ENVIRO + NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING VOOR HET UITBREIDEN VAN VARKENSBEDRIJF. L. GERARDI en zonen NV (PR0191) Malle DECEMBER 2008

Transcriptie

1 ) ENVIRO + NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING VOOR HET UITBREIDEN VAN VARKENSBEDRIJF L. GERARDI en zonen NV (PR0191) Malle DECEMBER 2008 Contactpersonen Contactpersonen Tel.: 03/ Tel.: 03/ info@enviroplus.be nv.gerardi@scarlet.be Marc De Pauw Leo Gerardi Annelies Bosman

2 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING GEGEVENS VAN DE INITIATIEFNEMER WAAROM EEN MILIEUEFFECTENRAPPORT OF MER? HET PROJECT DE HUIDIGE ACTIVITEITEN VAN L. GERARDI EN ZONEN NV BESCHRIJVING VAN HET TERREIN EN OMGEVING BESCHRIJVING VOORGENOMEN PROJECT SAMENVATTING VAN DE MILIEUEFFECTEN GEURHINDER VERZURING VERMESTING SYNTHESE EFFECTEN VISUELE HINDER GELUIDSHINDER VERSPREIDING ZWEVEND STOF WATERHUISHOUDING BODEMVERONTREINIGING OPPERVLAKTEWATERVERONTREINIGING BIODIVERSITEIT KLIMAATSVERANDERING BESTRIJDINGSMIDDELEN CONCLUSIE ENVIRO+ 1

3 FIGURENLIJST FIGUUR 1 OVERZICHT VAN DE STALLEN EN DE VOEDERSILO S OP HET BEDRIJF L. GERARDI EN ZONEN NV... 7 FIGUUR 2 GEWESTPLAN OMGEVING L. GERARDI EN ZONEN NV (BRON: GIS.VLAANDEREN.BE, GERAADPLEEGD OP 17/01/2006) (GEWESTPLAN TURNHOUT KB DD 30/09/77) FIGUUR 3 GROENSCHERM AANGELEGD BIJ L. GERARDI EN ZONEN NV FIGUUR 4 ZICHT OP DE OMGEVING VAN L. GERARDI EN ZONEN NV ENVIRO+ 2

4 1. Inleiding Het varkensbedrijf L. Gerardi en zonen NV is gelegen te Westmalle, Heidsiebaan 16. De huidige activiteiten van het bedrijf zijn het kweken van varkens, het vetmesten van varkens, groot- en kleinhandel in varkens en in- en uitvoer van varkens. Met het oog op uitbreidingen van de activiteiten te Westmalle werd in 2006 een West-Vlaamse veeteeltbedrijf overgenomen te Pittem. Door de wijzigingen van 28/03/2003 op het Mestdecreet van 23/01/1991 werd het namelijk mogelijk vergunningen van verschillende bedrijven samen te voegen ter uitbreiding van de capaciteit van een onderneming. Hierdoor kon max. 75% van de vergunde dierencapaciteit en het nutriëntgehalte van een tweede bedrijf (in dit geval te Pittem) samen worden gevoegd met de vergunde hoeveelheden van het hoofdbedrijf (Malle) Momenteel bezit L. Gerardi en zonen NV een milieuvergunning voor het stallen van mestvarkens. Deze vergunning loopt nog tot Na overnemen van 75% van de vergunde capaciteit te Pittem zouden er op de locatie in Westmalle in totaal mestvarkens gestald worden. Door het nieuwe mestdecreet van 22/12/06 komen de bepalingen van bovenstaande oude decreet echter te vervallen. Hierdoor kan het samenvoegen van vergunningen niet langer. Indien een veeteeltbedrijf wenst uit te breiden dienst dit heden ten dage te gebeuren via een uitbreiding in een milieuvergunningsaanvraag. In deze definitieve versie van het MER wordt dan ook gesproken over een uitbreiding van de activiteiten te Westmalle. Er wordt daarbij een zelfde capaciteitswijziging beoogd als voordien mogelijk door samenvoeging, nl mestvarkens. ENVIRO+ 3

5 2. Gegevens van de initiatiefnemer De initiatiefnemer van het project voor de uitbreiding van het reeds vergunde varkensbedrijf is: naam: L. Gerardi en zonen NV maatschappelijke zetel: Schepersdijk Malle (Westmalle) exploitatiezetel: Heidsiebaan 16 - Westmalle tel: 03/ fax: 03/ NV.gerardi@scarlet.be aantal werknemers: 6 ENVIRO+ 4

6 ENVIRO+ 5

7 3. Waarom een milieueffectenrapport of MER? Het zgn. MER-besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 bepaalt dat installaties voor intensieve varkenshouderij met meer dan plaatsen voor mestvarkens (van meer dan 20 kg) m.e.r.-plichtig zijn (B.S. 17/02/2005). Momenteel is L. Gerardi en zonen NV voor de locatie in Westmalle vergund voor het stallen van mestvarkens. In de toekomst wenst L. Gerardi en zonen NV uit te breiden waardoor mestvarkens zouden gestald worden op de vestiging in Westmalle. Hierdoor wordt het bedrijf sowieso m.e.r.-plichtig. ENVIRO+ 6

8 4. Het project 4.1. De huidige activiteiten van L. Gerardi en zonen NV Op het bedrijfsterrein van L. Gerardi en zonen NV in Westmalle staan 3 stallen, waarvan 1 oude stal, geconstrueerd voor 1962, en 2 nieuwe stallen van Op het terrein staan 6 voedersilo s van 6 ton en 6 voedersilo s van 9 ton. Figuur 1 Overzicht van de stallen en de voedersilo s op het bedrijf L. Gerardi en zonen NV Er is een grondwaterwinning aanwezig op het terrein. Het grondwater wordt gebruikt als drinkwater voor de varkens en reinigingswater voor de stallen. De drinkwaterbehoefte voor varkens wordt ingeschat op liter per dier per jaar. Het reinigingswater voor de varkensstallen wordt geschat op 120 liter per dier per jaar. Per dier is dus in totaal 2,3 m³ (= l = l +120 l) water per jaar noodzakelijk. In totaal wordt er maximum m³/jaar (= 2,3 m³ x varkens) opgepompt bij een volledige bezettingsgraad van mestvarkens. De activiteit van het bedrijf L. Gerardi en zonen NV is het vetmesten van varkens. De varkens worden aangevoerd met een gemiddeld gewicht van 23 kg. De dieren worden gevoederd tot een gewicht van 110 kg waarna ze worden afgevoerd naar het slachthuis Noordvlees Van Gool in Kalmthout. Per jaar zijn er 2,3 cyclussen voor het vetmesten van varkens. Het bedrijf L. Gerardi en zonen NV is momenteel vergund voor het stallen van mestvarkens in Westmalle. Er worden bijgevolg jaarlijks (= 2,3 cycli x mestvarkens) varkens aan- en afgevoerd. ENVIRO+ 7

9 De varkens worden automatisch gevoederd. In een eerste fase (van ongeveer 23 kg tot kg) worden de biggen gevoed met Biggen super laag fosforvoeder ; in een tweede fase (van kg tot 110 kg) worden de dieren gevoederd met Loopvarkens I speciaal laag fosfor. Beide worden geleverd door de firma Voeders Algoet van Zulte. Mestproductie is inherent verbonden aan het stallen van varkens. De mest wordt opgevangen in de mestkelders onder de stalvloer. De maximale toegestane mestproductie van het bedrijf is bepaald door de nutriëntenhalte. Dit is de maximaal toegelaten hoeveelheid nutriënten die jaarlijks op een inrichting door de dieren geproduceerd mag worden. De nutriëntenhalte wordt uitgedrukt in kg stikstof (N) en in kg fosfor (P 2 O 5 ). De mestverwerking gebeurde tot voor kort door het huren van een mobiele mestscheider die mengmest (100 %) scheidt in een dikke fractie (ong. 84 %) en een dunne fractie (ong. 16 %). Door het scheiden van mengmest wordt het N- en P gehalte in de dunne fractie gereduceerd. De dikke fractie met hogere concentraties aan stikstof en fosfor alsook de dunne fractie werden vervolgens afgevoerd. Momenteel voert L. Gerardi en zonen NV de mengmest echter af naar een externe mestverwerkingsinstallatie. Hierdoor is de constructie van een opslagbekken voor de tijdelijke opslag van dunne mestfractie na scheiding overbodig geworden. De mestfractie waarvoor geen verwerkingsplicht geldt, wordt deels op eigen terrein en deels op bedrijfsvreemde terreinen afgezet. De bedrijfseigen percelen van L. Gerardi en zonen NV hebben een oppervlakte van 8,99 ha en zijn verspreid over de gemeente Malle. ENVIRO+ 8

10 4.2. Beschrijving van het terrein en omgeving L. Gerardi en zonen NV is gelegen aan de Heidsiebaan 16 op grondgebied van de gemeente Malle (deelgemeente Westmalle) in de provincie Antwerpen. Het bedrijf is gelegen op het kadastraal perceel Afd. 1 Sectie D perceelnummer 137F, met een totale oppervlakte van 0,98 ha. De bestemming in een straal van 500 m rond de inrichting is volgens het gewestplan agrarisch gebied en ontginningsgebied met nabestemming agrarisch gebied. De dichtbijzijnde woonzone, centrum van Westmalle, bevindt zich op ongeveer 600 m ten zuidwesten van het bedrijf L. Gerardi en zonen NV. Verder bevinden zich in noordelijke richting op ongeveer m de lintbebouwing van Klein Veerle en in oostelijke richting op ongeveer 3,6 km het centrum van Malle. L. Gerardi en zonen NV Figuur 2 Gewestplan omgeving L. Gerardi en zonen NV (bron: gis.vlaanderen.be, geraadpleegd op 17/01/2006) (Gewestplan Turnhout KB dd 30/09/77). Het bedrijf is niet gelegen in een speciale beschermingszone of kwetsbare zone in het kader van natuurbescherming en behoud en/of landschapsbescherming,. Het is evenmin gelegen in een waterwingebied of een overstromingsgebied. ENVIRO+ 9

11 Rond de varkensstallen is een groenzone aangelegd bestaande uit streekeigen bomen en struiken zoals o.a. berken, hazelaars, Figuur 3 geeft een aanduiding van de opbouw van het aanwezige groenscherm. Figuur 3 Groenscherm aangelegd bij L. Gerardi en zonen NV De gronden in de omgeving van L. Gerardi en zonen NV hebben voornamelijk de functie van akkers en graslanden. Daarnaast bevinden zich ook hier en daar alleenstaande bomen of enkele bomen in groep (Figuur 3). ENVIRO+ 10

12 Figuur 4 Zicht op de omgeving van L. Gerardi en zonen NV ENVIRO+ 11

13 4.3. Beschrijving voorgenomen project Momenteel is het bedrijf L. Gerardi en zonen NV vergund voor het stallen van mestvarkens verdeeld over 3 stallen. Het bedrijf beschikt over een nutriëntenhalte van Het varkensbedrijf L. Gerardi en zonen NV gelegen in Westmalle heeft momenteel plannen om het aantal te stallen varkens uit te breiden tot mestvarkens. Aanvankelijk zou dit gebeuren via een samenvoeging met een veeteeltbedrijf te Pittem maar door het vernieuwde Mestdecreet komen deze bepalingen te vervallen en kan eenvoudig worden uitgebreid via een milieuvergunningsaanvraag. Visueel zullen er geen wijzingen plaatsvinden in het landschap gezien de uitbreiding van het project binnen de bestaande gebouwen zal gebeuren. In de kennisgeving werd voorop gesteld dat er een opslagbekken voor de dunne mestfractie na scheiding zou geplaatst worden achter de stallen. Gezien het bedrijf de mengmest sinds kort afvoert naar een externe mestverwerkingsinstallatie is de constructie van het opslagbekken overbodig geworden. ENVIRO+ 12

14 5. Samenvatting van de milieueffecten 5.1. Geurhinder Het tot nu toe meest gehanteerde beoordelingssysteem voor geur bij varkenshouderijen is het systeem van afstandsregels. Voor het bedrijf L. Gerardi en zonen NV werd geëvalueerd aan de hand van de Vlaamse, Duitse en Nederlandse afstandsregels. Daarnaast werd met behulp van een verspreidingsmodel een inschatting gemaakt van de geurimmissies in de omgeving van het bedrijf. Het meest nabijgelegen gevoelig gebied is de woonzone van Westmalle. Deze is gelegen op ongeveer 600 m ten zuidoosten van het bedrijf L. Gerardi en zonen NV. Het bedrijf bevindt zich zowel in de huidige situatie met een capaciteit van varkenseenheden als in de toekomstige situatie met een capaciteit van varkenseenheden op een voldoende grote afstand van deze woonzone volgens de afstandsregels (Vlarem II). Er is volgens de Vlaamse wetgeving dus geen effect. Er zijn geen overschrijdingen van de Duitse afstandsregels t.o.v. de woongebieden met een ander dan landelijk karakter. De minimumafstand ten opzichte van de woongebieden wordt zowel in de huidige als toekomstige situatie gerespecteerd. De minimumafstand t.o.v. dorfgebieten daarentegen wordt zowel in de huidige als in de toekomstige situatie niet gerespecteerd gezien het bedrijf L. Gerardi en zonen NV zelf in een dorfgebiet ligt. Dit is door het typische Belgische landelijke karakter doorspekt met landbouwbedrijven. Zowel in de huidige als in de toekomstige situatie bevinden er zich 5 woongelegenheden (zowel agrarische als nietagrarische) binnen de vereiste minimumafstand van respectievelijk 180 en 196 m. Volgens de Nederlandse regelgeving zal in de toekomst het aantal niet-agrarische woningen gelegen binnen de minimumafstand 4 blijven. Er is echter wel een toename van één naar twee agrarische woningen binnen de vooropgestelde minimumafstand. De effecten op de omliggende niet-agrarische en agrarische woningen worden respectievelijk beschouwd als een gering negatief en verwaarloosbaar effect. In Nederland is momenteel een nieuwe stankwet in ontwikkeling. De minimumafstanden volgens deze nieuwe regelgeving worden bij L. Gerardi en zonen NV gerespecteerd. Er is volgens deze regelgeving geen effect. Bij de geurimmissiesimulatie wordt gebruik gemaakt van geuremissiefactoren voor vleesvarkens. In de huidige situatie bevinden zich slechts enkele woningen in de zone met potentieel ernstige geurhinder en de zone met geurhinder. Het betreft de woningen gelegen langs de N133 (lintbebouwing). Verder bevinden zich een aantal woningen in de zone waar geurwaarneming mogelijk is maar er geen sprake kan zijn van geurhinder. In de toekomstige situatie breidt het gebied met een mogelijk sterke geurhinder lichtjes uit, vooral in noordelijke richting. De geurhinder in de woonzone van Westmalle zal hierdoor ook lichtjes toenemen. Het effect als resultaat van deze simulatieberekening wordt beschouwd als een matig negatief effect. ENVIRO+ 13

15 Bij navraag bij de gemeente Malle bleek dat er geen officiële klachten i.v.m. geur bij de gemeente Malle gekend zijn. Het effect wordt aan de hand van deze evaluatie als nihil beschouwd Verzuring De ammoniakemissie van het bedrijf L. Gerardi en zonen NV zal toenemen van kg NH 3 /jaar tot kg NH 3 /jaar door het stallen van 828 extra mestvarkens. Dit betekent een vermeerdering van de ammoniakemissie met 27,6 % t.o.v. de huidige uitstoot. De verhoogde ammoniakemissie is te relativeren gezien het bedrijf L. Gerardi en zonen NV in een agrarisch gebied gesitueerd is en er in de omgeving van het bedrijf verschillende landbouwbedrijven gevestigd zijn. Het effect wordt bijgevolg als matig negatief beschouwd. In de huidige situatie dient rekening gehouden te worden met een verzurende depositie van respectievelijk ongeveer 119 Zeq/ha/jaar op dichtsbijzijnde waardevolle bosgebied en ongeveer 45 Zeq/ha/jaar op dichtsbijzijnde zeer waardevolle bosgebied. In de toekomstige situatie dient rekening gehouden te worden met een verzurende depositie van ongeveer 152 Zeq/ha/jaar op dichtsbijzijnde waardevolle gebied en ongeveer 58 Zeq/ha/jaar op dichtsbijzijnde zeer waardevolle gebied. Er kan besloten worden dat in de huidige noch in de toekomstige situatie een overschrijding van de kritische last voor de waardevolle en zeer waardevolle bosvegetaties veroorzaakt wordt door de activiteiten van het bedrijf L. Gerardi en zonen NV wat betreft ammoniakdepositie. Er is geen effect. In de onmiddellijke omgeving van het bedrijf L. Gerardi en zonen NV bevinden zich vooral akkerlanden, waaronder ook cultuurgraslanden. Op een afstand van ongeveer 150 m en 200 m respectievelijk voor de huidige en toekomstige situatie is de ammoniakdepositie al lager dan de kritische last voor verzuring van cultuurgraslanden. Dit wil zeggen dat de omliggende landbouwpercelen zullen geen negatief effect ondervinden door de ammoniakdepositie die ontstaat door de activiteiten van L. Gerardi en zonen NV. Gezien het bedrijf in een agrarisch gebied gesitueerd is, is de invloed van de omliggende landbouwbedrijven (ongeveer 97 bedrijven statistische gegevens 2000) van belang. Het bijkomend effect van de activiteiten van L. Gerardi en zonen NV wordt beschouwd als een verwaarloosbaar negatief effect Vermesting Bij de beoordeling van vermesting door het bedrijf L. Gerardi en zonen NV wordt enerzijds rekening gehouden met de totale mestproductie op het bedrijf en het percentage dat verwerkt wordt en ENVIRO+ 14

16 anderzijds met een inschatting van het risico van vermesting door mestopslag aan de hand van het type mestopslag. De vermestende emissie in Westmalle zal door uitbreidingen lichtjes stijgen maar globaal gezien zal over gans Vlaanderen de vermestende emissie afnemen. Het aandeel van N-productie en P 2 O 5 - productie van L. Gerardi en zonen NV in de totale productie van Malle zal in de toekomst maar weinig toenemen, met name respectievelijk 0,95 % en 1,31 %. Het effect wordt bijgevolg als gering negatief beschouwd. De mest op het bedrijf wordt afgezet en verwerkt volgens de regels van het Mestdecreet. Voorheen had het bedrijf de plicht 30 % van het bedrijfseigen mestoverschot te verwerken op basis van de werkelijk geproduceerde mesthoeveelheden (mestbankgegevens laatste jaren). Op basis van de werkelijke hoeveelheid geproduceerde mest heeft L. Gerardi en zonen NV volgens het nieuwe mestdecreet de plicht om 34,4 % van het mestoverschot te verwerken in de huidige situatie en 38,6 % in de toekomstige situatie. De verplicht te verwerken mengmest wordt sinds kort op regelmatige tijdstippen afgevoerd naar een externe mestverwerkingsinstallatie. De rest van de mestfractie wordt deels afgezet op bedrijfseigen en bedrijfsvreemde akkers. Rekening houdend met de aanwezigheid van mestkelders is er een potentieel risico voor verspreiding van mest naar de omgeving. Dit risico wordt zoveel mogelijk beperkt doordat de mestkelders zijn gebouwd volgens de Vlarem II voorschriften. Bovendien zijn 6 controleputten en een getuigeput aanwezig, zodat grote lekken van de mestkelders kunnen worden vastgesteld en de nodige maatregelen kunnen genomen worden. Uit de analyseresultaten blijkt dat de belangrijkste overschrijdingen van de normen worden vastgesteld voor de stikstofverbindingen. Ook voor ijzer en mangaan worden de normen plaatselijk overschreden. De milieukwaliteitsnormen voor grondwater worden niet overal gerespecteerd voor temperatuur, totaal kiemgetal, chloriden, sulfaten en calcium. Het effect wordt bijgevolg als matig negatief beschouwd. Aangezien bovendien in de MAP-meetpunten in de buurt van L. Gerardi en zonen NV geen overschrijdingen van de norm werden vastgesteld kan gesteld worden dat het effect verwaarloosbaar is Synthese effecten visuele hinder Voor de beoordeling van de visuele hinder wordt enerzijds rekening gehouden met het effect van de aanwezigheid van het bedrijf L. Gerardi en zonen NV in het landschap en anderzijds wordt het effect van de aanwezigheid van een groenscherm in rekening gebracht. Het bedrijf L. Gerardi en zonen NV is gelegen in de omgeving van een landschappelijk waardevol gebied. Het bedrijf is er echter reeds lange tijd gevestigd. Het bedrijf is bovendien omringd door een ENVIRO+ 15

17 groenscherm wat in voldoende mate een visuele afscherming biedt ten opzichte van het landschappelijk waardevol gebied. Het effect op de visuele hinder is dus verwaarloosbaar Geluidshinder Geluidshinder door L. Gerardi en zonen NV kan veroorzaakt worden door volgende activiteiten: vullen van de voedersilo s, transport van grondstoffen, laden en lossen van dieren, de dieren zelf, de verwarming (warme luchtblazers), mestverwerking en motoren van de voedervijzels. Chris Busschots van Acoustical Engineering heeft een aantal bronmetingen uitgevoerd van de activiteiten die het meest geluid veroorzaken. Het gaat om occasionele activiteiten. De activiteiten die relevant geluid veroorzaken beperken zich tot: het geknor van varkens, het vullen van de voederbakken in de stallen vanuit de silo s (12 stuks), het vullen van (12) silo s door een externe vrachtwagen met compressor. De eerste activiteit (het knorren van de varkens) is continu. Het geluid wordt veroorzaakt in afgesloten gebouwen, zodat dit buiten niet hoorbaar is. De tweede activiteit (het vullen van de voedervakken in de stallen) is beperkt tot 1 keer per dag. Per silo (1 na 1, dus nooit samen) duurt dit enkele minuten. Het geluid is zeer beperkt en op 16 m afstand van de silo s reeds gedaald tot het achtergrondgeluid. De laatste activiteit (het vullen van de silo s door een externe vrachtwagen) is beperkt tot 1 keer per week. Per silo neemt het vullen ca. 10 minuten in beslag en in totaal ca. 1 uur. We kunnen dan ook stellen dat dit incidenteel geluid is. Tijdens het vullen wordt een specifiek geluid van ca. 49 db veroorzaakt ter hoogte van het meetpunt in de omgeving. Uit de metingen blijkt dat het specifieke geluid veroorzaakt door het lossen van voeder met een compressor van een vrachtwagen conform de richtwaarde voor incidenteel geluid is. Met andere woorden het effect van dit incidenteel, specifieke geluid is dus verwaarloosbaar. Bovendien kan gesteld worden dat het geproduceerde geluid bij L. Gerardi en zonen NV ten gevolge van de uitbreiding weinig zal toenemen. Het effect wordt als verwaarloosbaar beschouwd Verspreiding zwevend stof De stofuitstoot door het vullen van de silo s wordt bepaald aan de hand van het aantal voedertransporten. De stofuitstoot van stallen wordt in de literatuur beschreven in functie van de diersoort en het aantal dieren. Aan de hand van dergelijke literatuurwaarden wordt een inschatting ENVIRO+ 16

18 gemaakt van de stofemissie door de varkensstallen van L. Gerardi en zonen NV in de huidige en toekomstige situatie. De verspreiding van zwevend stof wordt ingeschat aan de hand van modellering met een verspreidingsmodel. Uit de uitgevoerde berekening blijkt dat in de huidige situatie nergens een overschrijding van de kwaliteitsnorm voor fijn stof, 50 g/nm³, wordt waargenomen. In de toekomstige situatie zal er op het bedrijfsterrein van L. Gerardi en zonen NV zelf een lichte overschrijding van de norm plaats vinden, met een maximale concentratie van 63 g/nm³. Aan de grenzen van het bedrijfsterrein zakt de concentratie fijn stof echter al onder de van toepassing zijnde kwaliteitsnorm. Het effect wordt als verwaarloosbaar gezien er geen overschrijding van de kwaliteitsnorm buiten de perceelsgrenzen van L. Gerardi en zonen NV is. Er zijn geen klachten van omwonenden met betrekking tot de verspreiding van zwevend stof. Het effect is nihil Waterhuishouding Voor de inschatting van de impact op de waterhuishouding wordt rekening gehouden met het effect van de grondwaterwinning, het totaal waterverbruik en de beperking van de infiltratiecapaciteit. L. Gerardi en zonen NV beschikt momenteel over een grondwaterwinning van max m³/jaar of max. 25 m³/dag. In de toekomst zal een uitbreiding van deze capaciteit plaatsvinden door de uitbreiding van de stalcapaciteit met 828 mestvarkens waardoor max m³/jaar of 35 m³/dag zal opgepompt worden. Uit de berekening van de invloed van de huidige bemaling blijkt dat de invloedsfeer beperkt blijft tot ca. 4 m. Er vindt geen relevante beïnvloeding plaats van omliggende verdrogingsgevoelige vegetaties of naburige grondwaterwinningen ten gevolge van de grondwaterwinning van het bedrijf. Ook voor de toekomstige situatie wordt een gelijkaardige beïnvloeding verwacht. Het effect wordt hier dan ook als nihil beschouwd. Uit de literatuur blijkt dat bij L. Gerardi en zonen het gemiddeld waterverbruik lager ligt dan op een doorsnee bedrijf, met name 1,53 m³/dier/jaar. Het waterverbruik binnen het bedrijf wordt gerationaliseerd ten einde verspilling te vermijden. Het effect wordt als verwaarloosbaar beschouwd. De stallen en het bedrijfsterrein nemen een relatief grote oppervlakte in en kunnen op deze manier bijdragen tot een aanzienlijke vermindering van de hoeveelheid infiltrerend hemelwater. Het ENVIRO+ 17

19 hemelwater dat op de daken terecht komt, wordt opgevangen in een hemelwaterput van L. Dit hemelwater wordt hergebruikt voor het reinigen van de stallen. Het hemelwater dat op de betonverharding terecht komt wordt rechtstreeks afgevoerd naar de Schaggelebeek. Door de uitbreiding zal er echter niets veranderen aan de infiltratiecapaciteit, omdat de bestaande infrastructuur behouden blijft. Het effect wordt hier dan ook als nihil beschouwd Bodemverontreiniging Voor de inschatting van het effect op bodemverontreiniging wordt rekening gehouden met de opslag van gevaarlijke producten en grondverzet. Mogelijke puntbronnen van bodemverontreiniging bij L. Gerardi en zonen NV in Malle zijn: de opslag van petroleum en de opslag van ontsmettings- en bestrijdingsmiddelen. Bij L. Gerardi en zonen NV in Malle is een bovengrondse dubbelwandige tank van L voor petroleum aanwezig. Rekening houdend met de plaatsing van de tank (verharde ondergrond) en de aanwezige beveiligingen (overvulbeveiliging) is de kans op directe grondverontreiniging bij oordeelkundig gebruik klein. Het effect wordt als verwaarloosbaar aanzien. Gezien L. Gerardi en zonen NV sinds kort de mengmest afvoert naar een externe mestverwerkings- installatie is de constructie van het opslagbekken voor de dunne mestfractie na scheiding overbodig geworden. Er zal geen grondverzet plaatsvinden in het kader van dit project. Het effect is nihil Oppervlaktewaterverontreiniging Mogelijke bronnen van oppervlaktewaterverontreiniging bij L. Gerardi en zonen NV in Westmalle waarmee rekening wordt gehouden in de effectbeoordeling zijn de lozing van afvalwater en de uitspreiding van mest. De lozing van afvalwater is nihil gezien het reinigingswater van de stallen opgevangen wordt in de mestkelders en samen met de mestfractie afgevoerd wordt. Er vindt enkel lozing van nietverontreinigd hemelwater plaats in de nabijgelegen gracht. Het effect is nihil. Rekening houdend met de aanwezigheid van mestkelders is er een potentieel risico voor verspreiding van mest naar de omgeving. Dit risico wordt zoveel mogelijk beperkt doordat de mestkelders zijn gebouwd volgens de Vlarem II voorschriften. Bovendien zijn 6 controleputten en een getuigeput aanwezig, zodat grote lekken van de mestkelders kunnen worden vastgesteld en de nodige maatregelen kunnen genomen worden. Het effect wordt bijgevolg als matig negatief beschouwd. ENVIRO+ 18

20 5.10. Biodiversiteit Voor de beoordeling van de biodiversiteit wordt rekening gehouden met secundaire effecten van de aspecten verontreiniging van oppervlaktewater en vermesting, atmosferische emissies en verzuring en geluidshinder. De vermestende emissie in Westmalle zal door de uitbreidingen lichtjes stijgen maar globaal gezien zal over gans Vlaanderen de vermestende emissie dalen. De verhoogde ammoniakemissie en de daaruit voortvloeiende verzuring zijn te relativeren gezien het bedrijf L. Gerardi en zonen NV in een agrarisch gebied gesitueerd is en er in de omgeving van het bedrijf verschillende landbouwbedrijven gevestigd zijn. Bij L. Gerardi en zonen NV in Malle wordt enkel gebruik gemaakt van water als drinkwater en reinigingswater. De lozing van afvalwater is nihil gezien het reinigingswater van de stallen opgevangen wordt in de mestkelders en samen met de mestfractie afgevoerd wordt. Uit het thema geluidshinder blijkt dat in de toekomst geen aanzienlijke akoestische verstoring zal optreden in de nabij gelegen natuurgebieden als gevolg van de activiteiten van L. Gerardi en zonen NV. Het effect voor aantasting van fauna en flora als gevolg van geluidshinder, verzuring en vermesting is als gering negatief te beschouwen Klimaatsverandering Bij de beoordeling van het effect met betrekking tot klimaatsverandering wordt rekening gehouden met effecten door CO 2 - productie afkomstig van de stalgassen en van de verbranding van fossiele brandstoffen. De bijdragen zijn vrij beperkt te noemen, waardoor het effect als gering negatief wordt beschouwd Bestrijdingsmiddelen Bij de beoordeling van het effect met betrekking tot verspreiding van bestrijdingsmiddelen wordt rekening gehouden met effecten door ontsmettingsmiddelen en ongediertebestrijding. Doordat op een correcte manier gebruik wordt gemaakt van erkende bestrijdingsmiddelen wordt overdosering voorkomen, waardoor het effect als gering negatief wordt beschouwd. De exploitant zal de huidige bedrijfsvoering naar de toekomst toe blijven aanhouden. ENVIRO+ 19

21 6. Conclusie Als conclusie kan gesteld worden dat mits naleving van de van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire milieubepalingen de negatieve effecten op mens en milieu ten gevolge van dit project beperkt en beheerst zijn. ENVIRO+ 20