Vo
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 2. Bestaande situatie... 3 2.1 Plangebied... 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan... 3 3. Gewenste ontwikkeling... 4 4. Ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit... 5 5. Milieu... 5 5.1 Geluid... 5 5.2 Water... 6 5.3 Luchtkwaliteit... 7 5.4 Bedrijvigheid... 7 5.5 Externe veiligheid... 7 5.6 Bodem... 8 5.7 Ecologie... 9 5.8 Archeologie... 111 5.9 Duurzaamheid.11 6. Economische uitvoerbaarheid... 11 7. Planbeschrijving... 12 8. Inspraak... 12 Voorschriften... 12 Plankaart... 13 Pagina 2
1. Inleiding De gemeente Hoogeveen heeft een ruimte voor ruimte aanvraag ontvangen betreffende het perceel Kerkweg 9 te Pesse en Wijsterseweg 14 te Fluitenberg. In de onderhavige situatie worden de opstallen (meer dan 1000m2) aan de Wijsterseweg gesloopt en gaat het ruimte voor ruimte recht naar het perceel Kerkweg 9 te Pesse. Op het perceel aan de Kerkweg is ook meer dan 1000m2 aan agrarische bebouwing aanwezig. In totaal worden er twee woningen planologisch mogelijk gemaakt in het kader van de ruimte voor ruimte regeling. Het doel van de ruimte voor ruimteregeling is het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit in het landelijk gebied door het verwijderen van landschapsontsierende bebouwing. De regeling houdt grofweg in dat bij de sloop van minimaal 1.000 m 2 van (voormalige) agrarische bedrijfsbebouwing onder voorwaarden een compensatiewoning gebouwd kan worden. In geval van sloop van meer dan 2000m2 kunnen er twee compensatiewoningen gebouwd worden. Hierbij moet rekening worden gehouden met diverse aspecten zoals agrarische belangen, milieuaspecten, landschappelijke kwaliteit en cultuurhistorie. Om gebruik te kunnen maken van de ruimte voor ruimte regeling is voor het perceel Kerkweg 9 een wijzigingsplan opgesteld als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening. Voor het perceel Wijsterseweg 14 is geen wijziging van het bestemmingsplan nodig. 2. Bestaande situatie 2.1 Plangebied Het plangebied bestaat uit het perceel kadastraal bekend gemeente Hoogeveen sectie T, nummer 1250 plaatselijk bekend als Kerkweg 9 te Pesse. 2.2 Vigerende bestemmingsplan Het plangebied is gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied Noord. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad van Hoogeveen vastgesteld op 22 november 2007 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe op 27 mei 2008. Daarnaast is in het plangebied het bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan herziening woningbouwvoorschriften van toepassing. Dit bestemmingsplan is vastgesteld bij raadsbesluit van 26 november 2009. Pagina 3
Het perceel heeft de gebiedsbestemming Landelijk Gebied I. Hieronder is een uitsnede van de vigerende plankaart weergegeven. 2.3 Toelichting bestaande situatie Het perceel is gelegen aan de Kerkweg 9 te Pesse. Op het perceel rust de doelbestemming Dubbele Woning. Er staat op dit moment voormalig agrarische bebouwing en een woning. 3. Gewenste ontwikkeling Wijsterseweg 14 Fluitenberg Aan de Wijsterseweg 14 te Fluitenberg, kadastraal bekend gemeente Hoogeveen sectie V nummer 565 worden in het kader van de ruimte voor ruimte regeling de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen gesloopt. Het gaat hierbij om twee schuren en een gedeelte van een derde schuur met een totaal oppervlak van ca. 1180 m2. Op grond van de ruimte voor ruimteregeling mag in ruil voor de sloop een compensatiewoning worden gerealiseerd. Het was op het moment van de aanvraag echter niet mogelijk om de compensatiewoning te realiseren op het perceel Wijsterseweg 14 i.v.m. de vliegveld contour (zie bijlage). Volgens de regeling mag in dat geval de compensatiewoning onder voorwaarden op een ander perceel worden opgericht. In dit geval op het perceel Kerkweg 9 te Pesse. Kerkweg 9 Zoals in hoofdstuk 2.2 is aangegeven ligt het perceel binnen de gebiedsbestemming Landelijk Gebied I. De beoogde realisatie van een woning op grond van de ruimte voor ruimteregeling past niet binnen deze bestemming. In het bestemmingsplan Buitengebied Noord is echter in artikel 16 lid 11 een wijzigingsbevoegdheid voor het college opgenomen, om als compensatie voor de afbraak van (voormalige) agrarische bedrijfsbebouwing- t.b.v. de functie wonen het bestemmingsplan te wijzigen in de doelbestemming Woning. Voor een goede uitvoering van de Ruimte voor ruimte regeling zijn de concreet gemaakte Pagina 4
afspraken tussen gemeente en de initiatienemers neergelegd in een overeenkomst. Het gaat hierbij onder andere om de feitelijke sloop van opstallen en het uitvoeren van het inrichtingsplan. 4. Ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit Wijsterseweg 14 te Fluitenberg Na sloop van de schuren blijft, in overeenstemming met de ruimte voor ruimteregeling en de huidige bestemming volgens het bestemmingsplan 250 m2 aan woonbebouwing gehandhaafd. Het bijgevoegde inrichtingsplan laat zien op welke wijze de ruimtelijke samenhang en landschappelijke kwaliteit van het perceel wordt verbeterd. In aansluiting op het bestaande landschap wordt het terrein waar de schuren gesloopt worden teruggegeven aan het landschap in de vorm van weiland, de toegangsweg met bomen blijft gehandhaafd. Daarnaast worden er op het erf landschappelijke elementen toegevoegd om een samenhangend geheel te maken. In ruil voor de sloop van ca. 1.180 m2 op het perceel Wijsterseweg 14 kan onder voorwaarden een woning van maximaal 250 m2 (inclusief aan- en bijgebouwen) ter compensatie gerealiseerd worden op het perceel Kerkweg 9 te Pesse. Kerkweg 9 te Pesse Het contrast tussen niet en wel ontgonnen landschap is groot. Zowel het landschap van de Boerveense Plassen als het heideontginningslandschap is open. De erven liggen voornamelijk aan de Kerkweg, met de noklijn in de richting van de verkaveling. De erven waren in oorsprong met beplanting omgeven, maar dit geldt minder voor de nieuwe stallen. Bij de transformatie van het erf is de basis van het heide ontginningslandschap uitgangspunt. Daardoor blijft het contrast gehandhaafd. Daarnaast geldt de opzet van een boerenerf, met een voorkant met allure aan de Kerkweg en daarachter als het ware de bijgebouwen. In de voortuin beuken en beukenhagen, daarachter voornamelijk streekeigen bomen en struiken zoals eik, berk, els en hagen die in de winter minder nadrukkelijk aanwezig zijn. Met de inrichtingsplannen (zie bijlage) is wordt de ruimtelijke samenhang op het perceel en de landschappelijke inpassing van beide percelen verbeterd. 5. Milieu 5.1 Geluid Wegverkeerslawaai In het kader van de Wet geluidhinder (hierna: Wgh) bevinden zich langs alle wegen zones, met uitzondering van die wegen waar een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt en die wegen die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied. In het geval van geluidgevoelige nieuwbouw binnen de zone dient akoestisch onderzoek plaats te vinden. Van belang is in dit geval de Kerkweg. Deze weg kent een maximumsnelheid van 60 km/uur. Langs de Kerkweg ligt een zonebreedte van 250 m. Voor nieuwe woningen geldt binnen een zone als hoogst toelaatbare geluidsbelasting op de gevel 48 db op grond van de Wgh. De Pagina 5
3 3 Kerkweg 3a 8 8 88 5 5 55 7 7 10 Kerkweg 9 9 99 verkeersintensiteit op de Kerkweg is dermate laag dat de geluidsbelasting op de dichtstbijzijnde gevel van de woning de voorkeursgrenswaarde van 48 db niet zal overschrijden. Industrielawaai Naast de voorgenomen woningbouwlocatie ligt een veehouderij aan de Kerkweg 10 in Pesse. Deze beschikt over een milieuvergunning van 22 december 2004. In de vergunning zijn geluidvoorschriften opgenomen. Deze zijn als volgt samen te vatten: Het LAr,LT mag ter plaatse van woningen van derden of andere geluidgevoelige bestemmingen en als er binnen 50 meter geen woningen zijn gelegen op 50 meter van de grens van de inrichting niet meer bedragen dan 50, 45 en 40 db(a) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. Deze afstand van 50 meter vanaf de inrichtingsgrens is weergegeven in afbeelding 1. De binnenste lijn is die voor de dichtstbijzijnde woning. Deze afstanden moeten in acht worden genomen bij de nieuwbouw van een compensatiewoning om het bedrijf aan Kerkweg 10 niet in zijn bedrijfsactiviteiten te belemmeren. De geplande locatie ligt buiten deze 50 meter en zal daarom geen knelpunt opleveren. Afbeelding 1: Geluidcontouren bedrijf Kerkweg 10 De overige aanwezige inrichtingen liggen op een grotere afstand van de geplande locatie en vormen geluidtechnisch geen belemmering voor de geplande woning. Overige geluidbronnen Railverkeer en de geluidcontour rondom het vliegveld spelen geen rol bij de planlocatie. 5.2 Water Het betreft een plan in het kader van de ruimte-voor-ruimte regeling. De watertoets is reeds doorlopen bij het moederplan Bestemmingsplan Buitengebied-Noord. Het hemelwater mag niet op het openbaar riool geloosd worden. Hiervoor geldt dat het hemelwater volgens de voorkeursvolgorde van infiltreren, bufferen, afvoeren binnen het perceel geloosd dient te worden. Pagina 6
Het huishoudelijk afvalwater dient te worden geloosd op het openbaar riool. Ten behoeve van de nieuwbouw is een rioleringsplan opgesteld, waarbij aandacht is besteed aan de volgende punten: onderzoek naar de plaats en uitvoering van de aan te leggen riolering (diameter, ontstopping, afschot, maaiveldhoogte, aansluitdiepte e.d.) een gescheiden stelsel: het hemelwater mag niet op de riolering worden geloosd; opvangen en vertraagd afvoeren van hemelwater van daken en terreinverhardingen; rekening houden met het maaiveldniveau, waterpeil oppervlaktewater, bouwpeil. 5.3 Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Tegelijkertijd zijn ook het Besluit en de bijbehorende regeling niet in betekenende mate (luchtkwaliteitseisen) in werking getreden. Hierin zijn kwantitatieve grenzen opgenomen die bepalen of een project wel of niet aangemerkt wordt als een project die een significante bijdrage levert aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Op basis van het Besluit en de Regeling NIBM kan een project als niet in betekenende mate worden beschouwd als er minder dan 1500 woningen worden gebouwd met 1 ontsluitingsweg. Het plan biedt de mogelijkheid om twee woningen te realiseren. Dit project zal dan ook geen significante bijdrage leveren aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen genoemd in de Wet luchtkwaliteit. 5.4 Bedrijvigheid Voor een zogenaamde ruimte-voor-ruimte woning geldt op grond van artikel 14 van de Wet geurhinder en veehouderij een minimum afstand, die een naastgelegen veehouderij ten opzichte van deze woning in acht moet nemen. Voor een ruimte-voor-ruimte woning buiten de bebouwde kom moet een afstand van 50 meter in acht worden genomen. De compensatiewoningen dienen op ten minste 50 meter van het dichtstbijzijnde emissiepunt van de stallen op de locaties Kerkweg 7 en 10 te worden gesitueerd. Door het hanteren van een vaste afstand tussen een nieuwe woning op een voormalige agrarische bedrijfslocatie en een nabijgelegen veehouderij wordt de veehouderij niet onevenredig beperkt in zijn bedrijfsvoering. Vanuit ruimtelijk oogpunt komt het slopen van agrarische bebouwing en het terugbouwen van een compensatiewoning de leefbaarheid van het buitengebied ten goede. Er verdwijnt zo overbodig geworden bouwmassa in het landelijk gebied, waardoor de landschappelijke kwaliteit zal verbeteren. 5.5 Externe veiligheid Het aspect Externe Veiligheid heeft te maken met de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen en de bescherming hiertegen. De veiligheidsrisico's worden uitgedrukt in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Verder kunnen de veiligheidsrisico s worden verdeeld in risico's veroorzaakt door bedrijvigheid (inrichtingen) en in risico s veroorzaakt vanwege het transport (weg, spoor, water, buisleidingen) van gevaarlijke stoffen. Conform het nationale veiligheidsbeleid en de Visie Externe Veiligheid van de gemeente Hoogeveen is onderzoek verricht naar de veiligheidssituatie rondom het plangebied. Dit onderzoek bestaat Pagina 7
uit het in beeld brengen van alle relevante risicofactoren met de bijbehorende risico's evenals het vaststellen van de invloed hiervan op het plangebied. Buisleidingen Ten noorden van Kerkweg 9 ligt een leidingtracé van drie hoge druk aardgasleidingen (A- 514-KR-111, A-501-KR-084, A-502-KR-089) die eigendom zijn van de Gasunie. De gasleidingen hebben allemaal een werkdruk van 66 bar. De grootste leidingdiameter bedraagt 48 inch. Het plan is getoetst aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Voor deze leidingen is het plaatsgebonden risico(pr10-6 )-contour niet berekend. Dit betekent dat de PR-contour binnen de belemmerende zone van 5 meter valt. Deze belemmerende zone is ook geen belemmering voor de bouw van de compensatiewoningen. De maatgevende leiding is A-514-KR-111(48 inch en 66 bar). Deze leiding heeft een invloedsgebied van 540 meter aan weerszijden van de leiding, waarbinnen de verantwoording van het groepsrisico plaats moet vinden. De planlocatie ligt in het invloedsgebied. De personendichtheid zal als gevolg van de nieuwe woningen toenemen met gemiddeld 6 personen. Dit is geen significante toename, aangezien het een agrarisch gebied betreft met een lage bevolkingsdichtheid. De oriëntatiewaarde wordt niet overschreden. Het groepsrisico vormt geen belemmering voor de bouw van de compensatiewoningen. De Hulpverleningsdienst Drenthe (HVD) is op grond van artikel 12 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen. De HVD heeft op 9 juni advies (kenmerk U470) uitgebracht. Zij geeft aan dat de wijzigingen in het plangebied zo minimaal zijn, dat de invloed op het groepsrisico te verwaarlozen is en er vanuit het oogpunt van externe veiligheid geen bezwaren zijn tegen de geplande ontwikkeling. Zij adviseert om ten aanzien van de zelfredzaamheid van aanwezige personen de vestiging van functies met verminderd of niet zelfredzame personen nu en in de toekomst niet mogelijk te maken, aangezien deze categorie personen niet zelfstandig kan vluchten. Overige risicobronnen De locatie ligt niet binnen het invloedsgebied van een transportroute voor gevaarlijke stoffen of in de nabijheid van risicovolle bedrijven met veiligheidscontouren die in acht moeten worden genomen. Hoogspanningslijnen Tot slot ligt het perceel ook niet in de nabijheid van hoogspanningslijnen. Er hoeft dan ook geen rekening gehouden te worden met het advies van VROM (2005, aanvulling 2008). 5.6 Bodem In 2009 heeft Ecoreest een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd in het plangebied. De resultaten zijn vastgelegd in het rapport Verkennend bodemonderzoek ter plaatse van Kerkweg 9 Pesse (rapportnr. 090535) van 7 juli 2009. Daarnaast is ook een asbestonderzoek uitgevoerd. De resultaten zijn opgenomen in Verkennend asbestonderzoek ter plaatse van kerkweg 9 te Pesse (rapportnr. 090535A) van 4 augustus 2009. Uit het bodemonderzoek is gebleken dat er geen overschrijdingen van bodemverontreinigende stoffen zijn aangetroffen. In de bodem is wel een lichte verontreiniging met minerale olie aangetroffen. Pagina 8
In het grondwater zijn geen overschrijdingen van de onderzochte stoffen aangetroffen. Uit het asbestonderzoek is gebleken dat op diverse plaatsen in het plangebied asbestvezels in de grond zijn aangetroffen. Het betreft geen overschrijding van de normen voor asbest. Gezien de gehalten van de aangetroffen stoffen wordt een nader bodemonderzoek ten behoeve van het vaststellen van de bodemkwaliteit voor het bestemmingsplan niet noodzakelijk geacht. Voor de aanvraag van een bouwvergunning zal, bij voorkeur na de sloop van de bestaande bebouwing, wel een aanvullend bodemonderzoek verricht moeten worden. Bij de sloop van de bestaande (agrarische) bebouwing dient rekening te worden gehouden met de asbesthoudende materialen. Deze dienen door een gecertificeerd bedrijf conform SCA 530 (BRL 5050) te worden verwijderd. Voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden is het aan te bevelen om nog een extra asbestinspectie op te nemen ten aanzien van de bodem rondom de te slopen bebouwing. Als er asbestverdacht materiaal in de bodem worden aangetroffen, dan dient in dat geval alsnog een verkennend asbestonderzoek conform de NEN 5707 uitgevoerd te worden. Aanbevolen wordt om het onderzoeksplan voor te leggen aan het team Bodem van de afdeling Advies van de gemeente Hoogeveen. Grondverzet Bij grondverzet dient men te streven naar een gesloten grondbalans. In situaties, waar grond vrij komt, wordt sterk aanbevolen om de kwaliteit van de vrijkomende bodem vast te stellen. Uiteraard dient het bodemonderzoek representatief te zijn voor de hele vrijkomende partij. Voor het toepassen van grond gelden de spelregels voor grondverzet die zijn vastgesteld in het Besluit bodemkwaliteit. Informatie over het toepassen van grond kunnen worden verkregen bij de afdeling Advies (Bodem) van de gemeente Hoogeveen en het Agentschap.nl. 5.7 Ecologie BugelHajema heeft een ecologisch onderzoek uitgevoerd naar de natuurwaarden in het plangebied. De resultaten zijn vastgelegd in het rapport Advies Natuurwaarden Kerkweg 9 in Pesse (rapportnr. 117.33.04.36.00) van 25 augustus 2009. Verder heeft een aanvullend vleermuizenonderzoek plaatsgevonden. De resultaten zijn opgenomen in de notitie Aanvullend vleermuizenonderzoek Kerkweg 9 te Pesse (kenmerk 117.33.04.36.01) van 20 oktober 2009. Gebiedsbescherming Beschermde gebieden in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 liggen op voldoende afstand van het plangebied. Het plangebied wordt gescheiden van deze natuurbeschermingsgebieden door bebouwing en infrastructuur. Gezien de aard van de ingrepen zijn geen negatieve gevolgen te verwachten op deze beschermingsgebieden. Het plangebied grenst wel aan de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het plan zal naar verwachting geen negatieve invloed op de EHS hebben. In het plangebied was een bedrijfswoning met agrarische bebouwing aanwezig. Dit wordt vervangen door 2 compensatiewoningen, waarbij het bebouwd oppervlak in de bestaande situatie zal afnemen. Pagina 9
Soortenbescherming Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. In de Flora- en faunawet wet is bepaald dat beschermde dieren die in de wet zijn of worden aangewezen, niet gedood, gevangen of opzettelijk verontrust mogen worden, dat planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere vaste rust- verblijfplaatsen van dieren te beschadigen, vernietigen of te verstoren. Het bevoegd gezag kan onder voorwaarden een ontheffing van de verbodsbepalingen verlenen. Uit de natuurtoets komt naar voren dat de ecologische kwaliteiten van het plangebied beperkt zijn. Binnen het bestemmingsplangebied zijn - met uitzondering van broedvogels en vleermuizen - geen juridisch zwaarder beschermde soorten van Flora- en faunawet (Tabel 2 of3 ) of bedreigde of ernstig bedreigde soorten van Rode lijsten bekend. Het is veelal niet mogelijk ontheffing te verkrijgen voor verstoring of schade aan broedvogels, hun nesten en jongen. Er mogen daarom geen storende of schadelijke activiteiten worden ondernomen op locaties waar nesten of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van vogels aanwezig zijn. Werkzaamheden die broedbiotopen van vogels verstoren of beschadigen dienen buiten het broedseizoen van de aanwezige vogels te worden opgestart of uitgevoerd. Door zorgvuldig te werken en de uitvoering op te starten buiten het broedseizoen van de aanwezige vogels, is het mogelijk verstoring of beschadiging van broedbiotopen van vogels te voorkomen. Indien blijkt dat broedvogels afwezig zijn is het ook mogelijk om binnen de broedperiode van vogels aan te vangen met de werkzaamheden. Uit het nader onderzoek naar vleermuizen is gebleken dat in het woonhuis een vaste verblijfplaats (overwinteringsplaats) van de vleermuissoort Laatvlieger aanwezig is. Door de sloopwerkzaamheden zal deze vaste rust- en verblijfplaats van de Laatvlieger verloren gaan. Het is op grond van de Flora- en faunawet verboden om vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen te verstoren of te vernietigen. De Aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet stelt initiatiefnemers verplicht om een ecologisch werkprotocol op te stellen in situaties waarbij schadelijke effecten op tabel 2 en 3 soorten optreden. In het werkprotocol worden maatregelen beschreven die worden genomen om schadelijke effecten te mitigeren. Door het uitvoeren van de maatregelen kan worden voorkomen dat er verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet overtreden worden. Om na te gaan of de voorgestelde maatregelen voldoende zijn kan een ontheffing worden aangevraagd. Wanneer de maatregelen door DLG worden goedgekeurd en de conclusie wordt gedeeld dat er geen sprake is van overtreding van de verbodsbepalingen ten aanzien van de Laatvlieger- wordt een beschikking afgegeven in de vorm van een afwijzing van de ontheffingsaanvraag. De werkzaamheden dienen vervolgens aantoonbaar volgens het goedgekeurde werkprotocol te worden uitgevoerd. Bij ruimtelijke ingrepen en activiteiten in het bestemmingsplangebied dient altijd rekening gehouden te worden met de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten uit de Flora- en Pagina 10
faunawet. Voor elk voornemen waarvan niet met zekerheid is uit te sluiten dat er effecten op beschermde soorten optreden is een toetsing aan de Flora- en faunawet noodzakelijk. 5.8 Archeologie Op basis van de kaarten IKAW (Indicatieve kaart archeologische verwachtingswaarde) en de AMK (archeologische monumentenkaart), die onderdeel uitmaken van de provinciale Omgevingsvisie blijkt het plangebied in een gebied te liggen met een hoge archeologische verwachtingswaarde. Op 3 juni 2009 heeft het adviesbureau De Steekproef een inventariserend archeologisch onderzoek uitgevoerd in het plangebied. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in het rapport Pesse, Kerkweg 9, (Dr.) (rapportnr. 2009-06/02) van juni 2009. Uit dit onderzoek is gebleken dat er in het verleden geen vondstmeldingen zijn gedaan in of in de nabijheid van het plangebied. Het plangebied ligt op meer dan een halve kilometer van de historische kern van Pesse en ligt niet binnen een esgrond van het dorp. Op basis van de boringen is geconcludeerd dat de kans op onverstoorde archeologische grondsporen in het plangebied zeer klein is. De bodem is grotendeels verstoord en er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Archeologisch vervolgonderzoek is dan ook niet noodzakelijk. De meldplicht op grond van artikel 53 en 54 van de Monumentenwet blijft wel van kracht. Als bij graafwerkzaamheden archeologische sporen of vondsten worden aangetroffen, dient het werk onmiddellijk te worden stilgelegd. De provinciaal archeoloog (Drents Plateau te Assen) en de gemeente dienen hiervan op de hoogte te worden gebracht. 5.9 Duurzaamheid Hoogeveen streeft naar een duurzame ontwikkeling. De gemeente heeft haar ambities op het gebied van duurzaamheid verwoord in de Milieuvisie. Hierin is de ambitie opgenomen dat de gehele gemeente in 2040 CO2-neutraal ingericht dient te zijn. Dit wordt bewerkstelligd door het 'realisatieprincipe' dat wil zeggen dat er met name wordt ingezet op energiebesparing en het duurzaam opwekken van energie. Nieuwbouw leent zich bij uitstek om de aspecten van duurzaamheid te integreren bij de uitvoering van de bouwwerkzaamheden en de landschappelijke inpassing. Aandachtspunten op het gebied van duurzaamheid bij de ontwikkelingen in het plangebied Kerkweg 9, Pesse zijn het stimuleren van het energieneutraal bouwen, het gebruik van duurzame materialen en het zoveel mogelijk vermijden van uitlogende materialen, zoals koper, zink en lood. Ook bij de inrichting van niet bebouwde ruimte dient rekening te worden gehouden met de duurzaamheidsaspecten op het gebied van onder meer realisering van verhardingen, kansen voor infiltratie en waterberging, verlichting en de grondstructuur. 6. Economische uitvoerbaarheid Het betreft hier een private ontwikkeling, waarbij de initiatiefnemer heeft aangegeven de financiële consequenties te kennen door het toevoegen van een verklaring van een financiële Pagina 11
instelling bij de aanvraag. Hiermee is de economische haalbaarheid voldoende aangetoond. 7. Planbeschrijving De voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied Noord en van het bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan herziening woningbouwvoorschriften zijn van overeenkomstige toepassing verklaard. De bebouwingsvoorschriften van de doelbestemming Woning zijn dan ook conform het gestelde in artikel 1 sub b van bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan herziening woningbouwvoorschriften van overeenkomstige toepassing, op de ter plaatse gesitueerde woningen op het perceel, kadastraal bekend sectie T, nummer 1250. 8. Inspraak Het ontwerpwijzigingsplan is van 7 maart tot en met 17 april 2012 gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn zijn belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te brengen. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. Voorschriften Voorschriften, deel uitmakend van het artikel 3.6 Wro wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Kerkweg 9 te Pesse Op het wijzigingsplan is het ter zake, met uitzondering van de bepalingen ten dienste van wonen, bepaalde in de voorschriften van het bestemmingsplan "Buitengebied Noord, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 november 2007 en op 27 mei 2008 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Drenthe, van overeenkomstige toepassing. Het voorgaande met uitzondering van artikel 16 en artikel 17 lid 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8 en 9 van de voorschriften. Daarnaast is het bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan herziening woningbouwvoorschriften vastgesteld bij raadsbesluit van 26 november 2009, van overeenkomstige toepassing. Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wethouders op. de secretaris, de burgemeester, Pagina 12