Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018



Vergelijkbare documenten
11. Niet-technische samenvatting PRMER-0028 en 0029

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Vlaamse Regering AMV/ /1002

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001

AMV/ /1001. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B

INFORMATIEVERGADERING 19/06/2012

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1000

Milieueffectrapport voor een gemengd landbouwbedrijf met stalruimte voor legkippen en 50 runderen

Pluimveehouderij met stalruimte voor stuks pluimvee te Assenede ten gevolge van een hernieuwing van de milieuvergunning

Hervergunning, uitbreiding en wijziging van een veeteeltbedrijf en biogasinstallatie

Project-MER-Verslag. Project: Initiatiefnemer:

Toelichting op aanvraag om omgevingsvergunning activiteit milieu. Locatie: Beitelweg 7 en 7a 3882 MT PUTTEN

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE GCV LOKIP MET BETREKKING TOT EEN GEMENGD VEEBEDRIJF, GELEGEN TE 2330 MERKSPLAS, LOCHTENBERG 3B.

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV! !1000

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: De uitbreiding van een varkensbedrijf tot 850 zeugen en 958 andere varkens

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Bijlage aanvraag omgevingsvergunning

Constructeur/fabrikant: CBgroep Opvolgteam: MIRCON bvba

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Huisvesting van landbouwhuisdieren 2012

.l' Vlaamse Regering.: AMV/ /1001/B

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

p r o v i n c i e Limburg

Vlaamse Regering ~~'t~= AMV/000222/1004

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Omvorming en Samenvoeging van 2 veeteeltbedrijven.

VLAAMSE OVERHEID Omgeving

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Legende. PlanMer De Prijkels Deinze. Situering plangebied "De Prijkels" en zoekzones op gewestplan V N V.B

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest

Huisvesting van varkens en pluimvee 2010

AMV/ /1004. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

AMV/000/150708/1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

BBT-conclusies intensieve pluimvee- of varkenshouderij

memo Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst

Vlaamse Regering.:~~~= '~~ = :n~ " "~ AMV/ /1004

Besluit van de Deputatie

Lijst met geactualiseerde emissiefactoren voor ammoniak, geur en fijn stof Bijlage Richtlijnenboek Landbouwdieren

Als gevolg aan uw aanvraag van 4/12/2017, ontvangen op 4/12/2017, met referentie gevraagde gegevens over. IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

Ons kenmerk: RJ/97127-AA017

Bijlage 11 Omgevingsdialoog

Uitdagingen en oplossingen milieu pluimveesector

Vlaamse Regering : AMV/ /1 002

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

AMV/ /1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

Leghennenhouderij Argentinië: eieren produceren tegen lage kostprijs

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

ZLTO Advies Ir. Jos Commissaris Senior Adviseur ROMB. ZLTO Advies Ing. Jenny Geelen Bedrijfsadviseur pluimveehouderij

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1004

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Vlaamse Regering.: 1

Meten en modelleren: vaststellingen en toekomstperspectief. Bo Van den Bril en David Roet

AMV/ /1000/B

VLAAMSE REGERING. :d~~"i: AMV/ /1001

AMV/ /1011 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW

Uitbreiding slachtkuikenbedrijf Van Bijsterveldt tot slachtkuikens te Ravels. Initiatiefnemer: 24/01/2019

AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING. VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk BN Wytgaard

AMV/ /1006. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

Nadere toelichting dieraantallen. Katerdam 2 te Herwijnen

Uitbreiding milieuvergunning pluimveehouderij. NV Sininvest, Moorslede (Roeselare)

Herplaatsing Bijlage Wijziging Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij

Richtlijnen milieueffectrapportage

Geur en veeteelt: Leren uit aanpak ammoniakemissie?

situering en afbakening van het plangebied - Solheide

Besluit van de Deputatie

34042/114/1/A/2. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

De Berghoeve bvba Zoutleeuw

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

A. Persoonlijke gegevens. B. Bedrijfsgegevens

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets

AMV/ /1000 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING. NATUUR EN LANDBOUW,

Onderzoek geurbelasting in het kader van de Wet geurhinder en veehouderij

10 april Nota van zienswijzen. ontwerp bestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte

Besluit van de Deputatie

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Bijlage aanvraag vergunning Wet natuurbescherming. Walsbergseweg 43 Deurne. Afbeelding voorblad hier invoegen!

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

Oprichting pluimveebedrijf Maatschap Huisman, gemeente Dalfsen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING. Project-MER MER Varcap, Verrebroek

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen;

Lijst met geactualiseerde emissiefactoren voor ammoniak, geur en fijn stof

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002

Bijlage 1 Nadere toelichting cultuurhistorie en archeologie

SUCCESFACTOREN MESTKELDERS MET SCHUINE PUTWANDEN

Emissiereductie veehouderij

pluimveemest Nieuw Pollo Drie extra breed 320 cm!

WET MILIEUBEHEER aanvraag vergunning Agrarische sectortevens

Beantwoording vragen ex art. 38 RvO van de PvdD over aanvraag omgevingsvergunning uitbreiding pluimveebedrijf

AMV/ /1007 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals

ENVIRO + NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING VOOR HET UITBREIDEN VAN VARKENSBEDRIJF. L. GERARDI en zonen NV (PR0191) Malle DECEMBER 2008

AMV/ /1012. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

Transcriptie:

Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018 10.1 Ruimtelijke situering Het bedrijf is gelegen aan de Statiestraat 56 te Dentergem. Volgens het kadastraal plan bevindt het bedrijf zich op volgende percelen : 397 s, 397 t, 401 f (1 e afdeling, sectie A) (figuur 36). Figuur 36 : Kadastrale ligging van het bedrijf

Het bedrijf is volgens het Gewestplan (K.B. van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen) gelegen in agrarisch gebied. Binnen een straal van 1.500 m rond het bedrijf bevinden zich agrarisch gebied, woongebied, woongebied met landelijk karakter, gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut, woonuitbreidingsgebied, natuurgebied, archeologische sites, landschappelijk waardevol agrarisch gebied, reservegebieden voor woonwijken, ambachtelijke bedrijven en kmo s en milieubelastende industrie (zie ook figuur 37). Figuur 37 : Ligging van het bedrijf op het gewestplan

10.2 Beschrijving van het project Het project betreft de vroegtijdige hernieuwing van de milieuvergunning van een bestaand legkippenbedrijf (50.000 legkippen). De legkippen zijn gehuisvest in drie batterijstallen (één stal voor 19.076 legkippen, één stal voor 20.343 legkippen, één stal voor 10.581 legkippen). De legbatterijen bestaan uit niet-verrijkte kooien. Volgens de Europese richtlijn dienen legkippen vanaf 2012 gehuisvest te worden in verrijkte kooien. Bij ongewijzigde wetgeving zal vanaf 2012 het bedrijf omschakelen naar verrijkte kooien en ammoniak-emissiearme stallen. Het productieproces van het bedrijf beoogt het produceren van eieren die verpakt en gesorteerd worden op het bedrijf en die worden afgevoerd naar verkoopcentra. Er worden dagelijks eieren afgevoerd. Voor de productie van de eieren worden om de 14 maanden jonge leghennen aangevoerd op het bedrijf. Deze worden, zoals hoger gesteld, in de drie stallen geplaatst (legbatterijen), met een bezettingsdichtheid van ca. 560 cm² per dier. De dieren blijven 14 maanden op het bedrijf voor de productie van eieren en worden nadien afgevoerd voor slachting. In de pluimveestallen zijn telkens 3, 4 of 5 batterijrijen van 3 of 4 etages (per kooi 4 kippen). Onder de draadbodem is een mestband gelegen. De band is 40 cm breed over de totale lengte van het hok. Met behulp van een mestschraper wordt de mest 10 maal per 24 uur verwijderd en valt in een betonkanaal onder de batterijen. Die mest wordt op zijn beurt ook 10 maal per 24 uur met behulp van een mestschraper in de mestkelder gebracht. Onder 2 pluimveestallen bevindt zich een mestkelder (rep. 1612 m³ en 572 m³). Deze dierlijke mest wordt in de toekomst afgevoerd naar een mestbehandeling (FAP-Kompostreactor) op een ander bedrijf van de exploitant in Markegem. Na verwerking zal de mest dan vervolgens geëxporteerd worden naar Frankrijk. Momenteel wordt de onbehandelde dierlijke mest afgevoerd naar Nederland. Het voeder voor de kippen wordt toegediend via voedervijzels (ASA-DUO type). Drinkwater voor de leghennen wordt verdeeld via nippels. Het water wordt opgepompt uit een eigen waterwinning (putdiepte 144 m), gesitueerd vooraan het bedrijf. Na 14 maanden worden de stallen grondig droog en nat gereinigd. Het reinigingswater van de stallen wordt geloosd in de kelder. De reiniging van de stallen gebeurt door een gespecialiseerde firma (Jannick Pluimvee Service bvba uit Roeselare). De ontsmetting van de stallen gebeurt eveneens door een gespecialiseerde firma (Disaghor). Kadavers worden onmiddellijk uit de stallen verwijderd en bewaard in tonnen in een gekoeld kadaverhuisje. De kadavers worden wekelijks afgehaald door een erkend ophaler. 10.3 Residuen en emissies Het is duidelijk dat aan de uitbating van een dergelijk bedrijf bepaalde emissies verbonden zijn. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de residuen en emissies afkomstig van het huidig en van het toekomstig bedrijf. Het huidige bedrijf is het bedrijf is zijn huidige bestaansvorm (tot 2012). Het toekomstig bedrijf is het bedrijf met ammoniakemissie-arme stallen (vanaf 2012). Tabel 46 : Overzicht residuen en emissies

Residuen en emissies Hoeveelheid Eenheid Huidig bedrijf (tot 2012) Mest 24.500 34.500 Toekomstig bedrijf (vanaf 2012) 24.500 34.500 kg P 2 O 5 /jaar kg N/jaar Ammoniak 5.000 1.750 kg NH 3 /jaar Geur 34.500 18.500 ou E /s Stof 61 61 kg/jaar Geluid 7 à 8 7 à 8 vrachtwagens/week Kadavers 3.250 3.250 stuks/jaar De voornaamste milieu-effecten, als gevolg van de exploitatie van het huidig en toekomstig bedrijf, zijn vermesting, verzuring en geurhinder. Wat vermesting betreft, kan gesteld worden dat de exploitant momenteel de kippenmest exporteert. Deze mest komt bijgevolg niet op percelen grond in de omgeving van het bedrijf terecht. In de toekomst zal de kippenmest verwerkt worden op een ander bedrijf van de exploitant alvorens geëxporteerd te worden. Bijgevolg zal ook in de toekomst geen mest van het bedrijf verspreid worden op Vlaamse gronden. Wat de mestopslag betreft, kan gesteld worden dat in de huidige en toekomstige situatie de mestkelders dienen voor de opslag van mest (vooraleer hij behandeld wordt). Voor deze mestkelders waar mest wordt opgeslagen dient de lekdichtheid van de kelders gewaarborgd te worden. Aangeraden kan worden om een grondwateronderzoek te laten uitvoeren, om voor deze mestkelders die in de toekomst nog natte mest zullen opslaan, zekerheid te hebben dat zij lekdicht zijn. Om het effect van de verzuring in te schatten werd berekend welke ammoniakdepositie te verwachten valt op zuurgevoelige gebieden in de omgeving van het huidige bedrijf (tot 2012) en van het toekomstige bedrijf (vanaf 2012). In de huidige bedrijfssituatie (tot 2012) is een emissie te verwachten van 5.000 kg NH 3 per jaar. Voor het toekomstig bedrijf bedraagt de berekende ammoniakemissie 1.750 kg per jaar. Binnen een straal van 1.500 m rond het bedrijf werden een 9-tal gebieden aangeduid als waardevol. Op deze gebieden zijn a.g.v. de exploitatie van het huidige bedrijf jaarlijkse totale deposities te verwachten die variëren van 10 tot 33 mol zuurequivalenten per ha. Voor het toekomstig bedrijf (vanaf 2012) variëren de jaarlijkse deposities van 4 tot 12 mol zuurequivalenten per jaar. Vanuit de kritische lasten voor bepaalde ecosystemen werd berekend dat binnen een straal van ca. 120 m rond het huidige bedrijf (tot 2012) en van 63 m voor het toekomstige bedrijf (vanaf 2012), het bedrijf een belangrijk verzurend effect zou kunnen hebben op graslandgebieden. Binnen deze stralen bevinden zich voor het kwestieuze bedrijf geen waardevolle graslandgebieden. Ook werd vanuit de kritische lasten voor bepaalde ecosystemen berekend dat binnen een straal van ca. 125 m rond het huidige bedrijf (tot 2012) en van 67 m voor het toekomstige bedrijf (vanaf 2012), het bedrijf een belangrijk verzurend effect zou kunnen hebben op bosgebieden. Binnen deze stralen bevinden zich voor het kwestieuze bedrijf geen waardevolle bosgebieden. Om de verzuring ten gevolge van zijn toekomstig bedrijf te beperken, zal de exploitant bij ongewijzigde wetgeving vanaf 2012 overschakelen naar een emissie-arm stalsysteem. Hierdoor zal de ammoniakemissie met 65 % gereduceerd worden t.o.v. de huidige bedrijfstoestand. Verder wordt aangeraden om de mestkelders afdoende af te sluiten van de buitenlucht om zo het emissieoppervlak te verkleinen.

In de Vlaamse milieuwetgeving werden geen normen vastgelegd voor aanvaardbare geurhinder. Er werden enkel voor nieuwe bedrijven en bedrijven met aanzienlijke uitbreiding verbods- en afstandsregels vastgelegd. Volgens VLAREM moet het bedrijf niet voldoen aan de afstandregels. In dit MER werden dispersieberekeningen uitgevoerd voor de huidige (tot 2012) en de toekomstige bedrijfstoestand (stalsysteem 2.2.2.2, vanaf 2012). De berekende geuremissie afkomstig van het huidige bedrijf bedraagt 34.500 ou E /s; voor het toekomstige bedrijf bedraagt dit 18.500 ou E /s. Dit betekent een daling in geuremissie met 47 % voor de toekomstige bedrijfssituatie t.o.v. de huidige bedrijfssituatie. Binnen de geurcontour voor de huidige bedrijfssituatie, waar er kans is dat er geurhinder kan voorkomen zijn een 70-tal woningen gesitueerd, waarvan vermoedelijk een 5-tal boerderijen. Het merendeel van deze woningen is gelegen ten zuiden en zuidwesten van het bedrijf langs de Statiestraat en de Meulebekesteenweg. Deze woningen zijn grotendeels gelegen in woongebied. Binnen de geurcontour voor de toekomstige bedrijfssituatie (vanaf 2012), waar er kans is dat er geurhinder kan voorkomen, zijn een 54-tal woningen gesitueerd, waarvan vermoedelijk een 3-tal boerderijen. Op het bedrijf wordt verder gepoogd de geuruitstoot zoveel mogelijk te beperken door de hygiëne in en rond de stallen hoog te houden. Door het gebruik van milieukokers op de stallen zou een betere vermenging van de ventilatielucht met omgevingslucht bekomen kunnen worden met lagere immissieconcentraties tot gevolg. Naar verdroging toe is het aangeraden om het grondwaterverbruik zoveel mogelijk te beperken. Indien het regenwater zou opgevangen en aangewend worden als reinigingswater (ca. 600 m³/jaar reinigingswater), zou er minder grondwater verbruikt worden. Het groenscherm van het bedrijf is grotendeels opgebouwd uit Italiaanse populieren, paplaurier en een sparrenhaag. Aangeraden wordt dit groenscherm verder aan te vullen met streekeigen en wintervaste groenbeplanting. Effecten op gebied van geluid kunnen verwaarloosd worden, gezien er ten gevolge van de uitbating van het huidige en van het toekomstige bedrijf slechts een 7-tal extra vrachtwagenbewegingen per week plaatsgrijpen.