Verslag Eerste Jos van Gennip Senaatssymposium Woensdagmiddag 7 november 2012 vond in de Eerste Kamer het eerste Jos van Gennip - Senaatssymposium plaats. Het thema dat centraal stond was De nieuwe internationale agenda: groen, groei en gelijkheid. Op 4 februari jongstleden, bij het veertigjarig jubileum van NCDO, nam Jos van Gennip afscheid als voorzitter van NCDO. Als waardering voor al zijn inspanning is toen toegezegd dat een jaarlijkse bijeenkomst zou worden georganiseerd rond centrale vragen van globalisering en internationale samenwerking. De lezing van 7 november was de eerste in deze reeks. Eminente sprekers In aanwezigheid van uiteenlopende afgevaardigden en bekenden van Jos van Gennip uit bedrijfsleven, politiek en beleid, wetenschap en maatschappelijke organisaties spraken de hoofdgasten Peter Altmaier, minister voor Milieu, Energie en Natuurbehoud in Duitsland en Pier Carlo Padoan, plaatsvervangend Secretaris Generaal en Chief Economist van de OESO over de toekomst van internationale samenwerking. Met de aangekondigde bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking en de nieuwe ambities op het gebied van duurzame energie, staat Nederland voor grote uitdagingen. Het symposium beoogde door lezingen en discussie een belangrijke impuls te geven aan het debat in Nederland over, zoals NCDO directeur en bestuurder Frans van den Boom dat in zijn inleiding concreet zei de balans tussen groen, groei en gelijkheid. NCDO-directeur Frans van den Boom Inspirerend betoog Peter Altmaier (foto rechts) startte in statig Nederlands met een vlammend betoog over de rol van Nederland bij verduurzaming van internationale agenda s. Hij legde aan de hand van voorbeelden zoals ernstige vervuiling van de atmosfeer en de verkeerde manier waarop we met grondstoffen omgaan mooi uit hoe de uitspraak van koningin Beatrix uit 1988 de aarde sterft langzaam vandaag de dag nog steeds zeer actueel is. Sterker, hij benadrukte dat mondiale duurzaamheid hét onderwerp van deze generatie is. Internationale beperkingen van overheidsuitgaven, milieubescherming, behoud van biodiversiteit, mitigatie en adaptatie zijn allen meer dan noodzakelijk voor het voortbestaan van de aarde. Hij toonde weliswaar aan dat de sterkste vervuiling in opkomende landen plaatsvindt, maar betoogde tegelijkertijd dat wij in Europa, juist ook vanwege de invloed die die ontwikkelingen elders op ons hebben, moeten inzetten op versterking van internationale samenwerking.
Alternatieve bronnen Met uiteenlopende voorbeelden van het gebruik van alternatieve energiebronnen, zoals wind en biogas, liet hij zien dat Duitsland inmiddels een enorme voortrekkersrol speelt op het gebied van duurzame energieproductie en consumptie heeft. Met klem nodigde hij Nederland, dat hij al decennia kende als vooruitstrevend en bemiddelende speler in Europa en de wereld op het gebied van internationale samenwerking, uit om bij Duitsland aan te sluiten en deel uit te gaan maken van een Europese koplopers groep in de wereld, waarbij hij het liefste China ook zou betrekken. Het feit dat het nieuwe Nederlandse Regeerakkoord op zijn minst onderschrijft dat wat goed is voor Europa ook goed voor de wereld is, stemde hem optimistisch. Hij spoorde aanwezige partijen dan ook aan om internationale samenwerking en voor mondiale ontwikkeling en duurzaamheid weer hoog op de Nederlandse politieke agenda te krijgen. Hij zag een uitgelezen kans voor Jos van Gennip om dit debat te blijven begeleiden. Draagvlak vergroten Pieter van Geel, voorzitter van de Raad van Toezicht van NCDO (foto rechts) dankte Peter Altmaier voor zijn begeisterde speech. In een korte bijdrage met het motto: wie vangt het konijn bevestigde hij met een aantal voorbeelden Peter Altmaiers opmerking dat we heel veel weten van de problemen en ook hoe we ze moeten aanpakken in globale zin. Hij voegde daar nog aan toe dat het van belang is om in eigen huis op orde te hebben hoe burgers denken over mondialisering zodat het draagvlak voor dat beleid sterker wordt. Er is heel veel betrokkenheid en daarom moet het mogelijk zijn dat mensen die geen mondiale visies hebben, maar wel solidair willen zijn, een eigen handelingsperspectief in hun leefomgeving kunnen uitvoeren. Meer met minder Na een pauze waarin de gasten een kopje thee of koffie konden gebruiken in een van de prachtige zalen van de Senaat, was het woord aan Fred de Graaf (foto links), voorzitter van de Eerste Kamer en gastheer van het Jos van Gennip symposium in de Senaat, zoals hij zelf aangaf een betere benaming voor de bijeenkomst. In een korte, inspirerende bijdrage roemde hij Jos van Gennip die volgens hem al bij zijn eerste redevoering in 1992 een internationale visie ten toon spreidde en woorden sprak die nog altijd relevant zijn. Volgens de gastheer is de keuze nu om minder, evenveel of meer, maar met minder middelen te doen aan internationale samenwerking. Hij nodigde Pier Carlo Padoan daarna uit om de discussie over duurzame groei verder aan te zwengelen.
Drietal oplossingen Pier Carlo Padoan (foto rechts) benadrukte in zijn speech vervolgens dat we er inderdaad nog niet zijn, dat er nog vele uitdagingen op het gebied van duurzaamheid zijn. Hij schetste daarom een drietal vormen van beleidsoplossingen, te weten op korte termijn, op lange termijn en betreffende de vormgeving van de transitie. Eerst moeten we zijns inziens inzetten op het terugwinnen en vergroten van het (markt-)vertrouwen van mensen wereldwijd. Hij gaf daarbij aan dat verder doormodderen op de ingeslagen weg absoluut geen duurzame oplossing zal bieden. Hiertoe acht hij collectieve actie die breder is dan de EU noodzakelijk. Hoofddrijvers Technologie en menselijk kapitaal ziet hij als hoofddrijvers van economische groei. Zodoende zullen we daarnaast in de toekomst moeten inzetten op structurele institutionele hervormingen, in het bijzonder die van de arbeidsmarkt, met aandacht voor intellectuele eigendomsrechten, rule of law, sociale zekerheidsstelsels en nieuwe energiebronnen. Belangrijk is hierbij dat we niet inzetten op nieuwe soorten van groei, maar ook op gelijkheid en duurzaamheid van die mondiale groei. Herstel van vertrouwen Voor een goede overgang naar een dergelijk nieuw systeem zullen overheden ten derde in moeten zetten op herstel van vertrouwen. Hiervoor is het noodzakelijk dat duurzame aanpassingen voor uiteenlopende mensen concreet aantoonbaar tot meer groei zullen leiden. Het is van het grootste belang dat alle landen ter wereld overtuigd raken en meedoen, want een potentiële ecologische crisis is vele malen erger dan de huidige crisis. In financiële kunnen we nu relatief eenvoudig hervormingen doorvoeren, als de aarde op is, krijgen we er geen nieuwe voor terug. Opkomende economieën Net als het betoog van Altmaier leverde de lezing van Carlo Padoan ook een levendige discussie met referenten en het publiek op. Zo stelde co-referent Rolph van der Hoeven, professor Employment and Development Economics aan het Institute of Social Studies Padoan
Rolph van der Hoeven bijvoorbeeld de vraag wat er te leren is van de opkomende economieën zoals Brazilië, China en India die ieder een eigen nationaal beleid gevoerd hebben om uit de aanpassingsprogramma s van de jaren 80 te komen. En hoe moet Europa omgaan met de veranderingen in deze landen die niet langer typische ontwikkelingslanden vormen maar zitting hebben in de G20 en meebeslissen over financiële systemen terwijl Nederland daar geen deel van uit maakt. Onderwijs en ongelijkheid Net als Padoan denkt hij dat het dalen van het vertrouwen een belangrijk probleem is. Ook benadrukte hij het feit dat in landen met een grote ongelijkheid in inkomens, de lagere inkomens het onderwijs voor hun kinderen niet meer kunnen betalen. Als je technologie afhangt van een groei in onderwijs, zijn het juist deze oorzaken die de ongelijkheid in de economie vergroten. De vraag is nu wat het beste beleidsoplossing is om weer meer vertrouwen in de economie te krijgen. Belang leningen Een van de drie punten die Jan Willem Gunning, eveneens co-referent en professor of development economics and director aan het Amsterdam Institute for International Development benadrukte was het belang van leningen door banken aan ontwikkelingslanden. Er is momenteel behoorlijk veel interesse om landen, met name in Afrika, leningen te verschaffen terwijl zij recentelijk nog zeer argwanend bekeken werden. Het gevaar is nu dat we ons helemaal richten op de huidige schuldenproblematiek dat we vergeten dat het ons erom ging om deze arme landen toegang tot kapitaalmarkten te geven. Jan Willem Gunning
Meten van groei Een ander thema dat Gunning met verve naar voren bracht was groei en armoede. Het overheersende idee is dat het effect van recente groei in Afrika op armoede teleurstellend is. Volgens Gunning niet verwonderlijk omdat deze gemeten wordt aan de hand van het aantal mensen aan een bepaalde kant van de armoedegrens. Het effect op armoede is er, niet op de manier waarop we meten. Het effect is op armoede, niet op het aantal armen. Dankwoord Jos van Gennip zelf sloot de bijeenkomst af met een dankwoord aan Kitty van der Heijden, Directeur van het Departement voor Klimaat, Milieu, Energie en Water van het Ministerie van Buitenlandse zaken voor het modereren van het symposium, de sprekers voor hun waardevolle bijdragen en NCDO voor het initiatief en de organisatie van een en ander. Drijvende kracht Duidelijk voelden aanwezigen in de zaal grote verantwoordelijkheid om de Nederlandse, Europese en mondiale agenda voor duurzame ontwikkeling mede vorm te geven, en waren ze door de boeiende middag hiervoor weer sterk inhoudelijk gevoed. Aangezien de Duitse minister Peter Altmaier benadrukte dat hij nog niemand heeft ontmoet werkzaam op het gebeid van ontwikkelingssamenwerking en of duurzaamheid in Nederland of in de EU die Jos van Gennip niet kent, ligt hier een mooie uitdaging voor Jos van Gennip als nestor van het gezelschap om de drijvende kracht achter deze beïnvloeding te blijven.
Jos van Gennip