Bijstandsbudget 2016 (Macrobudget BUIG)

Vergelijkbare documenten
Factsheet Miljoenennota 2017

Publicatie datum: Factsheet Miljoenennota 2018

Divosa-monitor factsheet: bijstands- en participatiebudget 2015 (Macrobudget BUIG 2015)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Divosa-monitor factsheet: Bijstands- en participatiebudget 2014

Financiering Bijstand. Bastiaan Ouwehand Tim Mulder

Divosa-monitor factsheet: Bijstandsbudget 2012

2. Globale analyse 2015

De besparing voor een gemeente als er iemand uit de bijstand stroomt

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016

Financiering Participatiewet

Begrotingswijziging Avres 2016

Divosa Benchmark Werk & Inkomen Jaarrapportage 2016

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2016

ISD. Kwartaalrapportage. Overzicht 1 e kwartaal 2013 Steenbergen

Divosa-monitor factsheet: Bijstandsuitkeringen 2012

NOTITIE VANGNETUITKERING BUIG 2015

Divosa-monitor Bundeling van de Divosa-monitor factsheets Koningin Wilhelminalaan LA Utrecht Postbus GT Utrecht

Brief BUIG oktober 2015

Openbaar. Verdeelmodel BUIG. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Onderwerp

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten.

Divosa-monitor factsheet: Bijstands- en participatiebudget 2013

De bijstand: volume, in- en uitstroom en samenstelling

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. Agenda nr. 5

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Inhoud. Verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. 2. Project verdeelmodel inkomensdeel 2015

Beschrijving verdeelsystematiek gebundelde uitkering Pw

CPB Notitie 18 september 2018

Kwartaal-in-beeld rapportage Q1 2018

Notitie vangnetregeling 2016

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 19 september 2017 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2018

Managementrapportage werk en inkomen 2017

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

Actuele ramingen BUIG Commissie Rekening en Audit Advies

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 21 september 2016 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2017

Onderwerp: Vangnetuitkering BUIG 2017

CPB Memorandum. Raming van het bijstandsvolume in CEP 2007

BAWI/U Lbr. 08/170

Begroting Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken

Incidenteel Aanvullende Uitkering. Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, uur

Presentatie voor bijeenkomst Miljoenennota toegelicht

Uitkomsten budgetverdeling Participatiewet. Utrecht, 8 december 2015

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

NOTITIE VANGNETUITKERING PARTICIPATIEWET 2016

Kwartaal-in-beeld rapportage Q1 2019

Voorstel van het college inzake Instemming aanvraag vangnetuitkering 2018

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014, 2015 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Begroting Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken

VOORSTEL INHOUD. Portefeuille: P. van Bergen. No. B Dronten, 28 april maatregelen ter voorkoming voorlopig tekort BUIG

Naast de losse factsheets publiceerde Divosa de jaarrapportage van de Divosa Benchmark als aparte uitgave

Aanvullende informatie bijstelling macrobudget inkomensdeel per 18 mei 2006

Financiële effecten van de Participatiewet

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Notitie/Raadsvoorstel Vangnetuitkering Participatiewet 2016 gemeente Leerdam

Verbeteringen verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. Utrecht, 19 mei 2015

Aan de Gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de Raad,

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Wat gaat het kosten? Baten & lasten totaal. Bedragen * Inkomsten Lasten Bijdrage gemeente

Workshop. Werk & Inkomen

Uitgangspunten / Kaders Begroting 2019

Raad voor de financilile verhoudingen

Burgemeester en Wethouders 16 mei Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven z Samenleving

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Cluster : Samenleving Nummer : 8 Portefeuillehouder : Linda van der Deen Datum vergadering : 14 december 2015

Geachte leden van de Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Sector : 2 Afdeling/Project : SZ Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 113 Datum : 17 maart 2005

Kwartaalrapportage. Overzicht 3 e kwartaal 2014 Steenbergen

Totaal bedragen * Uitgaven Inkomsten Bijdrage gemeente Bijdrage gemeente begroting 2018

In onze eerste bestuursrapportage voorspelden wij een eigen bijdrage van en in onze laatste bestuursrapportage (bedragen * 1000).

Tekort op het Buigbudget

In onze eerste bestuursrapportage voorspelden wij een eigen bijdrage van en in onze laatste bestuursrapportage (bedragen * 1000).

Werkloosheid 50-plussers

Maatwerkrapport WWB in Uw Gemeente

Cliëntenbestand. Vangnetuitkering. RAADSINFORMATIEBRIEF De leden van de raad Postbus AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL. Geachte leden van de raad,

Halfjaarbrief Inkomen

BIJSTAND BLIJFT GROEIEN

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen.

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Afdeling kwartaal 1

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mevrouw drs. J. Klijnsma Postbus LV Den Haag

Afdeling/Project : Sociale Zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 152 Datum : 5 april 2006

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tekort op het Pw-budget 2016

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 5 januari 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Financiële vertaling Bestuursakkoord

De gemeente Beuningen verzoekt door middel van deze brief in aanmerking te komen voor een Incidenteel aanvullende uitkering (IAU) over 2014.

Onderzoek technische herschatting objectief verdeelmodel WWB 2012

AAN DE AGENDACOMMISSIE

CPB Memorandum. Raming van het bijstandsvolume in de MEV 2007

Raming bijstandsvolume in de MEV 2005

10. Veel ouderen in de bijstand

: dhr. J.L.M. Vlaar : M. van Dam

Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06

Voorstel aan college en raad

Transcriptie:

Divosa-monitor: Bijstandsbudget 2016 (Macrobudget BUIG) Publicatie datum: 05-12-2017 Bijstandsbudget 2016 (Macrobudget BUIG) Samenvatting 1 Bijstandsbudget aantoonbaar te laag 2 Saldo bijstandsbudget 2016 2.1 6% tekort op het bijstandsbudget 2.2 2.3 Bijstandslasten bedroegen 6,1 miljard (en 5,8 miljard te besteden) Verschillende berekeningswijzen rondom het bijstandsbudget 3 Saldo bijstandsbudget 2016 naar gemeente 3.1 3.2 8 op de 10 gemeenten heeft een tekort Steeds meer gemeenten met een tekort 4 Vangnetregeling 4.1 4.2 4.3 213 gemeenten krijgen een vangnetuitkering over 2016 Meer gemeenten doen beroep op vangnetregeling Kosten vangnetregeling stijgen 5 Bijstandsbudget 2017 en 2018 5.1 5.2 Budgetten 2017 en 2018 Verdeelmodel 2018 Colofon

Voorwoord Bijstandsbudget 2016 (Macrobudget BUIG) Het staat gewoon in de Participatiewet: uitgangspunt is dat het bijstandsbudget in het desbetreffende kalenderjaar toereikend is voor de uitgaven aan alle bijstandsregelingen. Maar dat is het dus niet, blijkt uit deze Divosa-monitorfactsheet over het bijstandsbudget. Er was in 2016 landelijk gezien een tekort op het bijstandsbudget van 6%. 8 op de 10 gemeenten had een tekort. En dat percentage tekortgemeenten is al jaren hoog. Voor 2017 ziet het er ook al niet goed uit. In de Divosa Benchmark Werk & Inkomen zien we opnieuw veel tekorten ontstaan. We vroegen adviesbureau AEF hier een analyse op te doen. Veel gemeenten vroegen zich af of het budget nog wel voldoende was. Uit die analyse blijkt nu dat het bijstandsbudget de afgelopen jaren aantoonbaar te laag was. Rijk en gemeenten zijn mede-overheden en moeten gezamenlijk naar een oplossing zoeken voor de tekorten bij gemeenten. Gemeenten moeten er immers vanuit kunnen gaan dat het Rijk voldoende budget beschikbaar stelt om de bijstandsuitkeringen te betalen. Erik Dannenberg, voorzitter Divosa

Samenvatting Het tekort op het bijstandsbudget in 2016 was 6% 81% van de gemeenten had een tekort 60% van de gemeenten had een tekort van minimaal 5% Vooral gemeenten tot 15.000 inwoners hadden een tekort Sinds de introductie van het bijstandsbudget in 2004 is er een opgaande trend in het percentage gemeenten met een tekort Conclusie nadere analyse: bijstandsbudget aantoonbaar te laag In 2016 had 8 op de 10 gemeenten een tekort op het budget waarmee zij de bijstandsuitkeringen betalen. Landelijk gezien bedroeg het tekort op het bijstandsbudget 338 miljoen (6%). 61 miljoen van het tekort bestaat uit een reservering van middelen voor het bekostigen van de vangnetregeling. Dit geld is gebruikt om de gemeenten die in 2014 een tekort hadden van meer dan 5% (deels) te compenseren. Zonder de kosten voor de vangnetregeling, komt het tekort op het bijstandsbudget uit op 277 miljoen. Bijstandsbudget aantoonbaar te laag Inmiddels is er al drie jaar op rij een tekort op het bijstandsbudget. En ook voor 2017 voorzien gemeenten tekorten. Divosa liet daarom adviesbureau AEF onderzoeken waarom de raming van het bijstandsbudget niet meer aan lijkt te sluiten bij de realiteit. Uit de analyse blijkt dat het bijstandsbudget de afgelopen jaren aantoonbaar te laag was:

Oorzaak verschil tussen raming en realisatie van het bijstandsbudget Mening Divosa Voorspelbare groei niet meegenomen: het ministerie van SZW heeft een belangrijk element niet meegenomen in de raming van het bijstandsvolume: de grote groei van het aantal statushouders. Divosa vindt dat het bijstandsbudget elk jaar toereikend moet zijn om de bijstandsuitkeringen te betalen. Een grote voorspelbare ontwikkeling van het bijstandsvolume moet daarom altijd worden meegenomen in de raming van het macrobudget. Vangnetregeling jaagt tekorten verder op : de vangnetregeling die is bedoeld om gemeenten met grote tekorten tegemoet te komen wordt uit het bijstandsbudget betaald. Dit leidt tot een negatieve spiraal met nog meer tekorten voor nog meer gemeenten. Divosa vindt dat het Rijk solidair moet zijn met gemeenten en de vangnetregeling grotendeels moet betalen. Dat zorgt voor een prikkel bij het Rijk om het macrobudget zo goed mogelijk vast te stellen. Twijfels over werkloze beroepsbevolking als voorspeller van bijstandsvolume: de raming van het bijstandsvolume is deels gebaseerd op veranderingen de werkloze beroepsbevolking. Er zijn echter vraagtekens te zetten bij de werkloze beroepsbevolking als voorspeller van het bijstandsvolume. Divosa wil een nader onderzoek naar de vraag of de veranderingen in de werkloze beroepsbevolking het bijstandsvolume nog wel correct voorspellen. Raming beleidseffecten niet transparant: de raming van het bijstandsvolume is deels gebaseerd op de raming van beleidseffecten. Het is onduidelijk hoe die bedragen voor de beleidseffecten tot stand zijn gekomen en of zij kloppen. Divosa vindt dat de raming van beleidseffecten transparanter moet zijn en in samenspraak moet gebeuren met gemeenten en een onafhankelijke derde partij.

Bijstandsbudget aantoonbaar te laag Een overgrote meerderheid van de gemeenten heeft een tekort op het budget om de bijstandsuitkeringen te betalen. Uit een analyse blijkt nu dat dit budget de afgelopen jaren aantoonbaar te laag was. Analyse op raming bijstandsbudget Het Rijk stelt elk jaar geld beschikbaar voor het betalen van de bijstandsuitkeringen. Het is wettelijk vastgelegd dat dit budget toereikend hoort te zijn, maar over 2016 was er landelijk een tekort van 6%, zoals blijkt uit deze factsheet. In 2015 schreven gemeenten ook al rode cijfers. En voor 2017 ziet het er evenmin rooskleurig uit. Divosa liet daarom adviesbureau AEF onderzoeken waarom de raming van het bijstandsbudget niet meer aan lijkt te sluiten bij de realiteit. De analyse verklaart volgens Divosa waarom gemeenten in ieder geval in 2015-2017 niet voldoende budget hebben gekregen om de bijstandsuitkeringen te betalen. De volledige analyse is te vinden in: Analyse macrobudget bijstand. Ontwikkelingen in de afgelopen jaren (https://www.divosa.nl/sites/default/files/nieuwsbericht_bestanden/rapportage-analyse-macrobudget-aef-inopdracht-divosa.pdf) (AEF, december 2017 1,7 MB) Voorspelbare groei bijstand niet meegenomen in de raming Uit de analyse blijkt dat een groot deel van het tekort in de periode 2015-2016 is ontstaan doordat het ministerie van SZW een belangrijk element niet heeft meegenomen in de raming van de bijstand: de grote groei van het aantal statushouders. Als vluchtelingen een verblijfstatus krijgen en zich in een gemeente vestigen, hebben zij over het algemeen een bijstandsuitkering nodig om hun leven op te starten. In de raming van het bijstandsbudget is deze verhoogde instroom van statushouders niet meegenomen. Door deze voorspelbare groei niet mee te nemen in de raming, zijn gemeenten er in 2015 en vooral in 2016 tientallen miljoenen euro s bij ingeschoten. Ook in 2017 speelt dit probleem volgens Divosa mee. Divosa vindt dat het bijstandsbudget elk jaar toereikend moet zijn om de bijstandsuitkeringen te betalen. Een grote voorspelbare ontwikkeling van het bijstandsvolume moet daarom altijd worden meegenomen in de raming van het macrobudget. Het ministerie stelde gemeenten in overleg met de VNG in 2016 en 2017 een lening beschikbaar om de extra bijstandsuitkeringen als het gevolg van de instroom van statushouders te betalen. Dit is de inter-temporele tegemoetkoming. De achterliggende gedachte is dat statushouders na een periode ook weer uit de bijstand zullen stromen. Bijvoorbeeld als zij een opleiding gaan volgen met studiefinanciering of een baan vinden. Op dat moment zullen gemeenten ook weer uitkeringsgelden besparen. Divosa is echter van mening dat het bijstandsbudget nu toereikend hoort te zijn en niet uitgesmeerd over meerdere jaren. Vangnetregeling jaagt tekorten verder op De vangnetregeling die is bedoeld om gemeenten met grote tekorten tegemoet te komen, leidt tot een negatieve spiraal met nog meer tekorten voor nog meer gemeenten. Gemeenten die een tekort op het bijstandsbudget hebben dat groter is dan 5%, kunnen in aanmerking komen voor een vangnetuitkering. Maar de kosten voor die vangnetuitkeringen worden twee jaar later vergoed vanuit het landelijke bijstandsbudget. Gemeenten moeten die kosten dus zelf dragen. En hoe meer geld er naar de vangnetregelingen gaat, hoe lager het landelijke bijstandsbudget twee jaar erna. Over 2016 krijgen gemeenten bijvoorbeeld 138 miljoen uitgekeerd in het kader van de vangnetuitkering. Dat gaat van het budget af in 2018. Hierdoor moeten gemeenten bij aanvang van 2018 al 2,3% van hun budget afstaan voor het afdekken van eerdere tekorten.

Divosa vindt dat het Rijk solidair moet zijn met gemeenten en de vangnetregeling grotendeels moet betalen. Dat zorgt voor een prikkel bij het Rijk om het macrobudget zo goed mogelijk vast te stellen. Twijfels over de werkloze beroepsbevolking als voorspeller van het bijstandsvolume Daarnaast zijn er vraagtekens te zetten bij de werkloze beroepsbevolking als voorspeller van het bijstandsvolume. Het bijstandsvolume wordt geraamd op basis van een rekenregel van het CPB waarin veranderingen in de werkloze beroepsbevolking centraal staan. Die werkloze beroepsbevolking steeg en daalde de afgelopen jaren heftiger dan in het verleden, mogelijk door de toegenomen flexibilisering van de arbeidsmarkt. Bovendien is het bijstandsbestand door het afsluiten van de sociale werkvoorziening en het beperken van de uitkeringsregeling voor jonggehandicapten (de Wajong) van karakter veranderd. Er zitten meer mensen met een arbeidsbeperking in de bijstand. Dat leidt tot de vraag of de werkloze beroepsbevolking nog wel een correcte voorspeller is voor het aantal bijstandsuitkeringen. Ervaringen uit het verleden zijn dus kortgezegd geen garantie meer voor de toekomst. In 2012 en 2013, toen de werkloze beroepsbevolking snel steeg, lijken gemeenten daar voordeel van te hebben ondervonden omdat het bijstandsvolume te hoog werd geraamd, maar in 2015 en 2016, toen de werkloze beroepsbevolking snel daalde, pakte dat juist nadelig voor hen uit. Divosa wil een nader onderzoek naar de vraag of de veranderingen in de werkloze beroepsbevolking het bijstandsvolume nog wel correct voorspellen. Raming beleidseffecten niet transparant Tot slot blijkt de raming van het bijstandsbudget op een onderdeel niet transparant te zijn. Het budget wordt in eerste instantie geraamd op basis van het door het CPB voorspelde aantal bijstandsuitkeringen en de voorspelde prijs van een uitkering. Maar daarnaast stopt het ministerie van SZW er extra geld bij of haalt er juist geld vanaf vanwege de geraamde effecten van beleid. Uit de analyse die Divosa heeft laten uitvoeren door AEF blijkt dat het onduidelijk is hoe die bedragen voor de beleidseffecten tot stand zijn gekomen en of zij kloppen. Er ontbreekt gedetailleerde informatie over de ramingen. En er zijn er ook niet altijd voldoende gegevens beschikbaar om de ramingen te toetsen. Divosa vindt dat de raming van beleidseffecten transparanter moet zijn en in samenspraak moet gebeuren met gemeenten en een onafhankelijke derde partij.

Saldo bijstandsbudget 2016 Gemeenten krijgen een budget van het Rijk om de bijstandsuitkeringen te betalen. Het bijstandsbudget (officieel: de gebundelde uitkering, maar ook wel bekend als macrobudget BUIG) is bedoeld voor de reguliere bijstandsuitkeringen, maar ook voor de uitkeringen in het kader van de IOAW, de IOAZ en het levensonderhoud voor startende ondernemers (Bbz). Daarnaast is het budget ook bedoeld om de loonkostensubsidies in het kader van de Participatiewet te betalen. Deze factsheet kijkt terug naar 2016 en maakt een vergelijking met de jaren er voor. 1 6% tekort op het bijstandsbudget (#saldo-bijstandsbudget-2016--6-tekort-op-het-bijstandsbudget) Bijstandslasten bedroegen 6,1 miljard (en 5,8 miljard te besteden) (#saldo-bijstandsbudget-2016-- bijstandslasten-bedroegen-6-1-miljard-en-5-8-miljard-te-besteden) Verschillende berekeningswijzen rondom het bijstandsbudget (#saldo-bijstandsbudget-2016--verschillendeberekeningswijzen-rondom-het-bijstandsbudget) 1 Op 18 april 2017 publiceerde Divosa de voorlopige gegevens in een nieuwsbericht op de site: Gemeentelijke tekorten bijstandsbudget stijgen verder (https://www.divosa.nl/nieuws/gemeentelijke-tekortenbijstandsbudget-stijgen-verder)

6% tekort op het bijstandsbudget In 2016 kwamen gemeenten 6% tekort op het budget waarmee zij de bijstandsuitkeringen betalen. In euro s bedroeg het tekort op het bijstandsbudget 338 miljoen. 61 miljoen van het tekort bestaat uit een reservering van middelen voor het bekostigen van de vangnetregeling. Dit geld is gebruikt om de gemeenten die in 2014 een tekort hadden van meer dan 5% (deels) te compenseren. Zonder de kosten voor de vangnetregeling, komt het tekort op het bijstandsbudget uit op 277 miljoen.

Bijstandslasten bedroegen 6,1 miljard (en 5,8 miljard te besteden) De lasten voor de bijstand waren 6,1 miljard. Gemeenten hadden in 2016 5,8 miljard te besteden. Dat bedrag bestond grotendeels (98%) uit het geld dat gemeenten van het Rijk ontvingen voor het betalen van de bijstandsuitkeringen. Daarnaast hadden gemeenten inkomsten uit de terugvordering van bijstand. In 2016 ging het om een bedrag van 137 miljoen (2% van het totaal te besteden budget).

Verschillende berekeningswijzen rondom het bijstandsbudget Er zijn verschillende manieren om het budget en de bijstandslasten tegen elkaar af te zetten. Dat leidt tot verschillende uitkomsten. Gemeenten kijken naar het bijstandsbudget dat zij van het Rijk krijgen overgemaakt (dus zonder het budget voor de vangnetuitkeringen). Dit is het budget dat vermeld staat in de definitieve beschikking Gebundelde Uitkeirng. Vanuit die optiek is er in 2016 een tekort van 6% (338 miljoen). Deze factsheet hanteert dit uitgangspunt. Het Rijk kijkt naar het budget dat ter beschikking is gesteld (dus inclusief de reservering voor de vangnetregeling). Vanuit die optiek is er in 2016 een tekort van 5% (277 miljoen).

Saldo bijstandsbudget 2016 naar gemeente Landelijk was het tekort op de bijstand 6%. Maar de verschillen tussen gemeenten zijn groot. 8 op de 10 gemeenten heeft een tekort (#saldo-bijstandsbudget-2016-naar-gemeente--8-op-de-10-gemeentenheeft-een-tekort) Steeds meer gemeenten met een tekort (#saldo-bijstandsbudget-2016-naar-gemeente--steeds-meer-gemeentenmet-een-tekort)

8 op de 10 gemeenten heeft een tekort In 2016 had 81% van de gemeenten een tekort op het bijstandsbudget. Dat zijn 314 van de 390 gemeenten. Voor 60% van de gemeenten (235) was dat tekort groter dan 5%. Gemeenten met minder dan 50 duizend inwoners hebben vaker een tekort en ook vaker een tekort van meer dan 5%. Gemeenten die onder het historische verdeelmodel vallen hebben vaker een tekort. Dit zijn gemeenten met minder dan 15 duizend inwoners. Een historisch verdeelmodel houdt in dat de gemeenten een aandeel krijgen van het macrobudget dat is gebaseerd op hun bijstandsvolume van twee jaar geleden. Bij gemeenten die objectief verdeeld worden gaat de verdeling volgens een aantal objectieve kenmerken zoals het aantal lager opgeleiden woonachtig in de gemeente. In 2016 Gemeenten met een relatief kleine bijstandspopulatie hebben vaker een tekort dan gemeenten met een relatief grote bijstandspopulatie. De bijstandspopulatie is hierbij gerelateerd aan het aantal huishoudens in de gemeente met een referentiepersoon tussen de 15-65 jaar.

Steeds meer gemeenten met een tekort In de afgelopen jaren zijn er steeds meer gemeenten met een tekort op het bijstandsbudget. Bij de introductie van het bijstandsbudget in 2004 lag het aantal tekortgemeenten op 50%. De afgelopen jaren is dat percentage gegroeid tot ruim boven de 60%. De groei van het aantal gemeenten met een tekort, uit zich vooral in een groei van gemeenten met een tekort van meer dan 10%. In de beginjaren van de bijstand had een kleine twintig procent van de gemeenten een tekort van meer dan 10%. Inmiddels is dat percentage al tegen de veertig procent aan.

Vangnetregeling Gemeenten met een tekort van meer dan 5% kunnen een beroep doen op de vangnetregeling. Het tekort tussen 5 en 10% krijgen zij voor de helft vergoed. Tekorten boven de 10% krijgen zij volledig vergoed. 213 gemeenten krijgen een vangnetuitkering over 2016 (#vangnetregeling--213-gemeenten-krijgen-eenvangnetuitkering-over-2016) Meer gemeenten doen beroep op vangnetregeling (#vangnetregeling--meer-gemeenten-doen-beroep-opvangnetregeling) Kosten vangnetregeling stijgen (#vangnetregeling--kosten-vangnetregeling-stijgen) 2 2 Vanaf 2017 gelden er andere voorwaarden voor de vangnetuitkering. Gemeenten die een vangnetuitkering willen aanvragen moeten dan over 2016 en 2017 een gecumuleerd tekort hebben van meer dan 5%. Zie: www.toetsingscommissievp.nl (https://www.toetsingscommissievp.nl/vangnetuitkering/2017/voorwaarden)

213 gemeenten krijgen een vangnetuitkering over 2016 Over 2016 kregen 213 gemeenten een vangnetuitkering toegekend. Daarmee is een bedrag gemoeid van 138 miljoen euro. 214 gemeenten deden een aanvraag. Eén gemeente trok de aanvraag in. 235 gemeenten hadden in 2016 een tekort van meer dan 5%. Een aantal gemeenten heeft dus geen beroep op de vangnetregeling gedaan terwijl dat gezien het tekort wel mogelijk was. Het is onbekend wat daarvoor de reden was. 3 3 Ook het jaar ervoor, in 2015, waren er gemeenten die geen aanvraag indienden terwijl dat wel had gekund. Divosa zocht uit waarom. Verklaringen zijn onder aan deze pagina te vinden in: Maatregelen om beroep op bijstand terug te dringen (https://www.divosa.nl/maatregelen-om-beroep-op-bijstand-terug-tedringen#gemeenten-en-het-bijstandsbudget)

Meer gemeenten doen beroep op vangnetregeling Over 2016 deed 55% van de gemeenten een beroep op de vangnetregeling. Een jaar ervoor was dat nog 41%. Tot 2015 kwamen gemeenten in aanmerking voor een vangnetuitkering als zij een tekort hadden van meer dan 10%. Gemeenten die meerdere jaren achter elkaar te maken hadden met een tekort, konden aanspraak maken op een meerjarige vangnetuitkering. Vangnetuitkering bijstandsbudget 2015 2016 Aantal verzoeken 163 213 Aantal toekenningen 161 213 % toekenningen 99% 100% Bedrag aanvragen 70.700.103 138.000.000 Bedrag toekenningen in 70.550.542 138.000.000 Gemiddeld uitgekeerd bedrag in 438.202 647.887

Kosten vangnetregeling stijgen Het bedrag dat met de toegekende vangnetuitkeringen gepaard ging steeg van 2017 op 2018 van 1,2% van het landelijke bijstandsbudget naar 2,3%. In 2017 bedragen de kosten voor de vangnetregeling 71 miljoen euro. In 2018 is dat 138 miljoen. Gemeenten moeten de vangnetuitkering zelf betalen. De kosten voor de vangnetuitkeringen over 2016 worden in 2018 van het landelijke bijstandsbudget betaald. Hoe meer geld er naar de vangnetregelingen gaat, hoe lager het landelijke bijstandsbudget.

Bijstandsbudget 2017 en 2018 Het budget voor 2017 is najaar 2016 definitief vastgesteld. Ook is het voorlopige budget voor 2018 bekend gemaakt. Budgetten 2017 en 2018 (#bijstandsbudget-2017-en-2018--budgetten-2017-en-2018) Verdeelmodel 2018 (#bijstandsbudget-2017-en-2018--verdeelmodel-2018)

Budgetten 2017 en 2018 Het budget voor 2017 bedraagt 5,9 miljard euro. Daarvan gaat 71 miljoen naar de kosten voor de vangnetregeling over 2015. Dit geld gaat naar gemeenten die over dat jaar een vangnetuitkering hebben toegekend gekregen. Daarna blijft er 5,8 miljard over voor het betalen van de bijstandsuitkeringen in 2017. Ook in 2018 is er 5,8 miljard om onder gemeenten te verdelen. Dit is een voorlopig budget. September 2018 wordt het definitieve budget vastgesteld.

Verdeelmodel 2018 Het landelijke budget wordt via een verdeelmodel over gemeenten verdeeld. Dit model berekent hoeveel bijstandsgerechtigden er in een gemeente zullen zijn op basis van objectieve kenmerken van de gemeente. Gemeenten met meer dan 40 duizend inwoners krijgen hun budget volledig op basis van deze objectieve kenmerken. Gemeenten met minder dan 15 duizend inwoners krijgen een budget dat is bepaald op basis van het aantal bijstandsgerechtigden in het verleden. Gemeenten met 15 tot 40 duizend inwoners hebben te maken met een gemixt model. Met de komst van de Participatiewet is er een nieuw verdeelmodel geïntroduceerd: het multiniveau-model. Dit model gaat er vanuit dat de kans om een beroep op de bijstand te moeten doen voor elk type huishouden verschillend is. De kans op bijstand voor een laagopgeleide is bijvoorbeeld hoger dan die van een hoogopgeleide. Gemeenten ontvangen een budget op basis van de kans dat hun inwoners in de bijstand belanden, vermenigvuldigd met het wettelijk bepaalde normbedrag voor dit type huishouden. Er is na de introductie van dit nieuwe verdeelmodel veel aan versleuteld. Mede omdat er vanuit gemeenten veel discussie is geweest over de betrouwbaarheid van de uitkomsten. Inmiddels zijn er nieuwe indicatoren aan het model toegevoegd, zijn bestaande indicatoren verfijnd en werkt het model niet meer met gegevens die deels gebaseerd zijn op schattingen. In 2018 onderzoekt het ministerie van SZW of ook factoren die de gemiddelde prijs van de uitkering bepalen, moeten worden meegenomen in het verdeelmodel. In 2017 is driekwart van het gemeentelijke bijstandsbudget bepaald op basis van dit verdeelmodel. De resterende 25 procent is gebaseerd op historische uitgaven. In 2018 wordt het volledige budget volgens het verdeelmodel verdeeld. 4 5 4 5 Hier is de verdeling van het voorlopige budget in 2018 te vinden: www.rijksoverheid.nl (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2017/09/29/voorlopige-budgetten-pw-en-bbz-2018) Zie ook: Opnieuw gemeentelijke kritiek op het verdeelmodel (https://www.divosa.nl/nieuws/opnieuwgemeentelijke-kritiek-op-het-verdeelmodel)

Colofon Divosa Koningin Wilhelminalaan 5 3527 LA Utrecht Postbus 2758 3500 GT Utrecht T 030-233 23 37 E info@divosa.nl (mailto:info@divosa.nl) www.divosa.nl (http://www.divosa.nl) Auteur Marije van Dodeweerd, Divosa Versie december 2017