou op die plek. een fototoestel iemand die een foto van je neemt Door iets mooie woorden te geven kun je het mooier laten lijken. Denk maar aan de reclame. Probeer het maar eens met deze plek. Beschrijf de plek eerst met heel mooie woorden en daarna met akelige sombere woorden. Wat verandert er?

11. Bijgebouwen en de tuin Ga op een plek staan waar je een van de bijgebouwen goed kunt zien. Zoek ook nog een andere plek om goed te kijken. Wat vind je: past dit bijgebouw bij zijn omgeving? Waarom wel, waarom niet? Wat vind je opvallend of mooi aan dit bijgebouw? Staat het op een bijzondere plek? Past het bij het grote huis? Schrijf je antwoorden op. Maak een schets of foto van het bijgebouw. eventueel fototoestel 12. Het huis Kijk eens goed naar het huis. Wat valt je op? Welk detail vind je mooi? Wat vind je het meest bijzonder aan het huis? Zou je er willen wonen? Waarom wel of niet? Schrijf je antwoorden op. Maak een schets of foto van het huis of van het detail dat je mooi vindt. eventueel fototoestel 13. Een open plek Als er een (park) bos is: Zoek een open plek in het bos. Ga in het midden van die plek staan en draai rond. Kijk om je heen. Denk na: waarom heet dit een open plek? Wat maakt een open plek tot een open plek? Is een open plek hetzelfde als midden in een weiland staan? Schrijf op waarom je dat vindt. Wat is een open plek? Wanneer noem je iets een open plek? Is een plein in de stad ook een soort van open plek? Waarom zou zo n plek (in het bos of in de stad) worden ontworpen? Hoe voelt het? Pen en papier Eventueel een fototoestel