Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;"

Transcriptie

1 Besluit /hs. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE BVBA MARPA MET BETREKKING TOT EEN LEGKIPPENBEDRIJF, GELEGEN IN 2323 HOOGSTRATEN (WORTEL), BOUWHOEF 6A, EN OVER DE MELDING VAN INRICHTINGEN VAN DE DERDE KLASSE. De deputatie van de provincie Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid artikel 8; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag, op 5 januari 2010 ingediend door de, gevestigd Bouwhoef 6a in 2323 Hoogstraten (Wortel), strekkende tot het verkrijgen van een milieuvergunning om een legkippenbedrijf, gelegen Bouwhoef 6a in 2323 Hoogstraten (Wortel), kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 5-D-99e3, 5-D-99y, 5-D-101b, 5-D-101c, 5-D-101d, 5-D-146a, 5-D-147a, 5-D-148a, verder te exploiteren en te veranderen door toevoeging van de percelen 5-D-99y, 5-D-101c, 5-D-146a, 5-D-147a, 5-D-148a, evenals uitbreiding en wijziging, zodat het voortaan omvat: plaatsen voor van legkippen gespreid over 2 bestaande en 1 nieuwe stal (d.i. uitbreiding met legkippen en herverdeling van het aantal dieren in de 2 bestaande stallen) (9.3.1.c d); een noodstroomgenerator met een elektrisch vermogen van 120 kw met een dieselmotor met een nominaal vermogen van 60 kw (= nominaal vermogen teruggebracht tot 50% wegens minder dan 360 bedrijfsuren per kalenderjaar) (nieuw) ( b b); de opslag van 60 ton eieren (d.i. uitbreiding met 33 ton) (45.4.e.2); de opslag van m³ voeders (3.750 m³ gemalen maïskorrels en 320 m³ krachtvoeders) (d.i. uitbreiding met m³ gemalen maïskorrels en 120 m³ krachtvoeders) ( ); 2 grondwaterwinningen met een totaal opgepompt debiet van 100 m³/dag en m³/jaar (53.8.2), bestaande uit: put 1: grondwaterwinning met een diepte van 162 m met een opgepompt debiet van 50m³/dag en m³/jaar (uitbreiding met m³/jaar) put 2: grondwaterwinning met een diepte van 162 m met een opgepompt debiet van 50m³/dag en m³/jaar (nieuw); Gelet op de melding van volgende klasse 3- inrichtingen: het lozen van bedrijfsafvalwater via een afvalwaterzuiveringsinstallatie met een debiet van 0,5 m³/uur, 1,5 m³/dag en 250 m³/jaar in de gracht ( a); Koningin Elisabethlei Antwerpen 1 T F

2 2 / 21 een transformator met een individueel nominaal vermogen van 500 kva ter vervanging van de transfo van 300 kva (12.2.1); het stallen van 5 landbouwvoertuigen (15.1.1); een bovengrondse mazouttank van l ( b); 1 verdeelslang horende bij de mazouttank ( ); de opslag van m³ dierlijke mest (3.500 m³ vaste mest en 70 m³ gier) (uitbreiding met m³) (28.2.c.1); Vlaremrubricering volgens aanvrager: a c d b b c b 45.4.e ; Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde milieuvergunningsaanvraag: besluit nr. MLAV1/ d.d. 22 november 2007 van de deputatie, houdende vergunning voor het verder exploiteren en veranderen door toevoeging en uitbreiding van een legkippenbedrijf voor een termijn verstrijkend op 22 november 2027; Gelet op het feit dat deze aanvraag voor de eerste maal werd ingediend op 17 november 2009 en werd vervolledigd op 5 januari 2010; op het feit dat op datum van 15 januari 2010 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlarem; Gelet op het verslag van de informatievergadering d.d. 9 februari 2010 zoals bedoeld in artikel 18 van het Vlarem; op volgende elementen uit dit verslag: Het studiebureau BE-Consult heeft de milieuvergunningsaanvraag toegelicht aan de hand van een powerpointpresentatie. Na de toelichting werden een aantal opmerkingen gemaakt en werd verder ingegaan op volgende aspecten: KAT-normen; ligging in ankerplaats; Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek d.d. 24 februari 2010 waaruit blijkt dat er noch schriftelijke, noch mondelinge bezwaren en/of opmerkingen werden ingediend; Gelet op het gunstig advies d.d. 8 maart 2010 van het college van burgemeester en schepenen van Hoogstraten; op volgende elementen uit dit advies: 1. Tijdens het openbaar onderzoek werden geen schriftelijke bezwaren of mondelinge opmerkingen ingediend. 2. De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar heeft volgend advies uitgebracht: de aangevraagde activiteiten worden gunstig geadviseerd onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de vergunde groenschermen effectief worden uitgevoerd. Gelet op volgende aspecten uit dit advies: a) Ligging: - Het goed ligt, volgens het van kracht zijnde gewestplan, in een agrarisch gebied. - Het bouwperceel is gelegen in de ankerplaats 'Kasteel van Hoogstraten', definitief aangeduid bij ministerieel besluit van 11 mei De aanvraag is principieel in overeenstemming met het geldende plan, zoals hoger omschreven. b) De volgende stedenbouwkundige beslissingen zijn mij bekend: - 5 oktober 1953: het bouwen van een stal;

3 3 / oktober 1992: het bouwen van een legkippenstal met eierenlokaal en mestloods (nieuw landbouwbedrijf); - 12 september 1994: het bouwen van een sleufsilo en het aanleggen van een erfverharding.; - 29 december 1997: het plaatsen van een mestzak bij een landbouwbedrijf; - 2 maart 1998: het bouwen van een woonhuis met werkloods bij een landbouwbedrijf; - 3 mei 2004: het bouwen van een scharrelkippenstal, een eierenlokaal, een mestloods, silo's en een mazouttank; - 30 oktober 2006: het uitbreiden van een legkippenstal met een overdekte uitloop en plaatsen van zonnepanelen; - 5 november 2007: bouwen van een landbouwloods met ingebouwde elektriciteitscabine en het plaatsen van zonnepanelen. c) Vergunningtoestand: De groenaanplantingen, zoals opgelegd in bepaalde stedenbouwkundige vergunningen dienen effectief te worden uitgevoerd. 3. Gelet op het advies van de dienst ruimtelijke ordening en milieu. 4. De nieuw te bouwen stal wordt ammoniakemissiearm uitgerust (systeem P-4.3), daarenboven wordt een geforceerde mestdroging toegepast. De gedroogde mest wordt opgeslagen in de mestloodsen achter de stallen. 5. Het afvalwater afkomstig van het reinigen van de stallen wordt opgevangen in afvalwaterputten. Het afvalwater wordt verspreid overeenkomstig de regels van het mestdecreet. 6. Het afvalwater (sappen) van de sleufsilo wordt opgevangen in de sapopvangput. Deze hoeveelheid is echter minimaal, gezien de sleufsilo overdekt wordt. 7. De mazout wordt opgeslagen in een ondergrondse, dubbelwandige tank. Een keuringsattest werd als bijlage toegevoegd. De brandstofverdeelinstallatie zal geplaatst worden in de loods. Er zal getankt worden op verharde vloer. 8. Op het bedrijf zijn reeds een groot aantal zonnepanelen aanwezig. De exploitant wenst op de nieuwe stal ook zonnepanelen te plaatsen zodat er in de toekomst ca kwh geproduceerd kan worden. Hiermee zal het grootste deel van de elektriciteitsbehoefde gedekt worden (geschat verbruik in de toekomst kwh). 9. De VMM-AOW verleent advies in verband met de gevraagde grondwaterwinning. 10. Gelet op het MER zoals goedgekeurd op 7 december Gelet op volgende opmerkingen zoals opgenomen in dit goedkeuringsbesluit. Deze elementen moeten voor besluitname geëvalueerd worden: a) Stalgebouw 1 met klassieke batterijen wordt verboden vanaf 1 januari De aanvraag betreft echter geen verrijkte kooien. Het is niet duidelijk hoe hiermee moet worden omgegaan in het kader van de hervergunning voor 20 jaar. b) Hemelwateropvang gekoppeld aan de bouwvergunning van 2006 werd niet geplaatst. De oppervlakte van de nieuwe stal wordt gecompenseerd door infiltratie. De putten moeten echter zo snel mogelijk geplaatst worden. c) Het dossier illustreert een minimale inspanning op niveau van de milderende maatregelen (advies ANB). d) Uitbouw van een nieuw gesloten landschapscompartiment met een aanzienlijk breed en volledig omgevend groenscherm met streekeigen boom- en struiksoorten. Tevens wordt aangeraden om op grotere afstand van de stal nog een aantal aanplantingen te voorzien. Het plan moet opgemaakt worden in overleg met het Agentschap RO-Vlaanderen en eventueel de vereniging 'Erfgoed Hoogstraten'. e) Er wordt aangeraden het debiet van de grondwaterwinning te beperken tot m³/jaar in plaats van m³ (niet aanwenden als reinigingswater); f) gebied voor weidevogelovereenkomst op ca. 500 m ten zuidoosten van de nieuwe stal, aangeraden wordt de aan te leggen groenelementen te beperken tot struweel; 11. In het MER wordt vaak verwezen naar aanleg van een groenscherm/windsingel teneinde geurhinder, verzuring, vermesting, stofhinder als bijkomende milderende maatregelen. Het

4 4 / 21 huidige beplantingsplan werd echter niet opgenomen in het MER (worst-case). Het is ook niet duidelijk of het huidige concept van groenvoorzieningen een merkbaar milderend effect heeft. 12. Het college van burgemeester en schepenen adviseert gunstig op voorwaarde dat: a) de deputatie oordeelt dat stalgebouw 1 met klassieke batterijen kan hervergund worden voor een periode van 20 jaar; b) de hemelwateropvang gekoppeld aan de bouwvergunning van 2006 effectief geplaatst en gebruikt wordt; c) het Agentschap RO-Vlaanderen goedkeuring geeft aan het opgemaakte beplantingsplan; d) VMM-AOW gunstig advies verleent voor de gevraagde grondwaterwinning; e) de groenaanplantingen, zoals opgelegd in vroegere stedenbouwkundige vergunningen effectief worden uitgevoerd; Gelet op het deels gunstig-ongunstig advies d.d. 16 maart 2010 van de afdeling van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE), bevoegd voor Milieuvergunningen (AMV) (kenmerk AMV/A/10/5789); op volgende elementen uit dit advies: 1. Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak de vroegtijdige hermachtiging en uitbreiding van een legkippenbedrijf. a) Op het adres is een vergunning voor o.a. stalplaatsen voor legkippen, verdeeld over 2 stallen: - Stal 1: legkippen. Het is een mechanisch verluchte batterijstal met geforceerde mestdroging. Er zitten 4 kippen/kooi. De uitbater is zich bewust van het verbod op legbatterijen vanaf 2012; er wordt gedacht aan overschakelen op een volièresysteem. - Stal 2: legkippen. De kippen zijn gehuisvest volgens ammoniakemissiearm systeem P-4.3: volièrehuisvesting, minimaal 50 % van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband (met geforceerde mestdroging). De stal is voorzien van een overdekte uitloop en een niet-overdekte overloop van ca. 25 ha. - Bij beide stallen is een eierenlokaal voor de opslag van respectievelijk 18 ton en 9 ton eieren. b) De uitbater wenst in de toekomst stalplaatsen voor leghennen te exploiteren. Hiervoor wordt een nieuwe stal voorzien en worden de stalplaatsen in de 2 bestaande stallen geoptimaliseerd: - Stal 1: legkippen. Bezetting: 5 dieren/kooi. Er worden geen aanpassingen uitgevoerd aan de stal. - Stal 2: legkippen. Behalve een bijkomende citerne van 24 m³ reinigingswater en een wintertuin zijn hier geen wijzigingen. - Stal 3: legkippen. Dit is een nieuw te bouwen stal die eveneens zal uitgevoerd met volièresysteem P-4.3. Bij deze stal komt een vrije uitloop van ca.25 ha en een eierenlokaal voor 33 ton eieren. De stal komt op te toe te voegen percelen 101c, 99y, 146a, 147a, 148a, aan de overkant van de straat. - Bij de bouw van de nieuwe stal wordt ook een bijhorende mestloods voorzien voor m³ mestopslag en een citerne van 10 m³ reinigingswater. 2. In de nieuwe situatie zal de inrichting volgens het dossier beschikken over 198,3 waarderingspunten. Gezien de droge mest in een open loods wordt opgeslagen, komen de waarderingspunten echter op 188,6 (stal 1: 190, stal 2: 180, stal 3: 190) wat een minimale afstand van 300 m tot aan de in artikel Vlarem II aangegeven gebieden betekent. Hieraan is voldaan. 3. De vergunde sleufsilo wordt uitgebreid tot m³ en overdekt. Bij de nieuwe stal komen nog 3 voedersilo s van elk 20 ton, zodat de opslag van krachtvoeder stijgt tot 260 ton. De sappen die eventueel vrijkomen uit de sleufsilo s worden opgevangen in de afvalwateropvangput van 36 m³ onder het eierenlokaal van stal 2. Deze zullen echter minimaal zijn daar de sleufsilo overdekt wordt. 4. Op de inrichting zijn 2 vergunde grondwaterwinningen:

5 5 / 21 a) put 1: m³/jaar (drinkwater dieren) 162 m diep; b) put 2: 840 m³/jaar (beregening buitenloop) 50 m diep; De huidige aanvraag betreft het uitbreiden van het debiet van put 1 en het boren van een nieuwe put 2 aan de nieuwe stal (de vergunde put 2 is niet geboord). Het dient als drinkwater voor de dieren. 5. Bij het dossier is een goedgekeurd MER-verslag toegevoegd. In dit MER wordt een evaluatie van de effecten van de inrichting naar de omgeving toe uitgevoerd. De belangrijkste conclusies zijn: a) Het voorliggend project wordt als haalbaar voor het milieu beschouwd, mits inachtname van volgende punten: - Geluidshinder tijdens de aanlegfase dient beperkt te worden. - De grondwaterwinningen op het bedrijf veroorzaken in de huidige en toekomstige situatie een gering negatief effect voor verdroging van gevoelige bomenrijen. Er wordt aangeraden om het totale debiet uit put 1 en 2 samen te beperken tot m³/jaar in plaats van m³/jaar. Het gebruik van dit grondwater als reinigingswater wordt afgeraden. Ook voor het huishouden wordt het gebruik van leidingwater en hemelwater aangeraden in plaats van grondwater. Door het plaatsen van de twee citernes zoals in de bouwvergunningsaanvraag van 2006 voorgesteld, kan de reinigingswaterbehoefte ingevuld worden met regenwater Het hemelwater van de nieuwe stal kan worden opgevangen in een citerne ter hergebruik, in plaats van dit af te voeren naar de infiltratiezone. De exploitant verklaart heel weinig reinigingswater te gebruiken en wenst toch het regenwater te laten infiltreren in de bodem. - Hanteren van een goed strooiselmanagement, teneinde de emissie van fijn stof te beperken. - Opmaak van een technisch verslag voor het grondverzet van meer dan 250 m³. - Het besteden van de nodige aandacht aan de landschappelijke inpassing van de nieuwe infrastructuren in de ankerplaats. Een voldoende breed groenscherm dient, ook aan de noordzijde van het huidige bedrijf, aangelegd te worden, in overleg met het Agentschap RO-Vlaanderen. Hieromtrent is reeds een voorstel gedaan om het groenscherm eventueel langs de straat in plaats van langs het perceel te plaatsen (plaatsgebrek door verplichte uitloop; zie bijlage E11). - De initiatiefnemer dient het Agentschap RO-Vlaanderen op voorhand op de hoogte te stellen van de geplande werkzaamheden, gezien de archeologische potenties van het gebied. - Het laten uitvoeren van een energie-audit. Op het bedrijf wordt wel gebruikgemaakt van zonnepanelen. b) Tezamen met de emissies veroorzaakt door omliggende veeteeltbedrijven ondervinden op basis van zowel de huidige als de toekomstige situatie 8 woningen een negatief effect (waarvan 5 horende bij een landbouwbedrijf). Daarnaast zouden zowel in de huidige als de toekomstige situatie 3 woningen een matig negatief effect ondervinden. In de toekomstige situatie wordt ook nog voor 1 woning een gering negatief effect begroot. Aangezien er uitgegaan werd van een worst-casemodellering (zonder het in rekening brengen van groenelementen en zonder rekening te houden met de positieve effecten van het voederen van CCM), het aantal woningen waarvoor een negatief effect begroot werd beperkt is en er in het verleden nog geen klachten ten opzichte van dit bedrijf geuit werden, worden geen bijkomende maatregelen noodzakelijk geacht met betrekking tot geuremissie. c) Wat betreft verzuring worden naast de uitbreiding van het groenscherm geen bijkomende maatregelen voorgesteld. Er wordt aangeraden om alle aanplantingen op zo kort mogelijk termijn ter realiseren. Het werken met plantgoed dat reeds van enige leeftijd is, kan ervoor zorgen dat snel een volwaardige houtkant bekomen wordt. 6. De samen met de milieuvergunningsaanvraag ingediende klasse 3-inrichtingen houden dezelfde kleine risico s en hinder in als bij vergelijkbare uitbating los van een vergunde exploitatie en

6 6 / 21 kunnen bijgevolg geakteerd worden, maar ze mogen enkel geëxploiteerd worden indien ze voldoen aan de voorwaarden van Vlarem. 7. Er wordt een vroegtijdige hernieuwing van de vergunning aangevraagd omwille van de bouw van een nieuwe stal. Hierop kan ingegaan worden. 8. Door de exploitatie van stalplaatsen voor legkippen onder rubriek d is de inrichting geklasseerd als GPBV-bedrijf. Voor deze bedrijfssector wordt gebruikgemaakt wordt van de BREF Intensive Rearing of Poultry and Pigs die dateert van juli 2003 en van de BBTstudie Veeteelt die dateert van februari Er is ook een GPBV-checklist Veeteelt op basis van deze BREF opgesteld. De prioritaire milieu-items voor de Vlaamse veeteeltsector zijn: water en afvalwater, nutriëntenemissies en, geur en stof. Overige milieuaandachtspunten zijn: energie, afval, chemicaliën, geluid en trillingen. a) Afvalstoffen (productieafval, ander bedrijfsafval, verpakkingsafval, voorkoming, ) - In de BREF wordt volgende BBT aangehaald voor het reduceren van afval: afvalstromen minimaliseren en volgens de meest aangewezen opties afvoeren. - De gedroogde mest wordt opgeslagen in mestloodsen en na iedere ronde grotendeels geëxporteerd naar Samagro (mestverwerking via compostering en droging), BMC Moerdijk (biomassacentrale) en Fertikal (mestdrooginstallatie). Een deel van de mest (gedroogde kippenmest + sapopvang) wordt afgezet op eigen gronden (12% van de mest). Het poetswater van de stallen wordt opgevangen in 3 citernes van totaal 70 m³ en afgevoerd conform de regels van het mestdecreet. - Kadavers worden opgehaald door Rendac. - In Vlarem I artikel 43ter staat vermeld dat overeenkomstig het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen en het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer het ontstaan van afvalstoffen wordt voorkomen; waar dit niet gebeurt, moeten die stoffen nuttig worden toegepast of aangewend worden als secundaire grondstof of, wanneer dat technisch en economisch onmogelijk is, zodanig worden verwijderd dat milieu-effecten worden voorkomen of beperkt. - Naast artikel 43ter in Vlarem I zijn er tevens de algemene voorwaarden van Vlarem II, waarin voorwaarden worden opgelegd naar het beheer van afvalstoffen (afdeling 4.1.6). Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat er geen bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning dienen te worden opgelegd voor het milieucompartiment afvalstoffen. b) Lucht & geur - In de BREF worden volgende BBT aangehaald voor het reduceren van de emissies van nutriënten naar water, bodem en lucht: optimaliseren van stallen en/of mestopslagplaatsen binnen de bedrijfslocatie; toepassen van ammoniakemissiearme stalsystemen; kooisystemen met geforceerde mestdroging of mestbanden; alternatieve scharrelsystemen en volièresystemen. - Het toepassen van ammoniakemissiearme stalsystemen is volgens de BBT-studie Best Beschikbare Techniek bij nieuwbouwstallen voor varkens en pluimvee; volgens de specificaties gegeven in bijlage I van het MB van 19 maart Gelet op artikel bis 1 van Vlarem II dat aantoont dat de nieuw te bouwen stallen ammoniakemissiearm dienen te worden gebouwd indien er voor de betreffende diercategorie een techniek is opgenomen in de lijst van ammoniakemissiearme stallen vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister bevoegd voor Leefmilieu.

7 7 / 21 Stal 2 (nieuw sedert 2004) en stal 3 (zie aanvraag) zijn ammoniakemissiearme stallen volgens systeem P-4.3: volièrehuisvesting, minimaal 50 % van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband (met geforceerde mestdroging). Stal 1 is een bestaande stal (sedert 1992). Het is een batterijstal met geforceerde mestdroging, een combinatie van frequente verwijdering van de mest naar een gesloten opslag en het geforceerd drogen van de mest werkt de beperking van ammoniakuitstoot in de hand. - De voornaamste bronnen die stof veroorzaken in de stallen zijn het dier zelf en het voeder. Bij het vullen van de voedersilo s wordt het voeder onder druk in de silo geblazen. Hierdoor treedt er stofvorming op. Om de uitstoot te beperken, gebruikt men tijdens het vullen van de voedersilo s stofzakken. Het voeder bereikt de dieren via een gesloten buizensysteem, waardoor de uitstoot van stof vanuit het voeder maximaal wordt beperkt. Door het gebruik van tweefasenvoeder kan bij kippen de stikstofexcretie met 12 % gereduceerd worden. - Ten noorden van het bedrijf is een houtkant aanwezig. De kadaveropslag is gekoeld. - In de algemene voorwaarden van Vlarem II, worden voorwaarden opgelegd inzake de hygiëne, risico- en hinderbeheersing (afdeling 4.1.3). Daarnaast zijn er de sectorale voorwaarden van Vlarem II, waarin voorwaarden worden opgelegd met betrekking tot constructievoorschriften voor stallen en mestopslagplaatsen, met betrekking tot de ligging van pluimveestallen, met betrekking tot de beperking van milieuhinder (voorkoming van geur- en stofhinder, dierlijke mest en algemene milieuhygiënische maatregelen) en met betrekking tot bestaande stallen en mestopslagplaatsen. Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat er geen bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning dienen te worden opgelegd voor het milieucompartiment lucht en geur. c) Geluid en trillingen - Over geluid wordt in de BREF o.a. het volgende vermeld: voorafgaand werd er niet veel aandacht geschonken aan geluidshinder, dit zou wel eens kunnen veranderen aangezien het platteland populairder wordt en geluidshinder meer relevant wordt. Er worden enkele voorstellen gedaan om geluidsemissies te reduceren: plannen van activiteiten in bedrijfslokalen, gebruikmaken van natuurlijke barrières, toepassen van geluidsarme apparatuur, opvragen van technische metingen van apparaten, opvragen van extra geluidsvermindering metingen. - Specifieke maatregelen ter voorkoming/beperking van hinder door geluid en trillingen in de veehouderij kwamen niet aan de orde in het kader van de BBT-studie. - Bij het bedrijf Marpa zijn er geen volwassen hanen aanwezig, zodat de geluiden die door de dieren zelf geproduceerd worden, verwaarloosbaar worden. Binnen het bedrijf worden de dieren zo weinig mogelijk gestoord, buiten de stallen zijn de dieren niet hoorbaar. - Het laden van de kippen wordt in het donker uitgevoerd om ze rustig te houden. De laadkisten worden in de stal gebracht om het aantal bewegingen bij het laden te beperken. De kippen worden ook continue gevoederd waardoor de dieren vrij rustig zijn en weinig lawaai maken. - Voor geluid en trillingen dient voldaan te worden aan de voorwaarden en geluidsrichtwaarden van Vlarem II. d) Energie (energieverbruik, thermisch, elektrisch, beperking, ) - In de BREF worden volgende BBT aangehaald voor het reduceren van energie: opstellen van een energiebalans gebruikmaken van natuurlijke ventilatie waar mogelijk optimaliseren van het ontwerp van het ventilatiesysteem in mechanische geventileerde stallen regelmatig controle en reiniging van leidingen en ventilatoren in mechanisch geventileerde stallen isoleren van pluimveestallen in gebieden met een lage omgevingstemperatuur

8 8 / 21 - Op het bedrijf zijn een groot aantal zonnepanelen aanwezig (machineloods, kippen 1 en 2 en eierenlokaal 1). Op de nieuwe kippenstal wenst de exploitant ook zonnepanelen te plaatsen zodat er in de toekomst ongeveer kwh geproduceerd wordt. Hiermee zal het grootste deel van de elektriciteitsbehoefte gedekt worden. De noodstroomgenerator zal enkel gebruikt worden in geval van een stroompanne. - In Vlarem I artikel 43ter staat vermeld dat de energie op doelmatige wijze wordt gebruikt. Naast artikel 43ter in Vlarem I zijn er tevens de algemene voorwaarden van Vlarem II, waarin voorwaarden worden opgelegd naar de hygiëne, risico- en hinderbeheersing (afdeling 4.1.3) en naar de meet- en registratieverplichtingen (afdeling 4.1.4). e) Grondstoffenverbruik - Wat betreft de grondstoffen, staat er in de BREF niks vermeld. - Specifieke maatregelen ter beperking van het chemicaliëngebruik in de veehouderij kwamen niet aan de orde in het kader van deze BBT-studie. - Het voederverbruik van de kippen kan geschat worden op ca ton/jaar. Via een gesloten voederlijn wordt het voeder gelijkmatig verdeeld over de voederpannen in de stal. Om het morsen van het voeder te voorkomen zijn de voederpannen voorzien van een morsrand - Op het bedrijf wordt grondwater gebruikt voor drinkwater dieren en beperkt voor de reiniging van de stallen. Voor de reiniging van de stallen wordt er ook regenwater gebruikt. - Het medicijnenverbruik op het bedrijf is zeer beperkt, aangezien de kippen enkel curatief behandeld worden, wanneer de dierenarts dit noodzakelijk acht. - Het bedrijfsterrein wordt zo zuiver mogelijk gehouden. Dit voorkomt het aantrekken van ongedierte. De bestrijding van ongedierte gebeurt door een externe firma (MOB) die gebruikmaakt van erkende bestrijdingsmiddelen. f) Water Verbruik - Het meeste water wordt gebruikt voor drinkwater en voor reinigingswater van stallen en machines. - In de BREF worden volgende BBT aangehaald voor het reduceren van waterverbruik: een waterbalans opmaken grof vuil verwijderen door droog reinigen goed gebruikmaken van drinkwatervoorzieningen gebruikmaken van alternatieve waterbronnen gebruikmaken van hogedrukreinigers na elke productie afvalwater dat mestdeeltjes bevat, opvangen en uitrijden op het land - Op het bedrijf Marpa wordt er water van de eigen grondwaterwinning en regenwater gebruikt. Het opgepompte grondwater wordt gebruikt als drinkwater voor de dieren, beperkt voor de reiniging van de stallen en huishoudelijk verbruik voor 6 personen. Voor de reiniging van de stallen en eierenlokalen en het beregenen van de buitenloop wordt opgevangen regenwater gebruikt. Lozing - Het bedrijfsafvalwater, bestaande uit afvalwaters afkomstig van het reinigen van de stallen, gaat de afvalwaterputten in. Deze putten worden leeggetrokken en volgens de regels van het mestdecreet geledigd. Het afvalwater (sappen) afkomstig van de sleufsilo s is beperkt omdat de sleufsilo s overdekt worden. Enkel het water afkomstig van het reinigen van het eierenlokaal wordt gezuiverd door een IBA. In de algemene voorwaarden van Vlarem II worden voorwaarden opgelegd naar de hygiëne, risico- en hinderbeheersing (afdeling 4.1.3) en naar de meet- en registratieverplichtingen (afdeling 4.1.4). Daarnaast zijn er de sectorale voorwaarden van Vlarem II, waarin voorwaarden worden opgelegd naar de algemene milieuhygiënische maatregelen (artikel

9 9 / ), naar afvalwater (artikel en artikel ) en naar de voorwaarden met betrekking tot het toezicht (artikel ). Hieruit blijkt dat er geen extra bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning dienen te worden opgelegd. g) Bodem - In de BREF worden verschillende BBT aangehaald voor het reduceren van de emissies van nutriënten naar water, bodem en lucht. Hiervoor wordt terug verwezen naar het compartiment lucht en geur. - De opslag van gevaarlijke producten moet voldoen aan de bepalingen van hoofdstuk 5.17 van Vlarem II. Hierin worden de nodige maatregelen getroffen naar verontreiniging van de bodem, zoals dubbelwandige houders met lekdetectie of enkelwandige houders in inkuipingen. Hier wordt aan voldaan. - De stallen zijn uitgevoerd met een mestdichte volle betonvloer zodat inspoeling van mestdeeltjes naar de bodem en het grondwater verhinderd wordt. Het tanken gebeurt in een loods, op verharde vloer. Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat er geen bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning dienen te worden opgelegd voor het milieucompartiment bodem. h) Preventie tegen ongevallen - Er worden geen activiteiten ontwikkeld of producten opgeslagen in dermate grote hoeveelheden dat er een echt veiligheidsrisico bestaat voor omwonenden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat op het bedrijf enkel maatregelen zijn getroffen die de interne bedrijfszekerheid waarborgen. Gelet op het feit dat met levende dieren wordt gewerkt, kan een korte storing in de normale functies van de infrastructuur immers zeer zware gevolgen hebben. - In Vlarem I artikel 43ter staat vermeld dat de nodige maatregelen worden getroffen om ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan te beperken. - Artikel 22 van het milieuvergunningendecreet stelt daarenboven: De exploitant van een inrichting is verplicht de milieuvoorwaarden na te leven. Ongeacht de verleende vergunning moet hij steeds de nodige maatregelen treffen om schade, hinder en zware ongevallen te voorkomen en, om bij ongeval de gevolgen ervan voor de mens en het leefmilieu zo beperkt mogelijk te houden. i) Preventieve maatregelen tegen verontreiniging - De inrichting, de dieren en de naaste, eigen omgeving worden in een goede hygiënisch verantwoorde toestand gehouden. Een degelijke watertoevoer is verzekerd. Het maximale aantal dieren in elke stal is volgens landbouwtechnische normen begrensd door het type en de grootte van de stal. Doeltreffende bestrijdingsmaatregelen worden getroffen ter voorkoming van ongedierte zoals ratten, muizen en insecten. Besmettelijke ziektes worden voorkomen. De krengen worden onmiddellijk afgezonderd van de gezonde dieren. De krengen worden bewaard op een gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten krengenplaats, uitgevoerd in harde materialen, onder een passende, gesloten afdekking uit duurzaam en goed onderhoudbaar materiaal; de krengenplaats is gemakkelijk herkenbaar en bereikbaar zijn voor de ophaalwagen. - De aanvraag voldoet aan alle verbod- en afstandsregels en het bedrijf ligt volledig in agrarisch gebied. - Naast bovenstaande maatregelen zijn er de specifieke maatregelen die vermeld worden in ieder milieucompartiment. - Buiten de algemene en sectorale voorwaarden inzake preventieve maatregelen, die in Vlarem opgelegd zijn, staat in Vlarem I artikel 43ter vermeld dat alle passende preventieve maatregelen tegen verontreiniging worden getroffen, met name door toepassing van de beste beschikbare technieken. Hieruit blijkt dat er geen bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning dienen te worden opgelegd. j) Maatregelen bij abnormale bedrijfsomstandigheden

10 10 / 21 - In de BREF wordt aangehaald om een noodprocedure voor onvoorziene emissies en incidenten te voorzien. - In de algemene voorwaarden van Vlarem II worden voorwaarden opgelegd naar de hygiëne, risico- en hinderbeheersing (afdeling 4.1.3). Hieruit blijkt dat er geen bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning dienen te worden opgelegd k) Maatregelen bij stopzetting - Daar de hernieuwing van de vergunning voor een periode van 20 jaar gevraagd wordt, is van een eventuele stopzetting van het bedrijf momenteel geen sprake is. - In Vlarem I artikel 43ter staat vermeld dat bij de definitieve stopzetting van de activiteiten de nodige maatregelen worden getroffen om het gevaar van verontreiniging te voorkomen en het exploitatieterrein weer in een bevredigende toestand te brengen. - Naast artikel 43ter in Vlarem I zijn er tevens de algemene voorwaarden van Vlarem II, waarin voorwaarden worden opgelegd naar het buiten gebruik stellen van installaties (afdeling 4.1.6). Hieruit kan geconcludeerd worden dat er geen bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning dienen te worden opgelegd; Gelet op het gunstig advies d.d. 11 maart 2010 van de afdeling van het Agentschap Zorg en Gezondheid (VAZG), bevoegd voor het Toezicht Volksgezondheid (ToVo); op volgende elementen uit dit advies: 1. De adviesbevoegdheid van de ToVo heeft betrekking op rubriek 45.4.e.2: de opslag van 60 ton eieren (uitbreiding met 33 ton). 2. Relevante gezondheidsbedreigende factoren: a) Emissies in de lucht van gezondheidsbedreigende stoffen verspreiding gevaarlijke stoffen De belangrijkste luchtemissies zijn geur, stof en ammoniak. Geur en stof worden verder besproken. b) Verontreiniging van bodem en water Alle activiteiten gebeuren op verharde oppervlakken. De stallen worden in eigen beheer ontsmet en hiervoor wordt gebruikgemaakt van een erkend ontsmettingsproduct voor het reinigen van veeteeltstallen. In de toekomstige situatie wordt dit reinigingswater gezuiverd door middel van een lavafilter en vervolgens geloosd in de gracht. Er wordt volgens het MER uitgegaan van een gering negatief effect. ToVo vertrouwt hiervoor op het advies van de VMM. c) Stofhinder: - Stofhinder kan vooral voorkomen door de opslag van voeder en via de emissielucht van de stallen. - Het voeder wordt bij levering via een persleiding in de silo s geblazen. Om overdruk in de silo s te vermijden, is er een uitlaatopening voorzien om een het teveel aan luchtdruk in de silo te laten ontsnappen naar de buitenlucht. Via deze uitlaatopening kan stof in de omgeving terechtkomen. De exploitant verplicht het gebruik van een stofzak bij het vullen van de voedersilo s. - Stofuitstoot uit de stallen kan beschouwd worden als een permanente bron. Verder zijn er ook diffuse emissies als gevolg van de (landbouw)activiteiten. - Uit een modellering volgt dat het bedrijf een bijdrage levert aan de stofemissie in de omgeving. Door de uitbreiding zal deze ook stijgen. - Een concentratie groter dan 5% van de grenswaardes bepaald voor fijn stof wordt als negatief beoordeeld, een concentratie groter dan 3-5% van de grenswaarde als matig negatief en een concentratie van 1-3% als gering negatief. Lagere concentraties worden verwaarloosbaar geacht. - In de toekomstige situatie liggen geen woningen in de zone groter dan 3-5% van de grenswaarde. Binnen de contour groter dan 1-3% liggen in de toekomstige situatie 33 woningen.

11 11 / 21 - Opgemerkt dient te worden dat in de modellering geen rekening werd gehouden met de groenaanplant. - De maatregelen die door het bedrijf genomen worden, zijn: aantal transporten beperken bedrijfsterrein proper houden voederen van CCM (Corn Cob Mix) aan de kippen zorgt voor minder stofemissie uit het voeder in de stallen groenelementen rond het bedrijf. - Volgende maatregelen worden in het MER naar voor geschoven als bijkomende haalbare maatregelen: aanbrengen van een plantaardige oliefilm over het strooisel in de stal (mogelijke reductie: 50-90%) goed strooiselmanagement. - Er wordt wel opgemerkt dat er momenteel nog onderzoek loopt naar de techniek om een plantaardige oliefilm aan te brengen en dat het aan te bevelen valt de resultaten hiervan af te wachten. - Verder wordt er ook een uitgebreidere groenaanplant aangeraden, aangezien dit verondersteld wordt voor een zekere invang van het stof te zorgen. ToVo adviseert dan ook de aanplant van een doordacht groenscherm om de stofhinder naar de dichtste woningen zoveel mogelijk te beperken. d) Geluidshinder: - Mogelijke bronnen van geluid zijn de mechanische stalventilatie, de levering van voeder, laad- en losactiviteiten, de transporten en de dieren. - Volgens het MER treden ten gevolge van de bedrijfsuitbating, uitgaande van een worstcaseberekening in de toekomstige situatie geen of verwaarloosbare geluidseffecten op. ToVo merkt op dat indien er toch klachten rond geluid komen, de exploitant de nodige maatregelen moet nemen om de geluidshinder te minimaliseren. e) Geurhinder: - Geurhinder moet geëvalueerd worden rekening houdend met de afstand tussen het bedrijf en de bewoning in de omgeving. Deze kan afkomstig zijn van de stallen en de mestopslag. - Mogelijke reductiemaatregelen kunnen op het niveau van de stalsystemen, de voeding, de mestopslag, door luchtwassing en door verdunning. De maatregelen die het bedrijf voorziet zijn: Het stalsysteem dat wordt toegepast, is te beschouwen als BBT. De drinkwatervoorziening gebeurt door middel van drinknippels. Hierdoor wordt het strooisel minder vochtig en daardoor is de geurconcentratie in de ventilatielucht veel lager. De kadaveropslag is gekoeld. Er wordt geforceerde mestdroging toegepast. Na droging wordt deze opgeslagen in mestloodsen. Ten noorden van het bedrijf is een houtkant aanwezig. De exploitant gebruikt CCM. Dit soort voedsel leidt tot lager waterverbruik door de kippen en bijgevolg drogere mest. Een hoog drogestofgehalte in de mest zorgt voor een lagere lage geuremissie. De eieren worden gekoeld opgeslagen. - De exploitatie van het bedrijf veroorzaakt volgens de modellering een beperkt aantal negatieve effecten inzake geurhinder. Tussen de twee woningen en het bedrijf is een houtkant aanwezig. Deze is niet meegenomen in de modellering en zal waarschijnlijk een positief effect hebben. - Aangezien er uitgegaan is van een worst-casemodellering en de groenelementen en de positieve effecten van het voederen van CCM niet in rekening werden gebracht, het beperkte aantal woningen waarvoor een gering negatief effect begroot werd en het feit

12 12 / 21 dat er in het verleden nog geen klachten zijn geuit, worden volgens het MER geen bijkomende maatregelen noodzakelijk geacht. Toch adviseert ToVo mede voor dit hinderaspect de aanplant van een doordacht groenscherm om geurhinder naar de dichtste woningen zoveel mogelijk te beperken. f) Verkeershinder: - Volgens het MER wordt inzake verkeershinder een gering negatief effect beoogt door de uitbreiding. Alle transporten verlopen voornamelijk langs gewestwegen maar de afvoer gebeurt s nachts. ToVo merkt op dat bij klachten rond verkeershinder de exploitant in samenspraak met de gemeente een verkeersplan dient op te stellen. g) Ongedierte: - Vlarem II artikel : De inrichting moet zindelijk worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren. Zo vaak de omstandigheden daartoe aanleiding geven moeten doeltreffende maatregelen worden genomen tegen ongedierte. h) Visuele hinder: - Gezien de afstand tot de bewoning wordt geen visuele hinder verwacht. 3. ToVo adviseert gunstig voor de uitbreiding en hernieuwing op voorwaarde dat een doordacht groenscherm wordt aangeplant om de stof- en geurhinder naar de omgeving te beperken; Gelet op het deels gunstig-ongunstig advies d.d. 19 maart 2010 van de afdeling Operationeel Waterbeheer van de VMM (AOW) (kenmerk WAT/A/GW1/2373/vl); op volgende elementen uit dit advies: 1. De aanvraag betreft de vroegtijdige hernieuwing van een bestaande grondwaterwinning door uitbreiding van het vergund debiet en de uitbreiding met een nieuwe boorput (vroeger vergunde boorput 2 werd nooit geboord). 2. De bestaande grondwaterwinning bestaat uit 1 boorput die, op een diepte van 148 tot 162 meter onder het maaiveld, grondwater onttrekt uit het zand van Berchem (HCOV-code: 0254). Het betreft een afgesloten watervoerende laag. De grondwaterwinning werd op 22 november 2007 vergund door de deputatie met de maximumdebieten van 50 m³/dag en m³/jaar. De vergunning is geldig tot 21 november 2017 (sic 22 november 2027). 3. Het grondwater wordt hoofdzakelijk aangewend voor de drinkwatervoorziening van kippen. Daarnaast wordt er ook een deel gebruikt voor de reiniging van de stallen en voor het huishouden. Regenwater wordt opgevangen en gebruikt voor reiniging van de stallen, eierenlokalen en beregening van de buitenloop (33ha). Rekening houdend met de gemiddelde gebruikswaarden voor veeteelt, inclusief reinigingswater en water voor het huishouden, zoals gepubliceerd door het Bestuur Land- en Tuinbouw van het Ministerie van Landbouw (1990) en de BBT voor de veeteeltsector (2006), kan het verbruik worden geraamd op m³. 4. De nieuwe grondwaterwinning zal bestaan uit 1 boorput die, op een diepte van 162 meter onder het maaiveld, grondwater zal onttrekken uit het zand van Berchem (HCOV-code: 0254). Het betreft een afgesloten watervoerende laag. 5. Onder verwijzing naar artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid werd voor deze aanvraag onderzocht of er een schadelijk effect door de grondwaterwinning wordt veroorzaakt. Er werd vastgesteld dat het schadelijk effect op het grondwatersysteem aanvaardbaar is, en dat gunstig kan worden geadviseerd. 6. Gelet op het voorgaande wordt er een deels gunstig advies gegeven voor de vroegtijdige hernieuwing met verandering door wijziging en uitbreiding van een grondwaterwinning klasse 2, bestaande uit 2 boorputten met een diepte van 162 meter die grondwater onttrekken uit het zand van Berchem (HCOV-code: 2054), met een maximaal debiet van 100 m³/dag en m³/jaar voor een termijn van 20 jaar, mits naleving van de algemene en de sectorale voorwaarden;

13 13 / 21 Gelet op het feit dat in het kader van eventuele grensoverschrijdende hinder aan de provincie Noord-Brabant (Nederland) een aanvraagdossier werd overgemaakt; dat de provincie Noord- Brabant met hun schrijven van 4 maart 2010 (kenmerk / ) meedeelt dat: 1. Uit het MER en de aanvraag blijkt duidelijk dat vanwege de beoogde uitbreiding van het bedrijf een substantiële toename zal gaan optreden van de ammoniakemissie. Er wordt marginaal aangegeven of de emissie kan worden gereduceerd. Alleen wordt aangegeven dat de windsingel voor een reductie van ammoniak zal zorgen. Nergens wordt aangegeven wat en of er gevolgen zijn van de uitbreiding voor de in Nederland gelegen EHS- en habitatgebieden. Ondanks dat de toegepaste stalsystemen voldoen aan BBT, is het gerechtvaardigd om met zo n uitbreiding een verdergaande techniek toe te passen. 2. Wij adviseren daarom om negatief op de voorliggende aanvraag te beschikken aangezien wij van oordeel zijn dat: a) de aanvraag onvoldoende inzicht geeft in de optredende effecten vanwege het voornemen; b) geen motivering is opgenomen waarom er geen verder reducerende maatregelen worden toegepast; c) geen inzicht bestaat in de grensoverschrijdende effecten van de ammoniak op de in Nederland gelegen EHS- en habitatgebieden. 3. Uit oogpunt van duurzaam waterbeheer adviseren wij om voor minder hoogwaardige toepassingen (reiniging e.d.) zoveel mogelijk andersoortig water dan grondwater toe te passen (regenwater, hergebruikt afvalwater, e.d.). Eén en ander uiteraard in juiste verhouding met betrekking tot de eisen die aan dit water worden gesteld in het kader van volks- en diergezondheid. 4. Voor de overige milieuaspecten geeft de aanvraag ons geen aanleiding tot maken van opmerkingen. 5. Een kopie van onze brief sturen we aan de gemeente Baarle-Nassau; Gelet op het horen van de heer P. Geens, exploitant, en mevrouw E. Theunis, adviseur bij BE-Consult, door de Provinciale Milieuvergunningscommissie d.d. 13 april 2010; Gelet op het deels gunstig-ongunstig advies d.d. 13 april 2010 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (PMVC); op volgende elementen uit dit advies: 1. Horen van partijen De heer P. Geens, exploitant, en mevrouw E. Theunis, adviseur van BE-Consult, worden gehoord namens de exploitant. De heer P. Geens licht toe dat momenteel voor stal 1 nog gewerkt wordt met een legbatterijsysteem. Hij is er zich terdege van bewust dat vanaf 2012 een verbod zal gelden voor legbatterijen. Tegen dan zal sowieso naar een ander systeem moeten worden overgeschakeld omdat er dan geen eieren meer kunnen afgezet worden vanuit legbatterijen. Het FAVV oefent hierop toezicht uit. Hij is nog aan het bekijken welk alternatief systeem kan gekozen worden. Het zal in elk geval ammoniakemissiearm zijn. Hij merkt op dat stal 1 nu beschikt over een geforceerde mestdroging en dus als ammoniakemissiearm kan worden beschouwd. Stal 2 is reeds uitgerust volgens het ammoniakemissiearm systeem P-4.3. Voor stal 3 zal dit eveneens het geval zijn. Mevrouw E. Theunis stelt dat de exploitant geen probleem heeft met een beperking van het opgepompte grondwaterdebiet tot m³/jaar. Dit volgt reeds uit de milderende maatregelen in het MER. Verder geeft mevrouw E. Theunis mee dat de exploitant voor het nieuwe project een groenaanplantingsplan heeft laten opstellen door een landschapsarchitecte van de Hooibeekhoeve i.s.m. het ARE. De AMV vraagt hoe stofhinder wordt beperkt. In het MER is er sprake van het leggen van een oliefilm op het strooisel. De heer P. Geens licht toe dat dit nog onderzocht wordt met proeven. Zo verricht men bijvoorbeeld in het Proefbedrijf voor de Veehouderij in Geel ook proeven met ionisatie.

14 14 / Omschrijving en rubrieken De omschrijving en rubrieken werden correct aangevraagd en kunnen behouden blijven. Conform het voorstel van omschrijving van de AMV en de AOW wordt het debiet dat uit elk van de 2 grondwaterwinningsputten wordt opgepompt, niet apart vermeld; beide putten liggen immers op dezelfde diepte en het grondwater wordt uit dezelfde laag opgepompt. 3. Stedenbouwkundige verenigbaarheid De inrichting is volgens het gewestplan gelegen in agrarisch gebied. De aanvraag is principieel in overeenstemming met de bepalingen van het geldende gewestplan. De adviezen van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar en het college van burgemeester en schepenen zijn gunstig. De PMVC stelt dat de inrichting principieel stedenbouwkundig verenigbaar is. Gelet op hun adviezen adviseert de PMVC om in de overwegingen van het besluit op te nemen dat de exploitant wordt geacht om rekening te houden met volgende verplichtingen uit de bouw- en stedenbouwkundige vergunningen: de groenschermen, zoals opgelegd in de bouw- en stedenbouwkundige vergunningen, moeten effectief aangelegd en onderhouden worden; de hemelwateropvang gekoppeld aan de bouwvergunning van 2006 moet effectief geplaatst en gebruikt worden. In het kader van de stedenbouwkundige aanvraag werd in samenspraak met het ARE Onroerend Erfgoed een landschapsbedrijfsplan opgemaakt door de tuin- en landschapsarchitect van de Hooibeekhoeve. Het plan biedt naar eigen zeggen een visie op langere termijn, waarbij inzake de aanplantingen rekening wordt gehouden met zowel bedrijfstechnische (o.a. KAT-normen) als stedenbouwkundige parameters (ligging in ankerplaats). Het is aangewezen dat de groenaanplantingen rond het bedrijf worden uitgevoerd in overeenstemming met dit bedrijfsspecifieke plan. Dit kan als overweging worden opgenomen in de milieuvergunning, met de opmerking dat dit niet in tegenspraak is met de voorwaarden van de stedenbouwkundige vergunning. 4. Openbaar onderzoek bezwaren Er werden in het kader van het openbaar onderzoek geen schriftelijke of mondelinge bezwaren en opmerkingen ingediend. 5. Milieutechnische evaluatie Het college van burgemeester en schepenen van Hoogstraten maakt opmerkingen met betrekking tot stalgebouw 1 (klassieke batterij), de hemelwateropvang, milderende maatregelen, de groenaanplantingen en groenelementen, en een beperking van de grondwaterwinning (zie 5.a supra). Het advies van het college is dan ook gunstig op voorwaarde dat: de deputatie oordeelt dat stalgebouw 1 met klassieke batterijen kan hervergund worden voor een periode van 20 jaar: Overeenkomstig het KB van 17 oktober 2007 tot vaststelling van de minimumnormen voor de bescherming van legkippen geldt er vanaf 1 januari 2012 een algemeen verbod voor het huisvesten van legkippen in stallen uitgerust met klassieke batterijen. De exploitant wenst de bestaande batterijkooien zolang mogelijk te behouden en voorziet in de aanvraag dan ook geen alternatieve, ammoniakemissiearme huisvesting. Uit de verklaringen van de exploitant in de zitting blijkt dat de exploitant er zich van bewust is dat vanaf 2012 een verbod zal gelden voor legbatterijen. Tegen dan zal hij sowieso naar een ander systeem moeten overschakelen omdat er dan geen eieren meer kunnen worden afgezet vanuit legbatterijen. Het FAVV oefent hierop toezicht uit. De exploitant is nog aan het bekijken welk alternatief systeem kan gekozen worden. Het zal in elk geval ammoniakemissiearm zijn. De PMVC stelt voor om in de overwegingen van het besluit voor de exploitant nog eens duidelijk op te merken dat vanaf 2012 klassieke legbatterijen verboden worden en dat bijgevolg stal 1 zal aangepast dienen te worden. hemelwateropvang gekoppeld aan de bouwvergunning van 2006 effectief geplaatst en gebruikt wordt:

15 15 / 21 Dit kan worden opgenomen in de overwegingen bij het besluit (cf. supra Stedenbouwkundige verenigbaarheid ). de AOW gunstig advies verleent voor de gevraagde grondwaterwinning: Het advies van de AOW is deels gunstig deels ongunstig (ongunstig voor het debiet boven m³/jaar). Cfr. infra. het Agentschap RO-Vlaanderen goedkeuring geeft aan het opgemaakte beplantingsplan: De PMVC merkt op dat dit zal geregeld worden in de stedenbouwkundige vergunning. de groenaanplantingen, zoals opgelegd in vroegere stedenbouwkundige vergunningen effectief worden uitgevoerd: Cfr. supra. De Provincie Noord-Brabant adviseert i.k.v. grensoverschrijdende hinder om negatief op de voorliggende aanvraag te beschikken aangezien zij van oordeel is dat: de aanvraag onvoldoende inzicht geeft in de optredende effecten vanwege het voornemen; geen motivering is opgenomen waarom er geen verder reducerende maatregelen worden toegepast; geen inzicht bestaat in de grensoverschrijdende effecten van de ammoniak op de in Nederland gelegen EHS- en habitatgebieden. De PMVC verwijst voor de weerlegging van dit standpunt naar het advies van de AMV. Zij adviseert tevens om uit oogpunt van duurzaam waterbeheer om voor minder hoogwaardige toepassingen (reiniging e.d.) zoveel mogelijk andersoortig water dan grondwater toe te passen (regenwater, hergebruikt afvalwater, e.d.). Eén en ander uiteraard in juiste verhouding met betrekking tot de eisen die aan dit water worden gesteld in het kader van volks- en diergezondheid. De PMVC verwijst hiervoor naar het advies van de AOW: regenwater wordt opgevangen en gebruikt voor reiniging stallen, eierlokalen en beregening buitenloop. De AOW adviseert om het maximaal opgepompt debiet uit de 2 grondwaterwinningen samen te beperken tot 100 m³/dag (dit komt overeen met het gevraagde dagdebiet) en m³/ jaar (er werd m³/jaar gevraagd). De AMV adviseert om het maximaal opgepompt debiet uit de 2 grondwaterwinningen samen te beperken tot 100 m³/dag (dit komt overeen met het gevraagde dagdebiet) en m³/ jaar (er werd m³/jaar gevraagd). Dit debiet is in overeenstemming met de milderende maatregelen in het MER. In de zitting kan de AOW akkoord gaan met het voorstel van de AMV. De exploitant kon zich in de zitting trouwens ook akkoord verklaren met een maximaal jaardebiet van m³. De PMVC verleent m.a.w. een deels gunstig deels ongunstig advies voor de gevraagde grondwaterwinning, namelijk slechts gunstig voor een debiet van maximaal m³/jaar. Voor het overige volgt de PMVC de gunstige adviezen. Volgens het MER treden ten gevolge van de bedrijfsuitbating, uitgaande van een worstcaseberekening in de toekomstige situatie geen of verwaarloosbare geluidseffecten op. De ToVo merkt op dat indien er toch klachten rond geluid komen, de exploitant de nodige maatregelen moet nemen om de geluidshinder te minimaliseren. Voorgesteld wordt deze opmerking op te nemen in de overwegingen bij het besluit. De PMVC adviseert om in de overwegingen van het besluit op te nemen dat het nieuwe Mestdecreet veronderstelt dat de exploitant de nodige nutriëntenemissierechten verkregen heeft alvorens hij kan exploiteren. 6. Watertoets Uit de toepassing van de beoordelingsschema s m.b.t. de watertoets blijkt dat voor de aspecten m.b.t. de grondwaterwinning naar het Vlarem wordt verwezen. Het advies van de afdeling Operationeel Waterbeheer van de VMM (AOW) is deels gunstig: het jaarlijks opgepompt debiet dient beperkt te worden. Uit de toepassing van de beoordelingsschema s m.b.t. de watertoets blijkt dat de overige gevraagde activiteiten (m.b.t. de oppervlaktetoename van vergunningsplichtige constructies

16 16 / 21 > 0,1 ha gelegen in overstromingsgevoelig gebied) van die aard zijn dat ze mogelijk relevant zijn voor wat betreft de invloed op het watersysteem en dat het wateradvies van de AOW vereist is. De AOW heeft deze aspecten niet in haar advies geëvalueerd. Artikel 8 3 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid stelt dat indien binnen de voorziene termijn geen advies werd ontvangen, aan de adviesvereiste mag worden voorbijgegaan. Hieruit kan mits geen tegenindicaties geconcludeerd worden dat aan de bepalingen van het decreet op integraal waterbeleid voldaan is en dat derhalve de aanvraag voldoet aan de in artikel 5 opgesomde doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid 7. Termijn De vergunning kan gedeeltelijk worden verleend voor een termijn van 20 jaar met een termijn voor ingebruikname van 3 jaar voor de realisatie van de veranderingen. De vergunning dient te worden geweigerd voor het oppompen van meer dan m³ grondwater per jaar uit de 2 grondwaterwinningen samen. Akte kan worden genomen van de klasse 3-inrichtingen. Vanaf de realisatie van de veranderingen dienen de lopende vergunningen opgeheven te worden. 8. Voorwaarden a. Algemene voorwaarden Algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften), 4.6 (licht), 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning) Oppervlaktewater: hoofdstuk 4.2 (beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging) Geluid: hoofdstuk 4.5 (beheersing van geluidshinder) b. Sectorale voorwaarden Bedrijfsafvalwaters: afdeling Dieren: hoofdstuk 5.9 Elektriciteit: hoofdstuk 5.12 Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motorvoertuigen: hoofdstuk 5.15 Opslag van gevaarlijke stoffen - algemene bepalingen: afdeling Opslag van gevaarlijke vloeistoffen in bovengrondse houders: afdeling Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen: afdeling Motoren met inwendige verbranding: hoofdstuk 5.31 Winning van grondwater: hoofdstuk 5.53; Gelet op de ligging van de inrichting in een agrarisch gebied van het gewestplan Turnhout; Overwegende dat gesteld kan worden dat de exploitatie van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat de exploitant wordt geacht om rekening te houden met volgende verplichtingen uit de bouw- en stedenbouwkundige vergunningen: de groenschermen, zoals opgelegd in de bouw- en stedenbouwkundige vergunningen, moeten effectief aangelegd en onderhouden worden; de groenaanplantingen rond het bedrijf dienen uitgevoerd te worden in overeenstemming met het landschapsbedrijfsplan dat in samenspraak met het ARE Onroerend Erfgoed werd opgemaakt door de tuin- en landschapsarchitect van de Hooibeekhoeve, weliswaar in zoverre dit niet in tegenspraak is met de voorwaarden van de stedenbouwkundige vergunning; de hemelwateropvang gekoppeld aan de bouwvergunning van 2006 moet effectief geplaatst en gebruikt worden;

17 17 / 21 Overwegende dat voor de evaluatie van de elementen die de aanvrager heeft aangebracht tijdens het horen door de PMVC, kan verwezen worden naar het advies van de PMVC; Overwegende dat het deels gunstig, deels ongunstig advies van de PMVC in aanmerking wordt genomen; Overwegende dat vanaf 2012 klassieke legbatterijen verboden worden en dat stal 1 bijgevolg zal dienen te worden aangepast; dat hiervoor de vereiste vergunningen dienen aangevraagd te worden; Overwegende dat volgens het MER ten gevolge van de bedrijfsuitbating in de toekomstige situatie geen of verwaarloosbare geluidseffecten zouden optreden; dat wanneer er toch klachten zouden rijzen rond geluid, de exploitant de nodige maatregelen dient te nemen om de geluidshinder te minimaliseren; Overwegende dat de exploitant over de vereiste nutriëntenemissierechten dient te beschikken alvorens hij kan exploiteren; Overwegende dat voor de toetsing van de aanvraag met betrekking tot de aspecten van de grondwaterwinning aan het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, wordt verwezen naar het advies van AOW; dat hieruit blijkt dat mits beperking van het opgepompte debiet en mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde voorwaarden, de gevraagde grondwaterwinning geen nadelige gevolgen heeft voor het watersysteem; dat de AOW niet heeft geadviseerd over de toetsing van de aanvraag met betrekking tot de overige aspecten; dat artikel 8 3 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid stelt dat indien binnen de voorziene termijn geen advies werd ontvangen, aan de adviesvereiste mag worden voorbijgegaan; dat daaruit gelet op het ontbreken van tegenindicaties volgt dat de overige activiteiten, mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde voorwaarden, geen nadelige gevolgen hebben voor het watersysteem; dat de aanvraag derhalve voldoet aan de in artikel 5 opgesomde doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt, behalve om uit de 2 grondwaterwinningen samen op een diepte van 162 m meer dan m³ grondwater per jaar op te pompen; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning gedeeltelijk toe te staan voor een termijn van 20 jaar; ARTIKEL 1 - Voorwerp B E S L U I T: 1 Aan de, gevestigd Bouwhoef 6a in 2323 Hoogstraten (Wortel), wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend om een legkippenbedrijf, gelegen Bouwhoef 6a in 2323 Hoogstraten (Wortel), kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 5-D-99e3, 5-D-99y, 5-D-101b, 5-D-101c, 5-D-101d, 5-D-146a, 5-D-147a, 5-D-148a, verder te exploiteren en te veranderen door toevoeging van de percelen 5-D-99y, 5-D-101c, 5- D-146a, 5-D-147a, 5-D-148a, evenals uitbreiding en wijziging, omvattend:

18 18 / 21 plaatsen voor van legkippen gespreid over 2 bestaande en 1 nieuwe stal (d.i. uitbreiding met legkippen en herverdeling van het aantal dieren in de 2 bestaande stallen) (9.3.1.c d); een noodstroomgenerator met een elektrisch vermogen van 120 kw met een dieselmotor met een nominaal vermogen van 60 kw (= nominaal vermogen teruggebracht tot 50 % wegens minder dan 360 bedrijfsuren per kalenderjaar) (nieuw) ( b b); de opslag van 60 ton eieren (d.i. uitbreiding met 33 ton) (45.4.e.2); de opslag van m³ voeders (3.750 m³ gemalen maïskorrels en 320 m³ krachtvoeders) (d.i. uitbreiding met m³ gemalen maïskorrels en 120 m³ krachtvoeders) ( ); 2 grondwaterwinningen op een diepte van 162 m met een totaal opgepompt debiet van 100 m³/dag en m³/jaar (53.8.2). Akte wordt genomen van volgende klasse 3- inrichtingen: het lozen van bedrijfsafvalwater via een afvalwaterzuiveringsinstallatie met een debiet van 0,5 m³/uur, 1,5 m³/dag en 250 m³/jaar in de gracht ( a); een transformator met een individueel nominaal vermogen van 500 kva ter vervanging van de transfo van 300 kva (12.2.1); het stallen van 5 landbouwvoertuigen (15.1.1); een bovengrondse mazouttank van l ( b); 1 verdeelslang horende bij de mazouttank ( ); de opslag van m³ dierlijke mest (3.500 m³ vaste mest en 70 m³ gier) (uitbreiding met m³) (28.2.c.1). Vlaremrubricering: a c d b b c b 45.4.e Het legkippenbedrijf omvat voortaan: het lozen van bedrijfsafvalwater via een afvalwaterzuiveringsinstallatie met een debiet van 0,5 m³/uur, 1,5 m³/dag en 250 m³/jaar in de gracht ( a); 3 stallen met plaatsen voor van legkippen (9.3.1.c d): stal 1: kippen stal 2: kippen stal 3: kippen een noodstroomgenerator met een elektrisch vermogen van 120 kw met een dieselmotor met een nominaal vermogen van 60 kw (= nominaal vermogen teruggebracht tot 50 % wegens minder dan 360 bedrijfsuren per kalenderjaar) ( b b); een transformator met een individueel nominaal vermogen van 500 kva (12.2.1); het stallen van 5 landbouwvoertuigen (15.1.1); een bovengrondse mazouttank van l ( b); 1 verdeelslang horende bij de mazouttank ( ); de opslag van m³ dierlijke mest (5.300 m³ vaste mest en 70 m³ gier) (28.2.c.1). de opslag van 60 ton eieren (45.4.e.2); de opslag van m³ voeders (3.750 m³ gemalen maïskorrels en 320 m³ krachtvoeders) ( ); 2 grondwaterwinningen op een diepte van 162 m met een totaal opgepompt debiet van 100 m³/dag en m³/jaar (53.8.2). 2 De vergunning wordt geweigerd om uit de 2 grondwaterwinningen samen op een diepte van 162 m meer dan m³ grondwater per jaar op te pompen. 3 Vanaf de realisatie van de veranderingen wordt de lopende vergunning opgeheven.

19 19 / 21 ARTIKEL 2 Koppeling aan de stedenbouwkundige vergunning 1 Deze milieuvergunning is geschorst indien voor de verandering die er het voorwerp van uitmaakt ook een stedenbouwkundige vergunning als bedoeld in art e.v. van de Vlaamse Codex RO, vereist is en deze stedenbouwkundige vergunning niet definitief is verleend. Deze schorsing duurt tot de stedenbouwkundige vergunning definitief is verleend of is geweigerd in laatste aanleg. De vergunninghouder dient het definitief verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning te melden aan de deputatie bij ter post aangetekende zending. 2 De geschorste milieuvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de stedenbouwkundige vergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. 3 De stedenbouwkundige vergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. 4 Deze geschorste stedenbouwkundige vergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. ARTIKEL 3 Voorwaarden De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden: 1. Algemene: Algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften), 4.6 (licht), 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning) Oppervlaktewater: hoofdstuk 4.2 (beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging) Geluid: hoofdstuk 4.5 (beheersing van geluidshinder) 2. Sectorale: Bedrijfsafvalwaters: afdeling Dieren: hoofdstuk 5.9 Elektriciteit: hoofdstuk 5.12 Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motorvoertuigen: hoofdstuk 5.15 Opslag van gevaarlijke stoffen - algemene bepalingen: afdeling Opslag van gevaarlijke vloeistoffen in bovengrondse houders: afdeling Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen: afdeling Motoren met inwendige verbranding: hoofdstuk 5.31 Winning van grondwater: hoofdstuk 5.53 De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen worden teruggevonden in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de website van de provincie Antwerpen, via onderstaande link: reglementering/milieuvergunningende/recente_wijzigingen

20 20 / 21 ARTIKEL 4 - Termijn voorafgaand aan ingebruikname De in artikel 1 vergunde verandering dient in gebruik genomen te worden binnen 3 jaar vanaf de datum van deze vergunning, zoniet vervalt deze vergunning van rechtswege voor wat de verandering betreft. ARTIKEL 5 - Vergunningstermijn De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn: 1. die aanvangt op de datum van dit besluit, behoudens wanneer: a) Deze milieuvergunning is geschorst omdat de stedenbouwkundige vergunning voor de verandering op datum van deze milieuvergunning niet definitief is verleend; in dat geval vangt de vergunningstermijn aan op de datum waarop de stedenbouwkundige vergunning definitief is verleend; de exploitant dient deze datum bij aangetekende brief te melden aan de deputatie; b) Onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, 2 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan. 2. die eindigt op 29 april 2030 zijnde 20 jaar vanaf beslissingsdatum. ARTIKEL 6 Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. ARTIKEL 7-1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III-bis van titel I van het Vlarem. 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient vóór de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunningsverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlarem. 3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem uiterlijk tussen de 18 de en de 12 de maand vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. ARTIKEL 8 - Tegen de beslissing m.b.t. de vergunningsaanvraag kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse minister van Leefmilieu, Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel, overeenkomstig artikel 51 van het Vlarem.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /ddj. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV GALLIBEL MET BETREKKING TOT EEN GRONDWATERWINNING

Nadere informatie

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; 2/MLAV1/9200000667/KB/ian. Milieuvergunningen HOUDENDE VERGUNNING AAN PELKMANS-VAN BOUWEL JOZEF VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2323 HOOGSTRATEN (WORTEL), LANGENBERG 52A. De bestendige

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLWV-2011-0053/KADC/inge BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie

Nadere informatie

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10. Besluit /hs. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF,

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /PISA. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV BAYER ANTWERPEN MET BETREKKING TOT DE MILIEUTECHNISCHE

Nadere informatie

Project-MER-Verslag. Project: Initiatiefnemer:

Project-MER-Verslag. Project: Initiatiefnemer: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

MLAV1/ /MV/lydr.

MLAV1/ /MV/lydr. /MV/lydr. OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE N.V. BASF ANTWERPEN MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF (SUPER ABSORBER POLYMEER - SAP), GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, SCHELDELAAN 600 - HAVEN 725. De bestendige

Nadere informatie

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen MLAV1/0300000171/AK/fs BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER MATHIJSSEN JOHANNES MET BETREKKING TOT EEN

Nadere informatie

MLAV1/0100000089/RTH/vive

MLAV1/0100000089/RTH/vive /RTH/vive OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE N.V. VERALU MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN VAN RAMEN EN DEUREN, GELEGEN TE 2580 PUTTE (BEERZEL), KONINGSBAAN 86, EN OVER DE MELDING

Nadere informatie

Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018

Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018 Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018 10.1 Ruimtelijke situering Het bedrijf is gelegen aan de Statiestraat 56 te Dentergem. Volgens het kadastraal plan bevindt het bedrijf zich op volgende

Nadere informatie

MLAV1/ /RP/si

MLAV1/ /RP/si /RP/si OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV SEPPIC BELGIE MET BETREKKING TOT EEN ALKOXYLATIEFABIEK, GELEGEN TE 2070 ZWIJNDRECHT, SCHELDEDIJK 50, EN OVER DE MELDING VAN INRICHTINGEN VAN DE DERDE KLASSE.

Nadere informatie

MLAV1/ /MV/bd

MLAV1/ /MV/bd MLAV1/9900000064/MV/bd HOUDENDE VERGUNNING AAN DE N.V. BAYER ANTWERPEN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN CHEMISCH BEDRIJF (XIV-KRACHTCENTRALE MIDDEN), GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, HAVEN 507- SCHELDELAAN 420. De

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /crbo. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE N.V. AGFA-GEVAERT MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /kh. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER VANHOOF JOZEF MET BETREKKING TOT EEN PLUIMVEEHOUDERIJ,

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /kadc. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV KEMPENHOF MET BETREKKING TOT EEN PLUIMVEEBEDRIJF,

Nadere informatie

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking ^\ Vlaamse Regering AMV/00015605/1001/B Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.4.4 van titel II van het VLAREM, ingediend door de bvba DGST, Waterstraat

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 8e Directie Dienst 82 Milieuhygiëne aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt, Hilde Bruggeman, leden Albert De Smet, provinciegriffier

Nadere informatie

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B J' Vlaamse Regering : ~............ AMV1000143935/1 004/B Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLVER-2011-0104/ELSL/kadc BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN NV COLOMBUS-HTC, BVBA AFVALSTOFFEN

Nadere informatie

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN. Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /gvda. BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit MLVER/07-56/mavb. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE HEER LEENAERTS JAN MET BETREKKING

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLAV1/08-123/hs. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEREN PIET EN DANNY VERMEIREN MET BETREKKING

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001 VLAAMSE REGERING AMV/000151017/1001 BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR HOUDENDE UITSPRAAK OVER EEN AANVRAAG TOT AFWIJKING VAN ARTIKEL 5.9.2.1BIS, 1 EN 2, VAN TITEL 11 VAN

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /kh/mige. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE HEER VERSTRAELEN GUY MET BETREKKING TOT

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /ES. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie van de provincie

Nadere informatie

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad, 34013/110/1/W/1 Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, in verband met de aanvraag DEVAMIX / B.S.V. Beneluxlaan(S) 201 8530 Harelbeke tot het wijzigen/aanvullen van de vergunningsvoorwaarden

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit MLVER/08-100/jdn. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV FINA ANTWERP OLEFINS MET BETREKKING

Nadere informatie

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking Vlaamse Regering AMV/000157671/1000 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, van titel II van het VLAREM ingediend door de bvba DTN Team, Bisschopslaan

Nadere informatie

AMV/000157025/1000 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING. NATUUR EN LANDBOUW,

AMV/000157025/1000 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING. NATUUR EN LANDBOUW, AMV/000157025/1000 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.6.1, 2, 2, derde lid, van titel 11 van het VLAREM ingediend door David Quarem, Tessenderlosesteenweg

Nadere informatie

HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26.

HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26. 2/MLAV1/9300000324/HWM/LO. Milieuvergunningen HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26. De bestendige deputatie van de Provincieraad

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; MLVER/0100000137/MV/lydr. OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BASF ANTWERPEN MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF (POLYETHEROLENFABRIEK-BLOKVELD F 300), GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, HAVEN 725,

Nadere informatie

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking Vlaamse Regering AMV/00024402/1001 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, van titel II van het VLAREM ingediend door Temur Irfan voor een brandstofbevoorradingsstation

Nadere informatie

MLVER/9800000164/PAG/sdv

MLVER/9800000164/PAG/sdv MLVER/9800000164/PAG/sdv HOUDENDE GEDEELTELIJKE AKTENEMING VAN EEN MELDING VAN N.V. EEG SLACHTHUIS VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2800 MECHELEN, SLACHTHUISLAAN 1. De bestendige deputatie

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie Directie Leefmilieu dienst Milieu- en natuurvergunningen aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt,

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLAV1/08-420/mavb. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER NOYENS FRANS MET BETREKKING TOT EEN

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit MLAV1/08-292/hs-mavb. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE BVBA KLAASEN FRANK MET BETREKKING TOT

Nadere informatie

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV PROVIRON INDUSTRIES MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2620 HEMIKSEM, G. GILLIOTSTRAAT 60.

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV PROVIRON INDUSTRIES MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2620 HEMIKSEM, G. GILLIOTSTRAAT 60. Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV PROVIRON INDUSTRIES MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING,

Nadere informatie

AMV/ /1007 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals

AMV/ /1007 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals ^ \ Vlaamse Regering AMV/000119824/1007 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.6.1, 2,1, van titel II van het VLAREM ingediend door Luc en Yves Van Caeneghem,

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLWV-2011-0042/GVDA/age BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /HS/kh. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE BVBA VARKENSBEDRIJF MOLENHEIKEN MET BETREKKING TOT

Nadere informatie

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER JOHAN ROMBOUTS MET BETREKKING TOT EEN SLACHTKUIKENHOUDERIJ, GELEGEN TE 2960 BRECHT, LEGEHEIDEWEG 11.

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER JOHAN ROMBOUTS MET BETREKKING TOT EEN SLACHTKUIKENHOUDERIJ, GELEGEN TE 2960 BRECHT, LEGEHEIDEWEG 11. Besluit /HS/gvda Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER JOHAN ROMBOUTS MET BETREKKING TOT EEN SLACHTKUIKENHOUDERIJ,

Nadere informatie

Vlaamse Regering AMV/000150456/1002

Vlaamse Regering AMV/000150456/1002 Vlaamse Regering AMV/000150456/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over de beroepen aangetekend tegen het besluit met nummer M03/43014/40/21A11/BUKVDS

Nadere informatie

INFORMATIEVERGADERING 19/06/2012

INFORMATIEVERGADERING 19/06/2012 INFORMATIEVERGADERING 19/06/2012 Milieuvergunningsaanvraag KL1 VAMO BVBA Ter Poperenweg 9 8560 Moorsele (Wevelgem) OVERZICHT INFOVERGADERING 1. Beknopte beschrijving project 2. MER-plicht 3. Situering

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /ES. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie van de provincie

Nadere informatie

AMV' '1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

AMV' '1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, m rin AMV'00060090'1001 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, van titel 11 van het VLAREM ingediend door nv Van De Velde voor een tankstation

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1000

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1000 VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/00068315/1000 BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR, HOUDENDE UITSPRAAK OVER HET BEROEP AANGETEKEND TEGEN DE BESLISSING NR. D/PMVC/05L07/05262

Nadere informatie

MLAV1/ /RP/bd

MLAV1/ /RP/bd /RP/bd OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE N.V. MONSANTO EUROPE MET BETREKKING TOT DE BUTVAR SOLVENT AFDELING, GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, HAVEN 627 - SCHELDELAAN 460. De bestendige deputatie van de provincieraad

Nadere informatie

AMV/00066448/1012. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/00066448/1012. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; AMV/00066448/1012 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen, van

Nadere informatie

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Aan het college van burgemeester en schepenen VLAREM-03-140917 In te vullen door de behandelende afdeling dossiernummer

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /goep/jdn. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER MATTHYSEN DIRK MET BETREKKING TOT EEN GEMENGD

Nadere informatie

Vlaamse Regering :~~~= ~ = ',.. "~ AMV/ /1001

Vlaamse Regering :~~~= ~ = ',.. ~ AMV/ /1001 Vlaamse Regering :~~~= :n- ',.. "~ ~ = AMV/000156706/1001 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van de artikelen 5.17.2.1,

Nadere informatie

Vlaamse Regering.:~~~= '~~ = :n~ " "~ AMV/000151415/1004

Vlaamse Regering.:~~~= '~~ = :n~  ~ AMV/000151415/1004 Vlaamse Regering.:~~~= '~~ = :n~ " "~ AMV/000151415/1004 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie

Nadere informatie

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg p r o v i n D i r e c t i e Ruimte D i e n s t Milieuvergunningen De deputatie van de provincie Limburg Gelet op de melding d.d. 2011-05-17 (bij het provinciebestuur ingekomen op 2011-07-12) van overname

Nadere informatie

AMV/ /1000/B

AMV/ /1000/B AMV/000157133/1000/B Besluit van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.6.1, 2, 1 0, van titel 11 van het VLAREM ingediend

Nadere informatie

AMV/000/150708/1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/000/150708/1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; J" Vlaamse Regering. -... AMV/000/150708/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de

Nadere informatie

p r o v i n De deputatie van de provincie Limburg

p r o v i n De deputatie van de provincie Limburg p r o v i n 3 d e D i r e c t i e Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Natuur S e c t i e 3. 3. 1 Milieu en Natuur - Vergunningen De deputatie van de provincie Limburg Gelet op de melding, ontvangen

Nadere informatie

AMV/ /1011 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW

AMV/ /1011 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Vlaamse Regering AMV/00019247/1011 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.45.1.2, 1, 2, en 5.45.1.3, 3, van titel 11 van het VLAREM ingediend door bvba Van

Nadere informatie

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002 ...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/00062161/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, eerste zin, van

Nadere informatie

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.); MLVER/9600000236/JVDM/bd HOUDENDE AKTENEMING VAN EEN MELDING VAN NV GRALEX VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2070 ZWIJNDRECHT, KRUIBEEKSESTEENWEG 227. De bestendige deputatie van de provincieraad

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 januari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 januari 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 januari 2015 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /ddj. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE BVBA DE SCHANSHOEVE MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF,

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; MLVER/0300000006/gvda - ak OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN 2. De bestendige deputatie van de provincieraad

Nadere informatie

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest Middels dit bezwaarschrift wens ik bezwaar in te dienen tegen de voormelde milieuvergunningsaanvraag op gronde van volgende

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie directie Leefmilieu dienst Milieu- en natuurvergunningen Gelet op de mededeling van kleine verandering op 23 september 2011 ingediend door de heer Zaman Jan, Eeckbergstraat 64 te 9170 Sint-Gillisvergadering

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLWV-2012-0034/SAPI/age BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 8e Directie Dienst 82 Milieuhygiëne aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Peter Hertog, Jozef Dauwe, leden Frans Van Gaeveren toegevoegd lid referte betreft

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /LDS. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER VERHEYEN BENNY MET BETREKKING TOT EEN VARKENSHOUDERIJ,

Nadere informatie

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN 2.

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN 2. Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /gvda. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /gvda. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER EN MEVROUW VERBRUGGEN-BERTELS MET BETREKKING

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, VLAAMSE REGERING BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR, HOUDENDE UITSPRAAK OVER EEN AANVRAAG INGEDIEND DOOR DE NV TIMCAL BELGIUM, APPELDONKSTRAAT 173, 2830

Nadere informatie

de omgevingsvergunning partim milieu

de omgevingsvergunning partim milieu de omgevingsvergunning partim milieu inleiding toepassingsgebied gevraagde informatie behandeling aanvraag slotbemerkingen inleiding fusie van twee werelden : stedenbouw en milieu blind getrouwd uitdagingen,

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLWV-2011-0029/ELSL/mben BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie

Nadere informatie

AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking ^\ AMV/000143915/1002 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, van titel II van het VLAREM ingediend door nv Belgomine voor een tankstation gelegen

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLVER-2012-0014/SAPI-mb BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV INEOS MANUFACTURING BELGIUM

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement. 37010/91/2/W/2 Besluit van de deputatie van de Provincieraad, in verband met de aanvraag van tot het wijzigen/aanvullen van de vergunningsvoorwaarden van N.V. A&S ENERGIE gelegen te Nieuwenhovestraat 5

Nadere informatie

Milieuvergunningsaanvraag 1 ste klasse VLAREM

Milieuvergunningsaanvraag 1 ste klasse VLAREM Milieuvergunningsaanvraag 1 ste klasse VLAREM COGEN ENERGY / VAMO BVBA Ter Poperenweg 7 8560 MOORSELE Informatievergadering OC De Stekke Moorsele 5 januari 2010 Voorwerp van de aanvraag volgens VLAREM-definities

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 19 februari 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 19 februari 2016 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 19 februari 2016 Besluit B-punt GOEDGEKEURD stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /kadc. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie van de provincie

Nadere informatie

AMV/ /1001. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/ /1001. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; AMV/000154831/1001 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 29

Nadere informatie

36008/127/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

36008/127/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad, 36008/127/1/W/1 Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, in verband met de aanvraag VANDEMOORTELE IZEGEM, Prins Albertlaan 12 8870 te Izegem tot het wijzigen/aanvullen van de vergunningsvoorwaarden

Nadere informatie

2/MLAV1/ /JB/AB Milieuvergunningen

2/MLAV1/ /JB/AB Milieuvergunningen 2/MLAV1/9300000113/JB/AB Milieuvergunningen HOUDENDE VERGUNNING AAN N.V. BASF ANTWERPEN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, SCHELDELAAN - BLOKVELD G-200. De bestendige deputatie

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 8e Directie Dienst 82 Milieuhygiëne aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Hilde Bruggeman, Eddy Couckuyt, leden referte betreft

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /GOEP. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie van de provincie

Nadere informatie

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Aan het college van burgemeester en schepenen VLAREM-03-03022009 In te vullen door de behandelende afdeling dossiernummer

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen; p r o v i n 3 d e D i r e c t i e Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Natuur S e c t i e 3. 3. 1 Milieu en Natuur - Vergunningen De deputatie van de provincie Limburg Gelet op het decreet van

Nadere informatie

AMV/ /1024. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/ /1024. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; AMV/0002636/1024 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 4.2.1.3, 3, van titel 11 van het VLAREM ingediend door

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /GOEP. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN MERTENS DIRK & THOMAS MET BETREKKING TOT EEN GEMENGD

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /gvda. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE BVBA BIOS MET BETREKKING TOT EEN PLUIMVEEBEDRIJF GELEGEN

Nadere informatie

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Aan het college van burgemeester en schepenen VLAREM-03-26062008 In te vullen door de behandelende afdeling dossiernummer

Nadere informatie

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Bioremediering wetgeving Richtlijn Duurzaam gebruik van pesticiden (EU 2009/128) Vlaanderen: Vlarem -

Nadere informatie

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE GCV LOKIP MET BETREKKING TOT EEN GEMENGD VEEBEDRIJF, GELEGEN TE 2330 MERKSPLAS, LOCHTENBERG 3B.

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE GCV LOKIP MET BETREKKING TOT EEN GEMENGD VEEBEDRIJF, GELEGEN TE 2330 MERKSPLAS, LOCHTENBERG 3B. Besluit /kadc. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE GCV LOKIP MET BETREKKING TOT EEN GEMENGD VEEBEDRIJF,

Nadere informatie

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking Vlaamse Regering AMV/00026203/1001 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.6.1, 2, van titel II van het VLAREM ingediend door Michel en Fabio Lefever, Gerzenstraat

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Ontheffing tot het opstellen van een MER Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing

Nadere informatie

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Aan het college van burgemeester en schepenen straat en nummer Dorpsstraat 99 postnummer en gemeente 2940 Stabroek

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen /kh. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie van de provincie

Nadere informatie

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER VERHAEGEN MITCH MET BETREKKING TOT EEN PLUIMVEEHOUDERIJ, GELEGEN TE 2440 GEEL, ROERDOMPSTRAAT ZN.

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER VERHAEGEN MITCH MET BETREKKING TOT EEN PLUIMVEEHOUDERIJ, GELEGEN TE 2440 GEEL, ROERDOMPSTRAAT ZN. Besluit /sb. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEER VERHAEGEN MITCH MET BETREKKING TOT EEN PLUIMVEEHOUDERIJ,

Nadere informatie

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg p r o v i n D i r e c t i e Ruimte D i e n s t Milieuvergunningen De deputatie van de provincie Limburg Gelet op de melding d.d. 2013-01-30 van overname door Haesen-Roebben lv, Diepestraat 8, 3620 Lanaken

Nadere informatie

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT BIJLAGE 3. Meldingsformulier inzake de exploitatie van een klasse 3 inrichting, de verandering van een inrichting of de overname van een inrichting door een andere exploitant (artikelen 2, 5 en 42 Vlarem)

Nadere informatie

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 VLAREM-03-140917 In te vullen door de behandelende afdeling dossiernummer indieningsdatum Waarvoor dient dit formulier?

Nadere informatie

Besluit van de Bestendige Deputatie

Besluit van de Bestendige Deputatie 8e Directie Dienst 82 Milieuhygiëne aanwezig Marc De Buck, wnd. voorzitter Besluit van de Bestendige Deputatie Alexander Vercamer, Ivan Verleyen, Frans Van Gaeveren, Jean-Pierre Van Der Meiren, Carina

Nadere informatie